Tentoonstelling Groen van Toen, Spec Coll WUR.

Vanaf 9 juli is de tentoonstelling ‘Groen van Toen: Van buitenplaats tot schooltuin’ te zien in de Forumbibliotheek op Wageningen Campus.

Grote technische ontwikkelingen en toenemende welvaart hebben in de loop der eeuwen de natuur dichter bij de mens gebracht. In deze tentoonstelling staat de gebruiker van het groen centraal. Rond drie thema’s, Particulier groen, Wandelen in openbaar groen en Wonen in het groen, wordt de bezoeker meegenomen langs tuinen van adel en burger, door openbare parken, dierentuinen en schooltuinen en tenslotte door tuinsteden, villaparken en arbeiderswoonparken.

De tentoonstelling toont aan dat de Nederlandse tuin- en landschapsarchitectuur altijd beïnvloed is geweest door ideeën uit Duitsland, Frankrijk en Engeland. Er worden boeken getoond van auteurs zoals Petrus Lauremberg (Horticultura, libris II, 1632), A. Alphand (Les promenades de Paris) en W. Robinson (God’s acre beautiful, 1883). Hun invloed is terug te vinden in boeken, kaarten, foto’s en ontwerpen van o.a. C. Huygens (Vitaulium: Hofwyck uit 1653), Jan Kops (Index plantarum), Leonard Springer en vele anderen. De tentoongestelde documenten geven een tijdsbeeld van het ‘Groen van Toen’.

Deze tentoonstelling is samengesteld in samenwerking met Carla Oldenburger (oud-conservator Bibliotheek Wageningen UR) en Johanna Karssen (medewerker Speciale Collecties) en sluit aan op het Jaar van de Historische Buitenplaats en de Open Monumentendag (8-9 september). Informatie over Nederlandse historische tuinen: databank TUiN.

Openingstijden: 9 juli – 30 november, maandag – vrijdag, 9.00 – 17.00 uur.
Leeszaal Speciale Collecties, Forum (geb. 102), Droevendaalsesteeg 2, 6708 PB  Wageningen.

IJskelder ontbloot.


‘Ontblote’ ijskelder van kasteel Heeze.  Foto: René Manders.

De ijskelder bij kasteel Heeze is vrij gegraven. Dit geeft een mooi beeld van de opbouw van een ijskelder waarvan normaal enkel een ingang naar een naar het lijkt opgeworpen heuvel grond te zien is.
De ijskelder stamt uit 1907 en meet uitwendig ongeveer 5,5 x 7,7 x 4,2 (bxdxh). Het (voor)portaal kent 2 compartimenten en had holle deuren. De ijskelder heeft een uitzonderlijk brede spouw rondom de ijsruimte: 42,5 cm bij de voor- en achtermuur en 34 cm boven het tongewelf. De spouw kende vroeger een vulling van turfmolm.
Voor het ‘ijzen’ (vullen) was vroeger 7 man nodig; 80 boerenwagenvrachten ijs ging er in. Op de zandbodem werd eerst een dunne laag takkenbossen uitgespreid, deze werd afgedekt door 30 cm turfmolm en dan volgden de ijsblokken; zonder tussenlagen van zaagsel of turfmolm, met één blok ijs als resultaat.
In WO II hebben Duitse soldaten de ijskelder met handgranaten en machinevuur bestormd. Men dacht dat er sprake was van een bunker. Slechts ijs werd aangetroffen.

Omdat verzakkingen waren geconstateerd is de ijskelder vrij gegraven. Nu blijkt de schade veel groter, waarschijnlijk door boomwortels veroorzaakt. Herstel vraagt om afbraak tot op een meter boven de grond en vervolgens opnieuw opmetselen. En het vraagt naar schatting 20 tot 30.000 euro.  JH

Zie ook A.W.Reinink en J.G.Vermeulen, IJskelders, koeltechnieken van weleer (1981).


De ijskelder in 2011.  Foto: Margot van den Boer.

De beelden van Moerenburg te Tilburg.


Detail, tuin, van schilderij ‘t Huis Moerenburgh (Tilburg).

In nov 2006 hadden we een berichtje over Schilderij ‘t Huis Moerenburgh (Tilburg).

