Studiedag Petzold – 29 april 2022

(OVERGENOMEN)


Hof te Dieren (1877, Dieren), C.E.A.Petzold

De studiedag blijkt alleen bedoeld voor leden Vakgroep Groen Erfgoed en eigenaren/beheerders van Petzold-parken.

Op 29 april verzorgt de Vakgroep Groen Erfgoed een studiedag over de Petzold-parken van prins Frederik in Wassenaar. Deze studiedag is een opmaat voor een tweedaags symposium over het werk van Petzold in Nederland in samenwerking met stichting Kastelen, Buitenplaatsen en Landgoederen (sKBL). Dit symposium zal plaatsvinden in het najaar van 2023 voor een internationaal publiek

Wie was C.E.A.Petzold?
De Duitse landschapsarchitect Eduard Petzold (1815-1891) begon in 1831 als leerling van tuinbaas Rehder in dienst van Fürst Pückler-Muskau. Diens Muskauer Park, door Fürst Pückler zelf ontworpen in Engelse landschapsstijl, werd in 1846 gekocht door prins Frederik van Oranje-Nassau, de broer van koning Willem II. Petzold volgde Rehder op als hoofd van het park en werd door prins Frederik in 1854 naar Nederland gehaald om op zijn Wassenaarse eigendommen (Ter Horst, Raaphorst, De Paauw, Eikenhorst, Backershagen, Groot Haesebroek) aan het werk te gaan. Hij kreeg de opdracht deze landgoederen met elkaar te verbinden volgens de nieuwste inzichten van de landschapsarchitectuur, het begin van zijn carrière in Nederland. Verder was hij onder meer betrokken bij de inrichting van Twickel in Delden, Rhederoord en de Hof te Dieren. Hij maakte ontwerpen voor 153 parken en tuinen in Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Polen, Bulgarije en Turkije en 21 in Nederland.

Meer kennis opdoen voor beheer Petzold-parken
Het doel van de studiedagen is het werk van Petzold in Nederland onder de aandacht te brengen van erfgoedprofessionals en eigenaren/beheerders van Petzold-parken, om vervolgens aan de hand van werken van Petzold en de ervaringen van de eigenaren/beheerders met de instandhouding van hun park te komen tot een restauratiefilosofie voor herstel en behoud van de werken van Petzold in Nederland.

De studiedag start vanuit de Paauw in Wassenaar. Korneel Aschman geeft daar een toelichting op Backershagen en De Paauw, eertijds onderdelen van het grote park van prins Frederik, nu eigendom van de gemeente Wassenaar, waarna een excursie in deze parken volgt. In de middag zal Hein Krantz een toelichting geven op Raaphorst, nu onderdeel van de Koninklijke Landgoederen De Horsten, gevolgd door een excursie. De bedoeling is tijdens de excursies uitgebreid van gedachten te wisselen over wat in de parken de kenmerkende onderdelen van het ontwerp van Petzold zijn, hoe dat geheel gewaardeerd zou kunnen worden voor zover nog herkenbaar na circa 160 jaar, en wat voor maatregelen er nodig zouden zijn om de kwaliteiten van het ontwerp van Petzold te kunnen beleven. Aan het eind van de studiedag willen we met de deelnemers aanbevelingen opstellen als input voor het symposium in 2023.

Nadere informatie en aanmelding via Leo den Dulk, secretaris@vakgroepgroenerfgoed.nl

online, 2.0 versie van oude bulletins?


