Cascade bulletin 2023 in de bus

Het Cascade bulletin 2023 is in de bus gevallen. Met
Abraham Salm en Hugo Poortman op het bureau van Édouard André, van Remco van der Kuijp
Johann David Zocher (Straatsburg 6 december 1764 – Baarn 15 mei 1817). Correcties en aanvullingen aangaande ‘onze’ J.D. Zocher sr., van Jan Holwerda
Twee stadsparken, twee geschiedenissen, wat zegt de confrontatie ons?, van Kees van Dam
Aanvullende informatie over hovenier en landmeter Daniel Engelman, van Henk van der Eijk
Een ‘zierlijken bloementend’, bloementheaters en auricula’s, van Jan Holwerda

Waarom we de follie zouden moeten omarmen

Je buurman zal het maar in z’n voortuin hebben staan: een follie. Een vaak protserig bouwwerk waarin hij al z’n ziel en zaligheid heeft gestoken. De Donderberg Groep wil dat we de follie omarmen in plaats van uitspugen.

Gisteren op NPO Radio1, in Villa VdB van MAX. Daar lichtte Wim Meulenkamp het fenomeen toe. En tegenwoordig is dat met webcam. Dus in woord en beeld kunt u hier terugkijken en luisteren: klik hier.

Tentoonstelling Buiten op Landgoed Duivenvoorde


Duivenvoorde (Voorschoten)

(OVERGENOMEN deels)

Vanaf 25 april presenteert Kasteel en Landgoed Duivenvoorde een nieuwe tentoonstelling: Buiten op Landgoed Duivenvoorde. De tentoonstelling is niet alleen binnen maar ook buiten het kasteel te zien. In het kasteel wordt een zeer bijzondere collectie kaarten en tekeningen van tuinontwerpen getoond, buiten op het landgoed zijn allerlei activiteiten die het historische verhaal van de tuinen en het landgoed vertellen. In het kasteel ervaart de bezoeker de ontwikkeling van deze bijzondere tuinen, het gebruik ervan door de familie en het vele (personeels)werk dat erachter schuil ging, aan de hand van foto’s, jurken, schetsboeken en bijna honderd andere persoonlijke objecten uit de familiecollectie die nooit eerder aan het publiek zijn
getoond.


Vogelvlucht en randprenten Duivenvoorde (ca. 1717, Voorschoten)

Het kasteel bezit een bijzondere collectie kaarten en ontwerptekeningen van de tuinen zoals die in de loop van de eeuwen ontstonden en werden vastgelegd óf niet verder kwamen dan de ontwerptafel. Deze collectie kaarten geven een unieke inkijk in de ontwikkeling van Duivenvoorde als historische buitenplaats. Ooit werd het ruim 550 ha (tegenwoordig 270 ha) grote landgoed met donjon (middeleeuwse verstrekte woontoren) door de familie Van Wassenaer gekocht als jachtgronden, in de eeuwen die volgden ontwikkelde het tot een ware buitenplaats met het kasteel en de tuinen als centrum en het landgoed als buitenste ring daaromheen.

Het tuinpersoneel onderhield, onder leiding van de tuinbaas, het landgoed en de tuinen, maar moest het ook in geval van brand beschermen. Kasteelheer Hendricus Adolphus Steengracht (1836-1912) was trouw bezoeker van landbouwtentoonstellingen en hij ging, wat betreft tuinmaterieel, met zijn tijd mee: hij kocht voor zijn tuinbaas de eerste gemotoriseerde grasmaaier. De grasmaaier is er helaas niet meer, de rekeningen en het verhaal nog wel. De tentoonstelling Buiten op Landgoed Duivenvoorde is vanaf 25 april tot en met 15 september 2024 te bezoeken.

Voor tickets en informatie over alle activiteiten rondom de tentoonstelling:
www.kasteelduivenvoorde.nl

 

Promotie Waardenburg en Neerijnen

(OVERGENOMEN)

Waardenburg en Neerijnen. Biografie van een kasteelensemble.
woensdag 24 april 2024, 10:30

Promovendus: drs. C. Dell’Aira
Promotor(s): prof. dr. A.M. Koldeweij, prof. dr. H. Ronnes (UvA)
Organisatie: Radboud Universiteit, Faculteit der Letteren
Locatie: Aula
Comeniuslaan 2
6525HP Nijmegen

