‘word verzocht geen honden opde plaats te brengen’, Angelensteyn (1833), Johannes Tavenraat Bron: Rijksmuseum Amsterdam
De tekening uit 1833 was de aanleiding. ‘word verzocht geen honden opde plaats te brengen’ noteerde Johannes Tavenraat in een van zijn schetsboeken. Een bord dat blijkbaar op Angelensteyn of te wel Angerenstein te Arnhem stond.
‘Gezigt van de buitenplaats Angelenstein tusschen Arnhem en het dorp Velp’ (ca 1860) Bron: Gelders Archief
Voor de gein even verder gekeken naar honden en Angerenstein. Circa 1860 zie ik een loslopende hond op zo’n koffieplaat van Angerenstein. Circa 1912 is er een foto van eigenaar Jan de Goeijen met zijn loslopende honden geschoten, maar daar ben je eigenaar voor. Tegenwoordig moeten honden in het park aangelijnd zijn, maar is er een 1,5 km lang loslaatgebied langs de rand van het park. Dat laatste haal ik van de website Doggydating (tegenwoordig is niets menselijks onze huisdieren vreemd).
Jan Holwerda
Jan de Goeijen met zijn honden: links Pluck en rechts Nero Bron: Gelders Archief
Voor degenen die niet weten wie Johannes Tavenraat was, ik heb een boekje over een kleine tentoonstelling met zijn werken.
Titel: “Johannes Tavenraat (1809-1881): een vergeten romanticus.” Schilderijen, aquarellen en tekeningen in de Boterhal van het Westfries Museum te Hoorn 22 juni -27 augustus 1973.
Met a) een korte inleiding van J.G. Berkhout; b) Levensloop van de schilder en c) een bibliografie. Volgens de levensloop staat voor 1833 genoteerd: “mei, moeder en kinderen naar Cleve vertrokken via Rozendaal om de gevolgen van cholera in 1832 te boven te komen.”
Verder blijken de schilderijen in 1973 in een verzameling samen zijn gebracht, Collectie ’t Schou. Deze schilderijen zijn later overgebracht naar het Rijksmuseum. Zie de Rijksstudio.
Op het schilderij dat de cover van het boekje siert is de romanticus Johannes Tavenraat als stoffage zelf afgebeeld). Ik ken eigenlijk geen andere afbeelding van hem. Ik zal Jan vragen dit schilderij hier af te beelden.
‘Mij zelf op een drijfjacht in ’t Clever Reichswald’ (1830-1860), Johannes Tavenraat
Bron: Rijksmuseum Amsterdam
Groot