Plan van den binnen Thuin van den Heer Mr. Bijleveld te Middelburg (1827), P. Schuppens (Bron: Zeeuws Archief), inzoomen

Zat te bladeren in oude bulletins. Kunt u ook doen, met de gescande artikelen op de website (klik hier). Bladerde door de bijdragen van Martin van den Broeke over Schuppens, uit 1997, met afbeeldingen van bedroevende kwaliteit. Het kon toen niet anders. Dacht eens even online zoeken naar die Schuppens ontwerpen. En jawel. Hoe fraai en bijzonder (verhouding bomen-bloemen 🙂 ). Zoom zelf even in en herlees ‘Martin’. Enne misschien kunnen die oude artikelen online een versie 2.0 met goede afbeeldingen krijgen…
Jan Holwerda


Plattegrond van het hof Landzigt te Middelburg (1840-1845), P. Schuppens (Bron: Zeeuws Archief), inzoomen

De toekomst van de kloostertuin

(
Binnenplaats van Klooster Agnetenberg (Sittard)

OVERGENOMEN)

Platform Groen erfgoed – De toekomst van de kloostertuin
31 maart 2022 13:30
Online

De kloostertuin vormt de schakel tussen het kloostergebouw en zijn omgeving. De tuin weerspiegelt de gewoonten en het gebruik van de woongemeenschap, of dat nu via de moestuin, de processieroute of het sportveld is. De tuin kan ook een poort naar de buitenwereld zijn, zeker als het onderhoud een uitdaging wordt.

Programma
13.30 Welkom en inleiding
Natascha Lensvelt, specialist tuinen, RCE
Introductie op het recent verschenen onderzoek Van Paterstuin tot Koningsbosch en toelichting op het programma
13.40 Jaar van het Brabants kloosterleven in Noord-Brabant
Marloes van de Hei, projectleider Netwerk Brabants kloosterleven, provincie Noord-Brabant
Geen stenen maar verhalen: Het jaar van het Brabants Kloosterleven leverde verhalen, een blijvend netwerk, en wandelroutes door het kloosterlandschap op.
13.50 De geheime tuinen van Sittard
Peer Boselie, voorzitter Geheime Tuinen en stadsarchivaris Sittard-Geleen
De geschiedenis van de kloostertuinen uit de 17e tot 19e eeuw mocht niet verloren gaan. Burgers van Sittard sloegen de handen ineen om de tuinen op te knappen, toegankelijk te maken en hun verhalen naar nu te vertalen.
14.10 Van een gesloten tuin naar een besloten tuin
Jasper van Deurzen, kwartiermaker en procescoach religieus erfgoed
Aandachtspunten en mogelijkheden bij de herbestemming van de kloostertuin, ervaringen uit de praktijk.
14.30 Een kijkje in de kloostertuin van de Clarissen van Megen
Rond 1720 kochten de clarissen een kasteelruïne voor een symbolisch bedrag van de Megenaren en veranderden de grond binnen de slotgracht in een kloostertuin. Zuster Johanna vertelt hoe eeuwen later een moderne visie op duurzaamheid een plek vindt in deze oude tuin.
14.40 Crowdfunding voor Sint Agatha
Marga Arendsen, directeur erfgoedcentrum
Bij een herbestemming van een klooster is de tuin een van de vele dingen die aandacht vraagt. De kloostertuin in Sint Agatha werd in 4 jaar tijd een levendige tuin met een beheerplan, coördinator en betrokkenheid van vrijwilligers.
15.00 Afsluiting

Aanmeldingsformulier

Die hofstat daer dat huys op plach te staan

(OVERGENOMEN)
De vierde bundel van de Stichting Kastelenstudies Nederland (SKN) bevat wederom een rijk en breed overzicht van recent onderzoek op het gebied van kastelen en buitenplaatsen. Daarmee sluit dit boek aan bij het doel van de SKN: het bevorderen en publiceren van wetenschappelijk onderzoek naar kastelen, buitenplaatsen, landgoederen en het hieraan gerelateerd historisch groen. De bundel staat voor een deel in het teken van hernieuwd onderzoek. Dat wil zeggen, onderzoek naar kastelen en buitenplaatsen waarvan we dachten dat we er al alles van wisten. Het levert verrassende resultaten op. Zo bevat dit boek artikelen over de wederwaardigheden van het kasteel Oud Haerlem, de zoektocht naar het kasteel van graaf Dirk III te Vlaardingen, de bouwgeschiedenis van het kasteel Batenburg en van de donjon van de ruïne van Teylingen en doet verslag van de vondst van een deel van het kasteel De Blauwe Toren te Gorinchem. Daarnaast vindt u in de inhoud onder meer ook de heropening van de cold-case van het Amsterdamse kasteel, een discussie over de positie van het Gravensteen te Leiden en is er aandacht voor de rol van Het Huys ten Donck in de Tweede Wereldoorlog. ‘Die hofstat daer dat huys op plach te staan’ is mede door de toegankelijke toon een uniek naslagwerk en een must voor iedereen die belangstelling heeft voor kastelen en buitenplaatsen.

