Cascade bulletin 2015-1 is uit en bij deze en gene al in de bus gevallen.
In dit bulletin vindt u drie bijdragen die ieder een aspect van de vroeg-landschappelijke tuinkunst behandelen: een kweker en zijn plantsortiment, een tuinaanleg en een in Nederland niet zeer veel toegepast inrichtingselement, te weten de driepuntsbrug.
Het eerste artikel van Henk van der Eijk geeft ons een kijkje in het veelbewogen leven van de achttiende-eeuwse kweker Jacobus Gans en de door hem uitgebrachte kwekerscatalogi. Het betreft een uit 1780 daterende en een ongedateerde catalogus. Door de reconstructie van de groei, bloei en neergang van Gans’ kwekerij weet Henk de laatste catalogus nader te dateren en blijkt het de vroegst bekende Nederlandse catalogus met een groot aantal bomen en heesters voor de groene invulling een vroeg-landschappelijke aanleg.
In de tweede bijdrage lokaliseert Jan Holwerda een van de plattegronden uit het Magazijn van Tuin-Sieraaden (…) (1802-1809) van Gijsbert van Laar. Het totaal aantal platen met een plattegrond die nu geïdentificeerd zijn komt daarmee op negen (van de eenenveertig platen met plattegronden). De voorgaande (meest recente) identificatie was in 1995. Nu, 20 jaar later, eindelijk een volgende.
Tot slot geeft Arinda van der Does een korte inleiding op de driepuntsbrug. Bij een driepuntsbrug zal menigeen direct aan het Noorden des lands en aan Roodbaard denken. Uit Arinda’s bijdrage blijkt dat de verbreiding breder is, de herkomst zuidelijker en de toepassing vroeger.
Ik heb vandaag het nieuwe Cascade-nummer in de brievenbus gekregen en zojuist als eerste het artikel van Henk van der Eijk gelezen. Het is een doorwrocht artikel over het leven van de kweker Jacobus Gans en zijn kwekerij en catalogi, waarvan ik de tweede uit 1780 al kende sinds het onderzoek over plantencatalogi dat ik deed samen met Jos Kuylen en Onno Wijnands in 1982.
Ik heb het artikel met veel plezier gelezen, maar ben zelf meer geïnteresseerd in de planten die worden aangeboden in de catalogi van 1771 en 1780 dan in het leven van Jacobus Gans. Als ik het goed heb uitgerekend zijn er in de 1780-catalogus 329 meer plantensoorten of cultuurvariëteiten genoemd. Er zullen zeker ook plantensoorten in 1780 niet meer voorradig zijn geweest, maar in ieder geval is er grosso modo een toename van ongeveer 300 planten. Ik zou heel erg graag willen weten welke dat dan zijn. Welke soorten zijn er tussen 1770 en 1780 bijgekomen en zijn dit dan soorten die typisch zijn voor de Engelse landschapsstijl? Ook interessant lijkt mij welke Amerikaanse soorten erbij zijn bekomen. Ik denk aan bloemheesters in vele kleuren en ongekende vormen. Ik ben ook benieuwd of er van nieuwe plant-introducties sprake is, of dat de toename meer zit in meer kweek-producten? Kortom een inhoudelijke vergelijking lijkt me zeer de moeite waard en heel belangrijk voor de restauratie van vroege landschapstuinen. Ik hoop dus op een vervolgverhaal van Henk van der Eijk.
Ik heb nog de volgende advertenties in mijn verzameling:
“1 september 1770 Rotterdamse Courant
JAKOBUS GANS, Bloemist van Haarlem, maakt bekend, dat hy als voorgaande jaren alhier is gearriveert met een groote party van allerhande soorten van BLOEMBOLLEN &c. Dezelven heeft ook medegebragt een considerable groote party van dubbelde Jonquillis Bollen, extra groot en mild in het bloeyen, voor 30 St. de hondert stuks, zyn staanplaats is voor de Witte Wasboom aan de Oostzyde van de Beurs, en zyn Logement is op de Boere Vismarkt in ‘t Haarlemmer Veerhuis by de Groote Kerk, te Rotterdam. NB. Dezelven presenteert zware dubbelde Roode, Witte en Blaauwe HIACENTE BOLLEN, voor de prys van 10 Gl. de 100 stuks.
