Letters P, H en B gewild?

Sinds jaar en dag kennen we al de PHB, Stichting tot Behoud van Particuliere Historische Buitenplaatsen, en de VPHB, de Stichting Vrienden van Particuliere Historische Buitenplaatsen.
En op 30 januari 2010 is nog een VPHB opgericht, de Vereniging Particuliere Historische Buitenplaatsen. Eigenaren van 109 historische buitenplaatsen hebben zich verenigd met de bedoeling de gemeenschappelijke belangen te verwoorden, hun belang te onderstrepen en hun voortbestaan te verzekeren.

Behalve dat de letters P, H en B gewild lijken te zijn, lijkt de aanduiding kenniscentrum er ook een te worden.
Een deel van de huidige PHB moet overgaan in een op te richten Kennis- en Adviescentrum Historische Buitenplaatsen (KAHB).
Beeckestijn podium voor tuin- en landschapscultuur moet een kenniscentrum voor tuinen, parken en buitenplaatsen worden. De term ‘kennismakelaar‘ wordt ook gebruikt.
En in het ‘Beleidskader Historische Landgoederen 2009-2012’ van GS van Zuid-Holland (zie ook eerdere weblog landgoedbiotoop) staat als een van de ambities de oprichting van een ‘kenniscentrum landgoederen bij het Erfgoedhuis Zuid-Holland‘. In de tekst staat ergens ook tussenhaakjes ‘website’, dus het lijkt eerder een single point of contacts te moeten gaan worden.

Boerderijen vernoemd naar veldslagen onder Napoleon


Boerderij bij Hummelo met de naam Maloi Jaroslawitz  Bron: mijngelderland.nl

Toevallig las ik een berichtje over een lezing waarbij mijn oog getrokken werd naar woorden als Van Heeckeren, Sonsbeek, Enghuizen en boerderijen vernoemd naar veldslagen onder Napoleon. Kende dit verhaal al wel, maar kon ’s avonds gelijk de details horen door naar de lezing te gaan. En je hoort altijd wel weer iets dat je nog niet wist of wat (bij mij) eigenlijk nooit helemaal doorgedrongen was.

Hendrik Jacob Carel Johan, Baron van Heeckeren, Heer van Enghuizen, Beurse, Beverweerd en Odijck (1785-1862) vocht in dienst van de Pruisen, later in dienst van Napoleon, maar was vervolgens ook nog eens adjudant van koning Willem I en o.a. lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Het verbaasd me altijd weer dat activiteiten uit iemands verleden blijkbaar latere hoge posities niet in de weg stonden.

Van Heeckeren trouwde in 1816 met Elisabeth Williams Hope, dochter van John Williams (klerk bij Henry Hope) en Anne Goddard, nicht van Henry Hope. Henry Hope had geen kinderen en John ‘werd als zijn zoon’; hij noemde zich toen John Williams Hope. En Henry Hope is die van het handelshuis Hope & Co, de bankier, de bezitter van Welgelegen te Haarlem. Een deel van zijn erfenis vloeit via John & Anne naar Elisabeth, en daarmee naar Van Heeckeren. En daar komt dus ‘zijn’ fortuin vandaan. Geld dat o.a. werd aangewend voor de aankoop van Sonsbeek (Arnhem) en noordelijk gelegen gronden, voor grootse werken op Sonsbeek, voor aankoop van gronden rond Enghuizen (Hummelo), ontginningen en bouw van boerderijen.

En van de gebouwde boerderijen vernoemde hij een aantal naar de veldtochten die hij onder Napoleon meemaakte.
Noordelijk van Sonsbeek: Moskowa (naast huidige begraafplaats & crematorium Moscowa) en de niet meer bestaande boerderijen Leipzig en Dresden. Op de topkaart zie ik overigens in dezelfde regio ook de naam Petersburg…
Rond Enghuizen: de nog bestaande boerderijen Bautzen, Lutzen, Talem, Montmirail, Beresina, Duben, Brienne, Maloi Jaroslawitz.

