Nieuwsbrief Groen Erfgoed

Deze nieuwe nieuwsbrief wordt u aangeboden door het Gilde van Tuinbazen, de Vereniging van Erfgoedhoveniers, de Vakgroep Groen Erfgoed, de Stichting Kennisontwikkeling Groen Erfgoed, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg. De betrokken organisaties besteden elk aandacht aan het borgen van de kwaliteit in onderhoud en herstel van het cultuur-historisch groen. De behoefte aan onderlinge samenwerking en kennisuitwisseling groeit. Deze nieuwsbrief richt zich primair op de betrokken professional in het groen erfgoed. Bijvoorbeeld als professionele opdrachtgever, beleidsmaker, coördinator, onderzoeker, landschapsarchitect, erfgoedhovenier, tuinbaas of werkvoorbereider. De distributie van deze nieuwsbrief verloopt in eerste instantie via de participerende organisaties.

Via deze link vindt u de webversie van de eerste nieuwsbrief.
En u kunt zich via deze link rechtstreeks (gratis) abonneren.

‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart’

(OVERGENOMEN)

‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart, daarop een kerk, een kar met paard…’: het begin van het onvergetelijke lied ‘Het dorp’, gezongen door Wim Sonneveld. Het lied ademt de sfeer van nostalgie naar en transitie van het begin van de twintigste eeuw, de periode die in dit boek belicht wordt met zo’n 400 prentbriefkaarten uit de collectie Lisman.

Het was, nu honderd jaar geleden, een stille wereld waarin men zich hoofdzakelijk te voet verplaatste en de petroleumboer met zijn hondenkar langs de huizen ging. Maar tegelijk begon de overgang naar een nieuwe wereld, de wereld van nu. De eerste auto’s, de komst van elektriciteit en telefonie en het toegenomen gebruik van trein en fiets vergrootten de actieradius en de kennis van de mensen.

De verhalen en prentbriefkaarten in dit boek doen verslag van het leven en de veranderingen in de Vechtstreek tussen 1900 en 1925, aan de hand van thema’s als horeca, toerisme, middenstand en transport. Bijzonder was de rol van de prentbriefkaarten zelf, die in grote aantallen werden verzonden en vaak functioneerden als de sociale media in onze tijd. Daarnaast wordt de lezer meegenomen op een geografische reis over de Vecht tussen Utrecht en Muiden, langs buitenplaatsen, dorpsgezichten, terrassen en kastelen. Een reis die vandaag de dag soms nog hetzelfde beeld oplevert, maar tegelijk een andere, verstilde wereld toont waar wij in onze drukke tijd extra van kunnen genieten. En misschien wel soms naar terug kunnen verlangen…

Juliette Jonker-Duynstee en Edward Munnig Schmidt, ‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart’ Prentbriefkaarten van de Vechtstreek uit de collectie Lisman, 1900-1925, ISBN 9789079156511, € 24,95, 256 pp. hier te bestellen

Slingerlanen, -paden, -vijvers en -beken

Sloterdijk met ten zuiden van de Haarlemmer Vaart de Tol en er naast Wijkerduijn en een slingervijver, een ‘S’ (ca. 1850); uiterst rechts de toenmalige westgrens van Amsterdam.

Ik kwam de benaming slingermuur tegen, wij zouden nu vaker slangenmuur zeggen. Dacht eens even in delpher kijken. Inderdaad een enkele slingermuur kom je tegen; slangenmuur pas vanaf na 1950. Dat slinger deed me denken aan de (vroege) landschapsstijl en slingerlanen, en aan oude advertenties met dat type lanen. Nog maar even verder zoeken in delpher. Inderdaad, je vindt slingerlaan, slingerpad, slingervijver, slingerbeek en natuurlijk de meervouden er van.

