Oproep stimuleringsprijs Carla Oldenburger-Ebbers Penning 2020

In 2009 heeft de Stichting Tuinhistorisch Genootschap Cascade de Carla Oldenburger-Ebbers Penning ingesteld. Cascade riep daarmee een prijs in het leven, genoemd naar haar oud-voorzitter en bedoeld om jong wetenschappelijk talent te stimuleren (jong is leeftijdsloos). De prijs zal vergezeld gaan van een geldbedrag van € 500.
Voor de Carla Oldenburger-Ebbers Penning komen onderzoekers in aanmerking die aan het begin van hun (nieuwe) loopbaan staan en die een opmerkelijke wetenschappelijke scriptie, artikel of andere publicatie hebben uitgebracht die betrekking heeft op de geschiedenis van de Nederlandse tuin- en landschaps-architectuur en die aansluit op de doelstellingen van Cascade. De kwaliteit wordt getoetst aan de voor de universiteiten en hogescholen gebruikelijke normen.

Derde uitreiking in 2020
In 2020 zal de derde Carla Oldenburger-Ebbers penning worden uitgereikt tijdens de
Midzomernachtbijeenkomst 2020. Het bestuur van Cascade nodigt beginnende
onderzoekers uit mee te dingen naar de prijs. Kandidaten kunnen zowel door henzelf als door anderen worden voorgedragen. De inzending moet tussen december 2016 en
december 2019 tot stand zijn gekomen. Inzendingen voor de prijs dienen voor 31 december 2019 te worden gedaan. Diegenen die worden genomineerd, wordt gevraagd een samenvatting in 1200 woorden te schrijven, die vervolgens in het bulletin van CASCADE wordt gepubliceerd.

Meedoen?
Lees het reglement op de website van Cascade, onder Activiteiten/Carla Oldenburger-Ebbers Penning. Het deelnameformulier kunt u daar eveneens downloaden.

Van de aangemelde scriptie of publicatie dient u een digitale en een papieren versie in te leveren bij het secretariaat.
Het digitale document mailt u naar: info@cascade1987.nl t.a.v. COE-Penning.
Het papieren document stuurt u naar:
Stichting Tuinhistorisch Genootschap Cascade
Johannes Vermeerstraat 19
6814 JS Arnhem

Inlichtingen bij Els van der Laan, vice-voorzitter Cascade: 06 11355090

Symposium Building the Presence of the Prince

Bouw van klooster de El Escorial, door Juan de Herrera

Het symposium Building the Presence of the Prince is een samenwerking met o.a. Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond (KNOB). Het bestuur van de KNOB wil de leden van Cascade  graag de aanbieding doen dat zij zich voor het gereduceerde tarief (€ 40 in plaats van € 50) in kunnen schrijven. Als zij zich aanmelden kunnen zij graag een email aan info@knob.nl sturen waarin ze zich als Cascade-donteur melden.

(OVERGENOMEN)

Tegenwoordig worden vorstelijke verblijven door het grote publiek vaak gezien als de merkwaardige woningen van koninklijke families, die geïsoleerd van de maatschappij leefden. Dergelijke plaatsen werden echter niet alleen voor het plezier gebouwd, maar behoorden ook tot een groter netwerk van gebouwen en landgoederen. Samen speelden deze een belangrijke rol in het bestuur van de vorst. Naast paleizen bestonden deze bezittingen vaak uit bossen, landbouwgronden, waterlopen en vijvers, maar ook uit verdedigingswerken en industriële en commerciële gebouwen zoals molens, tolhuizen en fabrieken. Vanaf de Middeleeuwen werden deze netwerken van gebieden steeds belangrijker voor de consolidatie van de macht van de vorst en speelden ze een sleutelrol in het propageren van zijn heerschappij. Om de controle over hun gebouwen te verbeteren en het onderhoud ervan te verzekeren, richtten de vorsten permanente administratieve organen op die belast waren met het beheer van hun gebouwen. De centralisatie van hun gebouwenbeheer  was in de eerste plaats een financiële hervorming, maar deze hervorming moet ook worden gezien in de context van de nadrukkelijkere presentie van de vorst in het hele rijk.

