CASCAD-E-NIEUWSBRIEF 38 ZOMER 2013

Website: www.cascade1987.nl

INHOUD
  1. Inleiding: medewerking / aandacht / actie van donateurs gevraagd
  2. Nieuws / mededelingen bestuur
  3. Interactief / Actie
  4. Eerste kennismaking met…
  5. Recent verschenen en binnenkort te verschijnen publicaties
  6. Exposities en presentaties
  7. Agenda
  8. Buitenland

1. Inleiding: medewerking / aandacht / actie van donateurs gevraagd


Zie punt 2 en punt 8 voor aan te leveren suggesties.


2. Nieuws / mededelingen bestuur


Is de definitie van ‘beschermd monument’ veranderd of aangevuld of nooit eerder vastgelegd?
Er is een omwenteling gaande in erfgoedland. Zie de weblog van 5 april 2013.
Het lijkt er op dat er een ander idee post vat over het begrip erfgoed en dus een andere waardering en selectie van erfgoed.
20 maart jl. stond in de Volkskrant te lezen dat de voorwaarde voor aanwijzing tot rijksmonument door RCE (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) was aangescherpt (o.a. de leeftijd van een monument van minimaal 50 jaar is komen te vervallen). En diezelfde dag las ik ook dat “het idee achter een rijksmonument is: het onmiskenbaar belang voor het aanzicht en de geschiedenis van Nederland”. Het begrip ‘aflezen van de geschiedenis aan een monument’ krijgt nu dus grote nadruk. 
Een monument moet dus typerend zijn voor het aanzicht en de geschiedenis van Nederland, d.w.z. kenmerken die karakteristiek zijn voor het aanzicht en typerend zijn voor de geschiedenis van Nederland bepalen de monumentenstatus.
Zijn er nu dan al voorbeelden van toekomstige monumenten door ons aan te dragen?
Cascade zou over een toekomstige selectie van monumenten tussen 1965 en heden nu dus al na kunnen denken. En de vraag is of we dan met selectiecriteria gaan werken en of die anders zijn voor de periode 1965 tot heden, dan voor eerdere periodes?
De groene voordrachten van 1959-1965 zijn al bekend en zijn hieronder opgenomen.
Misschien is het aardig om aan de komende periode (1965 tot heden) nu al aandacht te gaan besteden, mogelijk in de vorm van een symposium of platform-discussie (met wel of niet van te voren gedefinieerde selectiecriteria in samenspraak met RCE).
De voordracht voor nieuwe monumenten uit de periode 1959-1965 is 21 maart jl. bekend gemaakt. Hiertoe horen de volgende groene monumenten: Gijsbrecht van Amstelpark Amsterdam (Wim Boer); Tuinen van Mien Ruys Dedemsvaart (Mien Ruys); Beeldentuin Kröller Müller Otterlo (Jan P. T. Bijhouwer); Thalenpark Drachten (Hein Otto); en de begraafplaatsen: Amerikaanse begraafplaats Margraten te Margraten (Clarcke, Rupuano en Halleran uit New York); Gemeentelijke begraafplaats Norelbos Epe Gld.(Wim Boer); Zuiderhof Begraafplaats Hilversum (W. M. Dudok). De keus komt nogal willekeurig over, maar er is goed over nagedacht. Op de genoemde weblog werd al gemeld dat recreatieparken missen, die toch voor die periode zo karakteristiek zijn. Interessant om verder over na te denken.
Meer weten? Bekijk de projecten stuk voor stuk op internet of via de TUiN Database Bibliotheek WUR.


3. Interactief / Acties

De database TUINPAD, bevattende publicaties op het gebied van de geschiedenis van tuin- en landschapsarchitectuur in Nederland, is weer beschikbaar. Zie ook weblog van 16 mei 2013. Als je dus snel wilt weten wat in de bibliotheek van Wageningen al aan literatuur is verzameld over dit onderwerp in de afgelopen maanden, dan typ je eenvoudig het jaartal 2013 in de vraagbalk in, of 2013 gevolgd door een trefwoord, en je vindt de publicaties (boeken en tijdschriftartikelen) die tot dan toe zijn ingevoerd. Punt 5 van de Cascade-Nieuwsbrief (publicaties) werd in 2004 in de Nieuwsbrief opgenomen omdat TUINPAD niet meer werd bijgehouden, maar dat is nu dus voorbij.

