Cascade RTC 2025, op 12 april, in Stadsvilla Sonsbeek (Arnhem)


Sonsbeek (1834-1845 Arnhem) Bron: Gelders Archief

Op zaterdagmiddag 12 april 2025 organiseert Cascade wederom de jaarlijkse Ronde Tafel Conferentie, in Stadsvilla Sonsbeek te Arnhem.

Er staan bij dit voorjaarssymposium van Cascade weer diverse tuinhistorische onderwerpen op het programma, met recent en nog lopend onderzoek, en met gelegenheid over actuele kwesties onderling van gedachten te kunnen wisselen. Aan het eind van het programma zal voor de vierde keer de Carla Oldenburger-Ebbers Penning worden uitgereikt, waarna de voorzitterswissel het middagprogramma zal besluiten. Ook niet-donateurs van Cascade zijn als introducés van harte uitgenodigd aan deze RTC deel te nemen om nader kennis te maken met Cascade.
Voorafgaand aan de lunch is er gelegenheid om onder leiding van onze webmaster en onderzoeker Jan Holwerda een wandeling door park Sonsbeek te maken.

Programma
11.30 – 12.30 wandeling door park Sonsbeek onder begeleiding van Jan Holwerda; start van de wandeling om 11.30 uur (stipt) bij de ‘Zwanenbrug’, bij de ingang van het park aan de Zypendaalseweg, die toegang geeft tot het Chinese restaurant en de ‘steile tuin’
12.30 – 13.30 lunch (kosten worden apart in rekening gebracht)
13.30 – 14.00 ontvangst symposium met koffie of thee

14.00 – 14.10 welkom door voorzitter Johan Carel Bierens de Haan
14.10 – 14.30 Korneel Aschman, Oostduin (Den Haag), Arcadië in de Atlantikwall.
14.30 – 14.50 Wouter Groenendijk, De zichtbaarheid van archeologische monumenten in het landschap.
14.50 – 15.10 Gerrit van Oosterom, Het volkspark van Enschede van Dirk Wattez (1874): sleutelproject voor volk en vaderland.

15.10 – 15.40 pauze met thee of koffie; boekentafel en gelegenheid voor mededelingen.

15.40 – 16.00 Willem Zieleman, Verder met buxus.
16.00 – 16.20 Ronald Trum, Het Hof van Brederode; de plannen voor het herstel van de verdwenen tuinen van het kasteel Batenstein in Vianen.
16.20 – 16.40 Jan Holwerda, Sonsbeek in reisverslagen van rond 1800
16.40 – 17.00 uitreiking van de vierde Carla Oldenburger-Ebbersprijs en de overdracht van het voorzitterschap aan Marc van Ravels.
17.00 – 18.00 borrel onder het genot van een heerlijk gezicht over park Sonsbeek op de stad Arnhem

Voor verdere details en aanmelden: Aanmeldformulier Cascade RTC 2025.

Hindersteyn. Het verhaal

(OVERGENOMEN)
Al enige jaren bestaat er de wens om een boek te maken over Hindersteyn. De doelstelling is het vastleggen van wat er de afgelopen vijftig jaar allemaal is gebeurd op de buitenplaats. De historie die terug gaat tot het jaar 1315 komt natuurlijk ook aan bod. De restauratie van alle gebouwen, het interieur van het kasteel, de renovatie van de tuin, de bouw van de kassen maar ook de recente geschiedenis met de vrijwilligers en de activiteiten van Stichting tot behoud Ridderhofstad Hindersteyn passeren de revue.

Op onze jaarlijkse Open Tuindagen ziet u als bezoeker het resultaat van alle gezamenlijke inspanningen. Met name de vrijwilligers stuurden aan op een publicatie van de hand van kasteelheer Erik Geytenbeek dat de toepasselijke titel draagt van: Hindersteyn, het verhaal. Nu na twee en een halfjaar is het resultaat daar. Een prachtig boek met 240 pagina’s met heel veel kleurenfoto’s. Foto’s met hoe het was en hoe het er nu uit ziet. De auteur neemt u mee naar wat er allemaal bij komt kijken als je zo’n vervallen buitenplaats koopt.

Het is een buitengewoon aantrekkelijk boek geworden met veel informatieve tekst die op een persoonlijke manier wordt verwoord. Het boek is te bestellen via website: www.hindersteyn.nl. Het boek zal niet verkrijgbaar zijn in de reguliere boekhandel. De verkoopprijs per boek bedraagt € 49,50 incl. 9% btw. De verzendkosten bedragen € 6,50 per boek. Totaal € 56,00. Het boek kan na ontvangst niet geretourneerd worden. Voor bestellen vult u onderstaand bestelformulier in. Voor contact graag mail@hindersteyn.nl gebruiken.

