Cascade bulletin 2014-2 is uit

Cascade bulletin 2014-2 is uit en bij deze en gene al in de bus gevallen.

Arinda van der Does verhaalt over een archief vondst waaruit blijkt dat de (tuin)architect  Johan  Philip  Posth  (1763-1831) werkzaam is geweest op Enghuizen bij Hummelo.

Dennis de Kool brengt de beeldhouwer Jan Claudius de Cock (1667-1735) naar voren en  presenteert zijn tekeningen van mogelijk tuinbeelden. Dennis hoopt op identificatie van meer werk van De Cock en beelden naar de ontwerptekeningen. Uw hulp wordt gevraagd.

De redactie van CASCADE bulletin voor tuinhistorie wenst u fijne feestdagen!

Geheim gemak


Hinübersche Garten (Hannover)  Foto: Jan Holwerda

Op een tripje door Duitsland kwamen een aantal Van Laar liefhebbers op een plek waar voorheen een hermitage stond. Nog staat er een restant van een oude holle boom, met een ’toegang’. Eentje waar die Van Laar liefhebbers direct een deur in konden voorstellen, om te komen tot een ‘geheim gemak’. Zo een als in het Magazijn van tuin-sieraaden staat afgebeeld.


Detail plaat CLXIV, Magazijn van tuin-sieraaden

En dan komt weer later een boom met een deur voorbij (onder). Een fantastisch plaatje. Zou dat dan een ‘geheim gemak’ zijn? Helaas, iets langer doorzoeken maakte duidelijk dat het een onderdeel is van het kabouterpad bij de doolhof te Ruurlo. Ook heel mooi, helemaal voor kinderen, maar toch…
Jan Holwerda

Slingertuin rond kerk en bij pastorie


Herstelde kerkhof van Hornhuizen  Bron: panoramio.com | rtvnoord.nl

Ik zou kunnen beginnen met ‘het einde van het jaar nadert, tijd voor een terugblik’ bla bla. En dan beginnen over het kerkhof van Hornhuizen. Onzin. Feit is dat ik toevallig een foto zag, genomen vanaf de kerk, op het kerkhof van Hornhuizen. Met herstelde paden (2011/2012) rond de kerk. In een bericht uit 2010 alweer kwam dat kerkhof ter sprake, het was ooit een slingertuin rond de kerk. Zie foto hier onder en/of het bericht. Nu dus hersteld.


Hornhuizen, kerk en kerhof ; als een slingertuin.  Bron: St. Oude Groninger Kerken


Nogmaals de kerk, met een tuinaanleg.  Bron:  Stichting Oude Groninger Kerken

In het ‘verlengde’ van de slingertuin rond de kerk kwam ik een slingertuin bij een pastorie tegen, de pastorie te Meeden (ook Groningen, maar een andere streek). Net iets minder bijzonder, maar wel bijzonder mooi. Vooral als je de foto groot ziet.
Jan Holwerda


Slingertuin bij de pastorie van Meeden (ca. 1910)  Bron: Groninger Archieven

Tijdloze tuinbank


Tuinbank, uit Magazijn van Tuin-sieraaden van Gijsbert van Laar, plaat 89.


Tuinbank kasteel De Haar  Foto: Heimerick Tromp

In hoofdstuk 6 van De Nederlandse Landschapsstijl in de Achttiende Eeuw van Heimerick Tromp staat o.a. een en ander over Gijsbert van Laar en navolging van zijn voorbeeldenboek. Zo staan op p. 289 een tuinbank uit het Magazijn van Tuin-sieraaden en daarnaast de tuinbank van kasteel De Haar, en dat de tweede mogelijk was geïnspireerd op de eerste. (Gijsbert op zijn beurt had de bank overigens uit Grohmanns Ideenmagazin, cahier 6, plaat 8).

Nu kwam ik bladerend door Onze Tuinen, in nummer d.d. 13-06-1908, dezelfde bank tegen. Aangeboden door H. Voorneveld uit Zeist, een fabriek in Oud-Engelsche tuinmeubelen. Is de bank nu Nederlands, Duits of Engels haha  (nu nog een Frans exemplaar) Gezien de spreiding in tijd een tijdloze tuinbank en gezien het internationale karakter misschien wel een tijdloze, grenzeloze tuinbank.
Jan Holwerda


Tuinbank firma H. Voorneveld uit Zeist, Onze Tuinen 13-06-1908.