Ten noordoosten van Zaltbommel, aan de overkant van de rivier de Waal, ligt het landgoed Waardenburg en Neerijnen. Op dat landgoed staan twee kastelen, die eeuwenlang met elkaar verbonden zijn, maar die uiterlijk veel van elkaar verschillen. Terwijl beide kastelen van middeleeuwse origine zijn, ziet het ene eruit als een romantisch middeleeuws kasteel en het andere als een strak modern landhuis. Hoe komt dat? En vooral: wat betekent dat? In Waardenburg en Neerijnen. Biografie van een kasteelensemble wordt de geschiedenis besproken van het landgoed met de twee kastelen. Over hoe de rijke Bourgondisch-Habsburgse cultuur van kasteel Waardenburg door Oranje werd overmeesterd en verwoest. Hoe daarna een nieuw tijdperk aanbrak van moeizame wederopbouw en uiteindelijke bloei. Over de wisselwerking tussen beide kastelen, maar vooral ook over de symbiose tussen de actoren en hun kastelen. En over de buitenplaatscultuur die in Waardenburg en Neerijnen veel later op gang kwam dan in Holland, Utrecht en het oosten van Gelderland. Onderzoek toonde aan dat voor de perceptie van het kasteelensemble romantische opvattingen op basis van oude kronieken, sagen en legenden, van veel grotere betekenis zijn dan doorgaans wordt onderkend. Samengevat kan het kasteelensemble Waardenburg en Neerijnen worden bezien als een twee-eenheid in een tussengebied, een samenspel tussen noord en zuid, tussen toen en nu, tussen cultuur en natuur, en tussen adel en volk.

Slavernijverleden in Arnhem & Gelderland, en buitenplaatsen

(OVERGENOMEN)
De meeste Arnhemse parken zijn deels betaald met geld uit de slavenhandel. Het Arnhemse stadsbestuur is medeverantwoordelijk voor het koloniale handelssysteem en de slavernij. En vele Arnhemse families en de stad als geheel hebben er financieel van geprofiteerd.
Erfgoed Gelderland is in opdracht van de gemeente Arnhem zo’n anderhalf jaar bezig geweest met het onderzoek. De focus voor dit onderzoek lag op de geschiedenis van slavernijverleden in Arnhem in de koloniale periode (1600-1900). Daarvoor deden zij uitgebreid historisch onderzoek in archieven en (museum)collecties en interviewden zijn mensen met een connectie met dit verleden. Het rapport van bijna 300 pagina’s geeft een zo compleet mogelijk beeld van de sporen van het Arnhems slavernijverleden.

Download Sporen van Slavernijverleden in Arnhem (2023)

Eerder was er het het project Sporen van Slavernijverleden in Gelderland. Binnen dit project is onderzoek gedaan naar mensen, plaatsen, gebeurtenissen, huizen en kastelen die verband hebben met het slavernijverleden. Ook dit resulteerde een de publicatie.

Download Sporen van Slavernijverleden in Gelderland (2022/2023)

De archieven van de Fraeylemaborg


Frayelemaborg (ca. 1800), anon

Frayelemaborg (1802 met potlood genoteerd), anon.

Wie heeft er met meer of minder zekerheid gewerkt aan of op Fraeylemaborg te Slochteren? Aan de geometrische aanleg hangt geen naam of het was misschien toenmalig eigenaar Henric Piccardt zelf. Daarna volgen mogelijk G.A. Michael of J.D. Zocher sr of G.A. Blum, met zekerheid G.A. Blum en L.P. Roodbaard. Verschillende onderzoeken aangaande de (tuin)historische ontwikkeling van Fraeylemaborg noemen de handicap dat het huisarchief ten tijde van het onderzoek niet toegankelijk was.
Daarin komt nu verandering. Op 28 februari 2024 heeft de familie toestemming gegeven om de historische informatie openbaar te maken: van brieven, aktes en notariële stukken tot kaarten, tekeningen en foto’s. Naar verwachting zijn de stukken eind mei te raadplegen voor publiek. De archieven zijn al geïnventariseerd en beschreven. Heel benieuwd wat er naar voren gaat komen… Lees vooral ook even het nieuwsbericht.
Jan Holwerda


Fraeylemaborg (ca 1805), G.A. Blum (ondersteboven omwille van vergelijken)


Fraeylemaborg (ca 1840), L.P. Roodbaard

Stationsplein Baarn (1874) – H. Copijn


Stationsplein te Baarn (1874), H. Copijn (Bron: Het Utrechts Archief) Noorden onder.

