Het landschap beschreven

(OVERGENOMEN)
Het landschap beschreven
Historisch-geografische opstellen voor Hans Renes

Walcheren en de Wadden, buitenplaatsen en schuttershoven, bierbrouwerijen en bruinkoolgroeven: cultuurlandschappen blijven fascineren. In Het landschap beschreven geven 32 bijdragen samen een beeld van het brede werkterrein van de historische geografie. De auteurs, zelf historisch-geograaf of onderzoeker uit een aanpalend vakgebied zoals de archeologie en de architectuur- en landschapsgeschiedenis, schreven over de ontwikkeling van dorpen en steden, over historische infrastructuur, over bossen en buitenplaatsen, over het landschap als erfgoed en over de verbeelding van het landschap in de kunst.
Het landschap beschreven is een zeer gevarieerd en rijk geïllustreerd boek voor iedereen die geïnteresseerd is in de geschiedenis van het landschap en de historische geografie – van Nederland en daarbuiten. Het boek is aangeboden aan historisch-geograaf Hans Renes bij zijn afscheid als universitair docent aan de Universiteit Utrecht en hoogleraar Erfgoed en Ruimte aan de Vrije Universiteit Amsterdam. De variatie aan onderwerpen in dit boek reflecteert Hans’ brede interesse en zijn uitgebreide oeuvre.

Zie hier voor inkijkexemplaar / inhoudsopgave en bestellen.
Jaap Evert Abrahamse e.a. (red). Het landschap beschreven. Historisch-geografische opstellen voor Hans Renes, Hilversum 2021, €29,‒, 336 p.

Webinar Historische bossen

(OVERGENOMEN)

Webinar Historische ecologie van de Nederlandse landschappen – Historische bossen
25 februari 2021
13:30 – 16:00

Eerste in een reeks lezingen die de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en het Kenniscentrum Landschap van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) dit jaar organiseren. Tijdens acht middagen met steeds drie presentaties maken we voor tal van Nederlandse landschapstypen en ecosystemen de balans op van de stand van het historisch-landschapsecologisch onderzoek. Ook bekijken we welke mogelijkheden deze aanpak biedt voor beleid, inrichting en beheer.

Uit het programma
Bossen, struellen en struiken op de Veluwe
Rienk Jan Bijlsma, onderzoeker historische ecologie, Wageningen University & Research Centre

De linde in oude en nieuwe bossen
Bert Maes, ecoloog, Ecologisch Adviesbureau Maes

Archeologische sporen van houtskoolmeilers als bron van informatie over de locatie, dynamiek, samenstelling en ontginning van verdwenen bossen
Bert Groenewoudt, senior onderzoeker landschapsarcheologie RCE

Voor achtergrond, programmadetails, vervolg-webinars en aanmelden, zie bij RCE.

Grand canal van kasteel of Huys te Balgoij


Kasteel of Huys te Balgoij, op kaart Land van Maas en Waal (1799), De Man.

Op de prachtige kaarten van De Man (1799) was ik door het Land van Maas en Waal aan het zwerven. Het grand canal van Dukenburg kende ik wel (zie eerder bericht), maar er staat nog één van een wat kleiner format op kaart. Dat van kasteel of Huys te Balgoij, direct ten zuiden van het tegenwoordige Wijchen. Misschien een grand canal, misschien ‘gewoon’ visvijvers. Het kasteel werd door de Fransen in 1672 verwoest. Het daaropvolgende Huys verdween uiteindelijk door verval en sloop.


Top kaart ca. 1900 en 2018

Als je via topotijdreis het verloop op kaart volgt dan verdwijnt de waterpartij uiteindelijk ook. Lang zijn de wateren nog duidelijk in beeld, dan verwordt het tot moeras en uiteindelijk moerasbos. Weg dus, zul je denken. Tegenwoordig pak je dan standaard AHN erbij. Hoe leuk is het resultaat ook nu weer.
Jan Holwerda


Het grand canal van kasteel of Huys te Balgoij op AHN

Promotie Rita Radetzky: L.P. Roodbaard

Tuinarchitect Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) en de landschapsstijl
Promotie: Mw. R.L. (Rita) Radetzky
Wanneer: 4 maart 2021
Aanvang: 12:45

Te volgen via een livestream.

(OVERGENOMEN)
In dit proefschrift zal de levensloop van de bekende Noord-Nederlandse tuin- en landschapsarchitect Roodbaard uitgebreid worden beschreven. Tevens wordt nagegaan welke tuinen in de nieuwe mode van de landschapsstijl hier al aanwezig waren om vast te kunnen stellen in welke context hij als tuinarchitect begon. Zijn ontwikkeling van hovenier tot tuinarchitect wordt nader bestudeerd. Het onderzoek richt zich verder op de sociale achtergrond van de opdrachtgevers, zowel particulieren en hun netwerken als functionarissen van overheden met wie Roodbaard te maken had. Zijn oeuvre en precieze werkwijze wordt onderzocht, geanalyseerd en op cultuur historische waarde geschat.

