Kwekerij op het ‘langste schilderij van Dokkum’


De haveningang van het vestingstadje Dokkum bij de Halvemaanspoort tegen het einde van de 18de eeuw, en de nabij gelegen kwekerij. Afbeelding groot

Kom ik van de ene crowdfunding in de andere. Nee, nu niet om te werven; het geld is al binnen. Deze keer om een mooi ‘plaatje’ te laten zien, van het ‘langste schilderij van Dokkum’.

OVERGENOMEN (gedeeltelijk) van www.voorjebuurt.nl

Het schilderij meet 245 x 90 cm en is gemaakt van drie aan elkaar bevestigde planken. Hierop is met olieverf een voorstelling geschilderd van de haveningang van het vestingstadje Dokkum tegen het einde van de 18de eeuw. Het paneel werd in 1942 aangekocht en het jaar daarop naar het Kabinet van schilderijen (tegenwoordig Het Mauritshuis) in Den Haag vervoerd en gerestaureerd. Juist de restauraties van toen maken dat het schilderij nu, bijna 75 jaar later, nauwelijks nog toonbaar is: vooral het groen is na-gedonkerd, er zijn vele onnodig brede overschilderingen en een hoofd is storend slecht bijgeschilderd. Afgezien daarvan laat hier en daar de verf los van het paneel. Een conservering en restauratie van dit unieke schilderij zijn daarom dringend nodig en gewenst. Vandaar de crowdfunding (zie www.voorjebuurt.nl/campaigns/museumdokkum).

Afbeelding boven, het schilderij vóór restauratie. Links de kettingbrug (de twee witte poortjes met wapen van Dokkum daarop); dan de Halvemaanspoort (het robuuste poorthuis); de witte klapbrug en in het midden nog een stukje te zien van de nog bestaande IJsherberg buiten de omwalling. Rechts is een kwekerij van sierbloemen en struiken te zien. Dit is tegenwoordig een onbebouwd eilandje in het water tegenover de IJsherberg.


Aan de linkerkant van het schilderij zijn overschilderingen en oud stopwerk verwijderd; nu zie je in ieder geval het origineel. De lacunes zullen spaarzaam weer worden opgevuld en bijgeschilderd, zo min mogelijk over oud schilderwerk heen. Afbeelding groot


Detail van de kwekerij rechts op het schilderij. De bolvormige planten op de voorgrond lijken rode en groene kolen te zijn. Zou het dan naast kwekerij van siergewassen ook een moestuin zijn geweest? Afbeelding groot

Crowdfunding op Elswout

INGEZONDEN
De afgelopen jaren is er op Elswout door Staatsbosbeheer hard gewerkt aan het herstel van de vele monumentale gebouwen en bruggetjes. Eén gebouwtje heeft echter nog dringend renovatie nodig: Borski’s rustieke boshut. Marieke Schatteleijn (boswachter op Elswout) wil samen met u de renovatie van deze boshut realiseren. ‘Deze 19e eeuwse boshut, vroeger een pronkstuk van de Borski’s, gaat al jaren onder plastic schuil. Hoog tijd om dit er samen af te halen! Bouwt u ook mee?’, aldus Marieke. Tot 20 mei kunnen alle liefhebbers van Elswout een bijdrage leveren op www.crowdfundingvoornatuur.nl/boshut.

Vernieuwd, maar vertrouwd

Wat de website betreft is alles onder de ‘motorkap’ vernieuwd. Daardoor is de software up-to-date tegen hackers e.d., sneller (volgens mij) en achter de schermen vriendelijker voor de webmaster. De ‘carrosserie’ is door handmatige aanpassingen het ‘model’ als het was, inclusief het ‘spuitwerk’ in Cascade-blauw. Nieuw zijn de icoontjes onderaan de berichten en pagina’s. Daarmee kunt u een en ander naar believen ‘doorzetten’ naar facebook, twitter, linkedin en/of persoonlijk via een email.
Mocht iets niet goed werken, dan gaarne een mailtje naar webmaster@cascade1987.nl.

