Bloemmarkt, begin 19e eeuw


Vue du Marché aux fleurs & d’une partie du Palais Royal à Amsterdam, tekening Cornelis de Kruyff / prent Frederik Christiaan Bierweiler, circa 1824-1826. Bron Rijksmuseum Amsterdam

Eigenlijk een stukje dat je in het voorjaar moet plaatsen, afbeeldingen van een bloemmarkt.
Als je zoekt in die oude gedigitaliseerde kranten kom je heel vaak begin 19de-eeuwse (en oudere) advertenties met ‘de markt’ tegen, met verkoop van bomen, bloemen, bollen e.d. Als een van de wegen van kweker naar koper. Dit ondervond ik ook bij bijvoorbeeld Bolleurs (Cascade bulletin 2011 nr 1). Destijds had ik niet gezocht naar afbeeldingen van dat soort markten, nu kwam ik er toevallig een tegen (hierboven). En als je dan iets langer zoekt, dan is er veel meer te vinden. Ter illustratie de twee van de Bloemmarkt aan de Nieuwezijds Voorburgwal te Amsterdam, met het Koninklijk Paleis in de achtergrond. Bekijk ze vooral ook groot, met inzoomen; hier en hier.
Jan Holwerda


De Bloemmarkt te Amsterdam (1795-1813), tekening Jacob Cats / prent Joannes Pieter Visser Bender. Bron Rijksmuseum Amsterdam

Fundering hekbalusters Mantgum


Hekwerk in Mantgum.

In de voortuin van een middenganghuis binnen het beschermde dorpsgezicht van Mantgum (Frl.) staat een ijzeren hekwerk. De gietijzeren detaillering is ongetwijfeld afkomstig van de Leeuwarder firma Mohrmann. Door ophoging van de private tuin aan de ene zijde, maar vooral door verhoging van het straatprofiel aan de openbare zijde is het hekwerk gedeeltelijk verzonken in het perceel. Het hekwerk is uitgegraven om te zien op welke wijze de balusters waren gefundeerd. Er bleek geen fundering meer aanwezig, maar aan de sporen kon wel worden vastgesteld dat de gietijzeren balusters een keep hadden waardoor een dwarshout kon worden gestoken om het enige (aanvangs-)stabiliteit te geven. Er kon niet worden aangetoond of de gedeeltelijk holle balusters als een muts over een paal waren geschoven. De balusters werden afgeschoord met een gesmede ijzeren stang. De voet ervan was uitgesmeed en voorzien van drie ogen om het met nagels aan een paaltje te bevestigen. Hout, voor zover toegepast, is overal verdwenen. Bij het herstel van het hekwerk wordt gestreefd naar het reconstruerend herstel van de oorspronkelijke fundering. Heeft iemand ervaring kennis of de aannames voor het herstel (baluster als paalmuts, keephout, stabilisatiepaal onder de schoor) correct zijn?

Dolf van Weezel Errens
d.vanweezelerrens@fryslan.frl

Unieke doolhoven ontdekt op Landgoed Arcen


De doolhoven ten oosten van kasteel Arcen, aan de oostzijde van de weg Nijmegen-Venlo

PERSBERICHT
Unieke doolhoven ontdekt op Landgoed Arcen
Archeologen doen vondst met nieuwe methode

Waarschijnlijk zijn de resten van de oudst bekende doolhoven van Nederland ontdekt op Landgoed Arcen. Met nieuwe archeologische zoekmethodes is een regelmatig patroon ontdekt in de bossen waar heel duidelijk een doolhofstructuur in te herkennen is.

Op oude kaarten van de omgeving van Arcen staat ter plekke van de huidige bossen van Kasteel Arcen, de veldnaam ‘Dolgaard’ geschreven, de oude naam voor doolhof. In het beukenbos van het landgoed zijn, voor wie goed kijkt, grondwallen te zien. De bodem van dit bos is in het verleden vergraven voor de aanleg van bos. Die bosaanleg gebeurde vaak op wallen, zogenaamde rabatten. Onderzoek naar de patronen was moeilijk want luchtfoto’s leverden geen duidelijkheid op vanwege het bos. Amateurhistorici bleven tot voor kort met de grote vraag rondlopen, waar de Doolgaard dan eventueel lag.

Nieuwe technieken
Hoogtemetingen van de bodem worden in de archeologie gebruikt om oude patronen op te sporen. Tot voor kort nog met een waterpasinstrument, tegenwoordig kan dat vanuit een vliegtuig met laserlicht. Het laserlicht kan door een bladerdek heen waardoor zelfs kleine reliëfverschillen van de bosbodem zichtbaar worden. Deze gegevens worden in computers bewerkt en dat is voor archeologen en landschapshistorici een nieuwe bron van informatie.

