De kasteeltekeningen van Abraham Rademaker

 Van de website van Waanders Uitgevers : De kasteeltekeningen van Abraham Rademaker, Willem Beelaerts van Blokland en Charles Dumas, ISBN 90 400 9114 5, xe2x82xac 39,95

Abraham Rademaker was de belangrijkste topografische kunstenaar uit het eerste kwart van de achttiende eeuw. Tijdens zijn leven heeft hij duizenden tekeningen en prenten vervaardigd, waaronder een afzonderlijke reeks tekeningen van Nederlandse kastelen die zowel in welstand als in vervallen staat zijn afgebeeld. Zo’n 350 van deze kasteeltekeningen komen uit particulier bezit en zijn nooit eerder gepubliceerd. In dit boek, dat ter gelegenheid van het Jaar van het Kasteel is uitgebracht, worden deze nog onbekende tekeningen gepresenteerd en samengebracht met Rademakers overige kasteeltekeningen uit dezelfde serie, die zich inmiddels in vele binnen- en buitenlandse collecties bevinden. In totaal gaat het om zo’n zevenhonderd tekeningen, die bijna vijfhonderd verschillende kastelen in beeld brengen. Alle vellen met tekeningen worden uitvoerig besproken, terwijl achterin het boek van elk kasteel een korte biografie met literatuuropgave is opgenomen.

Nu al wat meer zien van Abraham Rademaker? Kijk dan eens op Ursicula : literatuur in facsimile, van de Faculteit der Letteren van de Universiteit Leiden met bv Hollands Tempe  (1728),  Arkadia aan de Amstel  (1730) en Rhynlands fraaiste gezichten  (1732).

En klik hier  om meer over  Abraham Rademaker te lezen.  JH

Tentoonstelling ‘Lodewijk Napoleon’ in Paleis Het Loo (Apeldoorn)


Nieuwe landschappelijke aanleg…, P. Broekhoven, 1812
Bron: www.paleishetloo.nl

Aan het hof van onze eerste koning, 1806-1810.
Een tentoonstelling met een veelheid aan objecten om zijn betekenis voor Nederland, de Franse allure aan het hof, de introductie van Empirestijl in Nederland en zijn nalatenschap te illustreren.In het grote geheel vormt de tuinhistorische component ‘Aanleg van paleisparken’ slechts een klein onderdeel.

Getoond worden
– ontwerp van J.D. Zocher sr. voor Huis ten Bosch uit 1807 ; afmetingen van bijna 70 cm hoog en 2,5 m breed! ; niet uitgevoerd
– Plattegrond van tuinen en park van Paleis Het Loo, M.J. de Man, opmeting 1806. Zeg maar de toestand voor de wijzigingen onder Lodewijk Napoleon ; met al wel de gewijzigde boventuin naar ontwerp van P.W. Schonck (60×90)
– Nieuwe landschappelijke aanleg van het park van Paleis Het loo, P. Broekhoven 1812 ; deels opmeting, deels ontwerp (100×130)
– ‘Petit Parc’ van Paleis Het Loo, A.I. Melling, ca. 1820
– ontwerp van het Koninklijk Paviljoen te Haarlem, J.D. Zocher sr, 1809 ; slechts deels uitgevoerd
– Het park van het Koninklijk Paviljoen te Haarlem, tijdens de aanleg, J.P. Visser Bender, 1809
– ontwerp voor de uitleg van Assen met ‘Zomer of Jagthuis voor zijne Majesteit den Koning’, C.G.F. Giudici, 1809 (200×80)

Waarom kijken? Een originele tekening of orgineel ontwerp biedt zoveel meer. Niet voor niets dat ik bij een aantal de afmetingen vermeldt. Bv. die van P. Broekhoven, als je die in het echt ziet zie je pas dat linksonder en -boven, dus buiten de ‘kleurdelen’, lijnen doorlopen en andere strukturen te zien zijn. Dat zie je niet in de afbeelding van deze weblog of een foto in een boek. Ook kent de Broekhoven een veelheid aan met letter aangegeven objecten/punten, een legenda ontbreekt bij deze kaart.  Overigens, in Coll. Archives Nationales te Parijs is een 2de versie maar dan met ‘Description’ (volgens H.W.M. van der Wijck).
Zou een mooie toevoeging zijn geweest. Net als de ontwerpen voor het paleispark van de hand van Alexandre Dufour, jammer dat deze ontbreken.

En als u nog meer argumenten nodig hebt, al die andere objecten, en het paleis, de tuinen, het paleispark; een dag is te kort.