En (lang leve Google) eenzelfde invulling volgde ook in Driebergen-Rijssenburg. Aldaar kocht hij (als heer van het nabije Beverweerd en Odijck) een boerderij die hij later liet afbreken en opnieuw opbouwen. Deze kreeg de naam Champaubert, een plaatsje 80 km oostelijk van Parijs waar Napoleon in 1814 slag leverde met Pruisen en Russen. Iemand uit de regio Driebergen-Rijssenburg die nog meer namen weet toe te voegen?

Kleine leuke opmerkingen volgen altijd in het vragenkwartiertje: een nazaat wist te melden dat Van Heeckeren een been verloor in Rusland. Zijn houten been is bewaard gebleven, het ligt in depot in de Cannenburch en is van dusdanige kwaliteit dat het zelfstandig kan staan.

In 2014 volgde een correctie. De heer Gatacre van de Wiersse gaf aan dat het houten been van Van Heeckeren van de Wiersse (verre familie) was, hij verloor zijn been in Pruissen. Zie ook onderstaande reactie van 10 april 2014.

Jan Holwerda


Kasteel Enghuizen (Hummelo).
De brug bestaat nog. Van het huis resteert slechts een ruïne in het bos.

GS Zuid-Holland willen Landgoedbiotoop instellen


Landgoedbiotoop Huys ten Donck (Ridderkerk).  Bron: Buitenplaatsen in Zuid-Holland

Van de in totaal 223 landgoederen in Zuid-Holland zijn er 109 op een lijst van waardevolle historische landgoederen geplaatst. Voor elk van deze waardevolle landgoederen is een landgoedbiotoop opgesteld (voorstel). In de stukken wordt ook de benaming buitenplaatsbiotoop gebruikt (de benamingen buitenplaats en landgoed lijken onwillekeurig te worden gebruikt en hier dezelfde betekenis te hebben).
De aanduiding biotoop is overigens al een begrip in de monumentenzorg en ruimtelijke ordening en wordt gehanteerd bij molens, eendenkooien en forten.

De buitenplaatsbiotoop omvat (met bovenstaande Huys ten Donck als voorbeeld):

  • de buitenplaats zelf (rode-oranje vlak)
  • de structuur        : koppeling van buitenplaats aan lijn(en), lees waterloop en/of weg (bruine lijn met pijlpunten)
  • de zichtlijnen       : nauw ingekaderde, ontworpen lijnen (zwarte lijn met pijlpunten)
  • de panorama’s    : zicht door bomen in een trechtervorm ‘geleid’ naar het huis (waaier van lijnen)
  • het blikveld         : de ruimte die nodig is om de buitenplaats van buiten af als geheel (dus vooral het park) te kunnen herkennen en ervaren (rode raster)

‘Het is niet zo dat hiermee het landgoed volledig op slot gaat, maar ontwikkeling is wel aan voorwaarden verbonden. Uitgangspunt is om niet te bebouwen, tenzij nieuwbouw past bij het landgoed, de zichtlijnen en het panorama.’ Aldus Gedeputeerde Martin van Engelshoven-Huls (Cultuur) in het nieuwsbericht van de Provincie Zuid-Holland.  JH

Klik hier voor Beleidskader Historische Landgoederen 2009-2012 (vanaf blz 3 en vanaf blz. 14 meer over landgoedbiotoop).
Klik hier voor landgoedbiotopen van de 109 objecten.

Geschilderd doek of schot


Het schot ‘een bouwval of Ruïne, voorstellende: een oud Slot’,
detail uit Veldtafereel XX: ‘Ruine en Laan’ te Welgelegen, Rijswijk
Bron: Beeldbank Rijswijk

We hebben al vaak gehoord dat Gijsbert van Laar in zijn Magazijn van Tuin-sieraaden opmerkingen maakt om tuinsieraden eventueel op doek of op een schot te schilderen. En we kennen natuurlijk het voorbeeld van de Ka-buur van Elswout. Zoals hij zelf zegt ‘vermindert de kosten aanmerklijk’ en ‘om kosten te vermijden’.
Zo typisch Nederlands zou je zeggen. Tot ik een zinsnede uit Geschiedenis van den tuinbouw in Nederland: en overzigt van die in de verschillende staten van Europa (1855) van Uilkens tegen kwam:

‘De smaak voor de losse aanlagen openbaart zich het meest onder den rijken adel in Lombardije, ofschoon de tuinen in dien ontworpen niet zelden door wanstaltige en belagchelijke versierselen en groeperingen worden ontluisterd, wordende er, om maar iets te noemen, in een dier tuinen rotswerk van geschilderd doek aangetroffen, aangezien de eigenaar, op die stoute partijen verzot, niet beter wist te doen dan ze op dezen wijze daar te stellen, eene wijze, die volgens zijn zeggen dit boven de natuurlijke vooruit had, dat wanneer het eentoonige er van hem niet meer beviel, hij dan slechts in een anderen smaak behoefde te laten schilderen’.  JH


Detail uit Veldtafereel XII: ‘Boerderij in ’t Woud’ te Welgelegen, Rijswijk
Bron: Beeldbank Rijswijk

Over Welgelegen schreef Wim Meulenkamp ‘Winkeliersdroom: Welgelegen te Rijswijk en de Parvenu-stijl’, in Buitenplaatsen, Jaarboek 1998 van toenmalige RDMZ. En eerder schreef Noeska de Wit over Welgelegen in Cascade-Bulletin 1997, nr 1.

Kasteel Liesveld (Nieuwpoort) met daktuin?


Afteekening van het kasteel en het park van Liesveld (Nieuwpoort)
Michaël van Dalen, z.j.  Bron: Nationaal Archief

Daktuinen komen de laatste jaren geregeld in het nieuws. Zelfs het boek Tuingeschiedenis in Nederland. Veelzijdig erfgoed in ’t groen belicht dit type tuinen, in de bijdrage ‘Levende daken en gevels’ van Mariëtte Kamphuis.

Toen ik op de bovenstaande kaart ‘Afteekening van het kasteel en het park van Liesveld’ inzoomde moest ik aan dat fenomeen denken. Qua ouderdom kan deze ‘daktuin’ niet tegen de tuinen van Babylon op (nee, niet dat winkelcentrum), maar het is misschien wel een leuk, vroeg Nederlands voorbeeld. JH

Volksparken


Volkspark Zaandam

Voor mijn stage bij de Nederlandse Tuinen Stichting ben ik op zoek naar Volksparken in Nederland. Ik pak het misschien wel te ruim aan, maar die parken blijken onderling toch vaak nogal te verschillen. Ik wil eigenlijk, als ik er meer heb, e.e.a. rubriceren en pas dan een keuze maken welke het meest onder de noemer Volkspark vallen.

Voor zover ik inmiddels heb begrepen is een Volkspark een park dat eenvoudig is van opzet en beplanting, met brede lanen en speel- en ligweiden, niet a priori gericht op natuurbeleving of rust en stilte. Ze zijn allemaal aangelegd aan het eind van de 19e of het begin van de 20ste eeuw, in elk geval voor de Tweede Wereldoorlog.

Wel met als bijzonderheid dat er recreatieve voorzieningen bij horen: voor consumpties, dieren, muziek, toneel, sport etc. Het komt er toch op neer dat het ene park bijvoorbeeld een hertenkamp en een muziektent heeft, en het andere een sintelbaan en een kinderboerderij. Soms is er een openluchttheater, of een speeltuin, of een ijsbaan, of een visvijver, of een tennisbaan, of schooltuinen, of een blindentuin of een openluchtzwembad of een stadion, maar op het moment dat je gaat eisen dat ze dat allemaal moeten hebben, vind je er geen twee die hetzelfde zijn. Misschien zou je moeten zeggen dat ze behalve als wandelpark ook nog minstens 2 van die extra’s moeten hebben, of drie…

Gemeen hebben ze wel de gedachte dat de arbeider daar verheven moest worden en dat hij en zijn gezin zich daar konden vermaken in hun schaarse vrije tijd en zo gezondheid op konden doen (waardoor ze weer beter zouden  functioneren in de fabrieken, en niet meer naar de fles zouden grijpen). Vaak werden ze door een grootindustrieel of een grootgrondbezitter aan de burgerij geschonken.

Er zijn parken die zo heten, in Enschede, Zaandam en Bergen op Zoom bijvoorbeeld. De laatste is inmiddels anders gaan heten. Dat maakt het ook zo moeilijk ernaar te zoeken.