Pensionaat voor Jonge heren ‘Eikenburg’


Pensionat Eikenburg Bron: RHC Eindhoven

Omwille van een aantal fraaie ’tuinplaatjes’…
In 1894 kwam het landgoed Heihoef te Stratum/Eindhoven in handen van de Broeders van Liefde. Het werd een pensionaat voor kinderen van gegoede ouders en dat door haar naam soms werd verward met een tuchtinrichting in het Limburgse Heibloem. Deftig als de instelling was, zo was de voertaal Frans, moest een naamsverandering wel volgen: Eikenburg werd de naam. Het internaat begon als jongensinternaat, met een school voor lager en uitgebreid lager onderwijs, veel later werden ook meisjes toegelaten. In 1996 werd het internaat bij gebrek aan belangstelling opgeheven.
Van Eikenburg, gebouwen, broeders, leerlingen e.d. is veel beeldmateriaal, m.n. ook ansichtkaarten, bewaard gebleven, ongetwijfeld ook om/door het thuisfront af en toe te berichten. En tussen de vele ansichtkaarten zijn er ook verscheidene van de tuin; vele zijn te vinden in de beeldbank van RHC Eindhoven. Bij deze een aantal fraaie ’tuinplaatjes’.
Jan Holwerda


Eikenburg, Pensionaat voor Jongeheeren, Vijver Bron: RHC Eindhoven


Pensionnat Eikenburg, Calvaire et étang au jardin Bron: RHC Eindhoven


Pensionnat Eikenburg, Jardin d’entrée Bron: RHC Eindhoven


Eikenburg, Pensionaat voor Jongeheeren, Tuin met vijver Bron: RHC Eindhoven


Pensionnat Eikenburg, Le fossé et la haie autour du jardin Bron: RHC Eindhoven

De kooltuin op het Plein in Den Haag de oudste tuin van Nederland?


Detail plattegrond van Den Haag (1570), Cornelis Elandts ; met de kooltuin, nr. 74.
Bron: www.haagshistorischmuseum.nl

In een eerder bericht (hier en hier) werd melding gemaakt van het boekje De oudste tuin van Nederland: de groene geschiedenis van Huis Bergh, en die oudste tuin ligt bij Huis Bergh in ‘s-Heerenberg. In de archieven van dit huis ligt een document, gedateerd 1460/1461, dat de ‘tuin an den Vinckenbergh’ vermeldt, die gelegen was buiten de kasteelgracht van genoemd kasteel. De schrijvers van het eerste hoofdstuk, Peter Verhoeff en Nina Wijsbek, schrijven: In de standaardliteratuur zijn geen vermeldingen van oudere tuinen die tegenwoordig nog bestaan. Huis Bergh was in die tijd het administratief, economisch en juridisch centrum van een aanzienlijk graafschap Gelre.

Vooraf: het middelnederlandse woord tuin betekent: ‘door een omheining afgesloten ruimte.’

Het graafschap Gelre brengt ons ter vergelijking naar het graafschap Holland. In de zeer bekende standaardliteratuur Oude Hollandsche Tuinen, geschreven door Anna Bienfait (1943) gaat hoofdstuk III (p.33-43) zeer uitvoerig in op ‘De tuinen van ‘s-Gravenhage van het begin der 14e eeuw tot den tijd van Maurits’.

Veel gegevens blijken dan te vinden te zijn in de rentmeestersrekeningen van Noord-Holland. In 1316 wordt reeds de kooltuin (moestuinen) genoemd, die ook te zien is op bovenstaand schilderij van C.Elandts, gevolgd door onderstaande gravure die dezelfde situatie voorstelt, plattegrond/vogelvlucht van het grafelijke hof in 1570. De kooltuin was gelegen op het tegenwoordige Plein. Weliswaar is het Plein niet meer voorzien van groentebedden en -perken, maar de ruimte is exact hetzelfde en dus zeer herkenbaar gebleven. Hier werden de groenten en kruiden voor de grafelijke huishouding gekweekt.


