Uitnodiging tot publiceren in CASCADE bulletin voor tuinhistorie

Het CASCADE bulletin voor tuinhistorie is een onafhankelijk wetenschappelijk tijdschrift uitgegeven door Tuinhistorisch Genootschap CASCADE. Het is dit jaar dertig jaar geleden dat ons bulletin voor het eerst verscheen, aanvankelijk twee maal per jaar. Afgelopen jaar besloten bestuur en redactie hiervan een jaarlijkse uitgave te maken, met een nieuw formaat en format. Het eerste resultaat hiervan hebben onze donateurs inmiddels in de bus gekregen en is heel goed ontvangen.

In het bulletin hebben onderzoekers de mogelijkheid nieuwe onderzoeksresultaten te publiceren; ook na dertig jaar zijn er nog veel nooit gepubliceerde oude(re) en recente onderzoeksresultaten die interessant zijn voor ons vakgebied.

De redactie ziet een bijdrage daarom heel graag tegemoet. Dus mocht je onderzoek willen publiceren, stuur dan je voorstel voor kopij als synopsis, voorzien van enkele afbeeldingen, in PDF, voor 1 mei aanstaande aan redactie@cascade1987.nl.

Vergrooting der Haarlemmer Hout door Van Varel


Kaart der nieuwe vergrooting van den Haarlemmer-Hout (1755), Jan van Varel P.Z. (Bron: VU Amsterdam, groot)

Bovenstaande kaart is natuurlijk wel bekend, mogelijk onderstaande advertenties betreffende deze kaart nog niet…

Op 5 april 1755 werd de kaart in de Oprechte Haerlemsche courant  aangekondigd:
J. van Varel Pietersz., stads-landmeeter te Haerlem, thans in zyne qualiteyt bezig zynde aan eene nieuwe vergrooting van den Haerlemmer-Hout, en van ter zyde hebbende vernomen, dat mogelyk eerlang eene gebrekkige kaart of afbeeldsel van dat plantsoen stond in ’t koper gebragt en uytgegeeven te worden; maakt bekend, dat hy met Ad. Spinder, mede landmeeter te Haerlem, is overeengekomen om met permissie van de Ed. Groot Achtb. Heeren Burgemeesteren der Stad Haerlem, zo spoedig als doenlyk zal zyn, in gereedheyd te brengen: Eene accurate Kaart of Afbeeldzel deezer nieuwe Vergrooting van den Hout en den Aanleg van dit nieuw plantsoen; welke ten teeken van echtheyd door eene van beyde onderteenkend zynde, zal te bekomen zyn by den boekverkooper Bosch te Haerlem, en verder in de Buyten-Steden.

Dus onder Jan van Varel vond de vergroting van de Hout plaats. En als deze vergroting dan in een kwalitatief goede kaart moet verschijnen, dan zal hij dat zelf wel doen.

Drie maanden later, in de Oprechte Haerlemsche courant van 5 juli 1755, blijkt de kaart verschenen en te koop: Te Haerlem by J. Bosch [overige verkopers] is te bekomen: Kaart der nieuwe Vergrooting van den Haerlemmer Hout, groot 11 morgen, 138 roeden en 85 voeten Rhynlandse Mat; aangelegd op het Kaatsveld, en nu in ’t licht gebragt, met consent van hunne Ed. Groot Achtb. de Heeren Burgemeersteren en Regeerders der Stad Haerlem, door derzelver ordinaris landmeter Jan van Varel, P.Z., in de jaare 1755, à 8 stuyvers; en eenige weynige op groot papier, à 11 stuyvers.
Jan Holwerda

Projet du jardain des plantages et du Etang de Coldenhove


Projet du jardain des plantages et du Etang de Coldenhove, ongedateerd [1700-1701], ongesigneerd (Bron: Nationaal Archief)

In het Cascade bulletin voor tuinhistorie 2019-2 staat de bijdrage ‘De tuinaanleg van Coldenhove, niet alleen ontworpen, maar ook uitgevoerd’. De scans die het Nationaal Archief toen op aanvraag heeft gemaakt heeft ze nu in haar beeldbank geplaatst. Dus nu kunt u zelf het ontwerp eens gedetailleerd bekijken, flink inzoomen en schuiven met die kaart. Volg deze link.

