Koetshuizen in Nederland. Op kastelen en buitenplaatsen

(OVERGENOMEN)
Met 21 unieke inkijkjes in de laatste nog intacte Koetshuizen in Nederland. Sensitief en kunstzinnig gefotografeerd. Door het licht dat er spaarzaam naar binnenvalt, het donkere hout en een enkel spinnenweb, zijn het gebouwen die een zeker mysterie uitstralen. De meeste zijn in privébezit, niet geopend voor het publiek. Ooit klonk er het ritmische geluid van paardenhoeven in het gangpad, sjouwden er stalknechten met emmers water, en werd er aan rijtuigen gepoetst tot ze blonken in het ochtendlicht. Wie in vorige eeuwen een rijtuig bezat, had een hele ‘equipage’ van paarden, tuigen en personeel. En dat had een onderkomen nodig: een koetshuis. Na vier jaar onderzoek is dit het eerste boek gewijd aan het meest multifunctionele bijgebouw op de Nederlandse buitenplaats. Dit standaardwerk neemt je mee door de tijd, van de dagen dat paarden van de adel nog een veilig heenkomen zochten binnen de gracht en versterkte muren van een voorburcht tot de negentiende eeuw, waarin het koetshuis zich ontplooide tot luxe onderdeel van het parklandschap van buitenplaatsen. Altijd stonden er paarden op stal, totdat de automobiel zijn intrede deed en de laatste koetshuizen tevens als garage gingen dienen. Beroemde architecten zoals Berlage en Eberson tekenden ontwerpen voor dit erfgoed dat nu veelal een monumentenstatus heeft, maar door herbestemming zijn unieke kenmerken dreigt te verliezen. Een fascinerend boek voor liefhebbers van buitenplaatsen, paarden en autohistorie.

Mario Broekhuis, Koetshuizen in Nederland. Op kastelen en buitenplaatsen, 2024, ISBN 9789462625921, pp. 288, €39,95

Stukje bladeren
(zie ook www.hippomobielerfgoed.nl/stallen-koetshuizen-en-garages)

 

Bos(ch) en Hoven (Heemstede) revisited

Bosch en Hoven (Heemstede), kaart-uitsnede met eiland en hermitage  Bron: Noord-Hollands Archief

Weer een terugblik? Tja zo gaat dat vaak. Duikt er weer een snipper, krabbel, afbeelding of gedachte op. Een onderwerp, onderzoek of geschiedenis is nooit af.
Eerder was er een bericht over die prachtige kaart van Bosch en Hoven te Heemstede, zie hier. Daar zoomde ik in tot een eiland met hermitage.
Vorige week kom ik ineens een foto-tje in een krant uit 1926 tegen. Met de grot van Bosch en Hoven. Hoe leuk passend bij de afbeelding op de kaart…
Jan Holwerda

Opzetfiguren


Opzetfiguurtjes, naar Magazijn van Tuin-sieraaden van Gijsbert van Laar
Foto: Christine Sinninghe Damsté

Eind 2011 startte de Cascade website/weblog 2.0 met vermelding van opzetfiguren en deze foto’s (zie hier). Ik zie net dat er in 2012 een tentoonstelling met die figuurtjes in Stadsmuseum Almelo was. Christine Sinninghe Damsté schreef een bijdrage over die figuurtjes, herkomst en achtergrond in Stad en Ambt Almelo, het blad van de Historische Kring Almelo.
Jaren na 20212 gescand, zie hier p. 6-8.
Jan Holwerda


Opzetfiguurtjes, naar Magazijn van Tuin-sieraaden van Gijsbert van Laar
Foto’s: Christine Sinninghe Damsté

Vernieling van landgoederen en buitenplaatsen (1925)


Voordaan (Groenekan)

Toevallig tegengekomen in De Maasbode van 12 feb 1925.
In 1925 worden n.a.v. vellingen op landgoed Voordaan (Groenekan) vragen aan de minister gesteld. Eén luidde ‘Is de Minister bereid aan de Kamer een overzicht te doen verstrekken van de landgoederen met hoogopgaand geboomte, de buitenplaatsen, die uit een oogpunt van natuurschoon beteekenis hadden, enz., welke in den loop der laatste jaren geheel of gedeeltelijk vernield zijn, alsmede van die, welke nu reeds met vernieling worden bedreigd?

