Midsummernight op VreedenHoff

Donderdagavond 21 juni Cascade Midsummernight in Nieuwersluis, op VreedenHoff, bij de heer Lisman.

Over deze buitenplaats heeft de heer Lisman zelf een schitterend boek geschreven, De buitenplaats VreedenHoff aan de Vecht. Dit boek is deels door te bladeren via Google Book. Klik hier om te bladeren. Verder is er op de website van Uitgeverij Verloren wat te lezen.

Het boek is niet meer in de reguliere boekhandel verkrijgbaar, maar via antiquariaat en internet nog wel.  JH

 

Gärten und Parks an Rhein und Maas

De volledige titel van dit boek is Gärten und Parks an Rhein und Maas. Ein Reiseführer. geschreven door Birgit Wilms. Duisburg, 2006. Uitgegeven door Verein xe2x80x9cStrasse der Gartenkunst  zwischen Rhein und Maas e.V.xe2x80x9d (www.strasse-der-gartenkunst.de) 152.p. ISBN 3-87463-397-7. xe2x82xac16,90.

Het is een handige en goed verzorgde tuinengids voor Rheinland, het doel van de Cascade-excursie op 22 en 23 september a.s. Voor excursiegangers zeker de moeite waard.
Wat vinden we in deze gids? Beschrijvingen van tuinen en parken die het bezoeken waard zijn, soms om cultuurhistorische, soms om botanische of landschappelijke redenen.

Het boek opent met waterkasteel Moyland, achter Kleve, het eerste neogotische kasteel in de streek. Jammer dat er niet bij staat dat de Nederlandse tuinarchitect Hugo Poortman hier heeft gewerkt. En zo is het met heel veel meer beschrijvingen. Het boek geeft wel een goed overzicht van de verschillende tuinen en parken, met mooie en heldere moderne fotoxe2x80x99s, maar de tuingeschiedenis (namen van tuinarchitecten en opdrachtgevers om te beginnen) komt er bekaaid af en historische ontwerpen en plattegronden worden er niet bijgeleverd.

Een ander voorbeeld is waterkasteel Dyck. Er is veel rondom dit kasteel te beleven tegenwoordig. Het landschapspark met zijn vele soorten bomen is beroemd, speciaal uit de tijd dat Joseph Maria Franz Anton Fuerst zu Salm-Reifferscheidt-Dyck er resideerde en hij opdracht gaf aan de Schotse tuinarchitect Thomas Blaikie zijn gronden in Engelse landschapsstijl aan te leggen. In dit verband wordt het naslagwerk (met plattegrond) Hortus Dyckensis oder Verzeichniss der in dem botanischen Garten zu Dyck wachsenden Pflanzen, in 1834 geschreven door bovengenoemde eigenaar, echter weer niet genoemd. De historische referenties moeten we dus elders zoeken.

Om nog even bij het thema van het lustrumjaar te blijven, waterkastelen zijn in deze streek goed vertegenwoordigd: Moyland, Paffendorf, Benrath, Gracht, Dyck, Rheydt en Moers. De tuinarchitect die in de 19de eeuw in deze regio het meest heeft gewerkt is de ook in Nederland wel bekende Maximilian Friedrich Weyhe, bekend van Kasteel Amstenrade.  CO

Schloss Dyck Alexander Duncker (1857)  Bron: Wikipedia

Nog oude Cascade-Bulletins te koop

Het twintigjarig bestaan van Cascade heeft o.a. tot gevolg dat nu eens allerlei zaken betreffende die afgelopen twintig jaar op een rijtje worden gezet. Zo kunt u in de linker zij-kolom van deze Cascade weblog onder xe2x80x9cLinksxe2x80x9d, een Overzicht van Activiteiten 1987-2007 vinden; zo is op de Cascade website onder de knop xe2x80x9cNieuwsbrief/Bulletinxe2x80x9d vorig jaar al een overzicht samengesteld van alle titels van artikelen uit het Cascade Bulletin, en zo is nu een lijst gemaakt van Cascade Bulletins die nog te koop/te bestellen zijn. De overtollige nummers staan keurig in een kast op Kasteel Loenersloot op u te wachten, maar ook weer niet al te lang.

