Der Garten – ein Ort des Wandels, red. de Jong e.a

Letta Proper-Pranger vroeg mij u te attenderen op Der Garten – ein Ort des Wandels, redaktie Erik A. de Jong, Erika Schmidt, Brigitt Sigel.

Uit een weblog over deze publikatie: ‘Denkmalpflege zielt auf Bewahrung, auf Erhalt von Bestehendem und auf Dauer’ en ‘…die möglichst unverändert erhalten werden sollen.’ en ‘…nicht nur für statische Bauwerke, sondern auch für wuchernde, sich ständig wandelnde Gärten…’ en tot slot ‘Zum Spannungsfeld zwischen denkmalpflegerischen Grundsätzen und dem natürlichen Prozess der Veränderung eines Gartens hat das Institut für Denkmalpflege der ETH kürzlich das 280-seitige Buch “Der Garten – ein Ort des Wandels” veröffentlicht’

Zie verder bij de uitgever en in de inhoudsopgave

Tot slot, tijdens het Planten-, Rozen- en Moestuinfestival van Hex, 9, 10 en 11 Juni 2006, geeft Annette Freytag, één van de auteurs van bovengenoemd boek, een lezing getiteld ‘Verandering als kenmerk van de tuin’ (vr. 9 om 16:30 in Frans en za. 10 om 15:30 in Duits).

Iets uit Fonteinen in Nederland

Eerder vermelde Carla al het boek Fonteinen in Nederland Historische watervoerende monumenten van Meindert Stokroos.

Na het zelf in handen gehad en gekocht te hebben dacht ik een goede indruk krijg je al na een eerste blik op de inhoudsopgave.

De uitgeverij Walburg Pers toestemming gevraagd en gekregen voor een shot van de inhoudsopgave en van een spread. Tja 2 tegenover elkaar liggende pagina’s, welke neem je dan. Heb maar gekozen voor Meer en Berg te Heemstede.

Eén en ander toegestaan onder vermelding van
ISBN 90.5730.322.1
Meindert Stokroos
Fonteinen in Nederland. Historische watervoerende monumenten
€ 34,95
160 blz., rijk geïllustreerd in kleur en zwart-wit, genaaid gebonden met stofomslag

Bomen horen op de grachten


In het onlangs verschenen tijdschrift Binnenstad (Jg.40, februari2006, nr.215), een uitgave van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad, schreef Walther Schoonenberg een artikel, getiteld Bomen horen op de grachten. De aanleiding was de voltooïng van de restauratie van de walmuurvernieuwing en de herinrichting van de straat tussen Huidenstraat en de Leidse Gracht. De bomen moesten voor deze operatie tijdelijk verdwijnen en toen het werk was opgeleverd kon men heel anders dan voorheen genieten van een vrij uitzicht op de gevelwand van Bijbels Museum, Niod en aangrenzende herenhuizen. In de Deelraad Amsterdam-Centrum was men zelfs zo gecharmeerd van het andere gezicht op de architectuur, dat men voorstelde de bomen na de herinrichting voor een jaar niet te herplanten.
De Vereniging Amsterdamse Binnenstad was daar fel tegen gekant. Toch zijn er schilderijen bekend van Gerrit Berckheyde (1672, 1685), die juist dit deel van de gracht zonder bomen schildert. Schoonenberg draagt argumenten aan waarom de bomen wel degelijk langs de grachten horen, ook in vorige eeuwen.
Ook welke soort bomen langs de grachten werden geplant, komt ter sprake, alhoewel dit door de schrijver niet juist werd geïnterpreteerd. Tomaso Contarini schreef hierover in 1610 hoe dat in zijn werk ging: “… omdat ze [deAmsterdammers] gewoon zijn om langs de hele lengte van de gracht aan de rand van de kaden een rechte rij grote bomen te planten, die ze ‘lind’ noemen en die door hun groen zeer veel bijdragen aan de fraaiheid van deze en andere steden”. Volgens een keur uit 1612 gaven de bomen niet alleen schaduw, maar zorgden ze ook voor “soete lucht”. Schoonenberg interpreteert de ‘lind’ als lint (=rij) en de ‘soete lucht’ als zuurstof; waarschijnlijker is het dat het gaat om de lindeboom, waarvan de bloesem inderdaad een zoete geur verspreidt. De iepen-aanplant uit de 19de en 20ste eeuw is dus waarschijnlijk niet origineel. Lees het artikel.

Historische Boselementen

In de Cascade Nieuwsbrief Herfst 2005 noemde Carla al het boek(je) Historische Boselementen. Geschiedenis, herkenning en beheer van Patrick Jansen en Mark van Benthem. Dat het Nederlandse landschap een resultante van menselijk handelen is, is een bekend gegeven. Overal zijn elementen te zien, maar zien/herkennen vraagt om kennis ; des te meer je weet, des te meer je ziet. Dit boek biedt deze kennis en wel specifiek voor boselementen. Een boek als Over hagelkruisen, banpalen en pestbosjes. Historische landschapselementen in Nederland.

Dezelfde schrijvers geven via het artikel Verborgen Erfgoed, in tijdschrift BosRevue van de Vereniging voor Bos in Vlaanderen, een indruk van het boek. Dit artikel staat nu ook op internet zodat ook een breder publiek hier nu kennis van kan nemen. Aangetekend moet worden dat het boek veel meer achtergrond bij de boselementen geeft, terwijl het artikel wat meer nadruk geeft op het stappenplan tot instandhouding van cultuurhistorische waarden in bosgebieden.

