OVERGENOMEN (Uitgeverij Matrijs)
De streek Twente in het oosten van Nederland is vooral bekend vanwege de voormalige textielindustrie en om de technische universiteit, gevestigd in Enschede. Maar ook om het unieke Twentse landschap dat al van oudsher vele toeristen trekt. Het is een gebied met een uitzonderlijke combinatie van glooiende landschappen, havezaten en landgoederen, fabrieksschoorstenen en boerenerven.
Het Twentse landschap is in de loop van de eeuwen gevormd door natuurlijke processen en menselijke invloeden. In een natuurlandschap van hoogtes en laagtes probeerde de mens een agrarisch bestaan op te bouwen. De omvangrijke landgoederen, zoals Singraven, Weldam en Twickel, zijn veelal voortgekomen uit middeleeuwse kastelen en havezaten (versterkte huizen) en zijn kenmerkend voor Oost-Nederland.
Er waren uitgestrekte markengronden, beheerd door collectieven van boeren die gezamenlijk het gebruik van de gemeenschappelijke gronden regelden. De verkaveling en ontginning van deze grond in de negentiende eeuw had grote invloed op de ontwikkeling van het landschap. De oude heidevelden verdwenen en een modern, jong agrarisch landschap ontstond, naast landgoederen van fabrikanten.
Ook de opkomst van de textielindustrie heeft zijn sporen nagelaten. De textielnijverheid groeide in de negentiende en twintigste eeuw uit tot een omvangrijke bedrijfstak met fabrieken in onder meer Almelo, Enschede, Hengelo en Nijverdal. Nog altijd is dit verleden zichtbaar in de stad en op het land, in de vorm van oude fabrieksgebouwen, arbeiderswijken en de genoemde fabrikantenbuitens.
In Oale groond is de dynamische ontwikkeling van het Twentse landschap op de voet te volgen. De toegankelijke tekst en talrijke foto’s en illustraties in het boek laten zien hoe deze streek is geworden zoals ze nu is: een uniek landschap in Nederland.
John van Zuidam, Oale groond. Geschiedenis van het Twentse landschap, Utrecht 2018, ISBN: 978-90-5345-538-8, € 24.95 (incl. verzendkosten), p. 169