Geschiedenis van Oranjewoud, 6de druk!

Meestal worden boeken vermeld in de nieuwsbrief. Nu toch een keer via de weblog: Geschiedenis van Oranjewoud, door Drs. R.L.P. Mulder-Radetzky en B.H. de Vries. Ja, ‘onze’ Rita en Barteld. De 6de herziene druk is verschenen. Toch wel heel bijzonder, een 6de druk! Herzien. Ja inderdaad, nog dikker, nog fraaier, met nog meer kleur.

Er was na de nieuwe ontwikkelingen aan de noordkant van het landgoed Oranjewoud behoefte om deze vast te leggen en toe te voegen aan de bestaande publicatie. Twee nieuwe hoofdstukken zijn opgenomen. Eén over het stichten van het nieuwe museum Belvédère en het andere betreft de reconstructie van de historische tuinaanleg van Oranjewoud. De al bestaande hoofdstukken zijn herzien, belangrijke nieuwe gegevens en uniek illustratiemateriaal is toegevoegd. Verder zijn er veel nieuwe opnamen opgenomen.

Herzien en een hoofdstuk toevoegen was geen sinecure vertelde Rita in een pauze tijdens de afgelopen RTC. Het was uiteindelijk veel werk, veel meer dan gedacht, maar het resultaat mag er dan ook zijn.  JH

Drs. R.L.P. Mulder-Radetzky en B.H. de Vries, Geschiedenis van Oranjewoud, Alphen aan den Rijn, 2010. 376 p. ISBN 9064698514, Tijdelijk xe2x82xac 52,50
Canaletto / Repro-Holland is de uitgever. Op hun website meer, met ‘inzage’ van de eerste 24 pagina’s.

De eerste Plantsoenwerker of Groenvoorziener?

EUWOUT CORNELISZ woonde rond 1600 op de Nieuwe Langedijk in Delft met als beroep Stadsdoorenbreyer.

Rond 1600 is door de Delftse bestuurders een haardstedenregister van de stad samengesteld, om belasting te kunnen heffen op haarden en vuurplaatsen. Toen zijn ook van veel bewoners de beroepen genoteerd, net als tal van bijzonderheden over uithangborden, huisnamen, gevelstenen en spotnamen e.d. De eerste stadsarchivaris van Delft J. Soutendam heeft in 1882 deze aantekeningen geformeerd tot een stadswandeling en daar een boekje over geschreven.
Gegevens van 1600, van commentaar voorzien in 1882 en lezen in de 21ste eeuw is een leuke ervaring

Over Euwout Cornelisz die het vak uitoefende van Stadsdoorenbreyer schrijft J. Soutendam het volgende:
Op het eerste gezicht schijnt dat ambacht moeilijk te verklaren, maar zodra men zich te binnen brengt, wat xe2x80x98Stadsdoornxe2x80x99 is en bedenkt, dat breijen ook vlechten heet, wordt het raadselachtig baantje duidelijk en begrijpt iedereen, dat de titularis tot de stadsarbeiders behoorde en belast was met de taak, de hagedoorn, die onder aan de Stadswal stond, om stokken of palen te buigen, en dicht ineen te vlechten tot een bijkans ondoordringbare hegge of omtuining ter verdediging van Delft tegen een coup de main.

Wie het hele verhaal wil lezen van de wandeling: zie Historische stadswandeling.
Op de wandeling langs het Rietveld komen we de ‘Gardenier’ (hovenier of tuinman) tegen van de ‘princesse van Chemeye (Chimay)’ (of te wel Marie de Brimeu), met twee haardsteden.

Piet van der Eijk

De Platform Groen Erfgoed middag van 3 maart startte met een inleiding over historische stadsparken door Annemarie van Leeuwen. Zij benoemde het groen, o.a. de doornen, onderlangs en op de stadswallen als het eerste stadspark. Dit vormde aanleiding voor Piet om het bovenstaande naar voren te brengen.

‘Een oude tuin’, maar welke?


