Detail van Fraeylemaborg (ca. 1781), achterste deel van het park.
Bron: Oude Hollandse Tuinen van Anna G. Bienfait (1943)
Fraeylemaborg wordt door Heimeric Tromp, in publicaties over vrijmetselarij en tuinkunst, genoemd als voorbeeld waarbij maçonnieke elementen in de plattegrond van tuin en park zijn te vinden. Sinds 1781 was Fraeylemaborg in eigendom van de vrijmetselaar J.H. de Sandra Veldtman (1756-1816).
Heimerick zegt: In een plattegrond van de Fraeylemaborg, die uit deze tijd dateert, zien wij in een van de bosquetten passer en winkelhaak, mogelijk met schietlood afgebeeld; daarnaast wordt de aanleg door een samenstel van verschillende driehoeken gedragen. De rechthoek in het andere bosquet kan verwijzen naar vorm van de loge; het langwerpig vierkant met een punt als symbool van de loge. Ook de grote lanen kunnen als passerlanen worden opgevat.
De bosquetten bevinden zich in het achterste deel van het park/bos. Het is een kaart uit Oude Hollandse Tuinen van Anna G. Bienfait waarin het bovenstaande herkend is.
Toen ik op zoek was naar wat inhoud voor de voorgaande weblogs over Fraeylemaborg (24 maart en 26 maart), kwam ik de vermelding van de relatie vrijmetselarij en Fraeylemaborg ook veel tegen. En ook de weergave van maçonnieke elementen in een plattegrond. In het deel van het park waar Heimerick over passerpunten spreekt, herkent Cees de Vriesch ook nog de Winkelhaak, het Alziend Oog en de Vlammende Ster (zie wikipedia.nl).
Nog even voor de duidelijkheid, de bosquetten waarover Heimerick spreekt liggen in het achterste deel van de onderstaande vogelvlucht (reconstructie door Anco Wigboldus, uit 1938) en zijn in deze vogelvlucht niet herkenbaar (of niet herkend) als maçonnieke elementen. JH
Vogelvlucht Fraeylemaborg door Anco Wigboldus, maçonnieke elementen door Cees de Vriesch
Bron: wikipedia.nl
“Ook de grote lanen kunnen als passerlanen worden opgevat.” <- dit zijn toch de gele lanen die De Vriesch aangeeft?
Over bovenstaande zichtlanen, deze komen ook voor op de Havenzathe Oosterbroek. Deze was van Tonco Modderman (zie wikipedia), vrijmetselaar van het eerste uur, en bewoner van oosterbroek. Ook hij veranderde de tuin, net als Hendrik de Sandra Veldtman.
Het klopt dat een pentagram de basis vormt voor de Vlammende Ster, maar uit een pentagram kan geen passer en winkelhaak worden herleid. Een regelmatig pentagram bestaat uit een vijfhoek plus vijf driehoeken. De driehoeken hebben basishoeken van 72 graden en een tophoek van 36 graden (dit volgens de gulden snede: wanneer de zijkanten als 1 eenheid worden genomen is de basis 0,618…..). Dit betekent dat de hoeken van de binnenste vijfhoek (waaruit de winkelhaak herleid zou worden: oranje gekleurd in het kaartje) elk 108 graden tellen. Een winkelhaak heeft echter altijd een hoek van 90 graden. Technisch gesproken is er dus geen winkelhaak onder de “passer”. Verder zou de vorm van het Alziend Oog de vorm van “visica pisces” moeten hebben. In het kaartje is een cirkel afgebeeld. Kortom, behalve het pentagram is het te kort door de bocht om uit de kaart van Wigboldus vrijmetselaarssymbolen te herleiden.
P.W. Nicolai, 2e opziener en voorlichter Loge L’Union Provinciale