De vraag is dus: weet U wellicht in uw omgeving nog een park dat aan bovenstaande omschrijving voldoet? Ik ben heel blij met aanvullingen op hetgeen ik tot nog toe heb gevonden.

Christie Weduwer

SOL – 11 december 2009 – park en overtuin van Huize Olterterp


De Slotlaan, Olterterp (Beetsterzwaag)  Foto: Gerald Kragt

Zoals beloofd zou ik, uw SOL-coördinator, een verslag maken van ons bezoek aan het park en overtuin van Huize Olterterp, als begin van een nieuwe weblog.

Op 11 december jl. waren wij – 24 Cascade-deelnemers en enige externe betrokkenen – te gast op Huis Olterterp bij Beetsterzwaag, waar wij met koffie, thee en suikerbrood werden ontvangen door It Fryske Gea.

Het initiatief voor deze SOL kwam van onze Cascadevriend Nico Kloppenborg uit Mantgum.

Aanleiding voor de studiedag was de berichtgeving over het beheer van de overtuin van Huize Olterterp door de Bosgroep Noord-Oost Nederland. Het was Nico opgevallen dat dit terrein als bos beheerd wordt, terwijl het van oorsprong een vroeg 19de-eeuws park is, waarvan de cultuurhistorisch waardevolle restanten nog duidelijk aanwijsbaar zijn. Nico had documentatie verzameld, waaronder een groot aantal historische foto’s. Door deze foto’s en de informatie die leden van de historische vereniging van Beetsterzwaag op de dag zelf inbrachten,konden wij ons een goed beeld vormen van de oorspronkelijke aanleg en het gebruik van het park.

We startten met een ronde door het park bij de villa, waar It Fryske Gea haar hoofdkantoor heeft. In dit park is de oorspronkelijke aanleg met slingerpaden, vijver en reliëf goed behouden. Van de oorspronkelijke laan is een restant bewaard. Parallel is een nieuwe laan aangelegd ter ontsluiting van de parkeerplaats. Hierbij is de ‘voorrijlus’ naar de entree verdwenen. In de presentatie door Nico Kloppenborg hebben we op historische foto’s gezien dat de beplanting vroeger (kleur)rijker en gevarieerder is geweest. Van de struiklaag is vrijwel niets bewaard. Deze versobering is het gevolg van beperkte mogelijkheden om intensief onderhoud uit te voeren. Rita Radetzky benadrukte de rol die gebouwtjes (hier is het koepeltje aan de straat naast (!) de heuvel verdwenen) en tuinornamenten (oorspronkelijk 12 beelden in de tuin van Olterterp!) hebben gespeeld in landschappelijk aangelegde parken. Zij pleit voor (deel)reconstructie. Ook de restanten van de oude laan en de inrichting van de tuin achter het huis hebben uiteenlopende reacties losgemaakt.


De voormalige 12 Apostelen, Olterterp (Beetsterzwaag)  Foto: Gerald Kragt

Samen met de beheerder van landgoed Olterterp-Lauswolt, de heer Gerald Kragt van Bosgroep Noord-Oost Nederland, hebben wij ’s middags een lange wandeling in de overtuin gemaakt. De overtuin is een onderdeel van landgoed Olterterp-Lauswolt en is in eigendom van Amvest. Tijdens de wandeling hebben wij met hem en onderling gepraat over mogelijkheden van beheer met behoud en herstel van cultuurhistorische waarden. Voorafgaand aan de rondleiding heeft Gerald Kragt een heldere presentatie gegeven over de doelstellingen van de eigenaar en de plannen die er zijn in het kader van het project Groene Parels aan een Blauw Snoer. Behoud en herstel van de parkaanleg van landgoed Olterterp-Lauswolt is daar een belangrijk onderdeel van.

Als belangrijke cultuurhistorische elementen in de overtuin worden aangemerkt: de zichtas over de weide (relatie met het huis) met schaduwboom (verdwenen) voor het vee, de lanen links en rechts (rechts doorsneden door een slingerpad), de aanleg met vijvers met eilandjes, het padenpatroon, het reliëf, bijzondere bomen en boomgroepen, waaronder de 12 Apostelengroep – weliswaar uitgedund, maar een indrukwekkend overblijfsel van de aanleg.