Onbekende tuin  Bron: Floralia 1938

Kees Beelaerts van Blokland stuurde een scan van een pagina uit Floralia 1938, ‘Een oude tuin’ door Leonard A. Springer. En Kees vraagt zich af of iemand weet waar dit is, of dat het fantasie is.

Springer schrijft over een 2-tal schetsen, ‘denkelijk voor geschilderde behangsels’. Omdat de onderstaande afbeelding overeenstemt met een schilderij van een familielid (van Springer) die in Osdorp een optrekje had, plaats Springer beide werken rond Amsterdam. Springer licht een aantal elementen uit de afbeeldingen toe, met als laatste element ‘een bouwsel dat men noodig heeft, doch liefst niet ziet’. En als ik hem goed begrijp ziet hij dit als ‘het bewijs, dat de afgebeelde tuin niet enkel fantasie is, maar een afbeelding van een tuin, die werkelijk bestaan en als model voor een behang gediend heeft’.

Voor het complete artikeltje (pagina) en grotere weergave van de afbeeldingen, klik hier.

Namens Kees BvB


Onbekende tuin  Bron: Floralia 1938

Paleis en tuin Het Loo vóór de uitbreiding van 1692

Een jachtscène met prins Willem III, Dirk Maas (1659-1717)
Een jachtscène met prins Willem III, Dirk Maas (1659-1717)  Bron: historiek.net

In 2009 is de collectie van Paleis Het Loo, dankzij legaten, aankopen en schenkingen, weer uitgebreid. Een van de nieuwe schilderijen, een jachtscène met prins Willem III, geschilderd door Dirk Maas (1659-1717), bevatte een grote verrassing. Op de achtergrond van dit doek is een gebouw te zien wat na bestudering Paleis Het Loo bleek te zijn, vóór de uitbreiding van 1692. Van deze eerste fase van Het Loo, met de colonnades tussen hoofdgebouw en zijvleugels en zonder de boventuin, waren tot nu toe geen afbeeldingen bekend. "Het is verbazingwekkend hoe op het kleine oppervlak duidelijk de tuin met terrassen, de collonades en zelfs de Venusfontein te zien zijn", aldus de website van Paleis Het Loo Nationaal Museum.

Het bericht ging gepaard met bovenstaande foto. Na een verzoek stuurde de afdeling PR & Marketing van Paleis Het Loo Nationaal Museum gelukkig een detailfoto (klik op de onderstaande foto voor een grotere weergave).  JH

Detail met benedentuin
Detail met benedentuin.  Bron: Paleis Het Loo Nationaal Museum

Warffumborg (Warffum) ?


Warffumborg (Warffum)? z.n. z.j.  Bron: Groninger Archieven

Bovenstaande betreft een tuinontwerp uit de Groninger Archieven (Van Bolhuis) waarvan de overlevering zegt dat het gemaakt is voor de Warffumborg. De borg is voor 1708 afgebroken en op het terrein staat nu de boerderij Het Schathuis, Kloosterweg 8 in Warffum.

Zoals je ziet staat op het ontwerp geen huis, geen jaartal en geen tekenaar (en de schaalaanduiding is in Fuss, Duits dus).
Ik heb een paar jaar terug Liesbeth Missel, Carla Oldenburger, en, via haar, Martin ten Broeke gevraagd of zij iets kunnen zeggen over de mogelijke tuinarchitect en periode van ontstaan. En dat was niet een gemakkelijk te beantwoorden vraag. Ruim geschat: 1685-1760, maar waarschijnlijk 1720-1730.
Als de ruime schatting juist is komt Warffumborg inderdaad in aanmerking. Daar woonde toen Louis Trip (ja, familie van) en we weten dat hij tussen 1689 en 1698 een grote verbouwing aan de Warffumborg liet uitvoeren. Als de tekening gedateerd moet worden tussen 1720 en 1730 komen ook andere borgen in beeld: Fraeylemaborg, Vredenburg en eventueel Breedenborg.