TUINPAD en punt 5 van de Nieuwsbrief zullen vanaf de volgende Nieuwsbrief (21 september 2013) elkaar gaan aanvullen.


4. Eerste kennismaking met…Jacobus Kornelis Dominicus (4)

* Wemeldinge 1 augustus 1870 - † Schiedam 12 november 1953

Levensloop
Jacobus Kornelis Dominicus was een Zeeuw van geboorte, maar woonde het grootste deel van zijn leven in Schiedam. Zijn vader Kornelis was afkomstig uit Wemeldinge en zijn moeder Catharina Rottier kwam uit Borssele. In 1898 kwam Jacobus in dienst van de gemeente Schiedam als opzichter van de plantsoenen. Daar ontmoette hij zijn toekomstige vrouw Adriana Johanna Martina Gabel, die in 1872 in deze stad was geboren en met wie hij in 1900 trouwde. In augustus 1911 wordt hij ook als opzichter van het Grondbedrijf (adres Korte Haven 33) genoemd en in september 1911 hoofdopzichter der plantsoenen. Waarschijnlijk waren deze laatste twee functies in één verenigd.
Schiedam stond in 1909 bekend als eerste gemeente in Nederland die arbeiderstuinen uitgaf, bij het Sterrebos. Deze tuinen waren in eerste instantie bedoeld voor arbeiders, maar al gauw werden deze tuinen ook zeer geapprecieerd door de gegoede stand. De laatste bewerkte deze lapjes grond vooral als siertuinen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog wierp Dominicus zich op als secretaris van de commissie ter bevordering van de productie van voedingsmiddelen. In dit verband had hij ook een korte brochure geschreven, getiteld De hand aan de ploeg: een opwekking tot medewerking aan de productievermeerdering van voedingsmiddelen. Dit geschrift bevatte “talrijke behartenswaardige wenken en raadgevingen voor hen die wenschen mede te werken de voedselvoorziening (het vraagstuk van de dag) te bevorderen”.
In 1918 was Dominicus secretaris van de gemeentelijke Landbouwcommissie. Dit werk hield ook weer verband met de arbeiderstuinen.
In 1916 treedt Dominicus op als bestuurslid van de Vereniging van deskundige hoofden van gemeente-beplantingen, samen met voorzitter P. Westbroek (Den Haag) en secretaris-penningmeester J. J. Denier van der Gon (Utrecht). Kortom hij was een gewaardeerde persoonlijkheid. Deze functie bracht hem in Nederland buiten de grenzen van Schiedam.
14 februari 1923 was Dominicus 25 jaar in dienst van de gemeente Schiedam en 23 februari van dat zelfde jaar staat in de Schiedammer Courant een dankbetuiging te lezen vanwege het besluit van zijn titelwijziging in tuinarchitect. Dat was een jaar na de oprichting van de Bond van Nederlandse Tuinarchitecten (BNT) en waarschijnlijk werd alleen deze titel al op dat moment als bevordering gezien.
Op 15 februari 1936 wordt Dominicus gepensioneerd. Het afscheid werd groots gevierd in een van de kassen van de gemeente-kwekerij.
Dominicus staat bekend als een deskundig tuinarchitect, groot plantenkenner en ontwerper van het Sterrebos, het Volkspark en het Julianapark, alle in Schiedam. Ook heeft hij zijn sporen verdiend als bestuurslid van de Hoofden van Plantsoenen, van de Vereniging Schiedam-West en als tekenaar van de plattegrond van Schiedam (1900), i.o.v. de vereniging Schiedam Vooruit.

Opdrachten
Het Sterrebos (1908) was Diominicus’ eerste grote opdracht. Het was bedoeld als recreatiegebied. De wegen werden beplant met 4 rijen bomen en daartussen vakken met kreupelhout. Ook werden daarin stukken land opgenomen, die aanvankelijk voor landbouw bestemd werden en later tot de bekende Schiedamse arbeiders- en familietuinen werden omgevormd. Met dit project heeft hij nationaal bekendheid gekregen en de arbeiderstuintjes hebben tijdens de Eerste Wereldoorlog zeer goed gefunctioneerd.