Archeologen doen een ontdekking
Jan Roymans en Steven van der Veen van Archeologisch adviesbureau RAAP zagen snel dat de ogenschijnlijke bosaanlegpatronen een zeer gaaf doolhofpatroon was. In Nederland heeft Landgoed Arcen het eerste doolhof dat ooit als archeologisch spoor is aangetoond. Er blijken nu zelfs twee ‘dwaaltuinen’ bij elkaar gelegen te hebben.

Grote doolgaard en Kleine doolgaard
De Grote Doolgaard is een prima bewaard gebleven rechthoekig doolhofpatroon, bestaande uit 3 meter brede paden met daartussen 3 meter brede grondruggen. Met een oppervlakte van 1,5 hectare en een padlengte van ruim 2 kilometer. De Kleine doolgaard vertoont een zeer eenvoudig patroon, maar heeft ondanks dat, toch nog een afmeting van 50 bij 100 meter ( een halve hectare). Beide doolhoven zijn aan de noordzijde doorsneden door een later aangelegde bosweg, maar desondanks nog goed herkenbaar op laserscan.

Ouderdom en toekomst
Doolhoven zijn vanaf de renaissance populair als statusobject en dienden als vermakelijk tijdverdrijf. De Doolgaarden van Arcen waren in het bezit van de kasteelheren van Arcen. De doolhoven zijn in ieder geval van vóór 1805 het jaar van de oudst bekende kaart waarop de naam Dalgert vermeld staat. Daarmee zouden het de oudst herkenbare doolhoven van Nederland zijn. Vermoedelijk zijn ze aangelegd rond het begin van de 18-de eeuw, de periode van het huidige kasteel. Mogelijk zijn ze een eeuw eerder aangelegd toen het Nije Huijs, de voorganger van het huidige kasteel, gebouwd werd. In die periode werd de bevolking van de omliggende dorpen opgetrommeld om, onder toezicht van een ‘walmeester’ te komen graven.

Kruse, Duinoog en tuinboeken


Titelplaat uit Philip Miller, Maandelijksche tuin-oefeningen, Amsterdam 1804, door Jacob Smies en C. Brouwer.

Dat buitenplaatseigenaren in bezit waren van tuinboeken is een open deur. Toch is het altijd weer bijzonder om van zo’n eigenaar een boekenlijstje met concrete titels tegen te komen. Daar word ik ieder keer weer blij van.
Zo was ik gisteren was in het Gelders Archief, op zoek naar een notariële akte betreffende de buitenplaats Lichtenbeek (Arnhem). De naam van de notaris, een jaartal en periode had ik al. Diagonaal lezend ging ik op zoek, m’n oog trok op een gegeven moment naar de naam Kruse en dan ga ik van diagonaal over op normaal lezen. Een Kruse bezat namelijk ooit Duno bij Doorwerth, en Duno daar heb ik wat mee. En jawel, de correcte Kruse werd genoemd: Johan Frederik Kruse (1764-1834). En ook de naam Duinoog werd genoemd. Dan gaat het leestempo natuurlijk omlaag, dit wil ik lezen. Het betrof de inventaris van de nalatenschap, met een sectie boeken.

De twee duurste boeken in het lijstje zijn: Van der Palm Bijbel twee en veertig gulden [dit zal zijn: Bijbel bevattende alle de boeken des Ouden en Nieuwen Verbonds van Johannes van der Palm] en Nieuwenhuis Woordenboek zesendertig gulden [dit zal zijn: het 8-delige, circa ca 8000 pagina dikke Algemeen woordenboek van kunsten en wetenschappen van Gerrit Nieuwenhuis].

Verderop volgen twee ’tuinboeken’.
Miller tuinoefeningen vijftig cent. Dit betreft Philip Miller, Maandelijksche tuin-oefeningen, waarschijnlijk de druk uit 1804, 1821 of 1829; 1e druk was in 1767 (de 1e Engelse druk in 1732?), zie digitaal. In die periode is de nieuwprijs overigens 1,80.
F.J. Bertruch, gartenmagasin zeven deelen en elf stukjes, eerste jaargang vijf en twintig gulden. Dit betreft Allgemeines Teutsches Garten-Magazin van de uitgever Friedrich Justin Bertuch. Deze uitgave verscheen in maandelijkse katernen, in 1804 startte de 1e 8 jaargangen, zie digitaal en digitaal. En in 1815 de 2e 8 jaargangen met tweemaandelijkse katernen onder Fortsetzung…, zie digitaal. Later volgde ook nog eens Neues Allgemeines Teutsches Garten-Magazin.
Jan Holwerda


Afb 17 uit deel 5 van Fortsetzung des Allgemeinen teutschen Garten-Magazin (1820)