Zo worden slingerpaden en -vijvers in een intrigerende advertentie genoemd. Het betreft de buitenplaats Wijkduin of Wijkerduijn te Sloterdijk. Het enige Sloterdijk dat ik ken is Station Sloterdijk. En inderdaad om de hoek daarvan lag die buitenplaats. In de polder ten zuiden van en aan de Haarlemmervaart, ten westen van de toenmalige westgrens van Amsterdam. Het intrigerende is de tegenstelling tussen mijn eigen invulling van een polderlandschap aldaar en de wervende beschrijving met slingerlanen en slingervijvers, heuvels en valleien en alles in de Engelsche smaak en met Engelsch plantsoen. Afbeeldingen of een gedetailleerde kaart vond ik niet. De top. kaart uit ca. 1850 laat helaas niet meer dan een slingervijver zien.

In de Opregte Haarlemsche Courant van 8 januari 1820 staat:
Te Huur: Eene zeer aangenaam gelegen buitenplaats, genaamd Wijk Duin, aan de Haarlemmer Trekvaart, nabij Sloterdijk, zijnde de laatste plaats aan deze zijde van het eerste tolhek, zeer geschikt tot een zomer en winter-verblijf, de ingang is door eene hardsteenen poort, met een brillant ijzer hek over een ruim terras, naar de heeren huizinge, alwaar men ingaat onder een balkon, met kolommen onderschraagd. De heeren-huizinge is in een zeer modernen smaak betimmerd, daar bij zijn eene stalling voor twee paarden, koetshuis, hooizolder en tuinmanswoning, voorts een fraaije koepel aan den weg. De tuin is in den Engelschen smaak aangelegd, met ruime slingerpaden, heuvels, valeijen, schoongesneden slingervijvers, over welke men met boogbruggen gaat, en een net eiland, alles met Engelsen plantsoen en met meest opgaande boomen zeer lommerrijk beplant, niet vele fijne vruchtboomen, schoone bloemperken en groote moezerij, mede in den Engelschen smaak, met nog een daar naast digt beplant en lommerrijk bosch, hebbende zoo wel de heeren-huizinge als de koepel uitzigt op den rijweg, trekvaart, tolhek, Sloterdijk, wetering en achter over de landerijen en stad, hebbende ook vrijheid van tol aan het hek en de brug van Sloterdijk.

 

Het landschap beschreven

(OVERGENOMEN)
Het landschap beschreven
Historisch-geografische opstellen voor Hans Renes

Walcheren en de Wadden, buitenplaatsen en schuttershoven, bierbrouwerijen en bruinkoolgroeven: cultuurlandschappen blijven fascineren. In Het landschap beschreven geven 32 bijdragen samen een beeld van het brede werkterrein van de historische geografie. De auteurs, zelf historisch-geograaf of onderzoeker uit een aanpalend vakgebied zoals de archeologie en de architectuur- en landschapsgeschiedenis, schreven over de ontwikkeling van dorpen en steden, over historische infrastructuur, over bossen en buitenplaatsen, over het landschap als erfgoed en over de verbeelding van het landschap in de kunst.
Het landschap beschreven is een zeer gevarieerd en rijk geïllustreerd boek voor iedereen die geïnteresseerd is in de geschiedenis van het landschap en de historische geografie – van Nederland en daarbuiten. Het boek is aangeboden aan historisch-geograaf Hans Renes bij zijn afscheid als universitair docent aan de Universiteit Utrecht en hoogleraar Erfgoed en Ruimte aan de Vrije Universiteit Amsterdam. De variatie aan onderwerpen in dit boek reflecteert Hans’ brede interesse en zijn uitgebreide oeuvre.

Zie hier voor inkijkexemplaar / inhoudsopgave en bestellen.
Jaap Evert Abrahamse e.a. (red). Het landschap beschreven. Historisch-geografische opstellen voor Hans Renes, Hilversum 2021, €29,‒, 336 p.

Webinar Historische bossen

(OVERGENOMEN)

Webinar Historische ecologie van de Nederlandse landschappen – Historische bossen
25 februari 2021
13:30 – 16:00

Eerste in een reeks lezingen die de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en het Kenniscentrum Landschap van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) dit jaar organiseren. Tijdens acht middagen met steeds drie presentaties maken we voor tal van Nederlandse landschapstypen en ecosystemen de balans op van de stand van het historisch-landschapsecologisch onderzoek. Ook bekijken we welke mogelijkheden deze aanpak biedt voor beleid, inrichting en beheer.