In het dikke Copijn boek staat op p. 60 een plan voor villapark Amaliapark te Baarn (ca. 1873). Aan de linkerzijde staat het station ingetekend met tussen spoor en villapark een ‘groene invulling’. In de beeldbank van Het Utrechts Archief zie ik nu net een scan (klik hier) van een naar het lijkt tweede meer gedetailleerd ontwerp voor dat ’tussenterrein’. Ook van de hand van Hendrik Copijn, uit 1874. Een tekening uit de archieven van de NS. Mooi dat de voortgaande digitalisering steeds nieuwe aanvullingen brengt…
Jan Holwerda


Station, stationsplein en omgeving te Baarn (1925-1930) (Bron: Het Utrechts Archief)

Uit Waardestelling station Baarn (2017), SteenhuisMeurs: Niet alleen de opzet van het eerste villapark van Baarn, het Amaliapark, werd door de bekende tuin- en landschapsarchitect Hendrik Copijn ontworpen, ook het plantsoen direct voor het station was van zijn hand. Op initiatief van Prins Hendrik werd het plantsoen aangelegd als visitekaartje voor Baarn – en voor zijn net aangelegde villapark. Het ontwerp uit 1874 laat een landschappelijke aanleg zien, met daarin ingetekend zichtlijnen van en naar het station, alsof het hier de monumentale tuinaanleg van een belangrijke villa betrof. Het werd niet exact volgens deze tekening uitgevoerd. Als afsluiting van het plantsoen werd een groot en rijk uitgevoerd hek opgericht. De ‘Gids voor ’t Gooi en Baarn’ van omstreeks 1896 meldde: ‘Zelden zal men in enige plaats komen, waar men onmiddellijk bij de intrede zulk een indruk van grootsheid krijgt, als in Baarn (…) Onmiddellijk vóór het station strekt zich het Amaliapark uit, met een grootsen weelderigen aanleg en een fraai ijzeren hek’. Het hek werd ontworpen door architect N. Redeker Bisdom en is inmiddels een rijksmoment. Boven de groene toegangspoort staat de tekst ‘Amalia-park’, met daarboven in het krulwerk een gekroond medaillon met de initialen ‘A’ en ‘H’, de voorletters van respectivelijk Amalia en Hendrik. Naast het monogram en de kroon is in het midden van het hek een cartouche met het jaartal ‘1873’ aangebracht.

Kaalslag


Afbraak van Ter Coulster (1788, Heiloo) (Bron: Regionaal Archief Alkmaar)

Frederik Kaal (1733-1790) is de meest bekende ‘buitenplaatssloper’ uit de tweede helft van de achttiende eeuw. Frederik was echter maar een van de vele aannemers die tussen grofweg 1760 en 1820 betrokken waren bij de grootschalige afbraakgolf van buitenplaatsen in de wijde regio van Amsterdam en elders. In mijn proefschrift Boeren op de buitenplaats uit 2022 werd een lans gebroken voor meer onderzoek naar die periode, het fenomeen afbraak, de manier waarop dat ging en hoe men dat beleefde. Daarom wordt er nu door mij gewerkt aan een biografie over het leven, werk en netwerk van Frederik Kaal onder de werktitel ‘Kaalslag’. De bedoeling is dat dit begin 2025 leidt tot een publicatie in boekvorm.

Het blijkt goed mogelijk om de ruim veertig projecten van Frederik te reconstrueren. Omdat zijn projecten echter maar de top van een veel grotere ijsberg zijn ben ik ook op zoek naar bronnen die inzicht geven in andere sloopprojecten van buitenplaatsen uit dezelfde periode (ca 1760-1820). Denk daarbij aan veilingcatalogi van bouwmaterialen, tuinornamenten en beplanting. Brieven, dagboeken of andere ego-documenten waarin wordt geschreven hoe die afbraakgolf werd beleefd. En alle andere bronnen die inzicht kunnen geven hoe het afbraakproces in zijn werk ging. Hulp van anderen wordt zeer op prijs gesteld. Heeft u een tip, een bron of een goed voorbeeld? Neem dan contact met mij op via info@tijdlaag.nl. Samen kleuren we zo dit intrigerende facet van de West-Nederlandse buitenplaatscultuur in.
Gerrit van Oosterom

Theater in de tuin, tuin in het theater

Gezigt uit het Theater bij van Mollem / tot Utregt. dt: 23. Aug: 1745, Zijdebalen te Utrecht, Jan de Beijer (Bron: Het Utrechts Archief)


Gezicht uit de groene Logie naere het Theater met zyne Beelden en Schermen, Huis Westerwijk te Beverwijk (ca. 1732), Hendrik de Leth (Bron: Stadsarchief Amsterdam)

Van het ene theater kwam ik in het andere… En het omdraaien van de woord-volgorde leidde van theater in de tuin tot tuin in het theater.
Jan Holwerda


Interieur van de Schouwburg aan de Keizersgracht 384, met het decor van de Nieuwe tuin (ca 1750), Jan Punt en Paulus van Liender (Bron: Stadsarchief Amsterdam)


De tuin of het decor van de Schouwburg op de Keizersgracht 384 Amsterdam (1772, Bron: Stadsarchief Amsterdam)