Guido van den Eynde, gemeentelijk archeoloog Tilburg, komt nu met het navolgende:

Voor de illustratie van een boek over de verdwenen buitenplaats Moerenburg in Tilburg ben ik op zoek naar foto’s van tuinbeelden die vergelijkbaar zijn met de tuinbeelden die op het schilderij staan dat ca. 1700 van de buitenplaats is gemaakt.

Ik zoek foto’s van antieke tuinbeelden in dezelfde houding en liefst gefotografeerd vanuit hetzelfde perspectief als de beelden op het schilderij.


     

Als toevoeging [JH], het schilderij staat in Aardse Paradijzen (deel I) van Erik de Jong en Marleen Dominicus van Soest. Zij identificeerden de beelden als volgt:
– centraal Venus
– met de klok mee Hercules, Minerva, Flora en Apollo

Artis als historisch stadspark.


Artis Academie-lezing door prof. dr. Erik A. de Jong, Artis-professor
dinsdag 7 augustus 2012
20:00 – het Planetarium, Artis Amsterdam

De Open Monumentendag 2012 aanstaande september, zal gewijd zijn aan ‘Groen van Toen’. Dat is een goede gelegenheid na te denken en te spreken over de betekenis van groene monumenten en met name het Artis-park als behorend tot ons erfgoed. Op wat voor wijze is een park historisch te noemen, gelden daar voor andere oordelen en uitgangspunten dan voor architectuur? Hoe kan men omgaan met een dergelijke structuur uit het verleden, hoe laat het zich behouden en vernieuwen?

Bovenal, hoe kunnen we de specifieke groene geschiedenis van een park als Artis begrijpen, lezen en ervaren?De lezing zal Artis zien als onderdeel van de Plantage en als een van de eerste stadsparken die in Amsterdam in de 19de eeuw werden aangelegd. Deze stedelijke context is van het grootste belang: want wat is een stad zonder parken, van toen, van nu?

Om een Artis-lezing te bezoeken hebben zowel Artis-leden als niet-leden een toegangsbewijs nodig. De entreeprijs voor een lezing is inclusief een drankje vooraf én in de pauze. De entreeprijs voor een Artis-lezing is € 12,50, Artis-leden betalen € 5,-. Koop uw toegangsbewijs online of in de voorverkoop aan de Artis-kassa.

Zie ook www.artis.nl.

Kasteel Groeneveld weer open, met boek en tentoonstelling.

Gisteren werd het eerste exemplaar van het nieuwe boek Kasteel Groeneveld buitenplaats voor stad en land overhandigd aan Chris Kalden, directeur Staatsbosbeheer. Een mooi dik boek, gepresenteerd in het verbouwde kasteel Groeneveld. Kasteel Groeneveld is een ensemble volgens Kalden, van triple E gehalte. Inderdaad E en niet triple A, het is de E van Ensemble. De officiële opening van kasteel Groeneveld vindt overigens pas plaats op zondag 16 september, maar vanaf 3 juli kunt u alweer in het huis terecht.


Kasteel Groeneveld (1763), H. Stoopendaal.


Behangsel in de Grote Zaal, met Jan Lucas van der Dussen.
Met het boek is eindelijk de vraag wie de vleugels aan Groeneveld liet bouwen definitief beantwoord. In het familie-archief Van der Dussen in het archief van de Hoge Raad van Adel in Den Haag heeft Heimerick Tromp de details kunnen vinden. In 1755 koopt Jan Lucas van der Dussen (1724-1773) Groeneveld. Hij gaat dit bewonen met zijn broer Bruno (1714-1760) en diens vrouw Maria Johanna Schuyt (1721-1798). De twee broers besluiten samen de grote verbouwing te laten uitvoeren en te betalen. De eerste posten dateren van november 1758, de laatste uit de loop van 1760. Alle details, namen van betrokken personen en de kosten zijn te vinden in het boek. Meer over het boek in onze meest recente nieuwsbrief of op de site van Groeneveld.

Ook is nu de tentoonstelling Amsterdammers en hun buitenplaatsen gestart. Deze tentoonstelling kwam tot stand in nauwe samenwerking met het Oudheidkundig Genootschap Niftarlake die in 2012 haar 100-jarig bestaan viert. Tentoonstelling, boek, huis, tuin, park en Grand Café, een mooie mix en redenen om weer even een bezoek te brengen. JH


Tentoonstelling Amsterdammers en hun buitenplaatsen.  Foto: Jan Holwerda.