En dan volgt een lijst:
Hoogezand, Van Arnhemsch Bosch, het hout is in 1924 verkocht
Vledder, Boschlust, kaalgekapt in de oorlogsjaren
Diever, Zorgvlied, kaalgekapt in de oorlogsjaren
Westerbork, Kymmelbosch, voor het grootste deel geveld
Zuidlaren, Entinge, veel van schoonheid verloren
Roden, Bosch bij Terheyl, bestaat gevaar voor verkoop
Delden, Backenhagen, in 1924 in perceelen verkocht
Enschedé, Wooldrik, bestemd voor bouwterrein
Hierden, De Essenburg, in 1924 in perceelen verkocht
Gorssel, Het Hassink, voor eenige jaren in perceelen verkocht
Laren, De Ehze, ’t Ross en Nettelhorst, voor het grootste deel uiteengevallen
Warnsveld, Waliën, in 1920 in perceelen verkocht
Brummen, Groote Rees, bijna geheel bouwterrein
Loenen, Loenensche Bosschen, in 1924 verkocht, grootendeels geveld
Nijmegen, Duckenburg, grootendeels van hout ontdaan
Nijmegen, Meerwijken, veiling van lanen en bosschen
Wehl, Stilliwald, uiteengevallen
Wilp, De Lathmer, veiling van mooie lanen
Apeldoorn, Marialust, hout zal binnenkort verkocht worden
Maartensdijk, Beukenberg, groot deel hout verkocht en geveld
Persyn, ten deele verkocht; grond in bouw- en grasland omgezet
Houten, Jeannette Hoeve, bijna al het hout verkocht
Soest, Prins Hendriksoord en Ewijkshoeve, in 1924 in perceelen verkocht
Soest, De Pals, in 1923 aan houtkooper verkocht, tot heden ongerept gebleven
Breukelen, Groenevecht, grootendeels geveld
Driebergen, Driebergsche Bosch, grootendeels villapark
Bilthoven, Overbosch, grootendeels villapark
Baarn, Pekingbosch, grootendeels villapark
Beerschoten, grootendeels villapark
Heilo, Heiloënbosch, worden steeds meer deelen afgenomen voor bouwterrein
Bergen, Bergerbosch, worden steeds meer deelen afgenomen voor bouwterrein
Heemstede, Bosch en Hoven, worden steeds meer deelen afgenomen voor bouwterrein
Velsen, Velserbosch, verbreeding Noordzeekanaal en bouw hoogovens
Bloemendaal, Boekenrode, gebruikt als bouwterrein
Bloemendaal, Groenendaal, gebruikt als bouwterrein
Heemstede, Meerenberg, Dennenheuvel en Berkenrode, er schijnen plannen tot verkoop te bestaan
Vogelenzang, De Vogelenzang, er schijnen plannen tot verkoop te bestaan
Heemstede, Spaarnhout, is te koop
Velsen, De Neethof, schijnt verkocht te zijn
Bloemendaal, Naaldenveld, schijnt reeds exploitatieplan te zijn opgemaakt
Overveen, Elswout, Duinlust, Koningshof met uitgestrekt duingebied, de vrees schijnt niet ongegrond, dat dit bezit binnen niet te langen tijd uiteen zal vallen
Overveen, Duin- en Kruidberg, over verbrokkeling wordt gesproken
Muiden, Echobosch, wordt bedreigd
Loosdrecht, Nooit Gedacht, komt binnenkort onder den hamer
Naarden, De Limiten, grootendeels bouwterrein
Bussum, Bosch van Bredius en Krailoo, gedeeltelijk voor bouwterrein bestemd
‘s-Gravenhage en Wassenaar, diverse buitenplaatsen, bestemd voor villaparken
Rijswijk, Cromvliet en Voorburg, Hoekenburg, schijnen grootendeels voor bouwterrein bestemd
Vierlingsbeek, Hallert, velling mooie beukenlanen
Eindhoven, Heeze, nog slechts een deel van het vroegere schoon behouden
St. Michiels-Gestel, De Dennenboom, geboomte geheel geveld, alsmede mooie laanbeplanting
Vught, Zegenwerp, schijnt thans in handen van een naamlooze vennootschap te zijn
Afferden, Beegenbeek, groote stukken verkocht en van deel van het oudere hout ontdaan
Wansum, Geysteren, meeste bosschen geveld
Well (kasteel), verkaveld en geheel versnipperd
Mook, De Jansberg, hier is veel geveld
Maastricht, De Pietersberg, geleidelijk vermindering van natuurschoon door mergelwinning.