Uit het programma
Bossen, struellen en struiken op de Veluwe
Rienk Jan Bijlsma, onderzoeker historische ecologie, Wageningen University & Research Centre

De linde in oude en nieuwe bossen
Bert Maes, ecoloog, Ecologisch Adviesbureau Maes

Archeologische sporen van houtskoolmeilers als bron van informatie over de locatie, dynamiek, samenstelling en ontginning van verdwenen bossen
Bert Groenewoudt, senior onderzoeker landschapsarcheologie RCE

Voor achtergrond, programmadetails, vervolg-webinars en aanmelden, zie bij RCE.

Grand canal van kasteel of Huys te Balgoij


Kasteel of Huys te Balgoij, op kaart Land van Maas en Waal (1799), De Man.

Op de prachtige kaarten van De Man (1799) was ik door het Land van Maas en Waal aan het zwerven. Het grand canal van Dukenburg kende ik wel (zie eerder bericht), maar er staat nog één van een wat kleiner format op kaart. Dat van kasteel of Huys te Balgoij, direct ten zuiden van het tegenwoordige Wijchen. Misschien een grand canal, misschien ‘gewoon’ visvijvers. Het kasteel werd door de Fransen in 1672 verwoest. Het daaropvolgende Huys verdween uiteindelijk door verval en sloop.


Top kaart ca. 1900 en 2018

Als je via topotijdreis het verloop op kaart volgt dan verdwijnt de waterpartij uiteindelijk ook. Lang zijn de wateren nog duidelijk in beeld, dan verwordt het tot moeras en uiteindelijk moerasbos. Weg dus, zul je denken. Tegenwoordig pak je dan standaard AHN erbij. Hoe leuk is het resultaat ook nu weer.
Jan Holwerda


Het grand canal van kasteel of Huys te Balgoij op AHN

Promotie Rita Radetzky: L.P. Roodbaard

Tuinarchitect Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) en de landschapsstijl
Promotie: Mw. R.L. (Rita) Radetzky
Wanneer: 4 maart 2021
Aanvang: 12:45

Te volgen via een livestream.

(OVERGENOMEN)
In dit proefschrift zal de levensloop van de bekende Noord-Nederlandse tuin- en landschapsarchitect Roodbaard uitgebreid worden beschreven. Tevens wordt nagegaan welke tuinen in de nieuwe mode van de landschapsstijl hier al aanwezig waren om vast te kunnen stellen in welke context hij als tuinarchitect begon. Zijn ontwikkeling van hovenier tot tuinarchitect wordt nader bestudeerd. Het onderzoek richt zich verder op de sociale achtergrond van de opdrachtgevers, zowel particulieren en hun netwerken als functionarissen van overheden met wie Roodbaard te maken had. Zijn oeuvre en precieze werkwijze wordt onderzocht, geanalyseerd en op cultuur historische waarde geschat.

Een handelseditie van het proefschrift zal later dit jaar bij uitgeverij Noordboek verschijnen. Bericht volgt zal ik maar zeggen.

Webinar afscheid Hans Renes

(OVERGENOMEN)
Webinar Wintermiddag Netwerk Historisch Cultuurlandschap
19 februari 2021
13:00 – 16:00

Dit webinar staat in het teken van het afscheid van historisch geograaf Hans Renes van de Universiteit Utrecht en de Vrije Universiteit Amsterdam. Over zijn opvolging kunnen we slechts speculeren. Dat leek het bestuur van het Netwerk Historisch Cultuurlandschap een goed moment om te kijken naar de staat van het vak Historische geografie in het universitair en hoger beroepsonderwijs.

We hebben een programma gemaakt in drie blokken. Ieder blok wordt kort ingeleid door een hoogleraar of docent, gevolgd door drie presentaties van recent afgestudeerde studenten van diverse opleidingen in Utrecht, Amsterdam, Wageningen en Maastricht, en van de Groningse opleiding landschapsgeschiedenis.

U krijgt hiermee niet alleen boeiend afstudeerwerk voorgeschoteld, maar tevens een staalkaart van wat er in Nederland aan actueel onderzoek in of rakend aan historische geografie gebeurt.