Als u per email een aanvraag doet bij onze administratie (administratie@cascade1987.nl), krijgt u gevraagde bulletins, na betaling van oude verkoopprijs en postzegel, thuisgestuurd. Verloren nummers kunt u zo weer aanvullen en u kunt uw collectie ook op deze manier uitbreiden met nummers uit de tijd dat u nog niet tot ons Tuinhistorisch Genootschap was toegetreden.
Te koop zijn voorlopig genoeg nummers van de volgende jaren: 1998,1&2; 1999,1&2; 2000,1&2; 2001,1&Register; 2002,2; 2004,1&2; 2005,1&1; 2006,1&2.

Gids: doolhoven en labyrinten in Nederland

  
Bron: www.doolhoven.nl

Op 16 april 2007 is na lange voorbereidingen door een groep auteurs verbonden aan de Stichting Doolhof en Labyrint Gids: doolhoven en labyrinten in Nederland verschenen bij uitgeverij De Hef te Rotterdam. Hiermee wordt een tot dusver onontgonnen terrein in kaart gebracht: de ontwikkelingsgeschiedenis en het hedendaags vóórkomen van doolhoven en labyrinten in Nederland, in de Nederlandse taal.

Oorspronkelijke literatuur over (historische) doolhoven en labyrinten is zeldzaam en verschijnt vrijwel altijd in de Engelse taal; vertalingen hiervan leggen met hun inhoud daarom vaak nadruk op de Angelsaksische wereld. Deze gids laat zien dat daarmee voorbij gegaan wordt aan wat ons eigen land te bieden heeft: Nederland herbergt een fraaie verzameling labyrinten en doolhoven die voor iedereen te bezoeken en bewonderen zijn. Bijna de helft van de uitgave beslaat daarom een rijk geïllustreerd overzicht van hun vindplaatsen – de gids is bovendien uitgebracht op handzaam formaat en kan daarom handig mee op reis. Daarnaast laat een historische introductie in het boek zien dat ons land op dit terrein een bijzonder boeiend verleden heeft, dat in dit werk voor het eerst uitvoerig en met vele voorbeelden beschreven wordt. Zo wordt bijvoorbeeld ruime aandacht besteed aan de toonaangevende rol die Nederland speelde in de zeventiende-eeuwse internationale tuinmode als het ging om doolhoven, de unieke Amsterdamse stadsdoolhoven bij herbergen vanaf omstreeks 1615, de veranderende ontwerpen van dwaaltuinen op landgoederen van kastelen en buitenverblijven en de plotseling oplevende belangstelling voor doolhoven en kerklabyrinten aan het eind van de negentiende eeuw.

De Stichting Doolhof en Labyrint bestaat uit een groep geïnteresseerden die zich ten doel stelt Nederlandse doolhoven en labyrinten in heden en verleden te bestuderen en kennis hieromtrent te verzamelen en publiceren. Aan het begin van de zomer 2007 organiseert zij een eerste symposium over doolhoven en labyrinten, waarover nadere berichtgeving zal volgen op de website van de stichting: www.doolhoven.nl. Op deze website is ook de bestelwijze van het boek te vinden.

Martin van der Gaag

Oude Hollandsche Tuinen, Anna G. Bienfait (1943)

De tentoonstelling ‘De kroon op het werk’ ben ik niet zonder reden gaan bekijken. Via internet was al een flink aantal werken te zien en achtergrondinformatie te lezen. En een aantal werken trok gelijk de tuinhistorische interesse. Werken van ongeveer 20 bij 30 cm tot bijvoorbeeld 190 bij 170 cm ; geweldig! (zie weblog dd 11 april)

Maar er was nog een reden. De deelnemers van de meest recente Cascade Ronde Tafel Conferentie (RTC) hebben even aan mijn ‘project’ rond Oude Hollandsche Tuinen van Anna G. Bienfait kunnen ruiken. Dit is een poging tot het vinden – op internet en in beeldbanken – van de afbeeldingen als in het boek en deze middels presentaties per hoofdstuk weer te geven. Een soort van ‘digitale editie’, maar dan zonder het boek te scannen.