Een handelseditie van het proefschrift zal later dit jaar bij uitgeverij Noordboek verschijnen. Bericht volgt zal ik maar zeggen.

Webinar afscheid Hans Renes

(OVERGENOMEN)
Webinar Wintermiddag Netwerk Historisch Cultuurlandschap
19 februari 2021
13:00 – 16:00

Dit webinar staat in het teken van het afscheid van historisch geograaf Hans Renes van de Universiteit Utrecht en de Vrije Universiteit Amsterdam. Over zijn opvolging kunnen we slechts speculeren. Dat leek het bestuur van het Netwerk Historisch Cultuurlandschap een goed moment om te kijken naar de staat van het vak Historische geografie in het universitair en hoger beroepsonderwijs.

We hebben een programma gemaakt in drie blokken. Ieder blok wordt kort ingeleid door een hoogleraar of docent, gevolgd door drie presentaties van recent afgestudeerde studenten van diverse opleidingen in Utrecht, Amsterdam, Wageningen en Maastricht, en van de Groningse opleiding landschapsgeschiedenis.

U krijgt hiermee niet alleen boeiend afstudeerwerk voorgeschoteld, maar tevens een staalkaart van wat er in Nederland aan actueel onderzoek in of rakend aan historische geografie gebeurt.

Tussen de blokken zijn er interviews met de opleidingscoördinatoren van Hogeschool Saxion en Hogeschool Van Hall Larenstein en een aantal aanvullende pitches door studenten over hun onderzoek.

Aan het eind van de middag houdt Hans Renes zijn afscheidsrede.

De programma-details vindt u hier, net als de aanmeld-knop.

Het geheugen van het ontworpen landschap


Veerse Bos, N.M. de Jonge (1968) Collectie Het Nieuwe Instituut.

Het Nieuwe Instituut nodigt ontwerpers, onderzoekers, archiefbeheerders en beleidsmakers uit om van gedachten te wisselen over het erfgoed van het ontworpen landschap. Waardevol archiefmateriaal gaat nu verloren omdat een beleidsstrategie of concrete opvangplek ontbreekt. Maar wat is een werkbare oplossing die past bij deze tijd en de middelen die er zijn? Hoe kunnen we stapsgewijs toewerken naar een Collectie Nederlandse Tuin- en Landschapsarchitectuur?

4 maart 2021

04/03/2021
14:00 – 16:30

Hier kunt u zich registreren voor het event en vindt u meer informatie.
Nog meer achtergrondinformatie valt te lezen op de website van Het Nieuwe Instituut.

Huidige locatie bekend, maar waar stonden ze voordien?


De zuilen bij Landgoed Hooghalen (Hijken).

Vorige week stond er een mooie foto met twee zuilen op linkedin, met de vraag ‘Wie herkent deze zuilen en weet waar ze nu staan? Ze stonden op landgoed Hooghalen ten noordoosten van Hijken in Drenthe. Heel snel was er al een antwoord: ze staan nu bij Rustoord bij Esbeek in Noord-Brabant. Hoe mooi dat zo’n oproep werkt!

Huize Rustoord dateert uit het begin van de vorige eeuw. In het voorjaar van 1920 begon de levensverzekeringsmaatschappij ‘De Utrecht’ (latere AMEV) op haar gelijknamige landgoed met de bouw van dit monumentale vakantiehuis, voor de medewerkers van de verzekeringsmaatschappij die er hun vakantie konden doorbrengen (op de website van Rustoord wat historische foto’s).

Maatschappij De Utrecht verkreeg in de jaren 30 van de vorige eeuw ook gronden nabij Landgoed Hooghalen en het landgoed zelf in of rond 1950. Ergens nadien zullen de zuilen zijn verplaats naar Esbeek, neem ik aan.


De hekpalen bij Rustoord (Esbeek, 1990).

Nu is de huidige locatie wel bekend, maar waar stonden ze voor Landgoed Hooghalen is dan mijn vraag? De foto laat toch zuilen zien die ouder ogen en het monumentenregister zegt inderdaad dat ze 18e-eeuws zijn. En met de wetenschap dat Landgoed Hooghalen vanaf ca 1930 werd ontwikkeld is dan mijn vraag ‘Waar kwamen ze vandaan?’