Buitenverblijf Landrust te Bloemendaal, door Lameer (1859).


Het buitenverblijf Landrust, te Bloemendaal door Lameer, 1859.

Op zoek naar een bestemming, dus te koop, stuurden de erven mij een foto van een schilderij van Landrust te Bloemendaal. Het etiket op de achterzijde vermeldt: Het buiten verblijf Landrust, Kleverlaan te Bloemendaal door den kunstschilder Lameer, 1859. Klik op de foto voor een grotere weergave, het is mooi, ietwat primitief, bijna ‘lief’!!

RKD heeft enkel Johannes Melis Lameer (1848-1901) in haar database. De achternaam klopt, maar het jaartal 1859 past niet echt. En wat Landrust betreft, in de beeldbank van Noord-Hollands Archief is een aantal foto’s van een Landrust, Kleverlaan, Bloemendaal: Het huis Landrust van de bloembollenhandelaar C.H. Kramer. Het huis met aanhorigheden werd in jan./feb. 1954 gesloopt.  JH


Landrust (1953, Bloemendaal).


Landrust (1859, Bloemendaal).

Exemplaren in Nederland gevraagd.


Camellia japonica en Magnolia macrophylla

Mijn belangstelling gaat op dit moment uit naar twee prachtige tuinplanten, de Camellia japonica (links) en de Magnolia macrophylla (rechts). Beide afbeeldingen hierboven zijn van de hand van P. J. Redouté.

Mijn biohistorische achtergrond heeft mij dichtbij deze planten gebracht. Ik weet nu van alles over Linnaeus en zijn beschrijving, de oorspronkelijke groeiplaatsen, introductie en planthunters, gebruik en betekenis etc., maar waar ik nog naar op zoek ben zijn groeiplaatsen van exemplaren in Nederland, van ik hoop toch minstens honderd jaar oude exemplaren. Waar kunnen mensen deze bomen bewonderen? Op buitenplaatsen, in botanische tuinen en / of in kloostertuinen zou je zeggen. Ken je mooie en vooral oude exemplaren, wil je dan de reactieknop indrukken en die aan me melden?  CO

Informatiepunt Slingertuinen tot 30 juli 2012 verlengd.


Boerderij Hermans Dijkstra (Midwolda)

U heeft nog tot 30 juli 2012 de kans om het Informatiepunt Slingertuinen te bezoeken. U vindt bij ons een bescheiden maar interessante tentoonstelling over slingertuinen en een breed assortiment informatiemateriaal over slingertuinen en Groningse boerderijen. De boeken, tijdschriften en documentaire liggen voor u klaar.
De Slingertuinenroute voor fiets en auto voert u langs de (verborgen) mooiste slingertuinen van Groningen met onderweg ruimte voor tuinbezoek en aandacht voor de leukste koffiestops en kwekerijen. Vanuit Informatiepunt Slingertuinen kunt u starten met de fiets/ en autoroutes, fietsroutes (12 & 30 km) en autoroute (88 km). De routekaart is gratis verkrijgbaar bij onder andere het Informatiepunt Slingertuinen. Laat u ieder seizoen opnieuw verrassen door de slingertuinen!

Download de routekaart hier.

Informatiepunt Slingertuinen Huninga’s Heem
Huningaweg 7,
9682 PA Oostwold.
diet.faber@huningasheem.nl

De kaart is gratis verkrijgbaar bij:
Tuingoed Foltz, Hereweg 346, 9651 AT Meeden
Tuinfleur, Nieuweweg 34, 9682 RM Oostwold
Oude Remise, Oudezijl 1, 9693 PA Nieuweschans
Blauwestadhoeve, Hoofdweg 156, 9681 AL Midwolda
Hermans Dijkstra, R. Abdenaweg 1, 9681 BC Midwolda

Nadere informatie over de routekaart: stienekevanderwal@kpnmail.nl.

De Romeinse brug bij kasteel Westhove.


De Romeinse Brug bij kasteel Westhove in 2012 (Oostkapelle).

