Hortus Botanicus in Amsterdam is weer te vinden


Ingang hortus 2008, met gerestaureerd hek, een tuin in de mode van 1910 en palmen
die de ingang van de hortus aangeven.  Foto: Oldenburgers Historische Tuinen

In 1974 zag de ingang van de Amsterdamse Hortus er uit als op de onderstaande zwart-wit foto. Links van de xe2x80x98landelijkexe2x80x99 hortulanuswoning staat het voormalig botanisch laboratorium, dat ontworpen is door Johan Melchior van der Mey (1910). Door architectuurhistorici wordt dit gebouw beschouwd als een voorloper van de Amsterdamse School. In 2004 constateerde de directeur van de hortus dat de voortuin van de hortus -van de brug over de Nieuwe Herengracht langs de oranjerie, de hortulanuswoning, het voormalig laboratorium en de zaadkoepel tot aan de  Plantage Parklaan-  in de loop der jaren xe2x80x98bezetxe2x80x99 was geraakt door geparkeerde autoxe2x80x99s, junks en te wild uitgegroeide bomen en struiken, zodat de architectuur van het gebouw niet meer werd beleefd en de ingang tot de hortus bijna niet meer te vinden was. Armzalige hulst- en ligusterhaagjes, anti-parkeerpaaltjes en een hekwerk uit 1864, dat deels verdwenen en deels teruggezet was, vormden de scheiding tussen tuin en voetgangersgebied.

De tuin is deels naar een situatietekening van Publieke Werken uit 1911 (waarschijnlijk naar ontwerp van Bureau Van der Mey) gerestaureerd, inclusief hekwerk en centrale ingangspartij. Het restauratieplan is van Oldenburgers Historische Tuinen. Voor de ovale plantbedden werd een nieuw eigentijds ontwerp gemaakt. Als basis voor het beplantingsplan, dat door de hortus i.s.m. Van der Tol b.v. werd opgesteld, dienden de schaduwplanten uit het boek van de vroegere hortulanus A. J. van Laren, Decoratieve Tuinbeplanting uit 1913. De palmen nabij de ingang van de hortus werden als eye-catcher toegevoegd.

Verder lezen? Zie: xe2x80x98Het nieuwe aanzien van de Amsterdamse hortusxe2x80x99. Binnenstad 228-229, pag. 55-56. Dit artikel is ook op Internet te raadplegen. Zie www.amsterdamsebinnenstad.nl, onder tijdschrift. En ook een tweede artikel in dit nummer is voor Cascade-vrienden interessant: xe2x80x98Ode aan de Amsterdamse iepxe2x80x99 in hetzelfde nummer, geschreven door Juliet Oldenburger, p. 48-50. CO.


Ingang hortus 1974.

Kasteel Biljoen in de verkoop


Kasteel Biljoen (Velp)  Foto: Guus Pauwels (2007)

In 1872 kocht een telg van de familie Lüps, uit het Duitse Rijnland, kasteel Biljoen; van Johan F.W.C. baron van Hardenbroek.
Op 29 november 2006 overleed de kleinzoon van deze kasteeleigenaar, Mr. Johan Hendrik Willem Lüps. In het voorjaar van 2006 was zijn vrouw, jonkvrouw Albertine Marie Isabelle Jeanne de Blocq van Scheltinga overleden. Het paar had geen kinderen.

In die periode vermeldde de Gelderlander het overlijden, en ook ‘Voor de familie was het een gewoon huis’ en ‘Geen mens kwam daar zonder uitnodiging binnen’

Ook de onzekere toekomst kwam in de media ter sprake. Wie kan zo’n bezit bekostigen? En wat te denken van successierechten! Langzamerhand komt er nu duidelijkheid. De Kop de Gelderlander van 17 juni luidt ‘Kasteel Biljoen in de verkoop’ en in het artikel staat ‘…Lüps bepaald dat er een zo hoog mogelijke opbrengst moet zijn voor de erfgenamen. Ook moet het privé bewoond blijven’

En in een andere bericht in de Gelderlander van 17 juni wordt vermeld …Geldersch Landschap & Geldersche Kastelen [Directeur Janine Pijl] spraken al met de oude Lüps over een mogelijke overname. "Hij had het onder last aan ons kunnen verkopen, zodat wij de erfgenamen zouden moeten betalen. Maar dat heeft hij niet gedaan." Lüps had een eigenzinnige visie op de toekomst van het kasteel, stelt ze. "Zijn grootvader heeft het in 1872 op een veiling gekocht. Daarom heeft hij bepaald dat het nu ook weer geveild moet worden."