In 1914 wordt 14 hectare van het Sterrebos in erfpacht uitgegeven aan de voormalige scheepsbouw-maatschappij Nieuwe Waterweg. Ter compensatie van het ‘verlies’ van het stuk Sterrebos wordt met de grond die vrijkomt met de aanleg van de Wilhelminahaven het Volkspark opgespoten op het gebied West-Frankeland. Uiteindelijk wordt het Volkspark 18 hectare groot. De opening van het Volkspark vindt plaats in 1916. Het park als volkspark was een voorbeeld voor het Amsterdamse Bos, met zonnige speel- en ligweiden, schaduwrijke wandelwegen en wandelpaden en zeer geschikt voor actieve (sport)recreatie. In 1950 is het park verkocht aan Wilton-Feijenoord en ter compensatie kwamen het Beatrixpark, de Maasboulevard en tuinencomplex Vijfsluizen daarvoor in de plaats.

Ook het Julianapark werd in 1914 ontworpen en aangelegd door J. K. Dominicus. Het was een werkverschaffingsproject. Een fraaie aanleg, met heuvel en koepel en schitterende beplanting, een echt gardenesk en gemengd sierpark met veel waterpartijen en watervogels. Volgens J. J. Schippers door de Schiedammers destijds als mooiste park beoordeeld. Het park werd gefaseerd aangelegd en werd in 1929 feestelijk geopend.

Andere sporen van het werk van Dominicus zijn onder meer de veranderingen die hij heeft aangebracht in 1899 aan De Plantage, een ontwerp van J. D. Zocher jr. uit 1825. Hij wijzigde de in- en uitgangen van De Plantage en de omgeving van de muziektent. Ook stelde hij om verkeerstechnische redenen een doorbraak voor van de Lange Nieuwstraat naar de Tuinlaan, waardoor de kop van de Plantage van de rest van het park werd afgesneden.

Bronnen
Onze tuinen 17 (1923) nr. 33, p. 576-577.
Het Sterrebosch te Schiedam 25 jaar, Schiedam, 1934, p. 7.
Bibliotheek WUR Databank TUiN, zie 01.2369.
Digitale krantenarchief Schiedamse kranten.
Internet: onder Dominicus, Sterrebos, Volkspark en Julianapark.

Zie ook op de Cascade website: Eerste kennismaking met... ; aldaar komen de aanvullingen en correcties, die wij graag van u ontvangen op mailadres nieuwsbrief@cascade1987.nl.


5. Recent verschenen en binnenkort te verschijnen publicaties




* Leo Goudzwaard, Loofbomen in Nederland en Vlaanderen. Herkenning en toepassing; meer dan 250 loofboomsoorten & hybriden; meer dan 1500 kleurenfoto's.
Zeist, 2013. ISBN 9789050114325. € 49,50. 432 p.

(overgenomen van de website www.golflengte.nl): Het boek beschrijft 268 verschillende boomsoorten en hybriden en 400 verschillende variëteiten en kenmerkt zich door de beschrijvingen van tal van boomgeslachten, waaronder alle bekende en minder bekende boomsoorten, zoals venkelhout (Sassafras albidum) en lederboom (Ptelea trifoliata). Herkenning, gebruik en ziektegevoeligheid komen aan bod, de geschiedenis van het boomgeslacht en de plaatsen waar bijzondere exemplaren van de soort te zien zijn. Het boek zet de nieuwe ontwikkelingen op een rijtje en is daarmee een doeltreffend handboek bij de keuze van gewenste en geschikte bomen. Het boek bevat ook een apart hoofdstuk over herfstkleuren: een kenmerk dat steeds meer van belang is bij het kiezen van bomen in een ontwerp. Het is geschreven voor zowel bomenliefhebbers als professionele groenadviseurs en beheerders, hoveniers, tuinontwerpers en studenten. Echt een aanwinst voor het werk.



* M. Daniels en R. H. M. van Immerseel (redactieleden). "Verhalen van Scherpenzeel".
Scherpenzeel, 2013. ISBN 9789081655804. € 28,00.

U kunt het boek bestellen via www.landgoedscherpenzeel.nl. Prijs € 28,00 (boek + portokosten), over te maken op rekening 5291997 t.n.v. Stichting Landgoed Scherpenzeel. Graag o.v.v. "Boek", en de naam en het adres van de besteller.