Rob Gruben en Taco Hermans (red), ‘Die hofstat daer dat huys op plach te staan’ Recent onderzoek naar kastelen en buitenplaatsen, Zwolle 2022, ISBN 9789089320667, € 34,95, 272 p.

Uitnodiging tot publiceren in CASCADE bulletin voor tuinhistorie

Het CASCADE bulletin voor tuinhistorie is een onafhankelijk wetenschappelijk tijdschrift uitgegeven door Tuinhistorisch Genootschap CASCADE. Het is dit jaar vijfendertig jaar geleden dat CASCADE werd opgericht.

In het bulletin hebben onderzoekers de mogelijkheid nieuwe onderzoeksresultaten te publiceren. De redactie ziet uw bijdrage heel graag tegemoet. Dit mag ook een boekrecensie zijn. Mocht je willen publiceren, stuur dan je voorstel voor 1 mei aanstaande aan redactie@cascade1987.nl.

Een wonder-werck, de aanleg van de Scheveningseweg

Indertijd gemist:
Kees Stal, Een wonder-werck, door menschen handen. De aanleg van de Scheveningseweg. Historische Reeks Muzee Scheveningen nr. 21, 2017, ISBN 978 90 820 8255 5, € 14,95, 128 p.

Een recensie valt te lezen op de website Huygens Hofwijck, zie hier.
Hieruit het volgende citaat: De mythe is dat de weg is bedacht door de dichter en staatsman Constantijn Huygens (1597-1687), heer van Zuylichem, en naar zijn ontwerp is uitgevoerd. Huygens is daarvoor bij het derde eeuwfeest van zijn geboorte (1897) geëerd met een borstbeeld en bij de herdenking van zijn driehonderdste sterfdag (1987) met een zwerfkei, die aan de kant van de weg is geplaatst met twee versregels uit zijn Batava Tempe. Stal stelt echter vast dat de weg is bedacht door twee regenten en aangelegd naar een ontwerp van de landmeter Johan van Swieten. Wel was Huygens een vroege, visionaire en invloedrijke pleitbezorger voor de ‘snelweg’ van Den Haag naar Scheveningen – een lobbyist, zouden wij nu zeggen. Dit boek werpt daarom tevens een nieuw en onthullend licht op Huygens’ fameuze lofdicht De zee-straet van ’s Graven-Hage op Schevening, dat in 1667 in de Haagse boekhandel een bestseller was.

BAP-Symposium Feest en Feestelijkheden

(OP VERZOEK)
Op 10 maart 2022 zal na de jaarlijkse ledenvergadering het BAP-Symposium plaatsvinden. Het thema van het symposium is Feest en Feestelijkheden, want het BAP bestaat dit jaar 10 jaar. Biologisch-Archeologisch Platform is een onafhankelijk platform van biologisch-archeologische specialisten in de archeologie (website). Die Bredase Naussaus komen we in de tuinhistorie ook tegen. En de bundel met het deeltje Den Nederlandtsen hovenier (1669) van Jan van der Groen, zit daar niet ook De verstandige kock … met de verstandige confituurmaker.

Spreker en culinair historicus Marleen Willebrands was met Christianne Muusers te gast in NOS Met het Oog op Morgen. Voor hun boek Het excellente kookboek van doctor Carolus Battus uit 1593 kregen ze de Joop Witteveenprijs in de categorie ‘de beste historische publicatie op het gebied van de eetcultuur in de Lage Landen’ (terugluisteren).