En als zo vaak in het verleden lijken ook hier huis en ‘inhoud’ uiteen te gaan. Opnieuw de Gelderlander, van 12 juni 2008: ‘Veilinghuis Christie’s gaat ruim vijftig voorwerpen veilen die afkomstig zijn uit kasteel Biljoen in Velp’
Inderdaad 24 en 25 juni vindt in amsterdam de veiling ‘European Noble and Private Collections‘ plaats.

En eerder vond ik op internet
Tuesday, 20 – Friday, 23 (May)
NL/Haarlem, Bubb Kuyper: No. 48: Auction sale of books, prints and manuscripts.
The library of Kasteel Biljoen, Velp. 4657 lots.
De vermelding is nu niet meer terug te vinden. Wel de veilingcatalogus; bij Rijksmuseum A’dam

Tot slot. Tijdens de dag van het park woonde ik een lezing van Michiel den Ruyter op Larenstein bij. Hij maakte ook een opmerking over de leegverkoop van Biljoen. Ik weet niet meer zijn exacte woorden, maar het betroft o.a. voorwerpen (marmeren tafel?) uit de Italiaanse zaal en het daarmee verwijderen van die objecten uit hun context. En naar mij lijkt daarmee ook het uitkleden van de context zelf.


De grote zaal van kasteel Biljoen (ca. 1910)  Bron: Buiten (1914)

In o.a. De woonstede door de eeuwen heen schreef Heimerick Tromp al over Van Spaen, Piranesi en de zaal op Biljoen (1780-1782). Een zaal vol stucwerk; stucdecoraties naar etsen van Piranesi, zuilen en obelisken in stuc, stucvazen, stucwerk met verwijzingen naar jaargetijden, het landleven, muzen en mogelijk de maatschappelijke positie van de opdrachtgever Johan Frederik Willem Baron van Spaen van Biljoen. Het was ook onder hem dat Beekhuizen tot ‘arcadisch’ landschap werd gevormd (vanaf 1775) en het park van Biljoen in de landschapsstijl veranderde (vanaf 1777).  JH


Een hoek van de grote zaal van kasteel Biljoen (ca. 1910)  Bron: Buiten (1914)

Cascade’s voorjaarsexcursie 2008


Park kasteel Cannenburg ‘straks’. Ontwerpschets Bleeker en Nauta.
Uit folder ‘Cannenburch Compleet’

Zaterdag 17 juni vond de Cascade voorjaarsexcursie plaats. Deze keer naar de parken van Kasteel Staverden (Staverden) en Kasteel Cannenburch (Vaassen). Mooi, bijzonder, interessant, gezellig, op je gemak nog een keer terugkomen enz.

Het park van Kasteel Staverden is na het project ‘Staverden Versterkt’ in sept. 2007 opgeleverd. De wateren zijn gebaggerd, beschoeiingen aangebracht, onderhoud aan kasteel en koetshuis heeft plaatsgevonden, oranjerie en tuinmanswoning zijn gerestaureerd, tuinmuur en muurkas hersteld en gereconstrueerd, en een groentekas en pauwenverblijf gebouwd.
De tuin heeft een eigentijdse (niet onomkeerbare) invulling van sier- en nutstuinen binnen de aanwezige historische structuren gekregen. In het aangrenzende park zijn enkele paden hersteld, taluds verbeterd, bomen bijgeplant (en gekapt zal er vast ook zijn) en aan en met heesterbeplanting gewerkt. En andere elementen die al waren zijn gebleven; de historische doolhof, tuinbanken, het pauwenbeeld, het prieel, de ijskelder.

