Cascade bulletin voor tuinhistorie 2016-2 is uit (het boek Tuingeschiedenis in Nederland II verscheen i.p.v. bulletin 2015-2 en 2016-1).
In dit bulletin vindt u drie bijdragen van twee auteurs.
De eerste bijdrage is van Jan Holwerda. Vorig jaar deed hij een mooie ontdekking met betrekking tot de identificatie van enkele platte gronden van aanleg van Gijsbert van Laar. Jan is verder gegaan met zijn speurtocht en doet hier van verslag; voorzien van geweldig beeldmateriaal.
Sandra den Dulk geeft ons een mooie inleiding op zowel het leven en werk van tuinarchitecte Tineke Bosma als op de ontstaansgeschiedenis van dierenpark Emmen
Tenslotte nog een bijdrage van Jan Holwerda; uit een reisverslag uit 1783 citeert hij een beschrijving van de aanleg van Beeckestijn bij Velsen.
Ik las snel het artikeltje van Yme Kuiper, die het over het begrip ‘ensemble’ had, dat uitgevonden is door Henri van der Wyck. Hij bedoelde daarmee de eenheid van huis, tuin en park. Hij had het daarbij niet over de stijl waarin deze diverse eenheden zich voordoen. Van der Wyck was een fel tegenstander van de reconstructie van de tuinen van Het Loo ; in zijn visie moest het landschappelijke park achter het paleis behouden blijven, terwijl 19de eeuwse aanbouwen aan het paleis juist moesten worden verwijderd. Die waren lelijk en het park was mooi. Zat dat er achter? Ik denk bij het woord ensemble automatisch aan dezelfde stijl van de verschillende onderdelen, maar daar had hij het nooit over. Aardige aantekening lijkt mij bij het artikeltje van Yme. CO.
Om verdere verwarring te voorkomen, het artikel waar Carla op doelt staat meen ik in Kasteel & Buitenplaats, het blad van de Nederlandse Kastelenstichting (dus uw nummer van het Cascade bulletin mist dit artikel niet 🙂 )
Het is inderdaad een vergissing. Het artikel van Yme Kuiper staat in Arcadie nr. 17, Jg 8, nr. 2, en niet in het Cascade bulletin. Ik kreeg beide op dezelfde dag binnen. Vandaar.
Evenzeer ‘off-topic’: wij hanteerden vroeger op ons werk twee soorten ensembles – ten eerste de ruimte die in ‘einem Guss’ is ontworpen en waarvan alles dus bij elkaar past, maar ook een geheel dat bijna organisch door de tijd gegroeid is en daardoor ook een eenheid toont. Bijvoorbeeld een dorpskerk met (bouw) elementen uit de middeleeuwen, en een opeenvolging aan interieur-elementen uit bijvoorbeeld de zeventiende, achttiende en negentiende eeuw. En ieder die zo’n soort gebouw bezocht heeft, zal beseffen wat ik bedoel. Dito kan een park divergerende elementen hebben, maar toch een ensemble vormen.