Gezicht op een gedeelte van een gebouwtje, volgens het opschrift aan de achterzijde te Zeist (links) met een ontwerp van een verbouwing tot theekoepel (rechts) (1830/1850), Hendrik Blanken. Bron: beeldbank Het Utrechts Archief
Gezien de enthousiaste reacties op en het succes van de voorgaande weblog met het nu wel gelokaliseerde buitenplaatsontwerp, opnieuw iets van een onbekende lokatie. Zeg het maar…
In de beeldbank Het Utrechts Archief bevinden zich drie tekeningen van Hendrik Blanken met ontwerpen voor verbouwing van een gebouwtje tot theekoepel, ca.1840 (volgens het opschrift aan de achterzijde te Zeist). Op de achterzijde van bovenstaande tekening bevindt zich een constructietekening in pen en zwarte inkt van een verbouwingsvoorstel. Op die van linker onderstaande: een zeer vage potloodschets van boomtakken of een struik. En op die van rechter onderstaande: een constructietekening in potlood van een verbouwingsvoorstel.
N.B. Volgens archivaris R.P.M. Rhoen is een dergelijk gebouwtje niet in Zeist te lokaliseren.
Jan Holwerda
Twee gezichten op een gedeelte van een onbekend gebouwtje, volgens het opschrift aan de achterzijde te Zeist. Bron: beeldbank Het Utrechts Archief
Karen Veenland stuurde haar reactie via de mail. Ook zij kan de tekeningen niet thuisbrengen. Zoveel buitenplaatsen waren er nog niet rond 1840 in Zeist. Zij heeft twee associaties: het kapelletje van Sandwijck en een ruïne in Lage Vuursche.
Inderdaad associaties die je dan legt, ook al lijkt de eerste en leek de tweede niet op de tekeningen.
Toch triggerde ook haar associatie met Sandwijck me. Toevallig herlas ik een aantal maanden geleden een aantal artikeltjes over het kapelletje van Sandwijck. Daarin wordt ook bouwhistorisch onderzoek uit 1994 genoemd. De onderzoeker Emmens concludeerde o.a.:
– dat de folly in drie fases gebouwd is;
– dat er aanvankelijk één bouwlaag was;
– dat het gebouwtje deel uitmaakte van de toen aanwezige formele tuinaanleg;
– en wellicht functioneerde als een soort buitenkamer, een theekoepel;
– dat de toegang zich bevond in de westgevel, de huidige zijgevel;
– dat in de zuidgevel zich een venster bevond;
– dat het gebouwtje was opgetrokken in baksteen en aan de buitenzijde niet gepleisterd was.
Ik concludeer niets, maar het is wel heel verleidelijk: zou Blanken tekeningen hebben gemaakt van het gebouwtje uit de eerste fase en een ontwerp voor een verbouwing (die niet plaatsvond?)? Hieronder wat beeldmateriaal om de suggestie nog wat aan te dikken.