Jan Holwerda

Waarachtige Verhalen

(getipt en OVERGENOMEN)

De Nieuwe Ooster in Amsterdam is de grootste, groenste en misschien wel mooiste begraafplaats van Nederland. Wie deze prachtige enclave met een grootte van 33 hectare bezoekt, kan dit alleen maar beamen. Meer dan 30.000 graven, duizend verschillende soorten bomen en negen monumentale gebouwen weerspiegelen hier de multiculturele samenleving van vandaag. De geschiedenis van Amsterdam is op elke vierkante meter te aanschouwen.

Op 1 mei 1894 wordt de door de vermaarde tuinarchitect Leonard Anthony Springer ontworpen begraafplaats officieel geopend. Daarna staat de tijd allerminst stil. Terreinuitbreidingen, sloop en nieuwbouw, de komst van een crematorium, een uitvaartmuseum en een rouwcentrum, veranderde uitvaartrituelen, het komt allemaal voorbij in dit boek.

Waarachtige Verhalen geeft een bijzondere inkijk in het reilen en zeilen van een vaak vergeten pijler van onze maatschappij. In deel 1 ligt het accent op de 130 jaar oude historie van De Nieuwe Ooster. Deel 2 gaat over opvallende gebeurtenissen, grafmonumenten van bekende en onbekende Amsterdammers en de oorlogsherdenkingen. In de Epiloog geven dertien betrokkenen, van uitvaartondernemer en specialist funerair erfgoed tot architect en de huidige directeur, hun mening over de toekomst van De Nieuwe Ooster.

Marie-Louise Meuris, Waarachtige Verhalen. De historie van de 130 jaar oude begraafplaats De Nieuwe Ooster, 2024, EAN 9789083366166, € 39,50, pp. 264.

Louis Le Roy, 100 jaar is niets!

(OVERGENOMEN)

De tentoonstelling ‘100 jaar is niets!’ gaat over het leven, werk en de nalatenschap van kunstenaar Louis Le Roy (1924 – 2012). De tentoonstelling vertelt het verhaal van het ecokathedrale denken op een vernieuwende manier aan een breed publiek die aanzet tot nadenken en activeert. Zo maken we samen de wereld een beetje mooier.

26 oktober 2024 t/m 2 februari 2025
Museum Heerenveen (website)
Dinsdag t/m vrijdag: 11.00 – 17.00 uur
Zaterdag, zondag en feestdagen: 13.00 – 17.00 uur

Louis Le Roy
Vernieuwend en tegendraads, Louis (Guillaume) le Roy (1924-2012) zette een experimentele manier van denken over hoe om te gaan met de natuur op de kaart.
Le Roy is beeldend kunstenaar, schrijver, Professor honoris causa en tekenleraar. Hij noemt zichzelf een “ecotect”. Centraal in zijn ideeën staat dat de mens de natuur niet moet beheersen, maar samen dient te werken met haar groeikracht om zo de hoogste graad van complexiteit te bereiken. Deze complexiteit vereist niet een korte periode, maar een langdurige interactie tussen mens en natuur. Vandaar de titel: ‘100 jaar is niets!’