(overgenomen van de website van landgoed Scherpenzeel): Landgoed Scherpenzeel is een familiebezit van 1000 hectare in het zuiden van de Gelderse Vallei, gelegen tussen Utrecht en Arnhem. In 1793 kocht de voorvader van de huidige eigenaren de Heerlijkheid Scherpenzeel, herenhuis, bijgebouwen, molen, en zes boerderijen, en vier percelen land gelegen onder Scherpenzeel in Woudenberg.
Dit boek "Verhalen van Scherpenzeel" is een van de projecten van de Stichting Landgoed Scherpenzeel, het samenwerkingsverband van de huidige landgoedeigenaren. Betrokken bij het landgoedbeheer, groeide de nieuwsgierigheid naar ‘vroeger’ en rezen vragen als: Hoe kwam Johannes Sebastiaan van Naamen in 1793 eigenlijk aan zijn geld? Waarom werden al die lanen aangeplant? Hoe werd er gejaagd? Met welke motieven investeerden Herman en Benudine Royaards-van Naamen eind 19e eeuw in de landbouw? Hoe paste dat in de tijd van toen? Wat betekent dat voor het beheer van nu?
Voor deze bloemlezing zijn vier bijzondere auteurs gevonden. Zij waren bereid enkele thema’s te onderzoeken en te beschrijven. De negentiende eeuw heeft het accent gekregen, en de eigenaren van de voormalige Heerlijkheid Scherpenzeel spelen de hoofdrol.



* F. Vogelzang & R. Raven, Van wildernis tot oase: Landschapsgeschiedenis van landgoed Oostbroek bij De Bilt, Utrecht, 2013. ISBN 978 90 5345 456 5. Prijs: tot 10 oktober 2013 € 24,95 (daarna € 34,95).

(overgenomen van uitgeverij Matrijs): Landgoed Oostbroek ligt als een groene oase aan de rand van de stad Utrecht. Dagelijks vinden wandelaars en rustzoekers er hun weg naartoe. Het landgoed biedt een bijzondere afwisseling van natuur en landschap, fraaie wandelmogelijkheden, boomgaarden en een kruidentuin en – met een beetje geluk – reeën in de ochtendmist. Buiten razen de auto’s over de A28, maar hier is het wonderbaarlijk stil. Tien eeuwen wisselwerking van mens en natuur heeft zijn sporen achtergelaten in dit landschap. Dit boek, een landschapsbiografie of landschapsgeschiedenis, vertelt het levensverhaal van Oostbroek. De verschillende lagen van het landschap komen erdoor tot leven en voegen aan een bezoek aan landgoed Oostbroek een extra dimensie toe.



* Jan B. Wester, Tuinen en parken in Vollenhove. ISBN 978-90-6697-231-5. € 9, 95. 234 p.

(overgenomen van de website van de IJsselacademie): De stad Vollenhove is opmerkelijk rijk aan historisch groen. Tuinen en parken in Vollenhove biedt hiervan een prachtig overzicht. Na een algemene inleiding over de historische ontwikkeling van tuinstijlen neemt Jan Wester de lezer mee naar de tuinen van Marxveld, park Oldruitenborgh en tuin en park van landgoed De Oldenhof. Hij beschrijft niet alleen de totstandkoming en ontwikkeling van deze complexen, maar ook de huidige situatie, zodat de tekst uitstekend geschikt is als wandelgids. Het boekje is voorzien van tal van schitterende illustraties en nodigt Vollenhovenaren en buitenstaanders uit het unieke groene erfgoed van de stad te (her-) ontdekken. Tuinen en parken is de zevende publicatie in de serie ‘Kunst en cultuur in Steenwijkerland’, een reeks die, breed toegankelijk en ruim geïllustreerd, de aandacht vestigt op het rijke culturele erfgoed van de gemeente Steenwijkerland.



* Mascha van Damme, Heren op het land, Zwolle, 2013. ISBN 978 94 91196 30 0. € 29,95. 208 p.