Ik heb de voor de hand liggende zoektocht langs familie-archieven en nabestaanden uitgevoerd maar met weinig resultaat (behalve dan een eenvoudig classicistisch ontwerp voor Zomerlust in Veendam, voor Hendrik Jan Trip en natuurlijk het ontwerp van Marot voor Meer en Burg in Heemstede van Jacob Hendricksz Trip).

Cascadevrienden, schijn uw licht eens over jaartal en maker van dit ontwerp…

Tineke Scholtens

Boerderijen vernoemd naar veldslagen onder Napoleon


Boerderij bij Hummelo met de naam Maloi Jaroslawitz  Bron: mijngelderland.nl

Toevallig las ik een berichtje over een lezing waarbij mijn oog getrokken werd naar woorden als Van Heeckeren, Sonsbeek, Enghuizen en boerderijen vernoemd naar veldslagen onder Napoleon. Kende dit verhaal al wel, maar kon ’s avonds gelijk de details horen door naar de lezing te gaan. En je hoort altijd wel weer iets dat je nog niet wist of wat (bij mij) eigenlijk nooit helemaal doorgedrongen was.

Hendrik Jacob Carel Johan, Baron van Heeckeren, Heer van Enghuizen, Beurse, Beverweerd en Odijck (1785-1862) vocht in dienst van de Pruisen, later in dienst van Napoleon, maar was vervolgens ook nog eens adjudant van koning Willem I en o.a. lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Het verbaasd me altijd weer dat activiteiten uit iemands verleden blijkbaar latere hoge posities niet in de weg stonden.

Van Heeckeren trouwde in 1816 met Elisabeth Williams Hope, dochter van John Williams (klerk bij Henry Hope) en Anne Goddard, nicht van Henry Hope. Henry Hope had geen kinderen en John ‘werd als zijn zoon’; hij noemde zich toen John Williams Hope. En Henry Hope is die van het handelshuis Hope & Co, de bankier, de bezitter van Welgelegen te Haarlem. Een deel van zijn erfenis vloeit via John & Anne naar Elisabeth, en daarmee naar Van Heeckeren. En daar komt dus ‘zijn’ fortuin vandaan. Geld dat o.a. werd aangewend voor de aankoop van Sonsbeek (Arnhem) en noordelijk gelegen gronden, voor grootse werken op Sonsbeek, voor aankoop van gronden rond Enghuizen (Hummelo), ontginningen en bouw van boerderijen.

En van de gebouwde boerderijen vernoemde hij een aantal naar de veldtochten die hij onder Napoleon meemaakte.
Noordelijk van Sonsbeek: Moskowa (naast huidige begraafplaats & crematorium Moscowa) en de niet meer bestaande boerderijen Leipzig en Dresden. Op de topkaart zie ik overigens in dezelfde regio ook de naam Petersburg…
Rond Enghuizen: de nog bestaande boerderijen Bautzen, Lutzen, Talem, Montmirail, Beresina, Duben, Brienne, Maloi Jaroslawitz.

En (lang leve Google) eenzelfde invulling volgde ook in Driebergen-Rijssenburg. Aldaar kocht hij (als heer van het nabije Beverweerd en Odijck) een boerderij die hij later liet afbreken en opnieuw opbouwen. Deze kreeg de naam Champaubert, een plaatsje 80 km oostelijk van Parijs waar Napoleon in 1814 slag leverde met Pruisen en Russen. Iemand uit de regio Driebergen-Rijssenburg die nog meer namen weet toe te voegen?

Kleine leuke opmerkingen volgen altijd in het vragenkwartiertje: een nazaat wist te melden dat Van Heeckeren een been verloor in Rusland. Zijn houten been is bewaard gebleven, het ligt in depot in de Cannenburch en is van dusdanige kwaliteit dat het zelfstandig kan staan.

In 2014 volgde een correctie. De heer Gatacre van de Wiersse gaf aan dat het houten been van Van Heeckeren van de Wiersse (verre familie) was, hij verloor zijn been in Pruissen. Zie ook onderstaande reactie van 10 april 2014.

