‘De Galderyen met groente‘, kasteel Heemstede, Isaac de Moucheron
Bron: Teylers Museum
In december 2018 deed Michiel Bakx in onze weblog een oproep. In het kader van zijn master thesis landschapsarchitectuur was hij op zoek naar (informatie over) historische tuin- en landschapselementen die als neveneffect het microklimaat beïnvloeden. Zijn thesis is afgerond en Michiel schreef een korte Nederlandstalige bijdrage onder de titel ‘Lessen uit het verleden’ met windhagen en bomenlanen als voorbeeld; de PDF hier u hier. De thesis zelf, in het Engels en met de titel ‘Lessons from the past’, vindt u hier.
‘Monnikskappen‘ in de boomgaard bij de moestuin van kasteel Heemstede, Isaac de Moucheron
Bron: Teylers Museum
In de pdf staat een klein foutje. Constantijn Huygens was de grote pleitbezorger van de Scheveningseweg, het uiteindelijk ontwerp was van landmeter Johan van Swieten, en niet Christiaan Huygens zoals abusievelijk vermeld. Joost
Inderdaad, want Huygens zat op dat moment in Parijs maar die had wel eerder (1653) een plan ingediend voor de aanleg van een verharde weg (steenweg). Nu was Huygens niet de enige die een plan had ingediend. Waarschijnlijk borduurde Joost van Swieten voort op een eerder plan die hij in opdracht had gemaakt voor de penningmeester van Delftland en eigenaar van het zomerverblijf Soetenburg Cornelis Michielsz. Soetens: het kanaalplan (1662, een combinatie van een verharde weg en een kanaal; niet uitgevoerd). In 1663 besloot het stadsbestuur tot de aanleg van een verharde weg tussen ’s Gravenhage en Scheveningen. De ontwerptekening van Van Swieten bevindt zich in de Universiteitsbibliotheek Leiden, COLLBN Port 16 N 116. Sandra
hier online
https://digitalcollections.universiteitleiden.nl/view/item/127213?solr_nav%5Bid%5D=a03fdfefc57f5a457a1e&solr_nav%5Bpage%5D=0&solr_nav%5Boffset%5D=0
Kees Stal heeft een aardig boekje over deze beroemde weg geschreven, de moeite waard. Huygens, Heer van Zuylichm, ontving een keurig bedankbriefje – kopie in mijn bezit – voor al zijn inspanningen. Ik vermeld dit omdat men elders leest dat hij mopperde géén bedankje te krijgen. De brief is van 24 mei 1663.
Dank voor je reactie Sandra. Joost