Zochers ontwerp voor uitbreiding en verfraaiing van de stad Utrecht (1829)


Ontwerp voor uitbreiding en verfraaiing van Utrecht (1829), J.D. Zocher (Bron: Het Utrechts Archief)

In 1829 maakte J.D. Zocher een ontwerp voor uitbreiding en verfraaiing van de stad Utrecht. De archiefomschrijving luidt: Plattegrond van de stad Utrecht. Met aanwijzing van een plan tot uitlegging van de stad langs de noordelijke en westelijke zijden en tot verandering van de wallen langs de zuidelijke en oostelijke zijden in plantsoen. Rondom de kaart de opstand van de buitenzijde van uitleg en plantsoen om de stad.

Zelf kende ik het ontwerp uit de catalogus Wandelingen van Jan David Zocher in Utrecht 1829-1861 uit 1973. Daarin klein en zwart-wit afgebeeld. Inzoomen zou je willen kunnen. En de catalogus zegt dat het ontwerp in kleur is… Dus mailcontact met Het Utrechts Archief gelegd, met de beperkte vindplaatsgegevens uit de catalogus. Zij hebben ‘m opgedoken en gescand. Lekker zelf kijken… Zie hier.
Je zou nog verder willen inzoomen (. Enne, kantel de scan ook om de randafbeeldingen goed te kunnen bekijken. Meer Utrechtse Zochers via deze link, o.a. meer (detail/deel)ontwerpen.
Jan Holwerda


Uitsnede/deel van één van de randafbeeldingen (1829), J.D. Zocher (Bron: Het Utrechts Archief)

Een hoogwerker uit 1897


17 Modes divers des tailles des arbres, uit Nouveau Larousse illustré II, p. 139.

Ach je bladert wel eens wat. Deze, ik noem het maar hoogwerker, kwam ik tegen in de Nouveau Larousse illustré uit 1897. Op een plaat behorende bij het lemma Bois. Hier de link naar de complete plaat met mogelijkheid om in te zoomen. De encyclopedie verscheen tussen 1897 en 1904, in 7 delen plus een supplement; met 7.600 pagina’s 237.000 artikelen, met 49.000 zwart-wit illustraties, meer dan 500 kaarten en 89 kleurplaten. Eindeloos bladeren en plaatjes kijken kan via de wikipedia pagina Nouveau Larousse illustré met onderaan links naar de verschillende delen.
Jan Holwerda

 

Symposium: Een wal rondom het kasteel

Uitsnede kaart van heerlijkheid Ammerzoden (1804), Gerrit van Reekum (Regionaal archief Rivierenland), met een gracht rond kasteel en voorburcht, een wal daar omheen en een tweede gracht om het geheel.

Oepss, eerder wel een oproep gedaan, call for papers (zie hier), maar nooit het symposium zelf opgevoerd. Bij deze alsnog.

De Nederlandse Kastelenstudiegroep (KSG) heeft het initiatief genomen een symposium te organiseren met als thema aarden wal(len) rond sommige kastelen. De bedoeling is expertisehouders en geïnteresseerden bij elkaar te brengen om gezamenlijk tot diepere inzichten over dit verschijnsel te komen. Hier de PDF met de convocatie en hier de PDF met het programma.

Locatie: Kasteel Ammersoyen, Kasteellaan 1, 5324 JR Ammerzoden
Datum: zaterdag 29 maart 2025; van 9:30 tot 17:00/18:00
Kosten: € 25,=
De NKS verzorgt de aanmeldingsprocedure: aanmeldformulier.
Aanmelding geschiedt op basis van volgorde van inschrijving en is definitief na betaling van de bijdrage (€ 25,=) op bankrekening NL24ABNA0470759267 t.n.v. Nederlandse Kastelenstichting ovv uw voor- en achternaam waarmee u heeft ingeschreven.

’s Lands zanderijen te Naarden (1675-1834)

In het rijtje Naarden, geschiedenis, landschap, buitenplaatsen hoort nog een vijfde woord. Of beter gezegd een naam: Henk Schaftenaar. Veel schreef hij al en enkele weken geleden promoveerde hij: ’s Lands zanderijen te Naarden (1675-1834). Een historisch-geografisch onderzoek naar een episode waarin een hooggelegen, heuvelachtig voorterrein van een vesting moest worden omgevormd in een inundeerbare vlakte. Een handelsversie komt er niet. Het proefschrift is wel te downloaden, zie hier voor  de PDF.