Jan Holwerda


Kasteel Enghuizen (Hummelo).
De brug bestaat nog. Van het huis resteert slechts een ruïne in het bos.

Geschilderd doek of schot


Het schot ‘een bouwval of Ruïne, voorstellende: een oud Slot’,
detail uit Veldtafereel XX: ‘Ruine en Laan’ te Welgelegen, Rijswijk
Bron: Beeldbank Rijswijk

We hebben al vaak gehoord dat Gijsbert van Laar in zijn Magazijn van Tuin-sieraaden opmerkingen maakt om tuinsieraden eventueel op doek of op een schot te schilderen. En we kennen natuurlijk het voorbeeld van de Ka-buur van Elswout. Zoals hij zelf zegt ‘vermindert de kosten aanmerklijk’ en ‘om kosten te vermijden’.
Zo typisch Nederlands zou je zeggen. Tot ik een zinsnede uit Geschiedenis van den tuinbouw in Nederland: en overzigt van die in de verschillende staten van Europa (1855) van Uilkens tegen kwam:

‘De smaak voor de losse aanlagen openbaart zich het meest onder den rijken adel in Lombardije, ofschoon de tuinen in dien ontworpen niet zelden door wanstaltige en belagchelijke versierselen en groeperingen worden ontluisterd, wordende er, om maar iets te noemen, in een dier tuinen rotswerk van geschilderd doek aangetroffen, aangezien de eigenaar, op die stoute partijen verzot, niet beter wist te doen dan ze op dezen wijze daar te stellen, eene wijze, die volgens zijn zeggen dit boven de natuurlijke vooruit had, dat wanneer het eentoonige er van hem niet meer beviel, hij dan slechts in een anderen smaak behoefde te laten schilderen’.  JH


Detail uit Veldtafereel XII: ‘Boerderij in ’t Woud’ te Welgelegen, Rijswijk
Bron: Beeldbank Rijswijk

Over Welgelegen schreef Wim Meulenkamp ‘Winkeliersdroom: Welgelegen te Rijswijk en de Parvenu-stijl’, in Buitenplaatsen, Jaarboek 1998 van toenmalige RDMZ. En eerder schreef Noeska de Wit over Welgelegen in Cascade-Bulletin 1997, nr 1.

De wereld rond


‘Grottenwercks’ in de tuin van Gouverneur Generaal Valckenier in Ansjol (Batavia)
door J. W. Heijdt ad viv. del. 1739. / A. Hoffer sculps (
1739)

De eerdere weblog Twee tuinen op VOC kaarten en het koude, natte weer stimuleerden om rond te klikken door de wereld van VOC (Verenigde Oostindische Compagnie) en de WIC (West Indische Compagnie). En via de beeldbank Atlas of Mutual Heritage klik je naar kaarten van onbekende kusten (voor mij i.i.g.), zie je tropische verrassingen, maar vindt je ook Hollandse beelden overal ter wereld. Zo ook tuinen, buitenhuizen en aanverwante zaken. Hier een paar beelden, maar klik zelf eens in het wilde weg in die beeldbank. Niet de details willen weten, maar gewoon ‘rond de wereld reizen’ en genieten van prachtige kaarten, prenten, foto’s enz.  JH


Plattegrond met Paleis Vrijburg en haar tuinen te Mauritsstad (huidige Recife, Brazilië),
van Johan Maurits van Nassau-Siegen (‘de Braziliaan’), toen gouverneur van de Nederlandse kolonie in Brazilië (1647)



Plattegrond uit ca. 1750 van de tuinen van Raad van Indië dhr. Willem Fokkens bij Molenvliet (Batavia)
door Oswald adj.

