Titelplaat uit Philip Miller, Maandelijksche tuin-oefeningen, Amsterdam 1804, door Jacob Smies en C. Brouwer.
Dat buitenplaatseigenaren in bezit waren van tuinboeken is een open deur. Toch is het altijd weer bijzonder om van zo’n eigenaar een boekenlijstje met concrete titels tegen te komen. Daar word ik ieder keer weer blij van.
Zo was ik gisteren was in het Gelders Archief, op zoek naar een notariële akte betreffende de buitenplaats Lichtenbeek (Arnhem). De naam van de notaris, een jaartal en periode had ik al. Diagonaal lezend ging ik op zoek, m’n oog trok op een gegeven moment naar de naam Kruse en dan ga ik van diagonaal over op normaal lezen. Een Kruse bezat namelijk ooit Duno bij Doorwerth, en Duno daar heb ik wat mee. En jawel, de correcte Kruse werd genoemd: Johan Frederik Kruse (1764-1834). En ook de naam Duinoog werd genoemd. Dan gaat het leestempo natuurlijk omlaag, dit wil ik lezen. Het betrof de inventaris van de nalatenschap, met een sectie boeken.
De twee duurste boeken in het lijstje zijn: Van der Palm Bijbel twee en veertig gulden [dit zal zijn: Bijbel bevattende alle de boeken des Ouden en Nieuwen Verbonds van Johannes van der Palm] en Nieuwenhuis Woordenboek zesendertig gulden [dit zal zijn: het 8-delige, circa ca 8000 pagina dikke Algemeen woordenboek van kunsten en wetenschappen van Gerrit Nieuwenhuis].
Verderop volgen twee ’tuinboeken’.
Miller tuinoefeningen vijftig cent. Dit betreft Philip Miller, Maandelijksche tuin-oefeningen, waarschijnlijk de druk uit 1804, 1821 of 1829; 1e druk was in 1767 (de 1e Engelse druk in 1732?), zie digitaal. In die periode is de nieuwprijs overigens 1,80.
F.J. Bertruch, gartenmagasin zeven deelen en elf stukjes, eerste jaargang vijf en twintig gulden. Dit betreft Allgemeines Teutsches Garten-Magazin van de uitgever Friedrich Justin Bertuch. Deze uitgave verscheen in maandelijkse katernen, in 1804 startte de 1e 8 jaargangen, zie digitaal en digitaal. En in 1815 de 2e 8 jaargangen met tweemaandelijkse katernen onder Fortsetzung…, zie digitaal. Later volgde ook nog eens Neues Allgemeines Teutsches Garten-Magazin.
Jan Holwerda
Afb 17 uit deel 5 van Fortsetzung des Allgemeinen teutschen Garten-Magazin (1820)
Mijn editie van Miller, ‘Laatste druk 1829’ zegt de halftitel, heeft overigens onder de namen van de uitgevers (Amsterdam by de Erven H. Gartman, Vermandel en Schmidt, en W. Holtrop, 1829) in contemporaine inkt geschreven ‘Eschedé’ – is dat een verschrijving voor Enschede de plaats of Enschedé de Haarlemse uitgever? Of toch een eigenaarsnaam?
’t kan nog mooier: ene Adriaan Justus Eschedé was lid van de firma Joh.Enschedé & Zn.
Klinkt veelbelovend, ik speur eens verder….
Oh, maar ik zie dat dat toch werkelijk Enschedé was, en niet Eschedé – ik neem niet aan dat ie gewoonlijk zijn naam foutief schreef.