Het ecokathedrale denken
Kunstenaar Louis (Guillaume) le Roy zette met zijn ‘Le Roy tuin’ in Heerenveen en de Ecokathedraal in Mildam een experimentele manier van denken over hoe om te gaan met de natuur op de kaart. Precies 100 jaar na zijn geboorte blijven zijn vooruitstrevende ideeën inspireren en zetten deze aan tot actie. Zijn pleidooi voor de duurzame creatieve interactie tussen planten, dieren en de mens rekt niet alleen de grenzen van de kunst op; hij loopt ook vooruit op het ecologische denken van vandaag.

De aandacht voor de relatie tussen mens en natuur was nog nooit zo groot, maar ook nog nooit zo gepolariseerd als nu met klimaatactivisten enerzijds en klimaatontkenners anderzijds. Deze tentoonstelling kiest geen kant. Wij dagen hedendaagse kunstenaars uit zich te laten inspireren door het ecokathedrale denken en hun artistieke visie daarop te ontwikkelen. Het filosofische en culturele karakter van het ecokathedrale denken geeft kunstenaars de ruimte. Zij komen los van alle beperkingen, zoals Le Roy toen hij startte met zijn ecoprojecten. Zo krijgen bezoekers nieuwe inzichten en inspiratie. Op 31 oktober 2024 is het precies honderd jaar geleden dat Louis (Guillaume) le Roy werd geboren, aanleiding voor Museum Heerenveen om een tentoonstelling aan zijn gedachtengoed en nalatenschap te wijden.

De tentoonstelling ‘100 jaar is niets!’ biedt een reflectie op het ecocathedrale denken aan een breed publiek. Aan de hand van archiefmateriaal, persoonlijke voorwerpen, foto’s en verhalen reconstrueren we het leven en het levenswerk van Louis Le Roy (1924 – 2012) en zijn persoonlijke omgeving. We vragen hedendaagse kunstenaars het ecokathedrale denken toe te passen en een zichtbare artistieke visie te ontwikkelen die bezoekers aanzet tot nadenken en activeert. Tot slot krijgen bezoekers concrete adviezen hoe zelf de wereld een beetje mooier te maken. De tentoonstelling wordt georganiseerd in nauwe samenwerking met Stichting Tijd (website).

Ode aan Oostergeest (Warmond)

(OVERGENOMEN)
Ontdek het verhaal achter de zeventiende-eeuwse buitenplaats Oostergeest, net buiten de dorpskern van het Zuid-Hollandse dorp Warmond. Ode aan Oostergeest biedt een prachtig en rijk geïllustreerd huisportret dat de vele facetten van dit bijzondere erfgoed onthult. Dit boek neemt de lezer mee door de bouw- en eigendomsgeschiedenis van de buitenplaats, inclusief het huis, de tuin en de unieke inrichting.

Naast de architectonische en landschappelijke ontwikkeling, geeft het boek een intiem inkijkje in de levens en interesses van vroegere bewoners en werklieden, zoals de dienstboden en tuinmannen, maar ook van opmerkelijke gasten en zelfs enkele ongenodigde bezoekers! Ode aan Oostergeest is een must-read voor liefhebbers van historie, cultuur en verhalen die huizen tot leven brengen.

In september 2023 droegen Joan en Lucelle Leemans-van Nispen tot Pannerden, de zesde generatie van de familie op Oostergeest, het huis met bijgebouwen én ruim tien hectare land over aan Hendrick de Keyser Monumenten. Om de verwerving van Oostergeest door Hendrick de Keyser te vieren, is er een halfjaar uitgebreid onderzoek gedaan in het grote familie archief dat in dit huis bewaard wordt. Het archief beslaat niet alleen ononderbroken ruim anderhalve eeuw die de familie Leemans van de buitenplaats gebruik maakte, maar gaat óók over de periode daarvoor. De oudste stukken zijn zelfs ouder dan Oostergeest zelf! Naar aanleiding van het onderzoek en de verwerving is nu verschenen Ode aan Oostergeest, een boeiend huisportret over de buitenplaats in al zijn facetten.