Deze bouwadministraties zijn niet eerder systematisch met elkaar vergeleken. Het is nog onduidelijk in welke mate dergelijke gecentraliseerde instellingen zich autonoom hebben ontwikkeld en hebben ingespeeld op de plaatselijke omstandigheden en behoeften, en in hoeverre ze deel uitmaakten van internationale ontwikkelingen die gefaciliteerd werden door de nauwe banden tussen de Europese hoven.

Dit symposium brengt wetenschappers uit verschillende disciplines samen in een eerste poging om deze instellingen op pan-Europese schaal te vergelijken, van de late Middeleeuwen tot het einde van de 17de eeuw. Het doel is de relaties tussen de lokale eigenschappen van deze organisaties en hun gemeenschappelijke Europese kenmerken te onderzoeken. Het behandelt vanuit een multidisciplinair perspectief vragen over de aard van dergelijke administraties, hun doel, hun organisatiestructuur en juridische status, alsook hun rol in staatsvorming.

De voertaal van het symposium is Engels. Bekijk hier het programma van het tweedaagse symposium in Museum Catharijneconvent Utrecht.
Tot 31 oktober kunt u zich hier voor het symposium aanmelden.

Of gewoon onder aan deze pagina.

Ithakaprijs 2019 en Ithakastipendium 2019

(OVERGENOMEN)

Genootschap Oud Westland wint de Ithakaprijs 2019 met de publicatie Buitenplaatsen in het Westland. Met smaak en tot voordeel aangelegd, Naaldwijk 2018

Gisteren vond op Kasteel Amerongen de uitreiking plaats van de Ithakaprijs en het Ithakastipendium. Prijs en stipendium bedragen ieder € 5.000,- en dit jaar worden zij voor vijfde keer uitgereikt. Het zijn de hoogste geldprijzen voor vernieuwend of verbindend onderzoek naar Nederlandse kastelen, historische buitenplaatsen & landgoederen. Ook journalistieke producties dingen mee naar de prijs. Dit initiatief van stichting Kastelen, historische Buitenplaatsen & Landgoederen is mogelijk dankzij een schenking van oud-staatssecretaris van Volksgezondheid mevr. Mr. Els Veder-Smit.

De jury koos Buitenplaatsen in het Westland. Met smaak en tot voordeel aangelegd vanwege de heldere beschouwing over de opkomst en de historische ontwikkeling van buitenplaatsen in het Westland, hun relatie met de opkomende tuinbouw in dit gebied en de manier waarop verbinding wordt gelegd tussen de afzonderlijke (nu verdwenen) buitenplaatsen in het Westland. Daarbij komt dat het boek goed is vormgegeven waardoor het een zowel inhoudelijk als visueel aantrekkelijke publicatie is. De inhoud van dit boek slaagt er goed in om de interesse voor dit specifieke Westlandse verleden een breed publiek op te wekken.

Het Ithakastipendium 2019 is toegekend aan Astrid Schutte voor een literair non-fictieproject rond Huis Baak, getiteld Een laatste heer. Hierbij gaat zij in op de relatie tussen de laatste eigenaar van deze buitenplaats en een zoon van een eenvoudige pachtboer die bankdirecteur wordt. De jury waardeert dit voorgenomen onderzoek naar de verhoudingen tussen eigenaar en pachters; een wereld die vaak wordt afgeschermd. De jury hoopt van harte, dat het onderzoek leidt tot een interessante uitgave voor een breed lezerspubliek.