Meer over Lodewijk Napoleon op bv Wikipediaen over de tentoonstelling op de site van Paleis Het Loo.  JH

Gedigitaliseerde Utrechtse historie

Tijdens onze voorjaarsexcursie te Tilburg maakte Karen Veenland-Heineman een opmerking tegen mij over digitalisering van uitgaven (tijdschriften) van plaatselijke en regionale Utrechtse historische verenigingen, denk aan die van Zeist of Utrecht. Ik vond dit materiaal niet direct en vervolgens zonk de opmerking naar m’n achterhoofd. Maar nu stootte ik er alsnog op, en dit gaat avonden en weekenden kosten, maar gelukkig komt de winter eraan.

Het materiaal is te vinden op een website waarop gedigitaliseerde werken uit de bijzondere collecties van de Utrechtse Universiteitsbibliotheek worden aangeboden. Onder Collecties (links)staat o.a. Geschiedenis van Utrecht.

Aldaar is een 10-tal series te vinden. Bv. Bulletin van de Van de Poll-Stichting voor Zeister geschiedenis en Jaarboekje van het Oudheidkundig Genootschap "Niftarlake" en Oud-Utrecht en Seijst en nog een aantal andere. Er is geen overall register, maar bovenaan de page is te zoeken via ‘Zoeken binnen collectie’. Zoek bv eens met Zocher of Schoonoord of Slot Zeist of landschapsstijl of een schrijversnaam.

Kijk bv eens naar artikel over Schoonoord van de hand van J.H. Heimel in Seijst (ga met bladeren verder).Of De buitenplaatsen langs de Vecht: tuin- en parkgeschiedenis door HJM Tromp (begint onderaan de pagina). Of begin gewoon vanuit Geschiedenis van Utrecht, kies willekeurig en ga lekker bladeren en lezen.JH

Boerenerfgoed Het boerderijenboek van Voorschoten en Wassenaar

 Recensie Boerenerfgoed  Het boerderijenboek van Voorschoten en Wassenaar. De auteurs Carla Scheffer en Robert van Lit – zij noemen zich bescheiden ‘de samenstellers’ omdat nog zeven andere personen bijdragen verzorgden – hebben een indrukwekkende prestatie geleverd: een lijvig  en opvallend rijk geïllustreerd boekwerk (383 blz.), met een overstelpende hoeveelheid perfect geordende informatie.

Het boek komt precies op tijd uit, want juist de laatste tijd vragen de media aandacht voor de verloedering van het Nederlandse landschap door de wildgroei van zielloze bedrijfsterreinen en priegelige nieuwbouwwijken die klaarblijkelijk ongecoördineerd en willekeurig geparachuteerd worden in het ons omringende cultuurlandschap. Door daar indringend op te wijzen is het belang van dit boek al verzekerd. En het Nederlands landschap wordt immers voor een belangrijke mate bepaald door de agrarische ontwikkeling door de eeuwen heen. En de boerderijen wederom vormden maar al te vaak de oorsprong van een fraaie buitenplaats. Het boek legt aan de hand van overzichtskaarten minutieus vast waar boerderijen zijn verdwenen, en welke nog bestaan; de laatste gelukkig nog (!) ruim in de meerderheid. Het belang van zulk een registratie is, zeker met het oog op de toekomst, evident.

Ogenschijnlijk heeft het boek slechts locale betekenis. Dat beeld is echter niet correct, omdat het daarnaast nog een schat aan informatie bevat, zoals alleen al de beschrijving van de ontwikkeling van de kuststreek vanaf de ijstijd, de ontwikkeling van boerderijen en hun positie in het land bepaald door de geologie en grondsoort, de toegepaste bouwtechnieken, de naamgeving. Daarnaast zijn er interessante hoofdstukken over onder andere hooibouw en gereedschappen, de bereiding van boter en kaas, kruidenteelt en streekdracht. Het boek besluit met een op zich al interessante woordenlijst en een verantwoording.

Voor Cascadeleden aanbevolen? Dat is een autonoom te nemen beslissing, maar als u het boek bekijkt is aanschaf wel verleidelijk. En ‘value for money’. ISBN 90 8069 42 4x of  ISBN 978 90 80694 4 8.  Prijs Euro 27,50  Joost S.H. Gieskes

Staten, stinzen en stadshuizen in en rond Leeuwarden

 De brochure Staten, stinzen en stadshuizen in en rond Leeuwarden van Rita Mulder-Radetzky. Een uitgave van de Stichting Staten en Stinzen. De stichting heeft als doel de bekendheid van de staten, stinzen en stadshuizen in en rond Leeuwarden te vergroten. De brochure is een van de middelen, een ander is de website www.statenstinzen.nl.