(overgenomen van Uitgeverij De Kunst / Waanders Uitgevers): De enorme groei van de Twentse textielindustrie tussen 1890 en 1920 stelde de gefortuneerde fabrikanten in staat om op grote schaal buitenplaatsen en landgoederen aan te leggen. Deze concentratie van fabrikantenbuitenplaatsen is bijzonder, typisch voor Twente, en zelfs uniek voor Nederland.
De aanleg van de landgoederen van textielfabrikanten heeft een ongekende invloed gehad op het Twentse landschap. Naast de bouw van grote buitenhuizen waren de fabrikanten namelijk ook verantwoordelijk voor de aanleg van prachtige tuinen en uitgestrekte bosgebieden.
Nog niet eerder is er een aparte uitgave over de (cultuur)historie van deze bijzondere landgoederen en buitenplaatsen verschenen. In het boek worden de vestigingsfactoren, de culturele achtergrond en de invloed op het Twentse landschap uitgelicht.



* Piet Oudolf en Noel Kingsbury, Plannen en Planten: Een Nieuw Perspectief, Zutphen, 2013. € 39,99.

(overgenomen van de website van Uitgeverij TerraLannoo): Het langverwachte boek van Piet Oudolf waarin hij zijn ontwerpen uitlegt en zijn werkwijze onthult is verschenen. Piet Oudolf's visionaire manier van werken heeft het werk van tuin- en landschapsontwerpers ingrijpend beïnvloed. Zijn tuinen en projecten zijn indrukwekkend om te zien, maar niet gemakkelijk te definiëren. Ze ogen rustig, maar bevatten veel verassingen. Ze lijken simpel, maar vereisen kennis om ze te kunnen aanleggen. En ze ogen intiem, maar zijn een onderdeel van het omringende landschap. Piet Oudolfs geraffineerde manier van beplanten is gebaseerd op jarenlange ervaring en uitgebreide kennis van de levenscyclus van planten. Aan de hand van originele beplantingsplannen van zijn meest prestigieuze projecten legt Piet Oudolf samen met Noel Kingsbury uit hoe hij te werk gaat en hoe zijn technieken zijn toe te passen in zowel bescheiden privé-tuinen als grootschalige projecten. Oudolfs en Kingsbury's kennis van planten en hun groeiwijze komt samen in de plantenlijst achter in het boek, waarin uitgebreide informatie staat over ruim 200 planten die door de jaren heen hun waarde en kracht hebben bewezen.Door de toegankelijke schrijfstijl en duidelijke uitleg van de technische aspecten is het boek Plannen en planten ook zeer geschikt voor de gewone tuinliefhebber. 'Zijn eigenzinnige aanpak maakt Piet Oudolf een van de meest gevraagde tuin-landschapsontwerpers ter wereld'



* Gert Bayens en Joop Mourik, Lezen in het duin, Zeist, 2013. ISBN 978 90 5011 367 0. € 29, 95.

(overgenomen van de website van Uitgeverij KNNV): Wie het kustgebied tussen Haarlem en Noordwijk doorkruist, treft een landschap vol verrassingen. Oude en nieuwe duinen, eeuwenoude strandwallen, statige beukenbossen en uitgestrekte zandvlaktes met bollenvelden omgeven door oude wegen en vaarten. Dit is het gebied van de Amsterdamse Waterleidingduinen en de Bollenstreek.
Een toevallige wandelaar zal er wellicht overheen zien. Maar wie iets weet van het verleden, zal al snel ontdekken hoe het landschap van nu het vroegere landgebruik weerspiegelt. Lezen in het duin beschrijft op een boeiende manier de geschiedenis van het duinlandschap in relatie tot mens en natuur. De fraaie landgoederen hebben we grotendeels te danken aan de rijkdom van de Gouden Eeuw. Rijke kooplieden kochten boerenhofsteden aan de duinrand om ze te verbouwen tot ware paleisjes. Tussen de landgoederen in lagen ook toen al gevarieerde akkers en bollenvelden.
Lezen in het duin inspireert om buiten als een detective rond te snuffelen en binnen op internet, op zoek naar nog meer anekdotes, oude kaarten en ander documentatiemateriaal. Allerlei veldtekens brengen ons op het spoor van het rijke verleden. Tegelijk duiken de uitdagingen voor de toekomst op met landschapsveranderingen, duindynamiek en zeespiegelstijging.



* Arinda van der Does, Johannes Montsche & Harmen de Vries. Reeks voor de tuingeschiedenis (Bureau TuinTerTijd), nr. II (2013). ISBN 978-90-820550-0-9. € 13,25 (excl. verzendkosten).

