Wat is de topografische locatie?


Poort door een begroeide wal, Carel Lodewijk Hansen.  Foto: RKD.
Klik hier voor grote versie.

Geachte dames en heren van het Tuin Historisch Genootschap Cascade,
Op advies van Laurens Schoemaker, conservator bij het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie in Den Haag stuur ik u een foto van een schilderij door de 18e/19e eeuwse schilder Carel Lodewijk Hansen ( Amsterdam 1765-Vaassen 1840). Het werk laat een poort door een begroeide wal zien. Mijn vraag is aan u is op basis van deze foto een vermoeden uit te spreken over de topografische locatie die op het werk wordt verbeeld.

Alvast mijn dank voor uw expertise,
met vriendelijke groet,
Frank Welkenhuysen

Wat is ‘groen erfgoed eigenlijk? Discussie.

In verband met de oprichtingsvergadering van de Vakgroep Groen Erfgoed werd ik bij het doornemen van de statuten en het huishoudelijk reglement weer eens op de definitie van de term ‘groen erfgoed’ gedrukt. Laat ik eerst eens een overzichtje (in chronologische volgorde van oprichting) maken van stichtingen, verenigingen, onderwijsinstellingen en platforms die zich met dit fenomeen bezig houden. Overheidsinstellingen en bureaus laat ik achterwege. En wie ben ik dan vergeten?

Stichtingen en verenigingen die zich sterk maken voor groen erfgoed:
Vereniging Natuurmonumenten NM, 1905;
De 12 Landschappen (Koepelorganisatie van de verschillende provinciale landschappen zoals Utrecht 1927; Gelderland 1929; Fryske Gea 1930 etc.);
Nederlandse Tuinenstichting / NTs, 1980;
Historisch geografische vereniging / HGVU, 1980;
Nederlandse Vereniging voor Tuin- en Landschapsarchitectuur / NVTL, 1983;
Stichting Tuinhistorisch Genootschap Cascade, 1987;
Vereniging De Terebinth, 1991;
Stichting Donderberggroep, 1992;
Gilde van Tuinbazen, 2003;
Vakgroep Erfgoedhoveniers, 2012;
Vakgroep Groen Erfgoed / VGE i.o., 2013.

Onderwijsinstellingen:
Vereniging Kennisontwikkeling Groen Erfgoed / HAS Kennistransfer,  2011;
Universiteiten: Wageningen, Utrecht, Leiden, Groningen.

Platforms:
Platform Mariaplaats (KNOB), 1999;
Platform Groen Erfgoed, 2008;
Agenda Historisch Groen (KNOB), 2009;
Platform Landschap, 2011.

De meeste van deze instellingen gebruiken tegenwoordig de term ‘groen erfgoed’. De Vakgroep Groen Erfgoed i.o. legt in haar Huishoudelijk Reglement uit dat het hier gaat om ‘door mensen minimaal twee generaties geleden bedachte en aangelegde structuren van voornamelijk plantenmateriaal, die sprekende getuigen zijn van de steeds veranderende relatie tussen mens en natuur…’. Anderen spreken in bewoordingen van dezelfde strekking.

Het klinkt mij vreemd in de oren omdat je structuren wel kan bedenken maar niet kan aanleggen. Bovendien waar blijven we dan met het historisch erfgoed zoals het Naardermeer, het Zwanenwater, het Zwin, de Drentse heidegebieden, de Veluwe, om maar enige gebieden te noemen, dat zijn toch ook allemaal erfgoedgebieden, weliswaar meer natuur dan wat wij in het hoofd hebben bij historische buitenplaatsen en ander historisch groen, maar de mens is er goed bezig geweest. De Veluwe wil men zelfs op de Werelderfgoedlijst plaatsen. Als dat dus geen ‘groen erfgoed’ is!

De term ‘groen erfgoed’ omvat volgens mij natuurerfgoed en cultuurerfgoed, laat ik duidelijk zijn, niet alleen structuren dus of historisch waardevol groen dat door de mens  is bedacht en aangelegd. Alle instellingen die praten over ‘groen erfgoed’ bedoelen eigenlijk alleen cultuurerfgoed. Waarom, omdat ze zijn voortgekomen uit de ‘monumentenzorg’ en omdat de echt waardevolle terreinen beschreven zijn als cultuur-monument in het monumentenregister.

Mijn stelling nu is: de term groen erfgoed wordt verkeerd gebruikt en slaat in principe op zowel natuur- als groene cultuurmonumenten.

Eens of oneens? CO.

Wanderung durch die Klever Gärten


Bron: www.klevischer-verein.de

Gisteren naar Kleef geweest. Naar de Tag des offenen Denkmals met als thema "Rasen, Rosen und Rabatten". Aldaar, onder begeleiding van Gartenhistorikerin Marlene Zedelius,  een ‘Wanderung durch die Klever Gärten’ gemaakt. Of beter gezegd die Klever Parken, want in feite spreek je niet over tuinen, maar over parken, lijnen, strukturen, landschappen.

Eerst de Neuer Tiergarten, van de Sternberg, via de Springenberg naar het Amphitheater. Vervolgens aan de andere kant van Kleve langs het Kermisdahl en door Galleien naar Freudenberg en de Spitzberg in het Alter Park. En uiteindelijk, na koffie, via de Papenberg, het Moritzgrab, Kiek in de Pot, de Nassauer Allee, de Cupido, langs de onderzijde van de helling van de voormalige Lustgarten terug naar Kleve. En toen waren we 6 uur verder.

Het bovenstaande lijkt een opsomming van de (hoogte)punten van de parken en komt ietwat emotieloos over, maar het was een fantastische dag. Marlene Zedelius vulde de begeleiding puik in. Bevlogen, deskundig, gestruktureerd, met veel achtergrondinformatie en een map vol kaart- en afbeeldingsmateriaal om haar verhaal en de genoemde plekken historisch te illustreren. Veel te zien, veel zichten en uitzichten. En door de uitleg en aanwijzingen nog meer gezien, want kennis maakt dat je dingen gaat zien waar je anders overheenkijkt. En dan nog eens fantastisch weer!!

Een Wanderung die ik van harte kan aanbevelen. Marlene Zedelius verzorgt dit soort excursies, in Duits en Nederlands, en mocht u contact willen zoeken, ik heb haar emailadres (email webmaster). JH

Sonnet van C.O.Jellema

Nedslochterenfraeylemaborgboom Boom op de Fraeylemaborg te Slochteren.

Foto van Heidi Jonker; zie website RTVNoord, Slochteren

Bespiegeling over een tuin in Slochteren.

Glanzende spiegel van rechtlijnigheid,

de velden vlak, de sloten uitgerekt,

de bodem zelf produkt van denkarbeid,

grondwater zuiver peilbaar intellect.

Daar waar je doodloopt ligt een plek die vlijt

in tierig toeval aan het oog onttrekt,

spiegel in spiegel, wie wat ziet ontdekt

uit ruimte uitgespaard zichzelf, uit tijd:

er zijn. Zo simpel wordt symbool een tuin:

die boom ben ik, het bilzekruid mijn buur,

grondwater voedt mijn boet, wind kampt mijn kruin.

Even vereewigd lijkt het of voorgoed

een plant mijn zorg wordt, denken weer natuur.

Contrast wordt konterfeitsel. Wat kunst doet.

Overgenomen uit de bundel: Een tuinman is een dichter: De 100 mooiste tuingedichten, samengesteld en ingeleid door Paul Geerts. Tielt, 2002, p.108. Zie www.lannoo.com