Fraailemaborg


Ontwerp voor Fraeylemaborg (Slochteren), uit 1802 (in potlood genoteerd)

Lang had ik moeite om de naam Fraeylemaborg in één keer goed te schrijven. Dat had F.F.N. van Hulten, de landmeter van de Kadastraal Minuutplan met Fraeylemaborg, blijkbaar ook. Hij noteerde Fraailemaborg. Ik dacht even googelen met Fraailemaborg… Dan vind je de ‘Redevoering over het schoone in de natuur’, van Th. van Swinderen, gepubliceerd in Verslag van de inrigting van het Natuur- en scheikundig genootschap te Groningen uit 1807.

Hierin valt te lezen: ‘Of is het iets anders, mijne Hoorders! dat ons in de zoogenoemde Engelsche Bosschen zoo zeer bevalt, dan dat wij daar de Natuur zoo naauwkeurig nagebootst vinden? Zegt het, gij , die met mij het verrukkelijke Luutsburg [Duitse Schloß Lütetsburg], doorwandeldet, of, om naderbij te blijven, gij, die gelegenheid hadt om te Slochteren den nieuwen aanleg op Fraailemaborg; of te Paterwolde het dagelijks nog verrukkelijker wordende Noordwijk te beschouwen.

Leuk, de opmerking ‘den nieuwen aanleg op Fraailemaborg‘. Dat doet direct denken aan het ontwerp uit 1802. Het is niet gesigneerd en je vindt toeschrijvingen aan J.G. Michaël, aan J.D. Zocher sr. en aan J.D. Zocher sr. in samenwerking met J.G. Michaël. Mooi is dat het ontwerp tegenwoordig in de beeldbank van Groninger Archieven zit. Lekker inzoomen en details bekijken. Er staan potloodaantekeningen op, van later datum? Met potlood staan afstanden vanaf de oostelijke huisgevel genoteerd, zijn enkele paden ‘weggekrast’ en zijn een nieuw pad en verschillende vijvervormen ingetekend. En dat jaartal 1802 staat ook in potlood…
Jan Holwerda

Inzoomen: westelijke helft en oostelijke helft

150 jaar Collectie Bodel Nijenhuis


Brouillon de carte – ou plan des prairies de Doorweerth (Bron: UB Leiden COLLBN Port 10 N 208)

150 jaar Collectie Bodel Nijenhuis bij de Universiteitsbibliotheek Leiden valt hier en daar te lezen. Kaarten en deze collectie komen naar voren in een leuke filmopname van een tafelgesprek (zie hier). Het ‘Bodel Nijenhuis Jaar’ zal worden gemarkeerd met onder andere een tentoonstelling in Museum Volkenkunde en de publicatie van twee boeken.
Eén van die boeken zal Grensverkenningen. Langs oude grenzen in Nederland (april 2022) zijn. Twee van de sprekers in de film werken hier aan. Kester Freriks, auteur van onder andere Verborgen wildernis. Ruige natuur & kaarten in Nederland (2010), is aangesteld als gastschrijver bij de Universitaire Bibliotheken Leiden (UBL). Samen met Martijn Storms, conservator Kaarten & Atlassen, gaat Freriks aan de hand van bijzondere grenzen op oude landkaarten op zoek naar de sporen van deze grenzen in de cultuurgeschiedenis én in het Nederlandse landschap.


Uitsnede met kasteel Doorwerth en directe omgeving

Bij deze aankondiging (zie hier) is een kaart opgenomen van de omgeving van kasteel Doorwerth: Brouillon de carte – ou plan des prairies de Doorweerth van ca. 1700 (inzoomen). Die moet maar eens naast de kaarten van Dirk Klinkenberg gehouden worden (zie deze map op Wildernis Kaartenkamer, bv deze kaart, maar liever nog de originelen in Nationaal Archief). En ‘naast’ of ‘over’ het terrein natuurlijk. Heel benieuwd.
Jan Holwerda

Koepel van Stoop (Woudenberg)


De Koepel van Stoop (Woudenberg, 2017)

Op twitter zag ik een foto van de Koepel van Stoop bij Woudenberg voorbij komen, naar ontwerp van J.D. Zocher jr en met zuilen afkomstig van de Amsterdamse Beurs stond er bij. Over dat laatste had ik eens iets anders gelezen, maar wat en waar? Na wat zoeken gevonden, in het blad Oud Woudenberg van de Stichting Oud Woudbergen dat citeerde uit de Nieuwsbrief van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, mei 2004.