(OVERGENOMEN)
Hij onderzocht de afzanding van het hooggelegen, reliëfrijke landschap rond de vesting Naarden tussen 1675 en 1834. Het werd afgegraven op initiatief van de Staten van Holland om het bij oorlogsdreiging onder water te zetten, om zo Holland te kunnen verdedigen. Omdat men toen weinig van hydrografie wist, kon men het peil niet nauwkeurig bepalen. Daarom moest proefondervindelijk worden bekeken of het gebied kon worden geïnundeerd.

Het onderzoek van Schaftenaar bevat een reconstructie van een oud, deels verdwenen landschap. Voor het eerst wordt inzichtelijk hoe de afzanding verliep onder invloed van verschillende, soms tegenstrijdige belangen en onder steeds veranderende omstandigheden. Rond Naarden ontstond een moeilijk te doorkruisen, overzichtelijk schootsveld dat ook nog agrarisch werd gebruikt. Een inundeerbare vlakte werd het niet. Schaftenaars onderzoek gaat ook over verschillende soorten zand: waarvoor werden die gebruikt, hoe en waar werden ze verhandeld en hoe vond zo’n afzanding in de praktijk plaats?

Schaftenaar: “Tientallen miljoenen kruiwagens Naardens zand gingen als ballast naar de scheepvaart. Want dat zand was destijds te duur voor het ophogen van bouwpercelen in Amsterdam. Veel zand werd illegaal afgegraven, zelfs door overheidsfunctionarissen.”

Een artikel op ukrant.nl: De duinen van Naarden. Historische blunder van de overheid; link.

Bronbeek

(OVERGENOMEN)
In 1863 opende het Koloniaal Militair Invalidenhuis zijn deuren op landgoed ‘Bronbeek’. Eerder had koning Willem III de buitenplaats voor dit doel aan de staat geschonken. Gepensioneerde en invalide oud-militairen van het Koninklijk Nederlandsch- Indisch Leger (KNIL) konden er een onbezorgde oude dag doorbrengen. Tegenwoordig vervult het Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen en Museum Bronbeek dezelfde rol, al staat het nu open voor militairen uit de gehele krijgsmacht.

Er is veel veranderd sinds koning Willems gulle schenking. De zorg verbeterde, het museum professionaliseerde en het tehuis kreeg herhaaldelijk een opknapbeurt. Het park, waar ooit koeien graasden en akkers de bewoners van voedsel voorzagen, werd als herinneringsgebied gevuld met monumenten en gedenkplaatsen. Ondanks al die metamorfoses verloor Bronbeek nooit de betrokkenheid bij het verleden. Niet langer als een koloniaal uithangbord, maar als een lieu de mémoire van de Nederlandse koloniale geschiedenis in Indonesië.

In 1998 schetste Willem Bevaart de boeiende geschiedenis van dit unieke tehuis. Zijn opgedoken verhalen en treffende anekdotes zijn nu in een nieuw jasje gestoken in Bronbeek. Ontstaan en ontwikkeling van een militair rusthuis en museum.

Willem Bevaart, Bronbeek. Ontstaan en ontwikkeling van een militair rusthuis en museum, € 24,95, 176 pp. In zien kan hier.

3 Utrechtse huizen in Buchelius


Huis Oud Wulven, Aernout Buchelius (Universiteitsbibliotheek Utrecht)

(OVERGENOMEN)
De Universiteitsbibliotheek Utrecht is een handschrift van Aernout Buchelius (1565-1641) rijker. De Utrechtse historicus noteerde hierin informatie over de ‘Vrije ende Ridder Hofsteden’ in de provincie Utrecht. Hij illustreerde het met drie tekeningen van kastelen en tachtig wapenschilden van Utrechtse families. Nadat het was verkocht in 1906 was dit handschrift vrijwel helemaal uit het publieke zicht verdwenen. Het is nu als Hs. 35 A 21 gedigitaliseerd.

Het handschrift is waarschijnlijk in de jaren 1630 geschreven en bevat 122 pagina’s, waarvan er 71 zijn beschreven. Het grootste gedeelte gaat over ridderhofsteden: kastelen of versterkte landhuizen in bezit van Utrechtse adellijke families, die hiervoor vrijgesteld waren van belasting. Buchelius schrijft een inleidend stuk over deze hofsteden in de provincie Utrecht (Het Sticht), licht er een aantal van uit en bespreekt hun geschiedenis en families. Van drie heeft hij een tekening gemaakt: het Huis te Oud-Wulven, Slot Zuylen en Huis Zuylenstein. Deze tekeningen zijn onder de oudste, zo niet de oudste, die we van deze hofsteden hebben. Ook citeert hij uit oude oorkonden en andere bronnen die ten dele niet elders te vinden zijn. Het handschrift is daarmee een waardevolle bron over de geschiedenis van de provincie Utrecht.