De brochure biedt een korte historische inleiding, een kaartje van de locaties in en rond Leeuwarden, een korte bespreking van 10 staten en stinzen en 3 stadshuizen en sluit af met een kort stukje over de stichting zelf.

De publicatie is niet diepgravend, is ook niet de doelstelling, is wel een leuke kennismaking en zeer rijk geïllustreerd. In principe biedt de website dezelfde informatie en illustraties, maar een boekje en lekker bladeren heeft zo z’n eigen charme. En voor de prijs van xe2x82xac 1,50 hoeft u het niet te laten.

De brochure is te verkrijgen bij de meeste VVV’s, musea, staten, het Monumentensteunpunt en Historisch Centrum Leeuwarden.  JH

Artikelen betreffende historisch groen in GROEN 2006, nr. 10


"Engels bloemhout" te Beeckestijn, foto Carla Oldenburger

In GROEN: Vakblad voor ruimte in stad en landschap staan in het zojuist uitgekomen Oktobernummer (JG. 62, nr.10) drie artikelen betreffende historisch groen.

Het eerste is getiteld Openbaar groen Bergeijk vraagt om nieuwe impuls van de hand van Edwin van Onna, en vraagt aandacht voor het Ploegpark en de overige tuinarchitectuur van Mien Ruys in Bergeijk. De schrijver en de gemeente zijn waarschijnlijk  nog niet op de hoogte van het zojuist gestarte Cascade-onderzoeksproject over de werken van Mien Ruys, onderwerp van studie van Leo den Dulk. Het artikel schreeuwt om aandacht voor deze 50 jaar oude, dus nu monumentwaardige tuinarchitectuur.

Het tweede artikel is getiteld Grote behoefte aan databank voor historische planten en is geschreven door Carla en Juliet Oldenburger. Zij vragen aandacht voor het opzetten van een database voor historische planten en noteren wat er de laatste jaren zoal aan dit onderzoek is gedaan.

Het derde artikel Historische moestuinen vertellen een nieuw verhaal, door Helmer Wieringa en Esther Kuiler, vertelt in vogelvlucht de ontwikkeling van het Project Historische Moestuinen, dat nu is afgerond met een handreiking en een verslag van het werkatelier (te downloaden op www.historischemoestuinen.nl ).  CO

Weekblad BUITEN (1907-1936)

 Voor tuinhistorisch materiaal is het Weekblad BUITEN (1907-1936) is een gekende bron. De teksten zijn interessant, maar vooral de vele foto’s doen ’t ‘m.

In Het Geïllustreerd Tijdschrift in Nederland, Deel I, 1840-1945 door Prof. Dr. Joan Hemels en Drs. Renée Vegt lees ik de namen van veel medewerkers, o.a. L.A. Springer, D.F. Tersteeg, P. Westbroek, E.Th. Witte. De eerste jaargangen zijn van een meer praktische aard met o.a. artikelen over groente- en fruitteelt, over de siertuin, planten en bloemen, dieren. Maar ook over de sterren, fotografie, sport, het klimaat en de natuur in Indië. En tot slot ook beschrijvingen van onze koninklijke paleizen, landhuizen en hun tuinen en veel reisverhalen. In de loop van de jaren is er een verschuiving naar reportages over kastelen, kerken, musea en monumenten in binnen- en buitenland. In 1937 gaat BUITEN samen met het tijdschrift Het Landhuis (met dank aan Ad Weststrate van zeelandboek.nl voor de scan van deze info).

Nu kwam ik via zeelandboek.nl op www.weekbladbuiten.net . Via deze site zijn alle illustraties van de jaargangen 1910-1915, 1922-124, 1926, 1936 (totaal 8561 illustraties) beschikbaar. De andere jaargangen volgen nog en in 2007 zal een DVD met al dit materiaal beschikbaar komen.

Maar als gezegd, nu al via de website toegang tot het reeds gescande materiaal. Zoek met de naam van een plaats, landgoed, kasteel, tuin. Of klik op een jaargang en ga bladeren of klik Miniaturen en krijg een aantal bladen vol miniaturen. Na aanklikken van een miniatuur volgt de grotere afbeelding en daar waar van beschikbaar het bijschrift.