Beelden van het verloop van de werkzaamheden zijn te vinden op de website van de uitvoerder Vaarkamp.
Vergelijk deze eens met de beelden van de excursie door Niek Ravensbergen; via Cascade website.
Zo snel kan het gaan. Volgend jaar nog eens kijken…
En klik hier voor achtergronddocumententatie over de Restauratie en Renovatie. (klik hier voor meer over Staverden zelf).

Het park van Kasteel Cannenburch was even een heel ander beeld, zeg maar gerust schrikken. Hier stonden we tot de enkels in de modder, met kaalslag rondom. Midden in de werkzaamheden van het project ‘Cannenburch Compleet’. Midden in de eerste fase van ‘waterpartijen en bouwkundig elementen’ en tweede fase van ‘park en publieksvoorzieningen’.

De introducties, in koetshuis en later buiten, maken duidelijk waarom alle betrokkenen hameren op communicatie. Achtergronden, keuzes, argumenten, toekomstbeelden en bevlogenheid maken dat je een draai maakt. Dat je door de modder en kaalslag heen gaat kijken en al iets van dat toekomstige beeld ziet schemeren. Mooi is dat. Normaal zie je wat je weet, waarover verteld wordt of wat wordt aangewezen, maar nu, nu ‘zie’ je zelfs wat nog moet ontstaan.

Voor meer details kunt u veel lezen en aanschouwen via de volgende links:
– over het project ‘Cannenburch Compleet’; met folder over project en flyer met toekomstsituatie
– over Cannenburch zelf
– en opnieuw beelden door uitvoerder Vaarkamp en Niek Ravensbergen


Park kasteel Cannenburch ’toen’,  F. Beyerink (1761) ; uitsnede uit kaart

Bijzonder is het watersysteem in en rond Cannenburch. De vijver direct rond het kasteel verkrijgt zijn water uit de slingervijvers in het bos. De vierkante vijvers ter weerszijde van de vijver om het kasteel verkrijgt zijn water uit de beek die langs de noordgrens loopt, en het bijzondere is dat deze vijvers een veel hoger waterpeil kennen dan de ‘ingesloten’ vijver.
In 1739 zijn als verfraaiing drie regelmatige waterkommen gegraven (zie kaart Beyerink). Deze zijn begin 19de eeuw vergraven tot slingervijvers, en nu het water tijdelijk omgeleid wordt en de vijvers bijna droog liggen, zijn de regelmatige waterkommen weer herkenbaar. Er werd opgemerkt dat er gevlogen zou moeten worden; luchtfoto’s zouden dit nog beter laten zien.  JH

Arboretum De Dreijen (Wageningen)

Arboretum De Dreijen in Wageningen staat onder grote druk. De universiteit gaat het terrein op de westberg helling verlaten en geeft weinig blijk van behoud van haar erfgoed. Voor veel onderwijsgebouwen worden sloopvergunningen aangevraagd en gaan er stemmen op dat het kleine Arboretum toch een waarlijk stadspark kan worden. Daarom heeft een aantal Wageningse organisaties besloten een Platform De Dreijen op te richten om te trachten waardevolle gebouwen en het Arboretum voor Wageningen te behouden.

Het platform heeft een manifest opgesteld met de vraag aan eenieder dit te ondertekenen; zie www.dedreijen.nl

Omdat het Kleine Arboretum door verschillende tuin-landchapsarchitecten is ontworpen kan ik me voorstellen dat ook u in de toekomst van het gebied bent geinteresseerd van daar deze mededeling [L.A. Springer, L.H. Baas Becking, H.F. Hartogh Heys van Zouteveen]

Nog voor de zomervakantie willen wij een bijeenkomst organiseren over het Arboretum, indien u een bijdrage kunt/wilt leveren dan houden wij ons aanbevolen. Het idee is om mensen kennis te laten nemen van het Arboretum onderleiding van gidsen (misschien zijn er onder u mensen die het Arboretum goed kennen) De conservator van het Arboretum legt iets uit over de waarde van de beplanting. En we zijn op zoek naar een goed voorbeeld van een Arboretum-Park-Tuin dat door publiek-private middelen op de been wordt gehouden. Misschien kent u een goed voorbeeld/Heeft u tips of aanbevelingen laat ons het horen.