Fotoalbum Lichtenbeek aan GLK geschonken


Bron: facebook Geldersch Landschap & Kasteelen

OVERGENOMEN
Op de facebook van Geldersch Landschap & Kasteelen en in het tijdschrift Mooi Gelderland  werd gemeld dat GLK onlangs een prachtig album  werd geschonken. Een album met historische foto’s van landgoed Lichtenbeek (Arnhem), gemaakt rond 1900 in opdracht van het echtpaar Van Limburg Stirum-van Teijlingen. Het is een bijzonder document omdat het huis in 1943 door brand werd verwoest.
Meer en grotere foto’s op facebook van Geldersch Landschap & Kasteelen.


Bron: facebook Geldersch Landschap & Kasteelen

Roodbaardontwerp voor tuin van apotheker Riedel te Kollum


Ontwerp voor de tuin van den heer Ridel appotheker te Collum (Riedel te Kollum),
L.P. Roodbaard.  Bron: www.tresoar.nl

Nico Kloppenborg stuurde eerder deze week al een mail met de foto. En omroep Fryslan meldt: Tresoar yn Ljouwert hat in orizjineel ûntwerp fan Roodbaard krigen. It giet om in ûntwerp dat de ferneamde arsjitekt foar in tún yn Kollum makke hat. De tún waard yn de jierren 1828-1838 oanlein achter it hûs oan de Foarstrjitte fan de doetiidske apteker Riedel. De tún is net bewarre bleaun.

Voor een ieder buiten Friesland is er de website van Tresoar met hetzelfde nieuws.
Eind november 2014 is de ontwerptekening van Roodbaard voor de tuin van apotheker Riedel te Kollum (Voorstraat 62) aan Tresoar geschonken. De tuin, aangelegd in de periode 1828-1838, is niet bewaard gebleven. In 1992 is de tekening blijkbaar boven water gekomen. Tot nu had ik ‘m slechts in zwart-wit en zonder de bijschriften in de rand gezien, in o.a. Tuinen van de Friese adel en in Roodbaards Rijkdom. Nu dus is kleur te aanschouwen.

De vormentaal als bekend van Roodbaard. Zo ook een prieel of tent met eene rieten dak en met eene rondgaande bank houte floer en roondom digt en riete dak. De grote bedden (met strepen) zijn voor groentens, kleinere hebben bloemen, heesters, dubbelde daliaas. Verder staan er in de randen van de tuin rode beijen (bessen?) en Engelse frambozen en verspreid door de tuin staan solitairen: bonte kastanje, aser negundo, goude reegen, swarte beuk, grootbladige platanus, bonte esdoorn, akasiaas (achter/rondom prieel).

De ondertekening is met L.P. Roodbaard en alles in grote haast.
Jan Holwerda

Twee witgeverfde gietijzeren manshoge beelden/reliëfs

Van Nico Kloppenborg…

In een boerderijtuin in de buurt van Sint Annaparochie staan in het bosje op de hoek van het erf twee witgeverfde gietijzeren manshoge beelden/reliëfs. Het gaat om de zomer/flora en de winter. De beelden leunen los tegen de bomen aan en staan op een tegel. Leesbaar op het voetstuk staat de naam van de ijzergieterij Evrard te Liege (Luik). (en niet Kupard als eerder gedacht/gelezen, met dank aan Glenn Geeraerts)

Zijn er meer van dit soort  beelden/reliëfs bekend? Is er meer over Evrard te Liege (Luik) bekend?

De invloed van Louis le Roy op het groen in de openbare ruimte

In Cascade bulletin 2013-2 stond o.a. een langere bijdrage van Anna van Gerve over het werk van John Bergmans (1892-1980). Anna toonde aan dat Bergmans niet alleen een ‘plantenman’ was, maar wel degelijk ook vanuit zijn eigen ontwerpprincipes werkte.