En een aantal afbeeldingen als uit het boek zijn als schilderij op de tentoonstelling te aanschouwen, die moest ik dus zien. Deze zijn ook via internet te vinden en zijn dan dus ook in de ‘digitale editie’ opgenomen.

Meer lezen en zien betreffende mijn ‘project’ rond Oude Hollandsche Tuinen van Anna G. Bienfait?  Klik dan hier.  JH

VNK Bibliografie 2006 met hoofdstuk Tuin- en landschapsarchitectuur

Bibliografie 2006 van Vereniging van Nederlandse Kunsthistorici heeft als onderwerp Architectuur, stedebouw en ruimtelijke ordening, Tuin- en landschapsarchitectuur, Monumentenzorg en bouwhistorie over de periode: 2000-2005. Samenstelling Niek Smit en inleiding Freek Schmidt.

De Bibliografie 2006 geeft een overzicht van hoofdzakelijk Nederlandse publicaties en rapporten, verschenen in de periode 2000-2005, die van nut zijn voor de studie op bovengenoemde terreinen. Dat meer dan 100 pagina’s lang.

Een van de hoofdstukken is dus Tuin- en landschapsarchitectuur, maar kijk zeer zeker ook naar de andere hoofdstukken.Voor downloaden klik hier.  JH

Vogels op de Hooge Vuursche (Baarn)


Kom en grand canal De Hooge Vuursche, Foto E.W. Leeuwin

De volière van de achttiende eeuwse buitenplaats De Hooge Vuursche

Het landgoed de Hooge Vuursche dat wij tegenwoordig kennen heeft twee voorgangers gehad. In ons artikel, dat in maart a.s. verschijnt in het tijdschrift voor regionale geschiedenis "Tussen Vecht en Eem" wordtaannemelijk gemaakt waar precies het landhuis moet hebben gelegen.

Drie aquarellen van J. Van der Wall uit 1787 geven een indruk van het vroegste landgoed, de achttiende eeuwse buitenplaats De Hooge Vuursche I. De vijver en het grand canal  vormden het centrale thema in het park, met op de achtergrond de volière en het uitzicht op een classicistisch tempeltje.

Weinig is bekend over de bouwgeschiedenis van het huis en we weten ook niet wie de tuinaanleg rondom het huis heeft ontworpen. Van de tuinaanleg zijn nog sporen gevonden in de buurt van de boswachterwoning  in de bossen van de Hooge Vuursche (zie afbeelding). Het is niet bekend wie verantwoordelijk was voor de daar gevonden aanleg van het grand canal en de serpentine vijvers. Zeker is wel dat zowel de architect van het huis als de tuin- en landschapsarchitecten gekeken moeten hebben naar voorbeelden uit het verleden.

De inrichting van het ensemble van huis en omgeving van deze buitenplaats stond in een traditie die gelukkig bij overlevering bewaard is gebleven. Ook het houden van bijzondere vogels bij  buitenverblijven kent een lange geschiedenis, die teruggaat tot in de klassieke oudheid. In Nederland raakte het vanaf het midden van de zeventiende eeuw in zwang. Volières  vond men vanaf die tijd zowel op de landgoederen buiten de stad als bij de herenhuizen in de grote steden.
In dit artikel wordt ook ingegaan op de geschiedenis van het houden van dieren in menagerieën en van vogels in volières in het bijzonder.