met vriendelijke groet,
Rita van Biesbergen
0317 422569
06 1450689


Ansicht met de toenmalige Rijkstuinbouwschool (begin 19de eeuw).
Daar waar Leonard Anthony Springer (1855-1940) de eerste docent tuin- en landschapsarchitectuur was (1897-1900).

Klik voor meer over de Botanische tuinen Wageningen Universiteit

Japanse tuin Clingendael (Wassenaar) 2008

Vanaf 30 april is de Japanse tuin weer open gedurende zes weken (klik hier voor details). Dit jaar zijn een aantal interessante toevoegingen te zien.


Paviljoen in Japanse Tuin in Clingendael (Wassenaar), foto 1930

In het Paviljoen bevonden zich altijd schuifpanelen, in het Japans shoji genoemd, die echter sinds lang spoorloos zijn verdwenen (zie een foto uit ca. 1930). Door zorgvuldige bestudering van een reeks oude foto’s en een analyse op welke wijze de in totaal elf shoji in de daarvoor in het Paviljoen aangebrachte groeven functioneerden is het mogelijk gebleken een geheel identieke reconstructie te maken. De shoji werden ditmaal gemaakt in Japan, maar het is verheugend dat deze panelen ook kunnen worden geproduceerd met authentieke Japanse materialen in Nederland (zie www.kodama.nl). De nieuwe shoji werden op 24 april 2008 geplaatst.


Eilandlantaarn en het Paviljoen met de nieuwe shoji. Foto: Joost Gieskes

Op 25 april werd de verloren gegane lantaarn op het schildpadeiland door een – weliswaar veel voorstudie vergende –  nauwgezette reconstructie vervangen, zie foto. De maatvoering klopt exact. Het bijzondere is wel dat deze ‘Japanse’ lantaarn geheel in Nederland werd vervaardigd, een primeur.

Tenslotte werd een eenvoudig houten bruggetje in de tuin vervangen door een zogenaamde ‘dobashi’ ofwel ‘aardbrug’, een ontwerp in Japanse stijl, zie foto.


De ‘dobashi’ ofwel ‘aardbrug’  Foto: Joost Gieskes

Voor de fijnproevers: Japanse hoveniers, uitgenodigd door de gemeente Den Haag, hebben een Thujopsis dolobrata, een grote groep hoog uitgegroeide Chamaecyparis pisifera ‘Plumosa’, en diverse soorten Japanse esdoorn en Juniperus op Japanse wijze gesnoeid. Hierdoor werden de bomen en heesters flink transparanter waardoor de esthetische waarde aanzienlijk toeneemt.

Joost S.H. Gieskes

Aanleg nieuwe bijenstal

Historisch gezien waren er vroeger veel bijenstallen op de buitenplaatsen. Een particulier wil zijn steentje bijdragen aan een stukje cultuurherstel op dat gebied. Het betreft een particulier terrein temidden van landgoederen in ‘s-Graveland.

Wie heeft er informatie over subsidiemogelijkheden voor de aanleg van een nieuwe bijenstal?

Reacties graag naar: j.harder@landschapnoordholland.nl

Jelle Harder
Projectleider Landschap Noord-Holland

 

Afb. Den naerstigen byen-houder…, Petrus Nyland (1683)
In Het Vermakelyck landtleven… met o.a. ook Den nederlandtschen hovenier door Jan van der Groen

Platform Kastelen en Buitenplaatsen in Zeeland opgericht


Buitenplaats Zeeduin (Oostkapelle)

In juni 2007 is het Platform Kastelen en Buitenplaatsen in Zeeland opgericht. Hierin werken  samen: de provincie Zeeland, de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ), de Nederlandse Kastelenstichting, de Kastelenstichting Holland Zeeland, de Stichting tot behoud van Particuliere Historische Buitenplaatsen (PHB), Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Vereniging Zeeuwse Gemeenten, Landschapsbeheer Zeeland, Stichting Het Zeeuwse Landschap, eigenaren van particuliere buitenplaatsen en de Stichting Kastelen Lexicon Nederland.