24 augustus 1771 Rotterdamse Courant
JAKOBUS GANS, Bloemist te Haarlem, presenteerd aan alle Heeren en Liefhebbers van Flora, alle soorten van curieuse BLOEM-BOLLEN, bekwaam tot Glazen en Potten, tot de civielste pryzen; als mede de dubbelde gele Jonquilles ‘t 100 à 1 Gl., 10st. ; 100 soorten van Bizarde en Bybloemen, Tulpanen, ‘t 100 à 5 Gl.; dezelve 100 soorten in rommel zonder de namen ‘t 100 à 3 Gl.; ordinaire rommel Bonte Tulpanen in rommel ‘t 100 à 1Gl. 10st.; dubbelde gevulde bonte Tulpanen in rommel ‘t 100 à 2 Gl.; vroege Bonte Tulpanen, alle vroege soort ‘t 100 à 2 Gl. 10 st.; verders alle soorten van Bloembollen tot de civielste Pryzen. Gemelde staat als voorgaande Jaren, gedurende deze Kermis, voor de Witte Wasboom by de Beurs.”
Dit verklaart misschien dat hij in Rotterdam kennis maakte met Groeninx van Zoelen en Castiaan Molewater.
Hier nog een advertentie met Albertus Gans:
7, 12 juni 1782 Leydse Courant (KB Hist, kr.)
BASTIAAN en ALBERTUS GANS, ZOONS van JACOBUS GANS; het teekenen van Plaatsen en Bosschen in de nieuwste, smaak, het maaken en aanleggen van nieuwe Plantagien wel verstaande, als mede alle vreemde Americaansche Boomen, Heesters en Gewassen; niet alleen in hunne Naam kennende; maar by het aanleggen der Bosschen &c. op hunne regte Destinatie weetende te plaatsen, presenteeren hunne Dienst aan alle binnen en buitenlandsche Hoove; Heeren-Plaatsen en Tuinen, tot het maaken van Teekeningen en het Aanleggen, als ook tot het veranderen van Plaatsen en Bosschen, als mede tot het onderhouden van de reeds geplanten Bosschen, om dezelve door hunne behandeling een net en aanzienlyk oog by te brengen, adresseeren zig aan bovengemelde in Woelwyk op de kleine Houtweg te Haarlem.”
Dat hij toch wel aanzien genoot blijkt wel uit de volgende redactionele stukken:
“24 april 1777 Haerlemse Courant (KB Hist, kr.)
Haarlem den 23 April. Gisteren namiddag hebben hunne Doorl. en Koninglyke Hoogheden, de Heer Prins Erfstadhouder en Gemalin, benevens de Jonge Prinses, de Bloemen by 4 der voornaamste Bloemisten alhier bezien, als ook, en passant, de Exotische en Amerikaansche Gewassen by den Bloemist J. Gans te Hillegom.
3 juni 1777 Haerlemse Courant (KB Hist, kr.)
7 juni 1777 Middelburgse Courant (KB Hist, kr.)
Hillegom den 31 Mai. By den Bloemist Jacobus Gans, op de Buitenplaats Duin en Weg alhier, is in Bloem te zien het Boomgewas Phœnix frondibus pinnatis rotundatis, of de zogenaamde DADEL- of PALMBOOM: Deeze Boom, welke in Europa zeer zelden bloeid, heeft vier Bloemslengen geschooten, waarvan de Bloemen zig reeds beginnen te openen, gelyk een ieder, die daar lust toe heeft, by den voorn. Bloemist zien kan.
7 juni 1777 Haerlemse Courant (KB Hist, kr.)
10 juni 1777 Middelburgse Courant (KB Hist, kr.)