Wouter van Elburg, Ode aan Oostergeest. Verhalen uit de rijke geschiedenis van een Warmondse buitenplaats, 2024, isbn 978-90-818442-8-4, € 27,50 / € 30,00, pp. 200.
Eigen uitgave Hendrick de Keyser Monumenten
Het boek is gratis te downloaden en te koop in de webshop.

Vormsnoei in hoge bomentunnels


De weg Driebergen-Zeist, ter hoogte van Sparrendaal, kijkend richting Zeist (1790), J. Andriessen (Bron: Het Utrechts Archief)

Het van oorsprong 17-eeuwse Sparrendaal in Driebergen-Rijsenburg ontwikkelde zich in de 18e-eeuw tot een buitenplaats in de stijl van de Franse barok. Op een vogelvluchttekening met randprenten uit 1758 (zie ook de Cascade blogs hier en hier) vinden we allerlei bekende stijlelementen, zoals kaarsrecht geschoren hoge hagen, rechte waterlopen, een cascade, een menagerie, een groot sterrenbos, ganzenvoeten, en een aan de einder verdwijnende centrale zichtlaan. Drie wat latere tekeningen laten echter iets zien wat ik zelf nog niet eerder ben tegengekomen: vormsnoei in zeer hoge bomentunnels langs de openbare weg.

De wat groenige tekening is van Jurriaan Andriessen uit 1790, we kijken ter hoogte van Sparrendaal richting Zeist (HUA 200521-857), door een bomentunnel die nog niet helemaal gesloten is. Hetzelfde stuk weg zien we terug in het linkerdeel van een tweeluik van Hermanus Numan uit 1792 (collectie Driebergen-Rijsenburg Vroeger & Nu), met nu een volledig gesloten tunnel. Door de bomen heen zijn nog net de bouwhuizen van Sparrendaal zichtbaar. Numan laat ons in zijn tweeluik ook naar de andere kant kijken, richting Driebergen, met ook daar weer een stuk bomentunnel. De indrukwekkend hoge tunnel markeert vermoedelijk precies de breedte van de buitenplaats op de plek waar de oude doorgaande weg tussen Utrecht en Arnhem er dwars doorheen loopt.


De weg Driebergen-Zeist, ter hoogte van Sparrendaal, kijkend richting Zeist en richting Driebergen (1792), H. Numan (Bron: collectie Driebergen-Rijsenburg Vroeger & Nu)

Zijn deze hoge, opvallend gestileerde bomentunnels realistisch? In alle tekeningen zijn de bomen behoorlijk in vorm gesnoeid, ook bij het tunnelgewelf. Hoe waarschijnlijk is dat? Het zijn vermoedelijk eiken, die laten zich natuurlijk niet heel gewillig snoeien. En om ze zo in vorm te krijgen moet men op grote hoogte gewerkt hebben. Op zich kán dat natuurlijk. We kennen voorbeelden van zeer hoge ladderwagens of ‘scheerbanken’ (zie hier), en klimmen was natuurlijk ook altijd nog een optie. Verder was Numan, die we ook kennen van de prachtige buitenplaatsenreeks Vierentwintig printtekeningen met couleuren (zie hier), een bovengemiddeld precieze topografische tekenaar. Zijn er andere voorbeelden van zulke gestileerde hoge bomentunnels bekend? Of hebben beide tekenaars hier wellicht wat toegegeven aan de ‘geometrische aspiraties’ van de bewoners van Sparrendaal?
Jos van Berkum

Het verhaal van de verdwenen Maas & Waalse kastelen en hun bewoners

(OVERGENOMEN)

Het rijke, maar vergeten erfgoed van de Maas & Waalse kastelen komt opnieuw tot leven in het nieuwste boek van amateurhistoricus Peter Fontijn. Met bijna 30 jaar onderzoek achter zich, brengt hij het Huis te Druten, ’t Huis te Leeuwen en Huize Horssen en hun bewoners in beeld, een werk dat een waardevolle bijdrage levert aan het regionale historisch bewustzijn.