Nu is haar master-scriptie ‘Plantsoenrevolutie, complexiteit en zelforganisatie in de openbaar groen projecten van Louis G. le Roy’ gereed. Daarin onderzoekt Anna van Gerve de invloed van het werk van Louis le Roy op het groen in de openbare ruimte in de jaren ’70 van de vorige eeuw. De studie begint met een citaat: ‘Nu keiharde hoekige steden het landschap binnendringen moet de natuur iets terug doen. Met een soort jungletactiek zou de natuur zich in de steden moeten voortwoekeren en zorgen voor kathedralen van bomen, struiken en planten.’ Dit geeft weer hoe Le Roy de natuur opnieuw een plek wilde geven in de verstedelijkte landschappen.
In de scriptie geïnteresseerden kunnen contact opnemen met Stichting TIJD.

Tuinarchitecte in het land van Mauve, Jeanette van Zijdveld (1875-1958)


Schets in pastel van Philippe Smit van de tuin bij tuinarchitectuurbedrijf en kwekerij Standelkruid in Laren 1915

Het boerendorp Laren, op de zandgrond in ’t Gooi, veranderde aan het eind van de negentiende eeuw in een kunstenaarsenclave en in dit milieu vestigde zich rond 1900 Jeanette Gerardine van Zijdveld, aanvankelijk als kweekster. In 1907 begon zij een tuinarchitectuurpraktijk, waar zij samenwerkte met haar tien jaar jongere vriendin Nelly Spoor, die illustratrice was. ‘Net en Nel’ vormden weliswaar een excentriek koppel, maar beslist geen uitzondering in deze artistieke gemeenschap.

Jeanette van Zijdveld was een van de eerst vrouwelijke tuinarchitecten van Nederland. Sommigen beschouwen Cornelia Pompe en Jeanne Caspers als de eerste tuinarchitectes, omdat zij in 1898 het tentoonstellingsterrein van de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid te Den Haag ontwierpen. Maar van hen zijn geen andere ontwerpen bekend en het is de vraag of zij een serieuze tuinarchitectuurpraktijk runden. In 1913 waren er volgens een interview met Mia Boissevain, een van de initiatiefnemers van de tentoonstelling De Vrouw 1813-1913, negen goede tuinarchitectes in Nederland werkzaam, maar alleen J.G. van Zijdveld, die de opdracht kreeg het expositieterrein te ontwerpen, wordt met naam genoemd. Later, in de jaren twintig was in de omgeving van Den Haag ook de onbekendere Lien Spoor (1888?-1939) werkzaam. Zij had knechten in dienst en een eigen tuinaanlegbedrijf in landhuis De Kwikstaart op de grens van het landgoed Clingendael en schrijfster Tine Cool (1887-1944) legde in de periode tussen 1920 en 1940 een twaalftal tuinen aan in de omgeving van Bussum. Maar Van Zijdveld begon ruim tien jaar eerder en behoort daarmee tot de ‘eerste vrouwelijke tuinarchitecten in den lande’, aldus ook haar necrologie in de Laarder Courant De Bel op 14 januari 1958. Afgezien daarvan was zij waarschijnlijk een van de meest succesvolle.

Op 17 november dit jaar is een aantal tekeningen van tuinen van Jeanette van Zijveld en een groot portret van haar geveild, waarmee haar werk opnieuw in de belangstelling is komen te staan. De gehele collectie is gekocht door een particuliere historicus/verzamelaar die onder meer als doel heeft het werk te conserveren en via publicaties of tentoonstellingen vrouwen als Jeanette van Zijdveld onder het ‘stof’ vandaan te halen.

Het portret is een groot pastel van 1.20 m hoog, gemaakt door de bevriende kunstenaar Philip Smit (1887-1948), die vooral in Amerika en Frankrijk bekend is geworden. Het toont een krachtige, enigszins hoekige vrouw met mooie handen en een kat op schoot. Van hem is waarschijnlijk ook de pasteltekening die werd geveild onder de titel: ‘Tuin van kwekerij Standelkruid’ die de voorbeeldtuin bij de villa is waar het tuinarchitectuurbedrijf was gevestigd. Op een foto bij een artikel in Onze Tuinen van Anna Bienfait is deze tuin goed te zien, waardoor hij te dateren is op 1915.