Omgeving Hof omstreeks 1570, uit De Riemer, Beschryving van ‘s-Gravenhage, 1739

Alles over de grafelijke tuinen is uitvoerig genoteerd door:
* G.C. Calkoen, in zijn artikelen ‘Het Binnenhof van 1247-1747 (volgens de rentmeestersrekeningen van Noord-Holland)’, Die Haghe. Bijdragen en mededeelingen 1902, p. 35-182; en ‘Tuinen voorheen in en om het Binnenhof’, Die Haghe. Bijdragen en mededeelingen 1903, p. 144-174.
* C. H. Peters, ‘Het grafelijk leven in Die Haghe in de tweede helft der XIVe eeuw’, Die Haghe. Bijdragen en mededeelingen 1909, p. 113-268.

Begin 14e eeuw was al sprake van een keukenplein, een achtertuin, een nevenliggende tuin naast de vijver, en een tuin noordelijk van de grote zaal. Ca.1350 werd de vijver gegraven.

Tijdens de regering van Albrecht van Beieren (1358-1404) zijn de tuinen vergroot en verfraaid.

In 1434/35 werd gesproken van keperhouts (treillages) rond een wijngaard. In 1438 werden door de metselaar 14 nieuwe kruisbedden van baksteen gemaakt (afgezet met bakstenen) en de andere bedden veranderd. En zo veel meer.

In 1467 wordt de tuin bij het valkenhuis (naast de Gevangenpoort) genoemd. En nog zo veel meer.

Kortom, de tuin van Huis Bergh, wordt voor het eerst genoemd in een document van 1460, en heeft qua functie, afmetingen en ligging zijn oude positie tot heden bewaard. De tuin (en dan vooral de kooltuin) van Kasteel Die Haghe, voor het eerst genoemd in 1316, is ruim een eeuw ouder en heeft eveneens qua afmetingen en ligging zijn oude positie behouden, terwijl de functie gedeeltelijk is veranderd –geen keukenplein meer–, maar wel een plein als ‘pleziertuin’ in de zin van een ruim flaneerplein omgeven door terrassen. Het moderne plein beantwoordt nog steeds aan het middelnederlandse woord tuin, ‘door een omheining afgesloten ruimte.’

Dat de kooltuin bij Kasteel Die Haghe (het Binnenhof) nu de oudste tuin van Nederland zou zijn, daar durf ik nog niet mijn hand voor in het vuur te steken.
Carla Oldenburger

Gelders Arcadië: Geschiedenis in verhalen

Tijdens de afgelopen RTC constateerde Marianne Poorthuis dat er mensen waren die de publicatie Gelders Arcadië: Geschiedenis in verhalen (gericht op een breed publiek) niet kennen. Zij wil ons daarom attenderen op dit boek met verhalen over een breed scala aan onderwerpen uit de gemeente Rheden; vijf boekjes met (fiets-)routes vol persoonlijke verhalen over de landgoederen en buitenplaatsen in de vijf Gelders Arcadië-gemeenten Wageningen, Renkum, Arnhem, Rozendaal en Rheden; en de Gelders Arcadië app met filmpjes, foto’s, routes en verhalen waarmee plekken en verhalen van de landgoederenzone Gelders Arcadië nog meer tot leven komen, thuis én op locatie.

Zie ook hier en bij de uitgever.

Perspectiefkastjes met tuintafereeltjes

Perspectiefkastjes in bezit van Museum Rotterdam. Zo’n kastje kwam eerder naar voren in Vuurwerk op Beekestein. Een perspectiefkastje met beschilderde glasplaten, die een voor-, midden- en achtergrond vormen, laat een driedimensionaal effect ontstaat. Museum Rotterdam heeft ook een aantal eind achttiende-eeuwse exemplaren met tuintafereeltjes, zeer fraai!
Jan Holwerda

Reuzenschelpen als randversiering van bedden en perken

Via Rob Plomp, hoofd afdeling Terreinen en Dierenverzorging Nederlands Openluchtmuseum, komt onderstaande vraag uit Zweden, van Maria Löfgren van het Vallby Friluftsmuseum (www.vallbyfriluftsmuseum.se).

In het Vallby Friluftsmuseum worden in de tuin schelpen als randversiering van ik denk een bloembed toegepast. Göteborgs Naturhistoriska Museum heeft aangegeven dat het Strombus gigas en verschillende soorten Cassis (bv Cassis cornuta) betreft.