Ruziënde hoveniers

Niets nieuws onder de zon. De onderstaande advertenties zouden vandaag de dag raken aan spuien op social media, betwisten van een concurrentiebeding en inzet van de rijdende rechter…

In de Oprechte Haarlemse courant van 14 januari 1797 valt te lezen:
Tot myn byzonder leedweezen vernomen hebbende, dat Lodewyk Nelburg en Frederik Swartsenbag, (by my als knegts gewerkt hebbende,) zig by myne calanten hebben vervoegt, en zig verstout te zeggen dat ik voornemens was met myne affaire uit te scheiden, en daarenboven my met alle laster en smaad hebben overlaaden, om was het mogelyk my met myn vrouw en kinderen ongelukkig te maaken. Zoo vinden my verpligt by deezen te adverteeren, dat ik wel degelyk blyf continueeren in myn affaire als hovenier, tot het waarnemen en aanleggen van tuinen, en blyvende my derhalven ten sterkste aan alle myne begunstigers recommandeere, met belofte van eene prompte en eerlyke bediening; en iemand van bovengemelde supplianten haar gedrag en slegte conduiten eenige nader berigt begeerende, zoo ben niet alleen voor my zelfs in staat zulks te bewyzen, maar andere braave lieden op te geeven die zulks mede zullen declareeren. Myn adres is Frans Roeters, Mr. Hovenier, in de Plantagie, in de Kerklaan, by de Middenweg.

In de Amsterdamse courant van 26 januari 1797 volgt de reactie:
Wy ondergetekenden vinden ons verpligt ter bewaring van onze geschondene eer en goede naam by deezen te declareeren, dat al het geen door Frans Roeters, Mr. Hovenier, in de Plantagie in de Kerklaan, by advertissement in de Amsterdamsche en Haarlemsche Couranten, van den 14den deezer, ten onzen laste is gemeld, in allen opzigten bezyden de waarheid is, en wy ons geheel onschuldig kennen; verzoekende en verwagtende dn gemelde Frans Roeters, om indien hy iets hoe genaamd tot onzen laste weet voort te brengen, ons voor den competenten rechter te dagvaarden, beloovende altoos bereid te zyn voor denzelven te verschynen, en aldaar zoodanig te antwoorden, als wy na bevind van zaaken nodig oordelen zullen Lodewyk Nieburg en Frederik Swartsenbag, Hoveniers.

Hoe het verder is gelopen vond ik niet terug in de kranten.
(Frans Roeters had overigens een jaar eerder de firma van Johannes Montsche overgenomen, zie het artikel over Johannes Montsche, door Arinda van der Does, in Cascade bulletin 2012-1)

Webinar Cementrustiek – 31 maart 2021


Villapark ’t Loo te Blaricum, tussen de Koningin Emmalaan en de Koningin Wilhelminalaan

(OVERGENOMEN)

CEMENTRUSTIEK
bijzonder element in rood en groen erfgoed
Webinar 31 maart, 13.30 – 15.15 uur

Cementrustiek: een bijna vergeten onderwerp. Het is een bijzondere ambachtskunst in rustieke, landelijke stijl gebaseerd op cement met andere materialen.Variërend van boomstambruggen, kluizenaarshutten, Lourdes-grotten en kunst-rotsen tot allerlei sierelementen in het interieur. Cementrustiek is in de praktijk erg kwetsbaar. Wat weten we van cementrustiek en hoe restaureren we het? Tijdens dit webinar hoort u over achtergronden en praktijkervaringen met het beheer en behoud van cementrustiek. Interessant voor onderzoekers, uitvoerenden en eigenaren in zowel gebouwd erfgoed als groen erfgoed. Met veel ruimte voor vragen (mondeling of in de chat).