Zie voor nr. I de aankondiging in de vorige Cascade-Nieuwsbrief nr. 37.
(overgenomen van de Cascade weblog van 22 april): In deze uitgave wordt een nog niet eerder gepubliceerd tuinontwerp besproken en toegeschreven aan Johannes Montsche (1734-1799). Het ontwerp was vrijwel zeker bedoeld voor het buiten Landskroon in Weesp.
Voor de buitenplaats Landskroon werd in 1798 een bestek van grondwerken vervaardigd, in opdracht van Hans Hendrik van Haersma (1760-1825), wat bewaard is gebleven. Prachtig en uniek materiaal!
Ook hieraan wordt in deze uitgave aandacht besteed; het bestek bevat niet alleen zeer waardevolle gegevens omtrent Montsche, maar tevens zeer interessante informatie over de uitvoering en werk- en taakverdeling bij het aanleggen van een tuin aan het eind van de achttiende eeuw. Er blijkt een samenwerking met Harmen de Vries (1753-1837). Van deze, tot heden onbekende, (tuin)architect zijn vier ontwerptekeningen bewaard gebleven, waarvan drie bedoeld zijn voor de aanleg van enkele buitens, waaronder een eveneens voor Landskroon in Weesp. Deze ontwerpen, die nog niet eerder werden gepubliceerd, worden in deze publicatie besproken.
Ook heeft De Vries of zijn zoon Pieter (1784-1860), die ook als architect en landmeter werkzaam was, bemoeienis gehad met de buitens Hey-lust, Hilverbeek en Spiegel-Rust, in ’s-Graveland, Beek en Hoff aan het Gein (Abcoude) en Zwaanwyck in Nigtevecht.



* Jaap Evert Abrahamse, Menne Kosian, Erik Schmitz (red.), Atlas Amstelland: biografie van een landschap, Amsterdam, 2012. ISBN 978-90-6868-606-7. € 34,50. 144 p.

(overgenomen van de website van de uitgever Thoth):
De Atlas presenteert de geschiedenis van Amstelland in een reeks nieuw getekende kaarten, gebaseerd op de resultaten van recent onderzoek. Daarop is te zien hoe dit landschap zich ontwikkelde van veenwildernis tot geliefd groengebied aan de rand van Amsterdam.
Het veenmoeras aan de rand van de bewoonde wereld werd ontgonnen vanaf de elfde eeuw. Een deel van de Amstel werd gegraven om water uit het veen af te voeren. In de dertiende eeuw kwam een nieuwe macht op: Amsterdam. Het stadje bij de dam in de Amstel groeide in de Gouden Eeuw uit tot een van de grootste metropolen van Europa.
De nabijheid van de stad veroorzaakte grote veranderingen in Amstelland. Veel land veranderde door turfwinning in water en werd vervolgens drooggemaakt. Het laagliggende veen kon onder water worden gezet ter verdediging van Amsterdam. In de loop der eeuwen raakten stad en land steeds meer met elkaar vergroeid. De laatste zestig jaar zijn grote delen van Amstelland volgebouwd. Deze rijk geïllustreerde atlas laat zien dat het landelijk gebied niet te begrijpen is zonder kennis van de stad, en andersom.


* Jaap Verschoor (eindredactie), Groenendaal: van buitenplaats tot wandelbos, Heemstede (Historische Vereniging Heemstede-Bennbroek), 2013. ISBN 978-90-70712-00-6. €24,95. 240 p.
Ook bestellen via de website www.hv-hb.nl is mogelijk.

Zie voor de inhoud Cascade-weblog van 1 juni 2013.

En dan nu, nadat ik op de weblog van 25 april jl. nog eens heb genoemd welke tijdschriften voor Cascade-vrienden mogelijk interessante artikelen kunnen opleveren, de volgende tien tijdschriftartikelen (vanaf januari 2013): 
 
Tijdschriftartikelen:

* Ronald van Immerseel, Buitenplaats Roverestein, Arcadië 5 (2013) nr. 1, p. 6-11.

* Prof. Dr. Yme Kuiper, De hofstede: ‘tot vermaek en voordeel aegeleyt’: beelden van de Nederlandse buitenplaats vanaf de zeventiende eeuw, Arcadië 5 (2013) nr. 1, p. 14-19.

