Een jachtscène met prins Willem III. Dirk Maas (vóór 1692) (Bron: Collectie Paleis Het Loo)
(zie ook eerdere bericht over dit schilderij)
Menig publicatie gaat in op de vraag waarom een kasteel of buitenplaats ligt waar het ligt (of zoals de makelaar zou zeggen: ‘locatie locatie locatie’). In geval van Het Loo gesticht op de toen woeste lege Veluwe komt dan in ieder geval de jachtbehoefte naar voren. Maar ook de tegenstelling tussen Het Loo en de omringende woestenij wordt dan wel aangestipt. De schrijver van een reisboek uit 1734 doet dat wel heel beeldend:
‘... dat de luister van een fraai landhuis nog meer afteekt wanneer het op eene woeste, dorre, eenzame plaats, alwaar men diergelyke schoonheit niet verwacht, gebouwt is, dan dat het gevonden word op landstreken die reets aangenaam van zich zelve zyn, en alwaar meer lustplaatzen gevonden worden; even gelyk eene schone Juffer meer de oogen en verwondering in ’t byzonder tot zich trekt, wanneer zy onder een party rimpelige vervalle besjes, of magere lelyke tronien zit, dan dat zy by meer andere schone Juffers geplaatst is. De kunst munt niet zeer uit, wanneer zy in allen delen van de natuur geholpen word, maar als dan toont zy eerst haar meesterstuk, wanneer de natuur haar in alles dwarsboomt, en zy echter alle die hinderpalen te boven komt, om de natuur zo te zeggen te dwingen, en te doen blyken wat zy doen kon tot lof van haren werkmeester of insteller. Het Loo zou nooit zo veel roem in de waereld gegeven hebben, nog de ogen en verwondering van ieder een zo tot zich hebben getrokken, als ’t nu gedaan heeft, indien ’t niet op eene plaats gebouwt was geworden alwaar men weet dat ongelooflyk veel moeite, arbeid konst en koste vereischt is geweest om het tot zo eene volmaaktheit te brengen als waar in men het thans ziet. Het vinden van fraie gezichten, en voorwerpen of plaatzen alwaar men die in ’t minst niet verwacht had, verrast op eene aangename wyze de aanschouwers.’