In Zeeland is het Platform het coördinerend aanspreekpunt met als aandachtspunten: het vergroten van het bewustzijn inzake bescherming en behoud, het verankeren van de buitenplaatsen en kastelen met hun omgeving in de ruimtelijke ordening, erfgoededucatie, archeologie en cultuurtoerisme. Door de bundeling van organisaties is het Platform in staat om in een vroegtijdig stadium te kunnen meedenken, bijvoorbeeld over niet-beschermde monumenten of niet-onderzochte terreinen die in cultuurhistorisch opzicht mogelijk waardevol zijn. Voordelen zijn de korte lijnen en de mogelijkheid om gezamenlijk naar buiten te treden.

Zeeland had van oudsher vrij veel kastelen en historische buitenplaatsen, die in verschillende perioden zijn ontstaan. In de zeventiende en achttiende eeuw waren de Zeeuwse eilanden zeer welvarend, wat op alle eilanden leidde tot een grote toename van het aantal buitenplaatsen. Vele zijn nadien weer verdwenen toen het economisch minder ging, maar vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog en de inundatie in 1944 en de daarop volgende herinrichting en herverkaveling zijn veel waardevolle sporen van voormalige buitenplaatsen uitgewist. Typerend als archeologisch erfgoed zijn de Zeeuwse bergjes waarvan enkele nog herkenbaar in het landschap aanwezig zijn en die een beschermde monumentenstatus hebben.

Het is van groot belang dat de beschermde status van het monumentale groen meer bekendheid krijgt. De rijksoverheid staat op het standpunt dat kastelen en buitenplaatsen behouden moet blijven en dus extra moeten worden beschermd. In de praktijk blijken beleids- en plannenmakers echter onvoldoende op de hoogte te zijn van het feit dat het groen waarmee ze te maken hebben de status heeft van beschermd rijksmonument.
Het Platform Kastelen en Buitenplaatsen in Zeeland streeft ernaar dat alle betrokken partijen op dit gebied meer met elkaar gaan samenwerken. In feite moeten de rijksoverheid, de provincie Zeeland en de gemeenten een gezamenlijk standpunt innemen hoe om te gaan met kastelen, historische buitenplaatsen en ander monumentaal groen erfgoed

Het Platform Kastelen en Buitenplaatsen in Zeeland komt twee keer per jaar bijeen en heeft haar secretariaat bij de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ) in Middelburg.
Meer informatie:
Platform Kastelen en Buitenplaatsen in Zeeland
Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland
Postbus 49
4330 AA Middelburg
E:info@scez.nl

Marian Lenshoek

Cascade’s Ronde Tafel Conferentie


Prospect van Haar Hoogheit Princesse van Oranjen en Nassau Lusttuin Maariënburg
Fotoreproductie uit de 20e eeuw van een tekening uit de 18e eeuw
De originele tekening is in een particuliere collectie in Amersfoort.
Bron Beeldbank Leeuwarden klik en zoom in, of klik afbeelding)

Afgelopen zaterdag vond Cascade’s RTC plaats. 7 sprekers met een variëteit aan onderwerpen. Hier de opsomming met een aantal links om even iets terug of beter te zien (bv die vogelvlucht van Mariënburg wil je toch nog even zien?)