Annejuul Moll-Breebaarten Edward W. Leeuwin

Soestdijk en Soest


De Paltz, Soesterberg, 1875-1900, anoniem.
Bron: Kaartencollectie van Bibliotheek van Universiteit van Amsterdam

Paleis Soestdijk (gemeente Baarn) is zoals u waarschijnlijk allang in de krant hebt gelezen per 1 februari voor het publiek open gesteld. Als u een kaartje koopt voor de rondleiding in het paleis, heeft u ook toegang tot het park achter het paleis. Bestellen via Internet is wel vereist. Zie www.paleissoestdijk.nl.
Cascade wil natuurlijk ook een keer met u het paleis en het park bezoeken, maar helaas zal dat er in 2007 nog niet van komen. We hebben al afspraken met PHB voor de voorjaarsexcursie en in september zal onze lustrum-excursie ook naar andere doelen leiden. U krijgt hierover binnenkort bericht.

Over Soest is ook nog iets interessants te melden. Ons Cascade-bestuurslid Karen Veenland heeft de redactie gevoerd van het boek Soest: geschiedenis en architectuur, door Hans Laegers en Michiel Kruidenier. Zeist 2006. Dit boek is verschenen in de monumentenserie van de provincie Utrecht (MIP-serie van uitgeverij SPOU). In deze serie verscheen eerder het deel Baarn, geschiedenis en architectuur, door F. Gaasbeek, J. van ’t Hof en M. Koenders. Zeist, 1994. Het paleis en het park worden in dit deel beschreven.

Het Soester deel bevat 336 p. en geeft naast een historisch-ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente en een samenvattend overzicht van de bebouwing, de objectbeschrijvingen alfabetisch op adres. Begraafplaatsen, buitenplaatsen en bijgebouwen en herenhuizen, landhuizen en villa’s zijn voor ons de belangrijkste categorieen. Namen als Pijnenburg en De Paltz klinken ons nog bekend in de oren, maar vele buitenplaatsen zijn ook pas in de 20ste eeuw ontstaan en minder bekend. Op Soester grondgebied liggen nog enkele aan Paleis Soestdijk gerelateerde objecten: een boerderij (Willemshoeve), een boerderijtje (Eykendal), jachthuisje, station metkoninklijke voorziening (terwijl in Baarn de echte wachtkamer is), Emmamonument, Wilhelminalinde en het Anna Paulownahuis.  CO

Tijdschriftartikelen 2006

Aan het eind van het jaar is het altijd prettig nog eens de tijdschriften door te bladeren op zoek naar relevante artikelen, in dit geval betreffende de geschiedenis van de Nederlandse algemene tuin- en landschapsarchitectuur. Voor eerdere weblogs met vermelding van artikelen, zie de weblogs van 14 januari 2006 en 6 oktober 2006. De volgende tijdschriften werden doorgenomen, over het jaar 2006 en voorzover uitgekomen: Bulletin KNOB; Garden History; Die Gartenkunst; GROEN; Historische Woonsteden; Historisch Geografisch Tijdschrift; Studies in the history of gardens and designed landscapes; Tuin & Landschap.

Het meest opvallend waren de volgende artikelen:

* Nieuwe bomen sieren Paleis Het Loo, door L.E.Groen en H.H.van der Mars. GROEN, JG. 62 (nov. 2006), nr.11, p. 14-17.

* Restauratie Trompenburg nadert voltooiing (ook over tuinaanleg van D. Wattez), door Karl Bijsterveld. Historische Woonsteden, 1e kwartaal 2006, nr. 149, p. 13-19.

* De verdwenen borg Nittersum te Stedum, door Ronald van Immerseel. Historische Woonsteden, 2e kwartaal 2006, nr.150, p. 20-29.

* Het landgoed van de Keukenhof, door Miranda Vrolijk. Tuin & Landschap, JG. 28 (17 augustus 2006), p. 28-31.

* Inside the Dutch garden: Prince Frederik Hendrik and Honselaarsdijk, door Rebecca Tucker. Studies in the history of gardens and designed landscapes, Vol. 26, nr. 3 (july-sept.2006), p. 209-236.

* xe2x80x98Striped Plantsxe2x80x99: the first collections of variegated plants in late seventeenth-century gardens, door Jan Woudstra. Garden History, journal of the garden history Society. Summer 2006. CO