* H. Zijlstra, Jeruzalem Amsterdam: restaureren versus renoveren, Bulletin K.N.O.B 112 (2013) nr. 1. p. 34-50. [Jeruzalem is naoorlogse nieuwbouwwijk in Tuindorp Frankendael. [Corn. van Eesteren en Jacoba Mulder, stedenbouwkundigen, waren verantwoordelijk voor de open verkaveling met L-vormige bouwblokken en daarbinnen gelegen groene hoven; Mien Ruys was de ontwerper van het groen. Het Darwinplantsoen van Hans Warnau, ook in die tijd in dienst van Van Eesteren valt hier buiten].

* Mieke Walda en Paul Meurs, De Leidse singels, Groen 69 (2013) nr. 5, p. 6-10.

* Sylvia Tuinder, Beheer funerair erfgoed: lange adem nodig van betrokken burgers, Groen 69 (2013) nr. 5, p. 32-35.

* Yvonne van Mil, Planvorming en stadsuitbreiding in de 19e eeuw nader bekeken en vergeleken, Historisch Geografisch Tijdschrift 31 (2013) nr.1, p. 21-34.

* Joanneke Smalbroek, Mooi(in ‘t) holt. De bosgeschiedenis van nationaal Landschap Winterswijk, Historisch Geografisch Tijdschrift 31 (2013) nr.1, p. 35-50.

* Anita Blom, De waarde van Wederopbouw. Dertig naoorlogse gebieden van nationaal belang, Historisch Geografisch Tijdschrift 30 (2012) nr.2, p. 124-134.

* Henk Hoogeveen, Landhuizen op maat.: het architectenbureau Van Nieukerken en hun kasteelachtige landhuisontwerpen, Kasteel Katern 15 (2013) nr. 41, p. 7-11.

* De tijdschriften Porte Folly, De Tuinbaas en Tuinjournaal bevatten aardige korte artikelen maar worden toch van te weinig wetenschappelijke of nieuws-waarde geacht om hieronder te vermelden. De Tuinbaas 11 (2013) nr. 36 is overigens een ‘berceau-special’. De tijdschriften Arbor Vitae, Bomennieuws, Saillant, en Terebinth zijn niet in de Bibliotheek WUR aanwezig. Wie gooit ze weg en wil ze aan mij doorsturen?


6. Exposities en presentaties

Zie ook de rechter kolom van onze eigen Cascade-website, onder AGENDA.

* Bloemenpaleis Het Loo. t/m 15 september 2013. Paleis het Loo. Amersfoortseweg, Apeldoorn.
(overgenomen van de website van Museum Pasleis Het Loo): De tentoonstelling ‘Bloemenpaleis Het Loo’ belicht de rol van geurende bloemen en planten aan het hof. In samenwerking met de Vereniging Botanisch Kunstenaars Nederland (VBKN) worden botanische illustraties van ruim 25 tekenaars getoond, waaronder van Janneke Brinkman-Salentijn en Anita Walsmit Sachs. Het werk toont bloemen en planten die vroeger geliefd waren aan het hof vanwege hun geur en kleur. Ook zijn er geurobjecten te zien, zoals een zilveren potpourri schaal uit de tijd van koningin Mary Stuart (1662-1694), fraaie parfumbranders, bloemenvazen en kostbare parfumflesjes. Het onlangs verworven schilderij ‘Violen’, vervaardigd door koningin Wilhelmina, zal hier voor het eerst aan het publiek worden getoond. De belangrijkste bloemenelementen van parfum, pomander, reukwater en potpourri worden toegelicht en bezoekers kunnen hun neus testen op de belangrijkste ingrediënten van parfums en pomanders van de 17de en 18de eeuw.
Zie ook www.paleishetloo.nl.

* Schot in de roos. Over rozen, 200 jaar Koninkrijk der Nederlanden en de Groote Rozententoonstelling van 1913. t/m 21 september 2013. Boomkwekerijmuseum Rijerskoop 54, Boskoop. Di. t/m za. 10.00 u. tot 16.00 u.
(overgenomen van de website De Boomkwekerij): De eerste ‘Groote Rozententoonstelling’ werd in 1913 gehouden, ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van het Koninkrijk der Nederlanden. Dit jaar bestaat het Koninkrijk dus 200 jaar.
In het museum is onder andere aandacht voor de geschiedenis van de roos, en voor het teelttraject van rozenbottel tot bloeiende struik. Rondom het museum zijn veel bijzondere rozensoorten te bewonderen. Op informatiezuilen wordt de binding van het Koninklijk Huis met Boskoop, in de afgelopen 200 jaar, getoond.
Zie ook www.boomkwekerijmuseum.nl.