Sander Rombout over de tuin van Rijksmuseum Amsterdam (Copijn ; en over het Nieuwe Rijksmuseum)

Anne van Hirtum met Historisch Groen Collectief (2)

Piet van Eijk over zijn zoektocht naar het groene ambacht; van tuinbaas tot groenmanage

Marieke Mastboom met De Heerlijkheid Appeltern, een landgoed in het Land van Maas en Waal

Rita Radetzky over Johann Hermann Knoop; over Mariënburg (en 2), de Prinsentuin, Plan van Leeuwarden, zijn boeken als Pomologia en Fructologia (zie Historic Fruit online), Werkdadige Meetkonst en Beschouwende en werkdadige hovenier-konst of inleiding tot de waare oeffening der planten…

Jan Holwerda met een vogelvlucht door de tijd van Huis ten Bosch

en tot slot Petra Doeve over buitenplaats Doornburgh te Maarssen  JH


Doornburgh nabij Maarssen, P.J. Lutgers (ca. 1835)  Bron Het Utrechts Archief

De tuinen van de kleinzoon van Willem van Oranje ( III Palmerswaard)

Nedrhenenkoningsboomgaard_1 

De rechthoekige omtrek van de Koningsboomgaard van Frederik V van de Palts, later de Winterkoning / Koning van Bohemen, is nog vaag te herkennen op bovenstaande Google Earth-detailfoto van een deel van de uiterwaard (tegenwoordig Palmerswaard genoemd, naar de familie Palmers, die eind 17de eeuw eigenaar werd van deze uiterwaard) ten zuiden van de Utrechtse weg en ten westen van de Veerweg in Rhenen. Ten oosten van deze Veerweg, die loopt van de Westpoort in Rhenen naar de Rijn (onder) is ook heel duidelijk de Cunera-toren en de Cunera-kerk zichtbaar. Op het terrein tussen Cunerakerk en Veerweg, nu grotendeels bebouwd, lag het Koningshuis, dat in 1812 met omliggende gronden is verkocht en afgebroken. De Gemeente Rhenen heeft lang plannen gekoesterd de Palmerswaard (incl. de Koningsboomgaard) als jachthaven te gaan exploiteren. Cultuurhistorisch gezien was dit natuurlijk geen goed idee. Het plan is afgeblazen en nu ontwikkelt St. Utrechts Landschap haar visie. Zij beschouwen de Palmerswaard als een onderdeel van project Noordoever Nederrijn en dit vormt een essentiële ecologische schakel tussen de Blauwe Kamer en de uiterwaarden bij Elst en Amerongen. Bovendien liggen er mogelijkheden om de ecologische verbindingen tussen de uiterwaarden en de Heuvelrug te herstellen. Het toekomstige beheer van de Palmerswaard is nog niet helemaal uitgekristalliseerd. Zo moet onder andere bekeken worden of er grote grazers (paarden en/of runderen) ingezet worden. Wel staat vast dat aan de natuur alle ruimte wordt gegeven om zichzelf verder te ontwikkelen. Wie weet lopen er straks Koninkspaarden op de Koningsboomgaard? CO.

Van Laar op prentbriefkaart

Naast Van Laarxe2x80x99s Magazijn van Tuin-sieraaden op CD, heb ik nu ook nog een aantal platen uit Van Laarxe2x80x99s Magazijn ontdekt op prentbriefkaart. Ga maar kijken in de Art Unlimited-winkel op de Keizersgracht (A’dam), op onderwerp Tuinen en Parken. Dan vind je allerlei reproducties van tuinen en parken.

Tot mijn stomme verbazing vond ik zo 5 prentbriefkaarten uit Magazijn van Tuinsieraden. Op de achterkant staat de titelbeschrijving van het boek vermeld met één a en met het jaartal 1802. Dat klopt niet en ik vermoed daarom dat het om de uitgave van 1819 gaat. Maar dat terzijde. De originelen zijn in de collectie van de KABK (Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag).

Het gaat hier om Plaat XLI (3 tuinhuizen en 3 tuinbanken); Plaat LXV (een uitkijktoren); Plaat LXX (een watertoren? annex duiventoren); Plaat CXVII (een tuinrad, een reuzenrad, maar dan in het klein voor 8 personen); en Plaat CXXXV (een kinderwip en 2 tuinbanken). Plaat CXVII is bovendien nog in kleur te koop, afkomstig uit de uitgave van 1831, en dan uit de collectie van de KB (Koninklijke Bibliotheek) in Den Haag.  CO