Voor de Ithakaprijs 2019 was sprake van nog acht inzendingen:
* Peter de Jong, Van Macht naar Folklore. Heerlijkheden in Zuid-Holland na de Franse Tijd, Woudrichem 2018.
* Willemieke Ottens / Els van der Laan – Meijer / Karin Bevaart, Groene Parels in Overijssel. Wandelen door lommerrijke landschapsparken, Zwolle 2019.
* Michiel Purmer, Het landschap bewaard. Natuur en erfgoed bij Natuurmonumenten, Hilversum 2018.
* Kees van der Leer e.a., Historisch Voorburg, De Vliet langs Leidschendam en Voorburg van de Vlietlanden tot de Hoornbrug, Voorburg 2018.
* Stichting Pieter en Greet Battjes tot instandhouding van Landgoed Bosch en Vaart, Bosch en Vaart. Schoonheid aan het water, Meppel 2018.
* Eddy ter Braak / Cees Jan Frank / Wilma Nijenhuis-ten Arve / John Töpfer, De Cloese. Havezate aan de Berkel, Utrecht 2018.
* Caspar Visser ’t Hooft, Een hof tot ons gerief. De geschiedenis van zeven buitenplaatsen en hun bewoners, Utrecht 2019.
* Trudi Woerdeman, Tuinieren met Stinzenplanten. Vreugde van een vroege lente, (2de geheel herziene en uitgebreide druk), Laag Keppel 2018.

Tentoonstelling ‘Buitenruimten van betekenis’

De Nederlandse Vereniging voor Tuin- en Landschapsarchitectuur (NVTL) ziet duurzaam ontwerp van groen erfgoed als een collectieve missie. In de tentoonstelling ‘Buitenruimten van betekenis’ presenteren zij plannen van aangesloten tuin- en landschapsarchitecten die de geschiedenis gebruiken als inspiratiebron. Dat vraagt om respect voor het ontwerp van voorgangers, de context van de omgeving en het verhaal van de plek. Negen van deze ontwerpen zijn eerder dit jaar uitgekozen om in het themanummer van Tuin & Landschap, nummer 20 (zie hier), gepubliceerd te worden, zij geven een impressie van de ’state of the art’ van het vak op dit gebied. In alle tentoongestelde projecten hebben de tuin- en landschapsarchitecten gezocht naar een balans tussen hedendaags ontwerp en respect voor de historische context.

Debat & Opening Tentoonstelling
TU Delft
30 Oktober
Aanmelding gesloten

Tentoonstelling
Oostserre Bouwkunde TU Delft
Julianalaan 134 Delft
31 oktober tot en met 4 november
Toegang: Vrij

 

 

 

 

 

Handleiding voor het beheer van hagen en houtkanten met erfgoedwaarde

Onze zuiderburen gaan door. Na Methodologie voor het beheer van historische tuinen en parken in Vlaanderen (zie hier) en Handleiding voor het beheer van historische dreven en wegbeplantingen (zie hier) is dit jaar verschenen: Handleiding voor het beheer van hagen en houtkanten met erfgoedwaarde, van de hand van Thomas Van Driessche.

Hoofdstuk 1 maakt de lezer wegwijs in de verschillende benamingen voor hagen en houtkanten die vroeger in Vlaanderen voorkwamen. Het tweede hoofdstuk schetst een korte geschiedenis van de lijnvormige beplantingen in Vlaanderen van de middeleeuwen tot de 20ste eeuw. Hoofdstuk 3 behandelt het beheer van hagen en houtkanten in het verleden. Inzicht in het historisch beheer is van groot belang om hagen en houtkanten met erfgoedwaarde in stand te kunnen houden. In het vierde hoofdstuk wordt dieper ingegaan op het hedendaags beheer van dit type erfgoed. Hoofdstuk 5 geeft een overzicht van de bomen en struiken die vroeger in Vlaanderen gebruikt werden voor het aanleggen van hagen en houtkanten.

Zie hier voor meer en download.