Tussen de blokken zijn er interviews met de opleidingscoördinatoren van Hogeschool Saxion en Hogeschool Van Hall Larenstein en een aantal aanvullende pitches door studenten over hun onderzoek.

Aan het eind van de middag houdt Hans Renes zijn afscheidsrede.

De programma-details vindt u hier, net als de aanmeld-knop.

Het geheugen van het ontworpen landschap


Veerse Bos, N.M. de Jonge (1968) Collectie Het Nieuwe Instituut.

Het Nieuwe Instituut nodigt ontwerpers, onderzoekers, archiefbeheerders en beleidsmakers uit om van gedachten te wisselen over het erfgoed van het ontworpen landschap. Waardevol archiefmateriaal gaat nu verloren omdat een beleidsstrategie of concrete opvangplek ontbreekt. Maar wat is een werkbare oplossing die past bij deze tijd en de middelen die er zijn? Hoe kunnen we stapsgewijs toewerken naar een Collectie Nederlandse Tuin- en Landschapsarchitectuur?

4 maart 2021

04/03/2021
14:00 – 16:30

Hier kunt u zich registreren voor het event en vindt u meer informatie.
Nog meer achtergrondinformatie valt te lezen op de website van Het Nieuwe Instituut.

Huidige locatie bekend, maar waar stonden ze voordien?


De zuilen bij Landgoed Hooghalen (Hijken).

Vorige week stond er een mooie foto met twee zuilen op linkedin, met de vraag ‘Wie herkent deze zuilen en weet waar ze nu staan? Ze stonden op landgoed Hooghalen ten noordoosten van Hijken in Drenthe. Heel snel was er al een antwoord: ze staan nu bij Rustoord bij Esbeek in Noord-Brabant. Hoe mooi dat zo’n oproep werkt!

Huize Rustoord dateert uit het begin van de vorige eeuw. In het voorjaar van 1920 begon de levensverzekeringsmaatschappij ‘De Utrecht’ (latere AMEV) op haar gelijknamige landgoed met de bouw van dit monumentale vakantiehuis, voor de medewerkers van de verzekeringsmaatschappij die er hun vakantie konden doorbrengen (op de website van Rustoord wat historische foto’s).

Maatschappij De Utrecht verkreeg in de jaren 30 van de vorige eeuw ook gronden nabij Landgoed Hooghalen en het landgoed zelf in of rond 1950. Ergens nadien zullen de zuilen zijn verplaats naar Esbeek, neem ik aan.


De hekpalen bij Rustoord (Esbeek, 1990).

Nu is de huidige locatie wel bekend, maar waar stonden ze voor Landgoed Hooghalen is dan mijn vraag? De foto laat toch zuilen zien die ouder ogen en het monumentenregister zegt inderdaad dat ze 18e-eeuws zijn. En met de wetenschap dat Landgoed Hooghalen vanaf ca 1930 werd ontwikkeld is dan mijn vraag ‘Waar kwamen ze vandaan?’

De heidegronden van Landgoed Hooghalen werden door de firma Blaauboer makelaar uit Amsterdam aangekocht en mevrouw Elisabeth Maria Blaauboer-Bezier legde de eerste steen voor de aldaar in 1934 gebouwde boerderij. Haar zoon Jacques-Jean runde toen de firma, zijn opa Jan en vader Dirk deden dit voor hem. De Blaauboers werkten vanuit Amsterdam en woonden in Bussum. Handelend in vastgoed zullen ze veel gebouwen e.d. hebben verhandeld en ongetwijfeld genoeg afbraak zijn tegengekomen… En in de omgeving van Amsterdam, het Gooi en de Vecht zijn (veel) buitenplaatsen, kastelen e.d. afgebroken; die zuilen kunnen daar maar zo zijn vrijgekomen.
Aardig is vervolgens een krantenbericht over een gevelsteen in het bezit van de heer ‘D. Blaauboer jzn makelaar’ die hij had aangetroffen ‘bij een handel in afbraak in een der grensgemeenten onzer stad’ (Amsterdam 1930). Heeft hij daar die zuilen op de kop getikt? Dan nog, ‘Waar kwamen ze vandaan?’…
Jan Holwerda