Klik hier voor het programma van dit webinar. U kunt zich hier aanmelden. Er zijn geen kosten verbonden aan deelname.


Aan de Koningin Wilhelminalaan (Foto: Jan Holwerda)

Nieuwsbrief Groen Erfgoed

Deze nieuwe nieuwsbrief wordt u aangeboden door het Gilde van Tuinbazen, de Vereniging van Erfgoedhoveniers, de Vakgroep Groen Erfgoed, de Stichting Kennisontwikkeling Groen Erfgoed, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg. De betrokken organisaties besteden elk aandacht aan het borgen van de kwaliteit in onderhoud en herstel van het cultuur-historisch groen. De behoefte aan onderlinge samenwerking en kennisuitwisseling groeit. Deze nieuwsbrief richt zich primair op de betrokken professional in het groen erfgoed. Bijvoorbeeld als professionele opdrachtgever, beleidsmaker, coördinator, onderzoeker, landschapsarchitect, erfgoedhovenier, tuinbaas of werkvoorbereider. De distributie van deze nieuwsbrief verloopt in eerste instantie via de participerende organisaties.

Via deze link vindt u de webversie van de eerste nieuwsbrief.
En u kunt zich via deze link rechtstreeks (gratis) abonneren.

‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart’

(OVERGENOMEN)

‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart, daarop een kerk, een kar met paard…’: het begin van het onvergetelijke lied ‘Het dorp’, gezongen door Wim Sonneveld. Het lied ademt de sfeer van nostalgie naar en transitie van het begin van de twintigste eeuw, de periode die in dit boek belicht wordt met zo’n 400 prentbriefkaarten uit de collectie Lisman.

Het was, nu honderd jaar geleden, een stille wereld waarin men zich hoofdzakelijk te voet verplaatste en de petroleumboer met zijn hondenkar langs de huizen ging. Maar tegelijk begon de overgang naar een nieuwe wereld, de wereld van nu. De eerste auto’s, de komst van elektriciteit en telefonie en het toegenomen gebruik van trein en fiets vergrootten de actieradius en de kennis van de mensen.

De verhalen en prentbriefkaarten in dit boek doen verslag van het leven en de veranderingen in de Vechtstreek tussen 1900 en 1925, aan de hand van thema’s als horeca, toerisme, middenstand en transport. Bijzonder was de rol van de prentbriefkaarten zelf, die in grote aantallen werden verzonden en vaak functioneerden als de sociale media in onze tijd. Daarnaast wordt de lezer meegenomen op een geografische reis over de Vecht tussen Utrecht en Muiden, langs buitenplaatsen, dorpsgezichten, terrassen en kastelen. Een reis die vandaag de dag soms nog hetzelfde beeld oplevert, maar tegelijk een andere, verstilde wereld toont waar wij in onze drukke tijd extra van kunnen genieten. En misschien wel soms naar terug kunnen verlangen…

Juliette Jonker-Duynstee en Edward Munnig Schmidt, ‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart’ Prentbriefkaarten van de Vechtstreek uit de collectie Lisman, 1900-1925, ISBN 9789079156511, € 24,95, 256 pp. hier te bestellen

Slingerlanen, -paden, -vijvers en -beken

Sloterdijk met ten zuiden van de Haarlemmer Vaart de Tol en er naast Wijkerduijn en een slingervijver, een ‘S’ (ca. 1850); uiterst rechts de toenmalige westgrens van Amsterdam.

Ik kwam de benaming slingermuur tegen, wij zouden nu vaker slangenmuur zeggen. Dacht eens even in delpher kijken. Inderdaad een enkele slingermuur kom je tegen; slangenmuur pas vanaf na 1950. Dat slinger deed me denken aan de (vroege) landschapsstijl en slingerlanen, en aan oude advertenties met dat type lanen. Nog maar even verder zoeken in delpher. Inderdaad, je vindt slingerlaan, slingerpad, slingervijver, slingerbeek en natuurlijk de meervouden er van.