Strombus gigas = Roze Vleugelhoorn, Reuzen Vleugelhoorn, Koninginnehoren, Koninginneschelp of Kroonslak; komt voor aan de zuidkust van de Verenigde Staten, het Caraïbisch gebied en de noordkust van Zuid-Amerika
Cassis cornuta = een zeeslak ; komt voor aan de Zuid-Afrikaanse kust.

Maria Löfgren vond meerdere oude foto’s waarop de toepassing van dat soorten schelpen in bv de randen van bloembedden en grasperken naar voren komt; in openbare parken en tuinen van middle-class, boeren en zelfs ‘armen’.
Maar wie/waar is ermee begonnen? Was er handel in? Zat er een gedachte achter? En kwam het elders in Europa voor?

De afbeeldingen spreken voor zich zou ik zeggen.
namens Rob Plomp/Maria Löfgren

(de Zweedse blog, vertaling via Google)

Boek: De oudste tuin van Nederland. De groene geschiedenis van Huis Bergh

OVERGENOMEN

De nieuwe vondsten uit het archiefonderzoek waren een belangrijk uitgangspunt voor de artikelen in de tentoonstellingspublicatie. Diverse auteurs met uiteenlopende achtergronden schrijven vanuit hun expertise over de tuin van Huis Bergh. De bundel omvat zeven artikelen, en geeft voor het eerst een compleet overzicht van de ontwikkeling en inrichting van de kasteeltuin en het bijbehorende Plantagebos door de eeuwen heen. Uiteraard wordt in dit overzicht ook verantwoord waarom de tuin van Huis Bergh de titel ‘oudste tuin van Nederland’ verdient. Naast dit brede overzicht komen ook bijzondere casussen aan bod, waaronder de laat zeventiende-eeuwse loden fontein. Ook is er aandacht voor de opmerkelijke details die soms uit de archiefstukken naar voren komen, zoals de aandoenlijke melding dat een tuinman een bank nodig had om hoge heggen te kunnen snoeien.

Het boek is niet alleen geschreven vanuit historisch perspectief: ook worden vanuit een moderne invalshoek inzichten gegeven in de status van historische documenten en tuinobjecten en hoe we daar tegenwoordig mee omgaan, op het gebied van restauratie en (her)interpretatie. Samen bieden de verschillende artikelen een brede kijk op de rijke tuingeschiedenis van Huis Bergh.

De oudste tuin van Nederland: De groene geschiedenis van Huis Bergh, Stichting Huis Bergh, ‘s-Heerenberg, ISBN 978-90-803638-8-5, kost 15,- euro. Te koop in de museumwinkel van Huis Bergh en te bestellen via info@huisbergh.nl

Nederlandsche tuinkunst (1837-1838)


Nederlandsche Tuinkunst (1837-1838), anoniem.

Een aantal jaren geleden had ik het geluk voor een leuke prijs de 3 deeltjes van Nederlandsche Tuinkunst uit 1837-1838 te kopen. Een kleine 1500 pagina’s instructies en ervaring uit die tijd (neen, geen plaatjes).
Het is een vaker aangehaald werk dat volgens mij toch ook nog behoorlijk onbekend is. Het niet bezitten van de deeltjes staat nu niet langer het niet in kunnen zien van dit werk in de weg: twee deeltjes zijn nu namelijk digitaal beschikbaar. Oké deel drie ontbreekt nog en natuurlijk kan het niet op tegen een oud-geurend papieren knisperend exemplaar, maar na aanklikken van de onderstaande links ‘bezit’ je toch twee van de drie deeltjes:

Nederlandsche tuinkunst: handboek voor beoefenaars der plantenkunde, bezitters van tuinen en buitenverblijven, boom- en bloemkweekers, hoveniers en warmoezeniers, door den schrijver der Flora
deel 1
deel 2
deel 3

Het derde deel (nog niet digitaal beschikbaar) verscheen in 1840 ook onder de titel Dagboek voor boom- en bloemkweekers, hoveniers en warmoezeniers.

Jan Holwerda