Maar kijk en zoek ook eens via zeelandboek.nl  met o.a. materiaal Nederland 1908 (volgens mij als die ANWB jubileumuitgave Ons Eigen Land)  JH

Twickel en wat is het ‘nu’


Hierboven ‘vervaagd’ ontwerp van Michael van Gessel over luchtfoto in Google Earth
(klik op de afbeeldingen om een grotere weergave te downloaden)

Carla en ik hadden het ook nog over een ander aspect waar we nieuwsgierig naar waren en niet terugvonden in de tentoonstelling, nl. het uitgangspunt voor Michael. Wat is (zelfs was ipv is voor fase 1) het nu en hoe past zijn ontwerp daarop? En ik denk daar nog maar eens bij ‘het nu is de geschiedenis van later’ en ‘weg is weg’. Nou moet ik erbij vermelden dat we beiden niet naar het symposium van 16 sept. zijn geweest.

Om iets van het nu en het plan naast of beter gezegd over elkaar te zien heb ik gebruik gemaakt van, jawel alweer, Google Earth. Dit kent de mogelijkheid om een digitale kaart over de luchtfoto te leggen. Dus eerst inzoomen op Twickel, vervolgens het ontwerp van Michael er over heen en met draaien, verkleinen en vergroten het ontwerp passend op de luchtfoto leggen.

Vervolgens spelen, vervagen en terugdraaien van de vervaging van het ontwerp van Michael. Als je volledig vervaagd zie je enkel het nu (zomer 2005) en draai je de vervaging terug dan wordt meer en meer duidelijk van het ontwerp. Eerst de zichtlijnen, dan vlekken beplanting en wegen en paden. Spelend tussen vaag en duidelijk zie je wat is, wat blijft en wat komt. Helaas is water in het ontwerp niet gekleurd, dus valt bv. de uitbreiding in de wildkamp niet zo op (wel belijningen) en is dit een kwestie van weten om te kunnen zien.  JH

Hieronder ontwerp met meer ‘nadruk’ over luchtfoto (via klik hier een ’tussenvorm’)

Twickel, toch nog wel wat vraagjes

 Zie voor interessante en leuke excursie-foto’s binnenkort de Page Extra op de Cascade website.

 

Zaterdag 23 september was de Cascade-excursie naar Kasteel Twickel in Delden. Een mooiere dag was niet denkbaar en de opkomst is nog nooit zo groot geweest.

Jet Schadd heeft ons met vele vrijwilligers van Twickel een onvergetelijke dag bezorgd. We bezochten eerst de rijke interieurs en na een super verzorgde lunch bezochten we de moestuinen, de rozentuin en het uitgestrekte park van Jan David Zocher jr. en Eduard Petzold. Henk Saaltink en Elias Vermeer leidden ons rond en kregen vele kritische vragen voor hun kiezen. Ze vertelden ons wat de bedoeling was van het herstelplan van ir Michael van Gessel (zie o.a. zichtlijnen-herstel op bijgevoegd plan) en wezen ons de zwakke plekken aan in het park: dichtgeslibde vergezichten, bruggen die naar de plannen van de landschapsarchitect  vervangen gaan worden; eutrofiering van het water, intensief of extensief maaibeheer etc. Terug in de oranjerie en de Poortman-tuin, onder het genot van een glaasje, bestudeerden we tenslotte de geschiedenis van het park en de tuinen incl. de herstelplannen (in een prachtig verzorgd boekje gebundeld).

Toch miste ik iets, en dat is het ontwerp (in drie delen) van Petzold uit de kaartencollectie in Wageningen. Geven deze drie kaarten (samen) hetzelfde beeld als de ontwerptekening van Petzold uit het Huisarchief Twickel? Heeft iemand deze ooit vergeleken? Misschien kunnen de betreffende archiefbeheerders of de sprekers of toehoorders van het symposium (een week eerder) daar antwoord op geven?

Ook nog een vraag betreffende het Marot-ontwerp van de parterre op Twickel. Zie tentoonstelling en in de catalogus die we hebben meegekregen op p. 16. Op de tentoonstelling en in het boekje worden we getracteerd op een computer-falsificatie. Dat is tegenwoordig een leuke truc, maar ook vroeger deden ze zoiets. Vergelijk eens de gravure uit het boekje met de hieronder afgebeelde gravure uit Wageningen en zoek de verschillen. Niet alleen dat de halve parterre nu door de computer is aangevuld, maar ook de tekst is anders. 1) de ene prent is gespiegeld t.o.v. de andere, terwijl de tekst dit niet is; 2) Sr. Marot is op de Wageningse prent veranderd in Daniel Marot; 3) Op de hier afgebeelde Wageningse prent is sprake van no. 8. Dit is niet het achste parterre-voorbeeld voor Twickel zoals wordt gesuggereerd, maar het achtste voorbeeld uit de serie gravures Livre de Parterres van Marot.

Reageren? Altijd heel graag. CO.