Foto van dezelfde tuin 1915

De perspectieftekeningen zijn heel kleine in Oost-Indische inkt vervaardigde tuinaanzichten. De enige titel bij (een print van) een van de tekeningen: Drie maanden na de voltooiing, doet vermoeden dat ze eerder ná dan vóór de aanleg zijn gemaakt. Het zijn dus wellicht presentatietekeningen van haar werk naar de werkelijkheid getekend zoals men tegenwoordig achteraf een foto maakt. De grote vraag blijft: wie heeft ze gemaakt? Aangezien Nelly Spoor illustratrice was en beide vrouwen samenwerkten is het aannemelijk dat zij ze heeft gemaakt. Ook de verfijnde penvoering lijkt erg op die van haar illustraties van kinderboeken waarin tuinen vaak de achtergrond vormen. Anderzijds staat op een van de passe-partouts (niet in de tekening): in blokletters geschreven: Perspect. Schets van de tuinaanleg. En daarbij een signatuur van J. van Zijdveld. Een ander passe-partout vermeldt alleen: J. vZijdveld Laren NH, gevolgd door: Febr. 1915, terwijl de tuin volop in bloei staat! Dat duidt weer op een situatie die niet naar de werkelijkheid is getekend. Dus wie het weet mag het zeggen …


Twee perspectieftekeningen in Oost-Indische inkt van tuinontwerpen van Jeanette van Zijdveld door vermoedelijk Nelly Spoor, maar misschien ook van Jeanette van Zijdveld zelf.

Meer wetenswaardigheden over Jeanette van Zijdveld, haar samenwerking met architecten Hamdorff, Rueter en Rigter, haar oeuvre vergeleken met tijdgenoten en de mysterieuze periode in Frankrijk van het koppel Van Zijdveld en Spoor is te lezen in het volgend jaar te verschijnen boek Er stond een vrouw in de tuin van ondergetekende auteur.
Anne Mieke Backer


Advertentie uit Onze Tuinen jaren 1915-1920.

Zwarte bedienden op de buitenplaats


’t Hof Oosthuysen met Adriaan van Bredehoff en Tabo Jansz, Nicolaas Verkolje
Bron: commons.wikimedia.org

Afgelopen week viel het nieuwe nummer van het blad Arcadië in de bus. De column van Yme Kuiper gaat kort in op het fenomeen van zwarte bedienden op de buitenplaats. Hij brengt in dat verband de Groninger Jan Albert Sichterman (1692-1764) naar voren. Sichterman maakte zijn fortuin in dienst van de VOC, liet een gigantisch herenhuis aan de Ossenmarkt bouwen en bezat de buitenplaats Woellust bij Wildervank. Het herenhuis kende een deurpartij met balkon ondersteund door twee sculpturen van een Bengaalse zwarte man en vrouw (beide nu in de collectie van Groninger museum) en Sichterman beschikte vermoedelijk over zwarte bedienden. Het fenomeen van moorse of zwarte bedienden is zeker niet onbekend, maar het lijkt Yme aardig dit systematische uit te zoeken voor de buitenplaatscultuur van de Republiek in de achttiende eeuw.

Bovenstaand portret is niet in bovenstaand kader gezocht, maar dook voor mij op na het stootten op onderstaande prent. Ik zocht een buitenplaats verbeeld door Cornelis Pronk en vond o.a. het voor mij onbekende ’t Hof te Oosthuysen (of te wel Oosthuizen onder Hoorn), van de familie Van Bredehoff, in 1686 aangekocht door pa Francois van Bredehoff (1648-1721). Iets langer doorzoekend kwam ik op het portret van zoon Adriaan van Bredehoff (1672-1733), met hetzelfde huis in de achtergrond. En een zwarte bediende. Het blijkt Tabo Jansz te zijn. Van Bredehoff liet in zijn testament zijn ‘swarte jongen’ 12.000 florijnen na. Tabo trouwde met een Nederlands meisje, Wolmetje Bakkers, opende een tabakswinkeltje in Oosthuizen en veranderde zijn naam in Adriaan de Bruijn.
En zo wordt een voor mij toevallige vondst ineens een stukje voor de puzzel van Yme.
Jan Holwerda

In Groninger Museum loopt nu de tentoonstelling ‘De Koning van Groningen. Jan Albert Sichterman (1692-1764)’. Zie hier.


Oosthuysen en ’t Hof (1728), Cornelis Pronk
Bron: www.landschapnoordholland.nl (groot)