Om en om naald- en loofhout

Foto met Bron: Het Utrechts Archief

O ja, lanen met om en om naald- en loofbomen. Hier boven eerder opkweek van kerstbomen in een laan, maar wel dat type laan oproepend. Je komt ze vaker tegen. In foto, tekening, ontwerp… Hier onder nog twee voorbeelden die me direct te binnen schieten. Enne vul eens aan zou ik zeggen…
Jan Holwerda


De Loolaan met naald- en loofbomen (ca 1845)  Bron: Gelders Archief


Links: gemengde laan op Het Loo op uitsnede van een kaart van Apeldoorn en Het Loo (ca. 1820), J. Kremer  Bron: CODA
Rechts: g

Stichting Kennisontwikkeling Groen Erfgoed

Op 23 september 2019 is de Stichting Kennisontwikkeling Groen Erfgoed opgericht. Doel is het realiseren van geschikte opleidingen voor mensen die zich beroepsmatig of als vrijwilliger bezighouden met het onderzoeken, beheren en onderhouden van groen erfgoed zoals historische tuinen en parken, buitenplaatsen, begraafplaatsen en historische bossen.

De oprichters van de Stichting Kennisontwikkeling Groen Erfgoed zijn werkzaam op het gebied van groen erfgoed en vertegenwoordigen uiteenlopende organisaties van groen erfgoed specialisten, waaronder het Gilde van tuinbazen, de Erfgoedhoveniers, de Vakgroep Groen Erfgoed (gespecialiseerde onderzoekers en ontwerpers) en de Nederlandse Tuinenstichting. Ze hebben vanuit hun eigen praktijk de afgelopen twee decennia al diverse soorten cursussen georganiseerd in samenwerking met Hogescholen (Den Bosch, Utrecht) en met provinciale organisaties in o.a. Gelderland en Drenthe. Door de oprichting van de stichting kunnen deze activiteiten verder worden uitgebouwd en geprofessionaliseerd.

Cursusaanbod en cursussen en opleidingen in ontwikkeling:
‘Historische tuinen in theorie en praktijk’
‘Stinzenplanten in het historisch groen’
‘Groen Erfgoed’
‘Vrijwilliger Historisch Groen‘
‘Instandhouding en beheer van historische bossen’
‘Hovenier Historisch Groen’

Voor details betreffende het voorgaande en meer informatie over alle activiteiten kunt u terecht op www.kennisontwikkelinggroenerfgoed.nl.

Van bewaarschool naar Huis te Lande?

Meisjes met tuingereedschap in de tuin van de Bewaarschool aan de Langebrug in Leiden
Bron: Erfgoed Leiden en Omstreken.

Bovenstaande foto kwam ik tegen in de beeldbank van Erfgoed Leiden en Omstreken. Een prachtige foto. ‘Meisjes met tuingereedschap in de tuin van de Bewaarschool aan de Langebrug in Leiden’ zegt de omschrijving. Met die meiden en die perkjes denk je al snel aan het boek Er stond een vrouw in de tuin. Maar met Rijswijk om de hoek kom je ook al snel op de gedachte dat één van die meiden maar zo op de tuinbouwschool Huis te Lande terecht zou kunnen zijn gekomen. Doorzoekend op Huis te Lande stootte ik op artikelen van Frans Holtkamp, o.a. ‘Tien pioniersjaren op “Huis te Lande”‘. En op het filmpje ‘Huis te Lande, initiatief van Jacoba Hingst, jaren dertig’. Aangegeven wordt dat in 2020 een boek over de geschiedenis van Huis te Lande zal verschijnen…
Jan Holwerda


De tuinbouwschool voor meisjes Huis te Land te Rijswijk in de Panorama van 1917.
Bron: Tien pioniersjaren op “Huis te Lande”.