De heidegronden van Landgoed Hooghalen werden door de firma Blaauboer makelaar uit Amsterdam aangekocht en mevrouw Elisabeth Maria Blaauboer-Bezier legde de eerste steen voor de aldaar in 1934 gebouwde boerderij. Haar zoon Jacques-Jean runde toen de firma, zijn opa Jan en vader Dirk deden dit voor hem. De Blaauboers werkten vanuit Amsterdam en woonden in Bussum. Handelend in vastgoed zullen ze veel gebouwen e.d. hebben verhandeld en ongetwijfeld genoeg afbraak zijn tegengekomen… En in de omgeving van Amsterdam, het Gooi en de Vecht zijn (veel) buitenplaatsen, kastelen e.d. afgebroken; die zuilen kunnen daar maar zo zijn vrijgekomen.
Aardig is vervolgens een krantenbericht over een gevelsteen in het bezit van de heer ‘D. Blaauboer jzn makelaar’ die hij had aangetroffen ‘bij een handel in afbraak in een der grensgemeenten onzer stad’ (Amsterdam 1930). Heeft hij daar die zuilen op de kop getikt? Dan nog, ‘Waar kwamen ze vandaan?’…
Jan Holwerda

 

Vakvrouwen – In veertig jaar landschapsarchitectuur

(OVERGENOMEN)
In een prachtige kroniek beschrijft Yttje Feddes even helder als innemend de ontwikkelingen in de landschapsarchitectuur van de afgelopen veertig jaar. Dat doet ze aan de hand van gebeurtenissen en projecten die ze in haar eigen rijke loopbaan heeft meegemaakt. Ze tekende aan de nieuwe bossen in de Randstad, aan de Stelling van Amsterdam, aan IJburg en aan de Afsluitdijk. In samenwerking met anderen ontrafelde ze de geheimen van het groen in de Amsterdamse tuinstad, vond ze uit hoe je het bijzondere karakter van de dijk kunt bewaren en hoe de grote windmolenparken in het Nederlandse landschap een passende plek kunnen krijgen.

Yttje Feddes schetst een beeld van de veranderde inzichten en opvattingen over bijvoorbeeld ecologie en stedelijk wonen en geeft met rake observaties een inkijk in het vak van de landschapsarchitect.

Dit boek verscheen ter gelegenheid van de uitreiking van de Bijhouwerprijs, die ze ontving voor haar bijdrage aan het vak. Ze grijpt de gelegenheid aan om naast haar eigen verhaal negen inspirerende vakvrouwen voor het voetlicht te brengen en zo de emancipatie van het vak te koppelen aan die van de vrouw in het vak.

Genoemde negen vakvrouwen zijn: Doortje Haan Wiegman, Ank Bleeker, Sylvia Karres, Berdie Olthof, Jannemarie de Jonge, Nikol Dietz, Rienke Groot, Clair Laeremans en Hanna Prinssen.

Yttje Feddes, Vakvrouwen. In veertig jaar landschapsarchitectuur, Wageningen, 2021, ISBN 9789492474353, € 24,50, 144 p.

Zeven Pannenkoeken (Texel) hersteld


‘Bosch genaamt Engelsteen op het Eiland Texel behoorende aan mijnheer G.W. Reinbach’, ongesigneerd, ongedateerd. Tekening van na 1794, maar een aanleg van voor 1785. (Bron: een particulier).

Las eind vorig jaar dat de Zeven Pannenkoeken op Texel, op de Hoge Berg, in de Doolhof of Engelse Steen, was hersteld. Zo’n naam waar m’n oog op viel omdat ik er ooit over schreef.

Ik haal even mezelf aan uit Toenmalige Tuinen op Texel (in Cascade boek II 2016): In 1789 schreef Van Cuyck al ‘Boven dien [Engelsche] steen is een heuvel en eene naalde of pyramide met bankjes tot een zoogenoemt belvidere gemaakt.‘ Deze hoogte werd later ook wel de ‘Zeuvepoannekoek’ of te wel ‘Zeven pannenkoeken’ genoemd. Hier nog even wat historische beelden en het uiteindelijke resultaat.

In september 2020 zijn de Zeven Pannenkoeken hersteld. De treden zijn rondom in cortenstaal vastgelegd. Verder zijn zichtlijnen naar de Waddenzee en Brakestein open gekapt, is het tracé van historische paden opnieuw uitgezet, is de opslag van hulst verwijderd en zal de aanplant van meer stinzenplanten volgen.
Jan Holwerda


ca. 1900 – Zeven Pannenkoeken (Texel) (Bron: www.boswachtersblog.nl/texel)


2005 – Zeven Pannenkoeken (Texel)


2020 – Zeven Pannenkoeken (Texel) (Bron: www.facebook.com/texelinformatie)

Afscheidsessay Erik A. de Jong

Erik A. de Jong schreef het afscheidsessay Biophilia – van vensterbank tot landschap. Dit essay werd geschreven ter gelegenheid van het beëindigen van de bijzondere ARTIS-leerstoel Cultuur, Landschap en Natuur aan de Universiteit van Amsterdam in plaats van een afscheidscollege dat alleen onder zeer beperkende omstandigheden plaats had kunnen vinden.

Erik A. de Jong: ‘Dit essay besluit in officiële zin mijn academische loopbaan. Het reflecteert op een persoonlijke manier op stof die werd aangeboden in de colleges van de laatste jaren.’
Hier te downloaden.