De koepel bestaat uit een ingangspartij met portiekgevel, waardoor je een ronde ruimte betreedt. Daarin zitten zes dubbele deuren. Rondom bevindt zich een overdekte galerij, waarvan de brede rand van het overstekende dak rust op zes kolommen. De ingangpartij wordt bekroond door een opengewerkte houten aedicula, een renaissancistische tempelachtige versiering. Van de hardstenen zuilen werd inderdaad altijd beweerd dat ze afkomstig waren van de oude Amsterdamse Beurs (1608-1611) van Hendrick de Keyser. Deze Beurs was afgebroken om plaats te maken voor een nieuwe gebouwd in de jaren 1841-1845 naar ontwerp van J.D. Zocher. De architect kon toen ongetwijfeld over de zuilen beschikken en zou ze hebben toegepast bij onder andere deze koepel.

Historisch bouwkundig onderzoek uit ca. 2003 toonde echter aan dat de zuilen waarschijnlijk niét van de Amsterdamse Beurs afkomstig zijn. De natuursteendeskundige van de toenmalige Rijksdienst voor de Monumentenzorg had de steensoort en de afwerking van de zes Toscaanse zuilen onderzocht en stelde vast dat deze afwerking in de zeventiende eeuw niet voorkwam. Daarentegen wel in het tweede kwart van de negentiende eeuw. Ook de verouderingsverschijnselen waren niet sterk genoeg om een datering in de vroege zeventiende eeuw enigszins aannemelijk te maken. Bovendien zouden zuilen in die periode eerder van zandsteen dan van hardsteen vervaardigd zijn, zoals de koepelkolommen. Als de kolommen van de destijds gesloopte beurs van hardsteen waren, is aannemelijk dat ze, in verband met de toen ook al aanwezige verwering, bij demontage onbruikbaar zouden zijn geweest.

Een laatste argument dat naar voren werd gebracht betrof de plaatsing in de tijd. De koepel werd gebouwd in 1840. De nieuwe beurs enkele jaren later en pas daarna werd de oude beurs gesloopt. De zuilen zouden dan later toegevoegd moeten zijn. Gezien de constructie is dat een mogelijkheid, maar de stucafwerking maakt dit een onmogelijkheid. Het gaat hier dus vrijwel zeker om kopieën van de Amsterdamse kolommen.

Het voorgaande argument zou echter betekenen dat die afbraak van de oude Amsterdamse Beurs later was dan de gangbare periode 1836-1838 die je overal tegenkomt. Dus mogelijk moet dit laatste argument worden geschrapt en moeten we het met de andere argumenten doen.

Tja en dan kijk ik in Delpher en dan valt in het Het nieuws van den dag van 9 september 1895 te lezen: ‘Uit de handen des sloopers is van de oude Beurs een zestal kolommen gered, dat, aangekocht door den Heer J. B. Stoop, gebruikt werd om het koepeldak te schragen zijner hofstede, niet verre van Woudenberg, waardoor tot op den huidigen dag tot zelfs in het Sticht de herinnering wordt levendig gehouden aan den verdwenen Mercuriustempol der hoofdstad.’ Dus de bewering gaat al heel lang rond. Heeft dit krantenbericht de bewering in het leven geroepen? Of is het toch meer dan een bewering? Ligt er ergens een ver- of aankoopbewijs?
Jan Holwerda


De oude Amsterdamse Beurs van Hendrick de Keyser in 1836, net voor de sloop, door Kasparus Karsen (Bron: Amsterdam Museum)