Nogmaals ‘Grote Historische Provincie Atlassen’

Naar aanleiding van de eerdere weblog ‘Grote Historische Provincie Atlassen’ had ik contact met Uitgeverij Nieuwland. De uitgeverij meldt me nu dat in maart 2006 de overige 6 delen, provincies, te weten Groningen, Friesland, Drenthe, Noord-Holland, Zeeland en Limburg, zullen verschijnen.

De atlassen zijn ook als complete set te koop, voor € 425,00. Voor meer info zie site van Uitgeverij Nieuwland.

Tijdschrift Historische Woonsteden

Is het Tijdschrift Historische Woonsteden bekend? Mensen die dit vroeger in de bibliotheek onder de W zochten, moeten nu zoeken bij de H, want de Nederlandse naam is een tijd terug alweer veranderd van De Woonstede in Historische Woonsteden. Cascade-leden Heimerick Tromp en Ronald van Immerseel maken deel uit van de redactie. Drie interessante artikelen zijn in 2004 en 2005 van hun hand verschenen en wel:

Heimerick Tromp. Boschwijk: de tuin van de dichter Rhijnvis Feith. Aflevering Juni 2004, p. 2-15;

Heimerick Tromp. Laarwoud: de lusthof der Van Heidens: een onbekend werk van Anthonie Coulon als echo van Paleis Huis ten Bosch. Aflevering December 2005, p. 2-17;

Ronald van Immerseel. Huis ten Dijke: een verdwenen borg. Aflevering September 2005, p.10-19;

en verder van de auteur Soren Movig. De oudtse hofstede aan de Amstel [Wester Amstel]: een zoektocht naar de ontstaansgeschiedenis van de oudste Amsterdamse buitenplaats. Aflevering Juni 2005, p. 10-18.

Allen bijzonder interessante artikelen. Lezen dus. In ieder geval copieën te verkrijgen via de Biblitheek Wageningen UR. Hebben de auteurs nog wat toe te voegen?

Docomomo Nederland


Sanatorium Zonnestraal, Hilversum

Docomomo Nederland is een werkgroep van de internationale organisatie voor het DOcumenteren en COnserveren van gebouwen en stedenbouwkundige en landschappelijke ensembles van de MOdern MOvement (Moderne Beweging). De periode die wordt bestudeerd loopt voorlopig van 1945 tot ca. 1970.
Het doel van Docomomo is het bevorderen van kennis van, en waardering voor het Nieuwe Bouwen in Nederland door middel van het in kaart brengen en aandacht geven aan de erfenis en het gedachtegoed van deze architectuur, landschapsarchitectuur en stedenbouw.

De halfjaarlijkse Nieuwsbrief no.10 (24 p.) kwam onlangs uit, gewijd aan het thema Landschappen. Zowel het grootschalige landschap, als ook het stadsgroen en de kleinere tuinen zoals vormgegeven door tuin- en landschapsarchitecten en stedenbouwers in de geest van het modernisme. Verschillende schaalniveaus worden behandeld: polder, bos, tuinstad, stadspark, landgoed en privétuin. Auteurs: M.J.Vroom (inleiding); Marinke Steenhuis e.a.(stand van onderzoek); Vincent van Rossem (stedelijk groen); Frank Foole (n.a.v. boek Van Pendrecht tot Ommoord); Mireille Dosker (Beatrixpark A’dam); Leo den Dulk (Mien Ruys); Peter de Ruyter (landschapsplan Zonnestraal); Dorine van Hoogstraten (De Groene Stad); Juliet Oldenburger (ommuuurde tuin van P.A.M.Buys). Bijna een Cascade-aangelegenheid dus.

Zeker de moeite waard om kennis te nemen van de aanpak van deze werkgroep. Voor verdere informatie zie www.docomomo.nl.

De belangrijkste tuin- en landschapsarchitecten uit deze periode zijn Mien Ruys (1904-1999); Hein Otto (1916-1994); Nico de Jonge (1920-1997); Hans Warnau (1922-1995); Wim Boer (1922-1999); Pieter Buys (1923-19nu). Van Mien Ruys, Hein Otto en Wim Boer zijn archieven aanwezig in Speciale Collecties, Bibliotheek Wageningen UR.

‘Tastbare Tijd’ en online cultuurhistorische kaart

Cascade Nieuwsbrief 8 vermeldde reeds het boek ‘Tastbare Tijd. Cultuurhistorische atlas van de provincie Utrecht‘ van de hand van Roland Blijdenstein. Een boek dat ik met mijn verjaardag heb gehad. Buitengemeen fraai. Een bladerboek, een leesboek, fantastische foto’s, kaarten, luchtfoto’s en tekst. Tot nu toe van voor naar achter en terug doorgebladerd, en her en der een snap gelezen. Zou er voor iedere provincie zo’n boek uitkomen, dan kocht ik ze allemaal.

En natuurlijk zijn er ook wel kritische puntjes aan te wijzen en ongetwijfeld meer bij nauwkeurig doornemen. Al één en ander via Internet editie van Reformatorisch Dagblad en in Erfgoedblad van Utrecht, nummer 3 herfst 2005 (aan het eind).

Maar ik kwam ook iets anders tegen wat niet alleen een indruk van het kaartmateriaal als in het boek geeft, maar ook een zeer waardevolle aanvulling op het boek zelf vormt. Op de site van de provincie Utrecht is het thema Cultureel Erfgoed met o.a. Cultuurhistorische atlas. Op deze page is via Cultuurhistorische kaart een kaartviewer te starten. Maximaliseer het venster en ga spelen. Inzoomen, uitzoomen, slepen, verschuif tijdlagen, haal informatie op en heb voldoende geduld om het kaartbeeld steeds te laten laden. Je avond vliegt voorbij. Een buitengewoon fraaie applicatie!!