Vier kabinetvormen


In zijn boek De Nederlandse landschapsstijl in de achttiende eeuw schrijft Heimerick Tromp vanzelfsprekend ook over Beeckestijn en de kaart van Michael. Een van de elementen die hij naar voren haalt is de bloemenwaaier, en de kabinetjes erin in de vorm van een kruis, een sleutelgat(?), een cirkel en een klavervorm (p. 219). En dat de opzet mogelijk geïnspireerd zou kunnen zijn op het labyrint van Sorghvliet (Den Haag).
Aan dat stukje tekst over die kabinetjes moest ik direct denken toen ik weer eens een van de niet uitgevoerde ontwerpen voor kasteel Nijeveld bij Veldhuizen (Utrecht), van de hand van Jan van Staden uit 1719, zag.
Enne, waar je drie voorbeelden met de vier kabinetjes hebt, moet er ook een vierde zijn. Waar? Wie heeft er nog een?
Jan Holwerda


Links: bloemenwaaier van Beeckestijn (Velsen-Zuid, 1772), J.G. Michael
Rechts: labyrint van Sorghvliet (Den Haag, 1690-1700), J. van den Aveelen

’t Burghje bij Odijk met een grootse tuin, maar … alleen op kaart


Uitsnede Tabula nova provinciae Ultrajectinae, van Bernardus du Roy (versie 1715), met Heemstede linksonder, Zeist rechtsboven en ’t Brughje middenrechts, links van Odyk

Met de oproep ‘Verdwenen tuinen’ in het achterhoofd… en toch net even anders. Een parkaanleg op kaart, later niet meer te vinden, maar toch geen ‘verdwenen tuin’, want nooit aangelegd…

Het gaat over die kaart van Utrecht, Tabula nova provinciae Ultrajectinae, van Bernardus du Roy. Die had ik al vaker bekeken, en dan ook de verschillende versies. Was me die keren al opgevallen dat de parkaanleg van verschillende buitenplaatsen prominent in beeld staat. Dan heb ik het over Het Koningh JachtH: ’t Soestdyk, t Huys Renswoude, t Huys Geeresteyn, t Huys tot Seyst en Heemstede.

En er is er ook eentje die ik wel zag, en toch ook weer niet; omdat ik er niet automatisch iets aan kon koppelen denk ik. Dan heb ik het over ’t Brughje, aan de noordwestzijde van Odijk. Groots op de eerste versies van bewuste kaart, maar nooit aangelegd. Dus ook niet verdwenen, want het was er nooit. Bijzonder! Na wat googelen bleek het al eerder geconstateerd. Zie hier het artikel ‘Het Burgje in Odijk : een kasteellocatie?’ van Marijke Donkersloot-de Vrij uit 1995; klik hier.
De gehele kaart zien en inzoomen, klik hier.
Jan Holwerda

Uitnodiging bijdrage Tuingeschiedenis in Nederland III

In maart van dit jaar organiseerde CASCADE een symposium met als titel ‘Verdwenen tuinen’. Tijdens dit symposium hebben enkele sprekers dit thema op inspirerende wijze invulling gegeven en toegelicht. Redactie en het bestuur zijn van plan om in 2019 Tuingeschiedenis in Nederland III uit te geven met dit thema als onderwerp en titel. Voor onze geplande uitgave hebben zich al enkele auteurs gemeld. Hun bijdragen zijn vooral objectgericht. Maar wij streven naar een evenwicht tussen algemene en beschouwende bijdragen enerzijds en objectgerichte bijdragen anderzijds. Daarom zouden wij graag ook enkele bijdragen ontvangen, die andere aspecten van dit thema belichten.

Voorbeelden ter inspiratie en andere details vindt u in ‘Uitnodiging voor een bijdrage’, klik hier voor de PDF. Voor het ‘Antwoordformulier’ vindt u hier.

Tuinman voor de Colonie van Surinamen gevraagd (1772)

Haerlemse courant van 8 februari 1772

Weer zo’n advertentie waar je toevallig tegenaan loopt. In de Haerlemse Courant van 8 februari 1772 valt te lezen: ‘Iemand genegen zynde als tuinman, te fungeeren op een plantagie in de Colonie van Surinamen, op favorable Conditien, kan zig, mits verstaande het teekenen, aanleggen van tuinen, parterres en bloemperken, en niet boven de 30 jaaren oud zynde, addresseeren by den boekverkooper P.J. Entrop, t’Amsterdam op het Konings-Plyn…’

Nederlandse tuinmannen die naar Brittannië, Rusland, Duitsland en elders gingen daar kennen we wel voorbeelden van. En gezien tekeningen van tuinen rond en in Batavia gingen ze ook naar de Oost (zie  afbeeldingen hier onder). Dus ongetwijfeld ook naar de West. Alleen ken ik daar geen tekeningen van met tuindetails als die hieronder; ik houd me aanbevolen.
Na een eerste advertentie vond ik vrij snel nog enkele gelijkluidende, zij het dat bovenstaande net even hogere eisen stelt. Ook een stukje ontwerpvaardigheid (’teekenen’) werd vereist.