De overtuin is deels voor publiek toegankelijk. Uit de wijde omtrek komen de mensen hier in het weekend voor een wandeling, die start bij de linker laan (de rechter laan is ontoegankelijk); de Slotlaan (een dijkje, zie foto). De Slotlaan staat – vanwege slechte vitaliteit – op de nominatie gekapt en opnieuw aangeplant te worden.

De discussie ging hier over behouden, onderhouden en/of vervangen van de Slotlaan. In geval van vervanging staat de beheerder voor afwegingen zoals locatie herplant, fasering herplant en soortkeuze. Er is geopperd dat de Slotlaan door de eeuwen heen telkens door andere boomsoorten is gevormd. Als dat het geval is, voor welke historische periode/boomsoort kies je dan en waarom? Of borduur je hierop voort en voeg je een nieuwe (eigentijdse) laag aan de geschiedenis toe? Uit de discussie kwam geen eenduidige conclusie hoe de Slotlaan verjongd moet worden.

De 12 Apostelengroep speelt een indrukwekkende rol in het park. Van de 12 bomen resteren nog 7. De algemene opinie was, dat ondanks dat afgelopen zomer wederom een exemplaar is omgevallen van de voormalige boomroep van 12, deze groep nog alleszins recht van bestaan heeft.

Onze overall conclusie is dat een gedegen professioneel onderzoek naar de geschiedenis van het ensemble van huis, tuin en overtuin, voorzien van een waardestelling, nodig is om een beheervisie en beheerplan op te stellen, waarin recht wordt gedaan aan de tuin- en parkhistorische waarden van Olterterp.

Als dank voor hun aandeel in deze geslaagde studiedag hebben we It Fryske Gea en Gerald Kragt het Cascade bulletin 2009/II:Tuingeschiedenis in Nederland; Veelzijdig erfgoed in ’t groen, aangeboden.

Tenslotte wil ik dit verslag met twee citaten uit e-mails afsluiten.
Piet van der Eijk schreef: Zelf weet ik uit de praktijk dat als dat onderzoek is uitgevoerd, je dan draagvlak moet creëren om tot actie te kunnen komen. Daarom was het goed dat de historische vereniging uit Beetsterszwaag er bij was. Ik zie zo’n “Boelens-ommetje(dit is een recreatieve wandeling op en rond Olterterp [kvh]) helemaal zitten, want als mensen zien hoe mooi en kwetsbaar hun leefomgeving is, dan “ontstaat er wat” om het te behouden.
Gerarld Kragt schreef: Ik kan terugkijken naar een geslaagde excursie in de overtuin. Ik heb die dag zeker veel praktische tips voor herstel en beheer gehad. Daarnaast zijn mijn ogen open gegaan voor met name de ‘details’ van de rijke parkaanleg op het landgoed. Ik ga daar zeker mee aan de slag!

Zeist, 24 december 2009, Karen Veenland-Heineman


De kleine vijver, Olterterp (Beetsterzwaag)  Foto: Gerald Kragt

De wereld rond


‘Grottenwercks’ in de tuin van Gouverneur Generaal Valckenier in Ansjol (Batavia)
door J. W. Heijdt ad viv. del. 1739. / A. Hoffer sculps (
1739)

De eerdere weblog Twee tuinen op VOC kaarten en het koude, natte weer stimuleerden om rond te klikken door de wereld van VOC (Verenigde Oostindische Compagnie) en de WIC (West Indische Compagnie). En via de beeldbank Atlas of Mutual Heritage klik je naar kaarten van onbekende kusten (voor mij i.i.g.), zie je tropische verrassingen, maar vindt je ook Hollandse beelden overal ter wereld. Zo ook tuinen, buitenhuizen en aanverwante zaken. Hier een paar beelden, maar klik zelf eens in het wilde weg in die beeldbank. Niet de details willen weten, maar gewoon ‘rond de wereld reizen’ en genieten van prachtige kaarten, prenten, foto’s enz.  JH


Plattegrond met Paleis Vrijburg en haar tuinen te Mauritsstad (huidige Recife, Brazilië),
van Johan Maurits van Nassau-Siegen (‘de Braziliaan’), toen gouverneur van de Nederlandse kolonie in Brazilië (1647)



Plattegrond uit ca. 1750 van de tuinen van Raad van Indië dhr. Willem Fokkens bij Molenvliet (Batavia)
door Oswald adj.

