Gezicht op paleis Soestdijk (1815-1828), Cornelis de Kruyff (Bron: Rijksmuseum Amsterdam)
Koning Willem I liet blijkbaar onverwacht weten dat hij in mei 1818 het in 1815 geschonken Jagtslot Soestdijk wilde betrekken. Het corp-de-logis werd snel in bewoonbare staat gebracht en meer tijdelijke maatregelen waren blijkbaar nodig. Zo schreef de krant: ‘De stoep, welke provisioneel van hout gemaakt is, was met een tapijt belegd, en benevens het balcon met oranje-, laurier en olijf-boomen en eenige honderden bloeijende gewassen versierd. De vleugel waarvan de fundamenten van de eene zijde nog maar gelegd zijn, is door de zorg van den heer architect Zocher door eene menigte van dennen-boomen bedekt, even zeer als het groote waterwerk door denzelven in het park voltooid is, hetgeen alles een aangenaam gezigt op leverde.
Na de meerdere hoogdravende toespraken ‘deden HH. KK. HH. eene wandeling door het park, alwaar in den grooten vijver eene sloep met vijf roeijers in matrozen kostuum en met oranje sjerpen heen en weder roeiden.’
‘Na het diner reden HH. KK. HH. in een open caleche naar Baarn, om de huizen van Peking, Canton en de Eult, mede te hezigtigen. Des avonds had er eene algemeene illuminatie plaat. Bij den ingang van de Konings Laan regt over het kasteel zag men de decoratien van de Willems Orde en van den Nederlandsche Leeuw vereenigd. … Terwijl op de Soesterbrug een vreugde vuur van piktonnen gebrand werd.’
Jan Holwerda
Jan, je schreef: “Zo schreef de krant…”. Was dat in 1817 of 1818? Mij interesseert wel welke krant en welke datum van die krant. Dit ook in verband met het feit dat we weten dat Zocher (jr.) op 21 augustus 1817 werd benoemd tot architect van Soestdijk, als opvolger van zijn vader (overleden 15 mei 1817).
Nederlandsche staatscourant 26-05-1818