Biografie Landgoed als leerschool

Gisteren promoveerde Joke Draaijer op de biografie Landgoed als leerschool. Biografie van Philip Dirk baron van Pallandt van Eerde (1889-1979). Het resultaat is nu verkrijgbaar bij Uitgeverij Verloren:

(OVERGENOMEN)
Philip Dirk baron van Pallandt groeide op in Den Haag en op het familielandgoed Duinrell. Als jonge man genoot hij alle voorrechten van zijn stand. Na het stoppen van het huisonderwijs wist hij niet goed welke kant hij uit moest. Toen hij in 1913 onverwacht kasteel en landgoed Eerde bij Ommen erfde, kreeg zijn belangstelling voor de natuur een nieuwe dimensie. Ook op spiritueel vlak ontwikkelde hij zich. Hij kwam in contact met Krishnamurti en schonk zijn landgoed in 1924 aan een stichting die de ‘wereldbroederschap der mensheid’ wilde dienen. Zeven jaar later kreeg hij het terug. Na de Tweede Wereldoorlog, waarin hij enkele maanden gevangen zat in Buchenwald, zette hij zich vooral in als bestuurder van de scouting en natuurbeschermingsorganisaties. In deze mooie biografie, gebaseerd op diepgaand bronnenonderzoek en egodocumenten,  gaat Joke Draaijer op zoek naar de wortels van het idealisme van Van Pallandt.

Zie ook de Volkskrant en meer over de promotie.

Joke Draaijer, Landgoed als leerschool. Biografie van Philip Dirk baron van Pallandt van Eerde (1889-1979), 2019, ISBN 9789087048006, € 35,-, 384 p.

sKBL International Summer School

(INGEZONDEN)
Volgend jaar organiseert de sKBL een Summer School waarbij ook aandacht is voor tuinen. In de onderstaande aankondiging met verwijzing naar de sKBL website staat alle informatie. De voertaal van de Summer School is Engels, vandaar dat de aankondiging ook in het Engels is.

The Dutch Castles, historic Country Houses & Rural Estates Foundation (sKBL) is pleased to announce the first edition of the sKBL International Summer School 2020. This Summer School takes place from Friday, the 3rd to Saturday, the 11th of July 2020 and focuses on the many country houses in the Amsterdam region.

Although many people may not associate the Netherlands with beautiful castles, historic country houses and large-scale rural estates, hundreds of these are scattered throughout the Dutch landscape. sKBL was founded in 2014 to contribute to the preservation of this valuable heritage and the (international) exchange of knowledge about these monuments. sKBL also aspires to create an international network of connoisseurs and professionals, which can be of great value to Dutch castles, country houses and rural estates.

The sKBL Summer School 2020 is open for participants from outside the Netherlands who do research on topics that relate to the preservation and conservation of monumental heritage. Students are welcome as well. The (pilot) 2020 edition focuses on the historic country houses that were built between the 17th and 19th century around Amsterdam by many wealthy merchants and some aristocrats. The relationship between city and country will also be discussed. Participants will visit the city of Amsterdam and its country houses in Kennemerland, the Beemster Polder,
‘s-Graveland and the area around the river Vecht.

A range of Dutch scholars, experts and researchers will contribute with lectures and guidance during the tours. Participants will acquire knowledge on the 17th and 19th century metropolis of Amsterdam and the rise of Dutch country house culture. They will also gain an in-depth understanding of the connection and interaction between Amsterdam and the historical parks and houses in the surrounding area. The program offers ample opportunity for discussion and reflection.

A minimum of 25 and a maximum of 40 persons can participate in the Summer School. In the admission assessment a Board of Governors ensures a well-balanced composition of the group. The language used during the Summer School is English. The fee amounts to € 2.450,00 and includes the accommodation with breakfast, most lunches and dinners, transfers by private coach, lectures and all entrance fees. Additional information about the program and practicalities can be found on the website of sKBL https://www.skbl.nl/skbl-international-summer-school
If you have any questions, please contact Lenneke Berkhout, secretary of the sKBL Summer School 2020, at lberkhout@skbl.nl.