En dat jaar 1772. Dat is toch een beetje een ‘kantelpunt’ in de geschiedenis van de NL tuinarchitectuur. Ik doel dan op de gravure van Beeckestijn naar een tekening van J.G. Michael. Stel nou eens dat Michael bovenstaande advertentie had gelezen en had gereageerd… 🙂
Jan Holwerda


Werkzaamheden aan en in de parterres op de buitenplaats van Reynier de Klerk te Batavia (ca 1778), Johannes Rach  Bron: Atlas of Mutual Heritage.


De grootse toegang tot de aanleg rond het landhuis Weldt Vried (Weltevreden) te Batavia (1765-1775), Johannes Rach  Bron: Rijksmuseum Amsterdam

Digitale versie Oude Nederlandsche tuinen, Springer (1937)

Door de voortrazende digitalisering duikt steeds meer op. In geval van literatuur vaak ook titels die je wel kent en soms ook hebt, maar niet digitaal en daarmee ook niet digitaal doorzoekbaar. Kwam er nu weer een tegen, zelf in de kast en daar kan welk digitaal exemplaar dan ook niet tegen op, maar toch: Oude Nederlandsche tuinen van Leonard A. Springer uit 1937 ; een bundeling van eerder verschenen artikelen van zijn hand.

Online te zien in de ‘boeken afdeling’ van Delpher, zie hier. En in 1 klap als PDF, klik hier.
O ja, kijk ook nog even naar ander materiaal via het eerdere bericht ‘Afkomstig van wijlen den heer Leonard A. Springer‘.
Jan Holwerda

Het hofje, boek en proefschrift

OVERGENOMEN
(eerder wel gezien, maar vergeten op te voeren)

Aan het eind van de veertiende eeuw werd in Nederland het eerste hofje gebouwd, het begin van een lange bouwkundige traditie. Vermogende particulieren stichtten ‘hofjes van liefdadigheid’ voor arme bejaarden. Naast bezieling door naastenliefde en religieus plichtsbesef wilden ze hun naam in de stad vereeuwigen.
Een hofje is altijd een architectonische eenheid van afzonderlijke huizen rondom een gemeenschappelijke buitenruimte, gelegen op het binnenterrein van een bouwblok. De voordeuren liggen aan het hofje; de achtergevel is traditioneel gesloten. Deze bouwvorm bleek door de jaren heen zeer duurzaam. Een groot aantal hofjes heeft de eeuwen overleefd en niet zelden worden ze nog altijd bewoond door alleenstaande ouderen. De kracht van het hofje als bouwvorm spreekt ook uit het vermogen telkens opnieuw zijn betekenis te bewijzen. Opeenvolgende generaties architecten beschouwden het als model voor de Nederlandse woningbouw, waarin het thema collectiviteit een grote rol speelt.
Willemijn Wilms Floet onderzoekt in dit rijk geïllustreerde en door vele analysetekeningen ondersteunde boek het hofje als een architectonisch ontwerpvraagstuk: hoe zijn de hofjes verankerd in het stedelijk weefsel en welke architectonische ontwikkeling hebben ze doorgemaakt?

Willemijn Wilms Floet, Het hofje. Bouwsteen van de Hollandse stad, 1400-2000, ISBN 9789460042140, 240 pp., € 29,50  (hier in te zien en te bestellen)
Voor een recensie in Holland Historisch Tijdschrift, zie hier. Haar eerdere proefschrift Het Hofje 1400-2000, (on)zichtbare bouwstenen van de Hollandse stad vindt u overigens hier.

Myriorama of Verzameling van duizenderlei landschappen

Ik zag een landschapje samengesteld door stroken papier, Myriorama stond er bij. Diorama kende ik, maar dit niet. Even googelen. Tja dan vind je gelijk heel veel plaatjes. Geweldig leuk.

Ook een Nederlandse versie, lees in NL uitgegeven; de oudste advertentie die ik vond is uit 1824: Myriorama of Verzameling van duizenderlei landschappen geteekend door Mr. Clark te Amsterdam bij Gebroeders van Arum’; inhoud: 16 genummerde kaarten, die, aaneengelegd, een rivierlandschap vormen, gestoffeerd met huizen, ruïnes, bomeb en planten, figuren; hoe men de kaarten ook verlegt, er blijft een aansluitend geheel; voorts een gedrukte verklaring in het Nederlands en Frans. Dit naar het in datzelfde jaar in UK uitgekomen werk Myriorama: A Collection of Many Thousand Landscapes.
In 1827 volgt een advertentie met ‘Nieuw groot myriorama van Italië, voorstellende in 24 afdeelingen de schoonste gezigten die op onnoembare wijze verplaatst kunnen worden, en het zij bij groote of kleine gedeelten, even als in hun geheel, een uitmuntend naar de natuur geteekend landschap opleveren, bijzonder geschikt zoo om jonge lieden den smaak voor de teekenkunst in te boezemen, als tot eene onuitputbare bron van uitspanning’. En in 1835 een met Alphabetiseh Myriorama, bestaande uit 24 gekleurde platen waardoor eene ontelbare menigte landschappen kunnen zamengesteld worden. Circa 1970 komt IBM Nederland N.V. met een heruitgave van dit Alphabetiseh Myriorama.