Prijswinnaars Ithakaprijs en -stipendium 2015 bekend

INGEZONDEN
Architectuurhistoricus Mascha van Damme is winnaar van Ithakaprijs 2015 voor haar boek: Heren op het Land Buitenplaatsen van Twentse textielfabrikanten, Zwolle (Waanders) 2013; zie hier. Deze award, ingesteld door de stichting Kastelen Buitenplaatsen Landgoederen (sKBL) en dit jaar voor het eerst uitgereikt, is haar op 7 oktober 2015 door juryvoorzitter Paul Schnabel overhandigd tijdens een feestelijke bijeenkomst op Kasteel Groeneveld te Baarn.
Tevens kende René Dessing, jurysecretaris/directeur van sKBL, een stipendium toe Els van der Laan, Willemieke Ottens en Jelmer Bokma (Bureau No.ordpeil) voor het onderzoeksproject: Noordelijke Lustwarande. 19de-eeuwse landschapsparken als verbindende groene erfgoedstructuur tussen de staten en stinzen van Friesland, de borgen van Groningen en de havezaten van Drenthe (Noord-Nederland); zie hier.
Aan de Ithakaprijs en -stipendium is een geldbedrag van € 5.000 verbonden.

Prijs en stipendium zijn mogelijk gemaakt door een genereuze particuliere gift aan sKBL en zullen vijf jaar worden uitgereikt aan relevante studies en voorstellen kastelen, hist. buitenplaatsen en/of landgoederen verbindend onderzoeken. De Ithakaprijs is dan ook bedoeld om interdisciplinair (wetenschappelijk) onderzoek over dit type erfgoed te stimuleren. Ook journalistieke (media) producties die dit cultuurgroen erfgoed breed en positief onder de aandacht hebben gebracht komen in aanmerking.
Het Ithakastipendium is beschikbaar voor onderzoekers die op uiteenlopende studiegronden onderzoek willen verrichten naar KBL op voorwaarde dat het onderzoek gepubliceerd zal worden.

NL Uitvoeringsrichtlijn en BE methologie

    

Eind juli 2015 is het ontwerp voor Uitvoeringsrichtlijn voor onderhoud van groen erfgoed gereedgekomen en en vrijgegeven voor openbare inspraak; de stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM) beheert de uitvoeringsrichtlijnen. Zie hier voor het bericht en download de PDF.

Vandaag lees ik dat onze zuiderburen net even verder zijn. Daar is de Methodologie voor het beheer van historische tuinen en parken in Vlaanderen, door Thomas Van Driessche en Paul Van den Bremt (red.) gepubliceerd. Zie hier voor het bericht en download de PDF.

Twee lijvige documenten die doorbladerend al veel bieden; tijd vrijmaken dus.
Jan Holwerda

topotijdreis.nl, een volgende kaart viewer

Vorige week lanceerde het Kadaster topotijdreis.nl. Over 200 jaar topografie, op 18 februari 1815 werd het Topographisch Bureau namelijk opgericht; zie hier voor het bericht.
Mooi hoor. Schermbrede weergave van kaartmateriaal, inzoomen op de kaart en daarmee overgaand op meer gedetailleerd kaartmateriaal en door over de tijdbalk links te schuiven, ouder dan wel recenter kaartmateriaal voorgeschoteld krijgen. Fraai, maar toch…

In 2003 was er DeWoonOmgeving. Hier kon je complete kadastrale minuutplannen zien en downloaden (oké, traaggg). Had ik het laatste toentertijd maar gedaan. Want in 2007 kwam er watwaswaar.nl. Prachtig, maar… Een te klein display window, geen downloadoptie, laat staan een download ineens van bijvoorbeeld een compleet minuutplan.
En in 2008 was het Kadaster er met www.historiekaart.nl. Ik denk omdat het Kadaster de bronhouder van de topografische kaarten in watwaswaar.nl is ; dus een eigen viewer op eigen materiaal moet je maar denken. Deze viewer was wel schermgroot, maar niet stabiel en verdween weer geruisloos. Nu opnieuw een eigen viewer, met jammer genoeg beperkt additioneel materiaal (Kraaijehoff ca. 1820).

Gedigitaliseerd materiaal moet bekeken kunnen worden, beeldbanken en viewers maken dit mogelijk. Voortschrijdende technische mogelijkheden resulteren in steeds weer nieuwe invullingen, lees technische oplossingen. Beeldschermvullende weergave i.p.v. een klein display window, vergaand inzoomen i.p.v. een grootte. Prachtig allemaal, maar laat het daar a.u.b. niet bij. Steeds nieuwe viewers op steeds dezelfde kaarten is een te beperkte vooruitgang. Laat die vooruitgang hand in hand gaan met verdergaande digitalisering. Het landdekkende materiaal, denk aan kadastrale minuutplannen en topografische kaarten, is nu al een langere periode via het beeldscherm te bekijken, maar waar blijft aanvullend kaartmateriaal? Denk aan dat van bijvoorbeeld De Man, Hottinger enz. Oké, niet landdekkend, maar wel belanghebbend. Veel ligt in het Nationaal Archief, veel is aldaar al beschikbaar (denk aan Kaarten van Zuid-Holland of de 4.TOPO kaarten van ca. 1850, maar niet heel NL), maar nog veel, veel meer ligt te wachten…

watwaswaar.nl en topotijdreis.nl beiden maar blijven/gaan gebruiken, want de eerste biedt kadastrale minuut- en verzamelplannen, en topografische materiaal uit 1830-1850 en uit 1850; en de tweede biedt display op schermbreedte…
Jan Holwerda