Klik hier voor het complete bericht.
En klik hier voor de digitale versie van het handschrift.


Slot Zuylen en Huis Zuylenstein, Aernout Buchelius (Bron: Universiteitsbibliotheek Utrecht)

Hier leggen voetangels


Zuyderburch te Leidschendam, met linksonder een niet leesbaar bordje.

Vorige week stuurde Taco H. een mail over en met een aquarel met ‘een buitenhuis aan de vaart met een trekschuit, niet gesigneerd‘. Deze stond te koop bij een veilinghuis. Linksonder zag hij een bordje, met een niet leesbare tekst. Na opvraag van meer gedetailleerde foto’s blijkt op het bordje ‘hier leggen voetangels‘ te staan.


‘Hier leggen voetangels’

Een ander woord voor voetangels is kraaienpoten. Van origine met een militaire achtergrond: oorspronkelijk bedoeld om de opmars van vijandelijke infanterie of cavalerie te vertragen.
Enige weken eerder was ik ook voetangels tegengekomen. In de geschiedenis van de buitenplaats Binnenrust te Abcoude. Aldaar kreeg eigenaar Kips in 1791 toestemming om ‘klemmen, voetangels en strikken te leggen’ zodat verdere diefstal uit zijn boomgaard werd voorkomen. Voorwaarde was dat Kips ‘dezelve buitenplaats bij nacht gesloten houdende en op bordetjes met duidelijk schrift de vereischte waarschouwing doende’.

Langer geleden, en dat moest ik terugzoeken, was ik voetangels ook al eens tegengekomen. In zogenaamde Placaetboeken van rond 1700.
Bv in een ‘placaet tegen het besteelen van hof-steden, tuynen en boomgaerden’ of een ‘placaat … tegen het schenden en steelen van boomen, soo in particuliere tuynen, als publicque plantagien, mitsgaders tegen het besteelen en opbreecken van tuynhuysjes’.

Eigenaren waren gemachtigd om tegen rover(s), dieven e.d. ‘voet-angels , sprenckels en diergelycke instrumenten te leggen , mits het selve voor de voorschreve hoven en landen, tot een ieders waerschouwinge, op een bordetjen stellende‘.
Jan Holwerda

Verschillende soorten voetangels en metalen zolen die er als tegenmaatregel onder schoenen konden worden gegespt (Codex Löffelholz, Neurenberg 1505)

‘Boston’ vraagt tuinmannen en tuinknegts (1782)

The Moreau House (1809, Boston), Baroness Anne-Marguérite-Joséphine-Henriette Rouillé de Marigny Hyde de Neuville (Bron: wikimedia)

In Cascade bulletin 2022 schreef Henk van der Eijk over Haarlemse kwekers en hoveniers in achttiende-eeuws Philadelphia

‘...al kort na de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten van Amerika (VS) in 1783 waagden enkele Haarlemse kwekers en hoveniers de grote stap om daar een nieuw bestaan op te bouwen. De tot nu toe onbekende Haarlemse kweker/bloemist Pieter Crouwels was in 1784 de eerste. Eind 1787, begin 1788 volgde een Haarlemse kweker die de laatste jaren meer bekendheid heeft gekregen: Jacobus Gans (1737-na 1801). Voor zover bekend was Engelman de derde die zijn geluk in de nieuwe wereld beproefde.’

Henk heeft het ook over mogelijke achtergronden van hun vertrek. Algemene economische redenen, persoonlijke schulden en algehele onrust door de Franse inval van 1795 worden genoemd.

Een additionele reden duikt op in de Oprechte Haerlemsche courant van 11 juli 1782.  Gevraagd wordt naar tuinmannen en tuinknegts die zich naar Boston willen begeven.

‘Ongehuwde Persoonen , het tuinieren welverstaande, geneegen zynde op favorabele conditien zig te engageeren als TUINMAN, of ook als TUINKNEGTS, na Boston in Noord-Amerika , kunnen zig daartoe adresseer en by den boekverkooper M. Schooneveld, in de Beursstraat by den Damt t’ Amsterdam.’

Oké, het zijn niet de kleine zelfstandigen/ondernemers die Henk noemt, maar wel leuk om tegen te komen.
Jan Holwerda