Meerssenhoven met een ‘omgekeerde ganzenvoet’

Ik was donderdagavond 15 december naar een lezing van Willem Overmars gegeven in het kader van de opleiding ‘Tuinkunst & Parken, historie en instandhouding’. Een lezing over een 2-tal voorbeelden zijn werk, te weten het landgoed Schoonoord te Zeist en Meerssenhoven in Zuid-Limburg. Een opmerking over Meerssenhove wilde ik hier ook plaatsen. Meerssenhoven kent een ‘omgekeerde ganzenvoet’ (patte d’oie).

Is er een verklaring voor deze ‘omkering’? Je zou hem vanaf de kant van het huis verwachten uit te stralen. Zijn er ook andere voorbeelden?

Hierboven ter illustratie een kaartfragment met Meerssenhoven en de ‘omgekeerde ganzenvoet’ uit Kastelen in Limburg. Burchten en landhuizen (1000-1800), hoofdstuk Tuinen, parken en landschappen… (pag. 92)

Tuinhuis ’t Spijck te Harmelen gerestaureerd.

Vorige maand was ik betrokken bij de “weer in gebruik stelling” van het tuinhuis bij “Kasteel Harmelen”. Tot 1913 heeft er bij Kasteel Harmelen een bijzonder mooi bewerkt tuinhuis gestaan. Dit werd in 1913 geveild en gekocht door de boer die woonde in de boerderij behorend bij het kasteel. Deze boerderij was in 1846 samen met het koetshuis, in opdracht van Vrouwe Helena C.L. van Beusechem, weduwe van de Heer van Kasteel Harmelen, J.C.de Joncheere, naar de overzijde van het aan het kasteel langslopende riviertje “De Bijleveld” verplaatst. Ongeveer tegelijkertijd liet Vrouwe Helena een landschapspark aanleggen, een tuinhuis bouwen, een duiventoren bouwen en het kasteel met een toren met neo-gotische hal verrijken. Het tuinhuis zal dus eertijds een opvallende plaats in het nieuwe landschapspark hebben gehad, maar waar het precies heeft gestaan is niet bekend. Sinds 1913 is het bij de boerderij aan de overkant van de Bijleveld geplaatst.

In 1999 hebben verschillende familieleden van de boerenfamilie die destijds het tuinhuis kocht en overplaatste naar de boerderij, zich het lot van het tuinhuisje aangetrokken. Zij richtten een stichting op met als doel het tuinhuis te restaureren, het goed te onderhouden en het terug te plaatsen naar de plaats waarvoor het gemaakt was, het landschapspark van Harmelen. Het huisje is nu te vinden tegenover het “kasteel”, op een eiland met uitzicht over het water, en te zien vanaf de openbare weg.

In een brochure die voor deze gelegenheid werd uitgegeven, heb ik wat gefilosofeerd over de mogelijke architect van het tuinhuis. Wim Meulenkamp had al eerder in zijn folly-boek gesuggereerd dat het best wel eens door Zocher jr. ontworpen zou kunnen zijn, aangezien het veel gelijkenis vertoont met een van de tuinhuizen van Elswout, welke door Zocher werd ontworpen. Ook denkt men gauw aan Zocher omdat er ook sprake is van het tegelijkertijd ontwerpen van een landschapspark en de nabijheid van het park van Linschoten waar ook Zocher heeft gewerkt. Toch zou men theoretisch ook nog aan een ander kunnen denken, namelijk aan Gijsbert van Laar, die in Harmelen geboren is en in 1829 in Oudshoorn (bij Alphen aan de Rijn) is overleden. Hij zou misschien al voor zijn overlijden (eind jaren twintig van de 19de eeuw) een opdracht hebben kunnen ontvangen, die pas zo’n 10 tot 15 jaar later werd uitgevoerd. Normaliter denk je niet aan zo’n oplossing, maar het is natuurlijk wel heel toevallig dat we hier te maken hebben met een tuinhuis in het dorp waar Gijsbert van Laar geboren is. In zijn “Magazijn…” zijn overigens geen voorbeelden te vinden die lijken op het tuinhuis van Harmelen. Heeft iemand een idee, na het bestuderen van de foto van dit tuinhuis, wie de architect zou kunnen zijn? Te denken valt ook natuurlijk aan S.A.van Lunteren die in Utrecht ook verschillende neo-gotische bouwwerken op zijn naam heeft staan. Wie kan meer ideeën aandragen?

Carla Oldenburger

‘Landschap bij Beekhuizen’, D.J.T. Kerkhoff (1814)

Een persbericht van het Gelders Archief vermeldt de aankoop een unieke historische tekening van Daniel Johannes Torman Kerkhoff (1766-1821). Het gaat om een tekening van een landschap bij Beekhuizen (Velp ten oosten van Arnhem) in zwart houtskool, pen en zwarte inkt en waterverf, opgehoogd met wit en ‘gum arabic’, van 1814.

Het is een gezicht vanuit het noorden, stroomafwaards, op de salon in het park Beekhuizen ; bijzonder omdat andere bekende beelden meestal de salon, met de grote waterval, vanuit het zuiden laten zien. Dus een gezicht stroomopwaards (meer).