Hillegom den 6 Juny. De vier Bloemstengen van de Dadel of Palmboom, by den Bloemist J. Gans alhier, neemen, zo in hoogte als in zwelling, van dag tot dag toe en beginnen zig meer te separeeren, zo dat men verwacht dat zy tot volkomenheid van grootte zullen komen.”
Met vriendelijke groeten
Leo van der Meer
@ Leo van der Meer: Dank voor de advertenties! De laatste vier kende ik, maar de twee uit de Rotterdamse Courant uit 1770 en 1771 waren mij niet bekend. Hij kwam dus zelf ook zijn waren aanprijzen en verkopen, dat is een belangrijke toevoeging.
Hij zal best aanzien hebben genoten, ik geloof niet dat ik het tegendeel beweer. Maar voor mij vielen bij dat krantenbericht waarbij het bezoek van Willem V werd gemeld, vooral de woorden ‘en passent’ op. Willem V kwam toch langs, dus even uitstappen was weinig moeite. Maar: hij deed het.
@ Carla: Fijn dat je het met plezier hebt gelezen. Ik denk/hoop dat er genoeg in staat om van nut te zijn voor de tuinhistorische gemeenschap. De context waarin en het tijdstip waarop de catalogi zijn verschenen ligt nu in ieder geval behoorlijk vast.
Het onderzoek dat je noemt is natuurlijk een prima volgende stap, waarbij opgemerkt moet dat (hulp van iemand met) gedegen kennis van historische naamgeving van planten daarbij onontbeerlijk is. Voor mij persoonlijk staat dat onderzoek niet heel hoog op de prioriteitenlijst, de komende paar jaar gaat dat er zeker niet van komen. Maar als iemand zich geroepen voelt: in ieder geval is nu bekend waar de catalogi liggen.
ik ga helemaal met je datering mee Henk. Als toevoeging, het lijkt niet bij twee catalogi te zijn gebleven (niet dat je dat beweert hoor). Te lezen valt
Oprechte Haarlemsche courant 09-10-1777:
…welke in een gedrukte Catalogus, daarvan, eerstdaags by hem te bekomen…
Oprechte Haarlemsche courant 06-02-1779:
…in de gedrukte Catalogue, daarvan by hem te bekomen…
Dat klopt, Jan. Maar het is de vraag of het hier om nieuwe catalogi gaat, of om varianten op de 1771-catalogus. Want in de volledige tekst van beide advertenties schrijft hij dat hij specifieke soorten planten, ‘de fynder soorten’, met een * heeft aangemerkt, en dat die catalogus-met-asterisk bij hem te bekomen is (de ene keer eerstdaags, de andere keer staat dat er geloof ik niet bij).
Het is natuurlijk prima mogelijk in een bestaande catalogus planten met de hand van een *-teken te voorzien, ik vermoed niet dat hij ze met duizenden tegelijk verstuurde. Maar voor hetzelfde geld (in figuurlijke zin gesproken) gaat het hier inderdaad om gloednieuwe catalogi, eventueel op die drukpers van Bastiaan Molewater gedrukt.
In ieder geval is een catalogus van Gans waarin soorten met een * zijn aangemerkt, nog niet gevonden. In mijn artikel richt ik me op de catalogi die we op dit moment wel hebben. Het zou bijzonder mooi zijn als er wel een was, want dan wisten we direct welke planten Gans (en zijn klanten) tot de ‘fynder soorten’ rekenden aan het begin van het laatste kwart van de achttiende eeuw.
Er is, voor de liefhebbers, wel vrij snel een duidelijk verschil tussen beide catalogi van Gans aan te wijzen, en wel in de categorieën waarin de planten zijn geplaatst. De latere catalogus uit 1780 heeft een extra categorie ‘G’, voor ‘Planten die nog boom nog Heesteragtig zyn’. Daar vallen dan onder meer de Vinca onder, en de Vaccinium.
De Vinca was nieuw in de catalogus uit 1780, zo lijkt het. De Vaccinium stond ook al in de 1771-catalogus, maar dan in categorie ‘D: Heesters’.