* Middachten in beeld. t/m 15 september 2013. Kasteel Middachten. Landgoed Middachten 3, De Steeg. ma. t/m do. en zo. 10.30 u. /16.30 u.
(overgenomen van de website van Kasteel Middachten): Deze zomer zijn in de oranjerie en kasteel foto´s te zien die een prachtig beeld geven van het leven van de bewoners van Middachten en de wereld waarin zij zich bewogen. Niet alleen interieur van kasteel en tuin zijn te zien, maar ook portretten en de persoonlijke belangstelling voor bijvoorbeeld paarden en water. De komst van de fotografie. Vanaf ca. 1840 verschenen er voor het eerst foto’s van gebouwen, stadsgezichten, tuinen en landschappen. Ook op Middachten werd gefotografeerd. Hierdoor is het mogelijk met behulp van foto’s de ontwikkeling van de tuinarchitectuur vanaf de landschapsstijl van de 19de eeuw via de neobarok naar de huidige tijd te volgen.
Zie ook www.middachten.nl.

* Duivenvoorde en Oranje. t/m 19 oktober 2013. Kasteel Duivenvoorde. Laan van Duivenvoorde 4, Voorschoten. di t/m za. 14.00 en 15.30 rondleiding met gids.
(overgenomen van de website van Kasteel Duivenvoorde): De bewoners van het kasteel - de adellijke families Van Wassenaer, Steengracht en Schimmelpenninck van der Oye - zijn altijd nauw verbonden geweest met het Huis van Oranje-Nassau. Ze vochten aan de zijde van Willem van Oranje, vervulden hoge ambten in de jonge Republiek of waren kamerheer of hofdame van koning of koningin. Dat laat sporen na. Van Oranjesymboliek op portretten tot koninklijke huwelijksgeschenken. Van mooie hofjaponnen tot Oranjeporselein. Van archiefstukken tot foto’s van ontmoetingen met de koninklijke familie. Tastbare herinneringen aan een eeuwenoude band. Niet eerder getoonde objecten uit de collectie van Duivenvoorde zullen op deze tentoonstelling te zien zijn.
Zie ook www.kasteelduivenvoorde.nl.


7. Agenda

* 21 september 2013 Cascade najaarsexcursie.
* 21 november 2013 Cascade Mini-symposium.
* 12 april 2014 Cascade Ronde Tafel Conferentie.

(zie ook de AGENDA in de rechter kolom op de Cascade-website)


8. Buitenland



André Le Nôtre is 400 jaar geleden geboren. Chateau Versailles heeft een zeer uitgebreid programma ontwikkeld om dit feit te vieren. Te veel om hier allemaal te vermelden, dus ga er rustig voor zitten, om eens te zien hoe Versailles dit heuglijke feit herdenkt. Zie en.chateauversailles.fr.
Drie zomertentoonstellingen staan op ons te wachten. En de grote Le Nôtre tentoonstelling vindt plaats vanaf komend najaar (22 oktober 2013 t/m 24 februari 2014). Eerst maar eens zien wat de zomer ons brengt. En als er iemand langs gaat, is de vraag: is het ook mogelijk een klein verslagje of een boeken-attendering opgestuurd te krijgen voor de volgende Nieuwsbrief?

Colofon

CASCAD-E-NIEUWSBRIEF is een uitgave van stichting Tuinhistorisch Genootschap Cascade
Eindredactie: Carla Oldenburger
Technische vormgeving: Jan Holwerda

Sluitingsdatum kopij volgende Cascad-E-Nieuwsbrief: 15 september 2013
Bijdragen, opmerkingen, vragen etc. kunt u emailen naar nieuwsbrief@cascade1987.nl


Kopfoto: uitsnede ontwerp Eyckenstein (Maartensdijk), L.A. Springer (1881), bron Bibliotheek WUR, Speciale Collecties