‘Huys ter Nieuburch gevonden’


Vogelvlucht met Huis ter Nieuburg (Rijswijk), J. Julius Milheusser (eind 17e eeuw)
Bron: geschiedenisvanzuidholland.nl (klik aan voor voor een grote! weergave)

In november was er het nieuwtje ‘Huys ter Nieuburch gevonden’.
‘waren ze dat kwijt dan?’ zou je zeggen. In zekere zin wel. Iedereen wist wel dat dit paleis dat stadhouder Frederik Hendrik tussen 1631 en 1634 liet bouwen in het Rijswijkse Bos heeft gestaan, maar de exacte ligging was onbekend. In 1791 liet stadhouder Willem V het vervallen gebouw slopen; de zijgebouwen waren al eerder gesloopt. Op de plaats van het paleis en de tuin liet hij een bos planten en een gedenknaald oprichten en dat zijn, met twee vijvers, de oprijlaan en twee wallen, de enige overblijfselen uit die periode.

Na de Tweede Wereldoorlog was het bos een lege vlakte: al het hout was gekapt en gebruikt als brandstof. Vrij snel na de oorlog zijn nieuwe bomen geplant, maar sindsdien is er nooit een grote onderhoudsbeurt uitgevoerd. Tot nu. Naast onderhoud zal een deel van het bos opnieuw worden ingericht:
– het gebied rondom de Naald wordt een grasveld;
– de heggetjes verdwijnen;
– in plaats van de heggetjes komt er een stenen verhoging die de contouren van het oude paleis Ter Nieuburch laat zien;
– ook het voorplein van dit oude paleis wordt zichtbaar;
– de laanstructuur tussen de Van Vredenburchweg en de Naald blijft gehandhaafd en wordt zelfs doorgetrokken naar de Huys ter Nieuburchlaan.

Om de genoemde contouren zichtbaar te maken dient de exacte ligging bekend te zijn. In het voorjaar van 2010 zijn een grondradaronderzoek en grondboringen uitgevoerd. Dit najaar zijn in enkele kleine opgravingsputten delen van het paleis blootgelegd. En dat gaf aanleiding tot het bericht ‘Huys ter Nieuburch gevonden’.


Het Huis, detail uit vogelvlucht

Oude beelden laten het grootste formaat zien en foto’s van de opgraving laten zien hoeveel er toch nog is gevonden en hoe dicht overblijfselen onder de oppervlakte zitten. Kwestie van zand er over.  JH

Foto’s van de opgravingen. Bron: website Gemeente Rijswijk
Voor meer klik hier

Twee tuinen op VOC kaarten


Caart van de Thuyn Nieuwland, Josephus Jones (ca. 1791)
Bron: Uitgeverij Asia Maior/Atlas Maior

Bladeren door kaartboeken, wie van ons spreekt dat niet aan? Zo kwam ik de Grote Atlas van de Verenigde Oost-Indische Compagnie, Deel V Afrika ’tegen’; een klein deel is in te zien via internet (uitgave Uitgeverij Asia Maior/Atlas Maior).

Natuurlijk is het geen boek over tuinhistorie, maar altijd kans op een kaart met een tuin. Zo ook in deze uitgave. In deze weblog afbeeldingen van een deel van twee kaarten. En daarmee opnieuw even een glimp uit ‘gebieden die in het verleden onder invloed hebben gestaan van de Nederlandse tuin- en/of landschapsarchitectuur’.

De eerste kaart is Caart van de Thuyn Nieuwland, van Josephus Jones (ca. 1791).
De legenda vermeldt o.a. sterre bosch, bloem park, eyke bosch, moes thuynen, boomgaard, wyn gaard, orangerie, vontyn, bersau.

De tweede kaart betreft Plan van ’s Gouvernements plaats de Ronde Bosch, geleegen in ’t Kaapdistrict aan den voet des Tafelbergs, opnieuw door Josephus Jones (ca. 1803). De afgebeelde laan/zichtas strekt zich nog verder uit in westelijke richting (boven).  JH


Plan van ’s Gouvernements plaats de Ronde Bosch, Josephus Jones (ca. 1803)
Bron: Uitgeverij Asia Maior/Atlas Maior