(en ja, allerlei archieven, provincies en anderen hebben zo hun viewers op eigen kaarten en deels hetzelfde materiaal; het bovenstaande is dan ook verre van een overzicht; ik wilde alleen het punt maken)

Uit tekenschriftje van Age Volkerts


Uit Tekenschriftje van Age Volkerts  Bron: Atlas van Stolk

In de beeldbank van Atlas van Stolk bevindt zich het tekenschriftje van Age Volkerts. Age was leerling op de school van Tobias Phillipson geprieveligeert Fransch en Nederduitsch Konst- en Kost-Schoolhouder der Stad Naarden. De titelpagina luidt: Deese Schriften Zyn Beschreeven door myn Age Volkerts Op het School. Van Tobias Phillipson Fransch en Nederduitsch Kost Schoolhouder. Tot Naarden. A° 1780.

Hierboven en -onder staan twee van de tekeningen uit het boekje met een ’tuinarchitectonische link’, meer is via deze page te vinden.
Jan Holwerda


Uit Tekenschriftje van Age Volkerts  Bron: Atlas van Stolk

Watergraafsmeerse follies, beeldbank als aanvulling op een artikel


…kettingbrug… De nood leert een oud wijf draven  Bron: De Telegraaf 11 april 1912

In Ons Amsterdam van juli/augustus 2015 staat het artikel ‘Vreemde folly bij Frankendael’, geschreven door Lisa Wiersma. Het artikel is online beschikbaar, zie hier. In zo’n artikel kun je helaas niet alle afbeeldingen kwijt die er wel in worden genoemd. Mooie gelegenheid om er een beeldbank naast te ‘plaatsen’, in dit geval die van Stadsarchief Amsterdam.
Voor het gemak en als voorbeeld heb ik uitsnedes uit verschillende afbeeldingen die in het artikel worden genoemd hieronder geplaatst.
Jan Holwerda


De opvallende triomfboog op Meergenoegen inde kromme Schagerlaan… (1725),
Daniel Stoopendaal  Bron: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam


theehuis, dat leek op een Tataarse koepel, een Turkse tent én een Chinese tempel
van Sweedenrijck (1769), Pieter Barbiers Pzn  Bron: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam


Sweedenrijck (verm. 1769), Pieter Barbiers Pzn
Bron: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam


De “Moorsche Koepel” van Voorland (1835-1840), Jan van Ravenswaay
Bron: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam


De obelisk van Voorland (1835-1840), Jan van Ravenswaay
Bron: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam


Niet in het artikel, wel op Voorland, de Parapluieberg (1835-1840),
Jan van Ravenswaay  Bron: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam


Colonnades van Roosenburgh met er voor een waterwerk en twee sfinxen (ca. 1897),
Jacob Olie  Bron: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam


De tot museum voor pomologie ingerichte theekoepel, naar ik aanneem de in het
artikel genoemde ’tempel’  Bron: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam

Platform Groen erfgoed – Begraafplaatsen: bewaren tot in de eeuwigheid

INGEZONDEN
Begraafplaatsen: bewaren tot in de eeuwigheid.
Platform Groen erfgoed, 7 oktober 2015
RCE Smallepad 5, 3811 MG Amersfoort

13.30 uur Start, welkom door dagvoorzitter Eric Blok
13.45 uur ‘De vormgeving van de Nederlandse begraafplaats’ door Anja Guinee.
14.25 uur Speakerscorner, aankondigingen en mededelingen
14.30 uur Pauze met koffie en thee
15.00 uur ‘Het overleven van begraafplaatsen en kerkhoven in landelijk gebied, Friesland en Groningen’ door Leo Dijkstra
15.30 uur ‘Een begraafplaats met vele betekenissen voor de stad Amsterdam’ door Anneke Nauta
16.00 uur Discussie en reflectie
16.30 uur Afsluiting en drankje

Uitgebreide programmabeschrijving.
Aanmelden is noodzakelijk. U kunt dat doen door dit formulier in te vullen.
Tijdens het platform is er gelegenheid een relevante korte mededeling of oproep te doen in de speakerscorner. Wilt u van deze mogelijkheid gebruik maken, meldt u dit dan vooraf via groenplatform@cultureelerfgoed.nl.