‘Huys ter Nieuburch gevonden’


Vogelvlucht met Huis ter Nieuburg (Rijswijk), J. Julius Milheusser (eind 17e eeuw)
Bron: geschiedenisvanzuidholland.nl (klik aan voor voor een grote! weergave)

In november was er het nieuwtje ‘Huys ter Nieuburch gevonden’.
‘waren ze dat kwijt dan?’ zou je zeggen. In zekere zin wel. Iedereen wist wel dat dit paleis dat stadhouder Frederik Hendrik tussen 1631 en 1634 liet bouwen in het Rijswijkse Bos heeft gestaan, maar de exacte ligging was onbekend. In 1791 liet stadhouder Willem V het vervallen gebouw slopen; de zijgebouwen waren al eerder gesloopt. Op de plaats van het paleis en de tuin liet hij een bos planten en een gedenknaald oprichten en dat zijn, met twee vijvers, de oprijlaan en twee wallen, de enige overblijfselen uit die periode.

Na de Tweede Wereldoorlog was het bos een lege vlakte: al het hout was gekapt en gebruikt als brandstof. Vrij snel na de oorlog zijn nieuwe bomen geplant, maar sindsdien is er nooit een grote onderhoudsbeurt uitgevoerd. Tot nu. Naast onderhoud zal een deel van het bos opnieuw worden ingericht:
– het gebied rondom de Naald wordt een grasveld;
– de heggetjes verdwijnen;
– in plaats van de heggetjes komt er een stenen verhoging die de contouren van het oude paleis Ter Nieuburch laat zien;
– ook het voorplein van dit oude paleis wordt zichtbaar;
– de laanstructuur tussen de Van Vredenburchweg en de Naald blijft gehandhaafd en wordt zelfs doorgetrokken naar de Huys ter Nieuburchlaan.

Om de genoemde contouren zichtbaar te maken dient de exacte ligging bekend te zijn. In het voorjaar van 2010 zijn een grondradaronderzoek en grondboringen uitgevoerd. Dit najaar zijn in enkele kleine opgravingsputten delen van het paleis blootgelegd. En dat gaf aanleiding tot het bericht ‘Huys ter Nieuburch gevonden’.


Het Huis, detail uit vogelvlucht

Oude beelden laten het grootste formaat zien en foto’s van de opgraving laten zien hoeveel er toch nog is gevonden en hoe dicht overblijfselen onder de oppervlakte zitten. Kwestie van zand er over.  JH

Foto’s van de opgravingen. Bron: website Gemeente Rijswijk
Voor meer klik hier

2012, jaar van de Historische Buitenplaatsenn

Op erfgoedstem.nl is een bijdrage opgenomen over een brainstormmiddag die plaatsvond op Kasteel Groeneveld. Over het idee om 2012 uit te roepen tot themajaar voor Historische Buitenplaatsen. Ruim veertig organisaties met circa vijftig vertegenwoordigers namen deel.

Naar aanleiding van de middag op Groeneveld is een werkgroep opgericht, bestaande uit vertegenwoordigers van musea, particuliere buitenplaatsen, natuurorganisaties, overheden en wetenschappers. Deze werkgroep gaat van start om doelstellingen te formuleren, activiteiten te bedenken en voldoende draagvlak te creëren.

Waarom in 2012? Gemeld wordt dat dan veel valt te herdenken en te vieren De Beemster, met in haar verleden veel buitenplaatsen, bestaat dan 400 jaar. Veertig jaar geleden (1972) luidden in Delft veel particuliere buitenplaatsbezitters de noodklok met een expositie xe2x80x98Nederlandse Buitenplaatsen bedreigd?’. Deze tentoonstelling heeft toen veel in werking gezet voor het behoud en instandhouding van historische buitenplaatsen. Verder bestaat de historische vereniging Niftarlake (Vechtstreek met haar buitens) in 2012 honderd jaar.

En de webmaster is maar zo brutaal om nog een reden te melden, Tuinhistorisch Genootschap Cascade bestaat dan 25 jaar.  JH