De 1824 versie bestaande uit 16 kaarten, stroken papier, met allemaal een stukje landschap, kun je haast eindeloos combineren of arrangeren tot steeds weer een ander landschap. En de landschapjes zelf zijn natuurlijk fantastisch passend bij de vroege 19e eeuw. Dat eindeloze karakter komt goed naar voren in dit youtube filmpje. Hier nog even de of een Duitse versie, een versie met Italiaanse landschappen en tot slot een Componium pittoresque.
Jan Holwerda

De kluizenaarsgrot van De Paltz


De kluizenaar van De Paltz met zijn nieuwe hoofd.

Oud nieuws want de opening na herstel was juni 2017, maar door de youtube filmpjes toch leuk om nog even naar voren te brengen. Betreft de doolhof en kluizenaarsgrot van De Paltz bij Soest die eind 2016/begin 2017 zijn hersteld.


Het stenen boek in de kuizenaarsgrot van De Paltz

Delen van de kluizenaarsgrot zijn opnieuw opgemetseld en een nieuwe dakconstructie werd erop gelegd. De stenen kluizenaar heeft een nieuw hoofd geboetseerd naar het hoofd van de heer Raatjes, de laatste eigenaar voor aankoop van De Paltz door de Provincie Utrecht in 2007. Het stenen boek met de inscriptie ‘Sic trajet gloria et monde’ (bedoeld is waarschijnlijk ‘Sic transit gloria mundi’, oftewel ‘zo vergaat de wereldse grootsheid’) die in de tuin bij een particulier lag, ligt weer voor de kluizenaar. En ook de steen gelegd bij de officiële opening in 1883 ligt weer op zijn plaats, dit na schenking door een nazaat van de eerdere eigenaar Rutgers van Rozenburg.


De openingssteen uit 1883 bij de kluizenaarsgrot van De Paltz

Een heel stel filmjes op youtube brengen het restauratieproces in beeld, zie hier onder.

 

 

Volkstuin Hofwijck te Amsterdam


Tuintje van den Heer M. Romers  Bron: Onze Tuinen 16 (1921/1922), p. 102

Bladerend door de 16e jaargang van Onze Tuinen kwam ik deze foto’s tegen. Gewoon leuk om even te scannen en te delen.
Jan Holwerda


Rotstuintje van den Heer van Walen  Bron: Onze Tuinen 16 (1921/1922), p. 103


Borderbeplanting in het tuintje van den Heer C. Staby  Bron: Onze Tuinen 16 (1921/1922), p. 117


Tuintje van den Heer W. Hartkamp  Bron: Onze Tuinen 16 (1921/1922), p. 118

Kaart van de buitenplaats Horssen


Kaart van de buitenplaats Horssen  Bron: Gelders Landschap & Kasteelen, collectie Kasteel Rosendael

Geldersch Landschap & Kasteelen kent zeven opengestelde kastelen. De collectie van deze kastelen is (deels?) gefotografeerd en met beschrijving online gezet op Collectie Gelderland, zie hier. Eerder werd het tuinhuisontwerp van Piet Wattez al naar voren gebracht, zie het bericht van 8 januari 2018. Maar ga vooral zelf bladeren en kijken in de Collectie Gelderland. Kijken naar portretten, tekeningen, foto’s, voorwerpen, architectuurtekeningen, kaarten, tuinontwerpen enz .

Bovenstaand een van de kaarten, die van de buitenplaats Horssen, te Horssen, ten westen van Nijmegen. Mij alleen bekend uit Het Land van Maas en Waal (1986) van A.G. Schulte (online). In dit boek staat een kleine matig weergegeven zwart-wit afbeelding (blz 139) met als onderschrift: Kopie van een plattegrondtekening met de parkaanleg rond het Huis Horssen. r.a.g., Arnhem. Die afbeelding is in latere rapporten in weer nog slechtere kwaliteit opgenomen. En nu duikt een kleurenexemplaar op dat mogelijk het origineel is.

Het hoofdhuis in de as van de oprijlaan werd in 1869 gesloopt. De verder naar het westen gelegen dienstgebouw/boerderij/rentmeesterwoning werd verbouwd tot landhuis waarbij de smalle oostelijke zijgevel werd opgesierd tot voorgevel. Online kun je lekker op de kaart inzoomen en allerlei details vinden. Al die vroeg landschappelijke terreindelen binnen de oudere geometrische structuren! De formele lanen met beplanting in driehoeksverband, de vijverpartijen, het sterrenbos, de moestuin met de slingerpaden bij het dienstgebouw, slingerpaden op het langwerpige eiland enz. Enne inzoomen kunt u hier of direct groot.
Jan Holwerda


Tot landhuis verbouwde dienstwoning/boerderij/rentmeesterswoning


Terugblik, vanaf huiszijde, over de verlandschappelijkte oprijlaan