Peter Fontijn (1955), amateurhistoricus uit het Land van Maas en Waal, werkte samen met de Werkgroep Geofysische Meettechnieken in de Archeologie (WGMA) van de Nederlandse Archeologievereniging AWN, en bundelde op veler verzoek zijn eerdere geschiedenissen van deze adellijke huizen tot een toegankelijke publieksuitgave Het Verhaal van de Verdwenen Maas & Waalse Kastelen en hun Bewoners, waarin o.a. de onderzoeken van de WGMA in Leeuwen (2022) en Horssen (2023), en het onderzoek door de vrijwilligers van AWN Nijmegen (1987) aan bod komen.

Historicus A.G. Schulte benadrukte al in 1986 in “Het Land van Maas en Waal (De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst)” het gebrek aan aandacht voor kastellologisch onderzoek in de regio: “Het is niet mogelijk een volledig beeld te schetsen van de adellijke huizen, door lacunes in bronnen en materieel. Desondanks zijn er zeker kasteelplaatsen die archeologisch interessant zijn: Druten, Leeuwen, Horssen, Appeltern en de ruïne van Batenburg”.

Het boek is beschikbaar in een eenmalige gelimiteerde oplage en verscheen vorige week. Voor meer informatie of om een exemplaar te bestellen:
Peter J. Fontijn | E: labora@planet.nl | T: 0653 313 187
Ticheldreef 102, 6651 SH Druten

Peter J. Fontijn, Het Verhaal van de Verdwenen Maas & Waalse Kastelen en hun Bewoners. Het Huis te Druten – ’t Huis te Leeuwen – Huize Horssen, 2024, ISBN 978-90-810609-9-8, A4-formaat, hardcover, 316 pagina’s, 450 afbeeldingen en landkaarten, € 39,95 (exclusief verzendkosten).


Een kaart van Huize Horssen staat in een eerder Cascade bericht, zie hier. Hieronder kleiner, met ook de locatie op een kaart van De Man (1799). Beide kaarten gedraaid, noorden boven.


Kaart van de buitenplaats Horssen (Bron: Gelders Landschap & Kasteelen, collectie Kasteel Rosendael)


Uitsnede kaart Land van Maas en Waal (1799), M.J. de Man

Kastelen, buitenplaatsen en landgoederen langs de Oude IJssel

(OVERGENOMEN)

Langs strategisch gelegen waterwegen in ons land lagen talrijke kastelen, buitenplaatsen en landgoederen waar de adel verbleef om hun bezittingen te besturen, recht te spreken, te jagen, pacht en tol te innen, en met elkaar te kunnen verkeren.
Zo ook langs de Oude IJssel. Daar hebben de meeste adellijke huizen onze tijd niet gehaald, maar toch is er verrassend meer bewaard gebleven dan men over het algemeen denkt. Van de bestaande huizen zijn de kastelen Keppel en Wisch en de huizen De Kemnade en Landfort wel de meest aansprekende objecten. Maar ook kasteel De Kelder, huis Wesenthorst en de boerderij ‘t Mulra zijn bewaard gebleven en op andere plaatsen houden overblijfselen van de huizen of informatieborden de herinnering aan zulke historische locaties levend.

M. Diepeveen-Jansen (Pol) heeft met dit boek over de aanzienlijke huizen langs de Oude IJssel het bijzondere verhaal verteld van de opkomst en neergang van de huizen en hun bewoners, en de strijd en sociale onrust die daaraan ten grondslag lag of daarmee gepaard ging. Zij heeft duidelijk gemaakt dat de Oude IJssel een met buitenplaatsen en kastelen bezaaide rivier is geweest in de wonderschone Achterhoek!

M. Diepeveen-Jansen, Kastelen, buitenplaatsen en landgoederen langs de Oude IJssel, 2024, ISBN 9789492108654, pp. 208, € 20,00