Zo worden slingerpaden en -vijvers in een intrigerende advertentie genoemd. Het betreft de buitenplaats Wijkduin of Wijkerduijn te Sloterdijk. Het enige Sloterdijk dat ik ken is Station Sloterdijk. En inderdaad om de hoek daarvan lag die buitenplaats. In de polder ten zuiden van en aan de Haarlemmervaart, ten westen van de toenmalige westgrens van Amsterdam. Het intrigerende is de tegenstelling tussen mijn eigen invulling van een polderlandschap aldaar en de wervende beschrijving met slingerlanen en slingervijvers, heuvels en valleien en alles in de Engelsche smaak en met Engelsch plantsoen. Afbeeldingen of een gedetailleerde kaart vond ik niet. De top. kaart uit ca. 1850 laat helaas niet meer dan een slingervijver zien.

In de Opregte Haarlemsche Courant van 8 januari 1820 staat:
Te Huur: Eene zeer aangenaam gelegen buitenplaats, genaamd Wijk Duin, aan de Haarlemmer Trekvaart, nabij Sloterdijk, zijnde de laatste plaats aan deze zijde van het eerste tolhek, zeer geschikt tot een zomer en winter-verblijf, de ingang is door eene hardsteenen poort, met een brillant ijzer hek over een ruim terras, naar de heeren huizinge, alwaar men ingaat onder een balkon, met kolommen onderschraagd. De heeren-huizinge is in een zeer modernen smaak betimmerd, daar bij zijn eene stalling voor twee paarden, koetshuis, hooizolder en tuinmanswoning, voorts een fraaije koepel aan den weg. De tuin is in den Engelschen smaak aangelegd, met ruime slingerpaden, heuvels, valeijen, schoongesneden slingervijvers, over welke men met boogbruggen gaat, en een net eiland, alles met Engelsen plantsoen en met meest opgaande boomen zeer lommerrijk beplant, niet vele fijne vruchtboomen, schoone bloemperken en groote moezerij, mede in den Engelschen smaak, met nog een daar naast digt beplant en lommerrijk bosch, hebbende zoo wel de heeren-huizinge als de koepel uitzigt op den rijweg, trekvaart, tolhek, Sloterdijk, wetering en achter over de landerijen en stad, hebbende ook vrijheid van tol aan het hek en de brug van Sloterdijk.

 

Het landschap beschreven

(OVERGENOMEN)
Het landschap beschreven
Historisch-geografische opstellen voor Hans Renes

Walcheren en de Wadden, buitenplaatsen en schuttershoven, bierbrouwerijen en bruinkoolgroeven: cultuurlandschappen blijven fascineren. In Het landschap beschreven geven 32 bijdragen samen een beeld van het brede werkterrein van de historische geografie. De auteurs, zelf historisch-geograaf of onderzoeker uit een aanpalend vakgebied zoals de archeologie en de architectuur- en landschapsgeschiedenis, schreven over de ontwikkeling van dorpen en steden, over historische infrastructuur, over bossen en buitenplaatsen, over het landschap als erfgoed en over de verbeelding van het landschap in de kunst.
Het landschap beschreven is een zeer gevarieerd en rijk geïllustreerd boek voor iedereen die geïnteresseerd is in de geschiedenis van het landschap en de historische geografie – van Nederland en daarbuiten. Het boek is aangeboden aan historisch-geograaf Hans Renes bij zijn afscheid als universitair docent aan de Universiteit Utrecht en hoogleraar Erfgoed en Ruimte aan de Vrije Universiteit Amsterdam. De variatie aan onderwerpen in dit boek reflecteert Hans’ brede interesse en zijn uitgebreide oeuvre.

Zie hier voor inkijkexemplaar / inhoudsopgave en bestellen.
Jaap Evert Abrahamse e.a. (red). Het landschap beschreven. Historisch-geografische opstellen voor Hans Renes, Hilversum 2021, €29,‒, 336 p.