Mogelijk herinneren velen die uitspraak van Bassie tegen Adriaan: Ik snap het wel, maar ik begrijp het niet! Nou, ik snap en begrijp het wel, maar toch… Als het 1x ingestort, 1x opgeblazen, en opnieuw verzakt en gescheurd is, en als het meer dan 120.000 euro heeft gekost, tja dan wil je dat het nu eens tot de eeuwigheid zal staan. Waar heb ik het over? Over de Romeinse Brug van Westhove (Oostkapelle).


De Romeinse brug bij kasteel Westhove (groot)
Bron: boswachtersaanzee.wordpress.com

Rond 1800 zal de grote landschappelijke waterpartij ten noorden van kasteel Westhove zijn aangelegd. In dezelfde periode moet ook een quasi-antieke en ruïneuze brug (een folly) zijn gebouwd (bouwjaar 1810 of net ervoor wordt het meest genoemd; Wim M. zegt tussen 1796-1807). Het is de brug die later de Romeinse brug ging heten. Kort na het gereedkomen stortte de brug al in, vervolgens werd zij opnieuw opgebouwd. Eind 1944 bliezen zich terugtrekkende Duitse troepen de brug op. Na de oorlog verzamelde de toenmalige boswachter Schoe de restanten en in 1961 herbouwde hij de brug. Latere verzakkingen, scheurvorming e.d. maakte een nieuwe ingreep noodzakelijk.


De Romeinse Brug bij kasteel Westhove in 2009 (Oostkapelle).

31 mei is de reconstructie officieel heropend. Een en ander lezend en foto’s gezien hebbend, kun je zeggen: met recht een folly, maar wel een uit 2011/12. Funderingspalen tot 5,5 meter diep, een betonnen fundering, nieuwe bakstenen voor de binnenmuren, de boog van de duiker en onder de waterlijn, een betonnen brugdek en tot slot t.b.v. de quasi-antieke uitstraling een bekleding met de oude stenen. Zo de brug staat! Zie ook de fotoserie van P.C. van der Klis (halverwege de pagina beginnen, bij 1) De oude situatie, en omhoog gaan).

Er wordt gesuggereerd dat de benaming Romeinse brug niet zozeer te maken heeft met de quasi-Romeinse bouwwijze, maar met de uit de Romeinse tijd afkomstige bouwmaterialen. Een andere verklaring zegt: hoogstwaarschijnlijk bood de eerste brug plaats aan een Romeinse sculptuur van de godin Nehalennia… In een verder nogal onduidelijke brief uit 1867 wordt melding gemaakt van een Nehalenniasteen in de brug.

Twee werken uit 1845 geven inderdaad aan dat er sprake was van een Nehalenniasteen in de brug:
– In Nieuwe werken van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Deel 2, uit 1845 valt te lezen: ‘De [Nehalennia]steen die thans zeer geschonden is en de geheele regterzijde verloren heeft, is te Domburg ingemetseld in eene, op het laatst der vorige eeuw gemaakte brug, op de buitenplaats Westhove.’
– In De Romeinsche beelden en gedenksteenen van Zeeland, eveneens uit 1845, staat: ‘Dit monumentje [Nehalenniasteen] … is in eene moderne, rustieke brug van het kasteel Westhove bij Domburg, ingemetseld. Dat dezelve ook aan het strand te Domburg zal gevonden zijn, is met groote waarschijnlijkheid aan te nemen. Hoe en wanneer hij echter op Westhove gekomen is, bleef mij onbekend.’

Kleine details uit bovenstaande citaten: ‘op het laatst der vorige eeuw gemaakte brug’ (dus voor 1800?) en ‘eene moderne, rustieke brug’.  JH

Richtlijnen tuinhistorisch onderzoek

Afgelopen vrijdagmiddag reikte Rijksadviseur Cultureel Erfgoed mr. Wim Eggenkamp het eerste exemplaar van de Richtlijnen tuinhistorisch onderzoek uit aan IPO-portefeuillehouder en gedeputeerde van Noord-Holland Elvira Sweet. De digitale versie kunt u downloaden: klik hier.

Meer achtergronden en de mogelijkheid tot bestelling van een gedrukte versie kunt op de website van de RCE vinden: klik hier.  JH