Zocher 1856 Bron: Cooper Hewitt, Smithsonian Design Museum
Googelend kwam ik bovenstaande Zocher tegen (groot). Een ontwerp uit 1856, in het bezit van Cooper Hewitt, Smithsonian Design Museum. Met dat gegeven bleek via Carla’s Zocher on line dat er een set van vier villatuinontwerpen/modeltuinen van J.D. Zocher jr.en L.P. Zocher bestaat. Allen met het jaartal 1856, een liggend in Wageningen UR.
Anita D. en Liesbeth M. bevestigden dit. Liesbeth meent zich te herinneren dat de vier op een veiling in 1988 verkocht zijn en WUR er een aanschafte (groot); van de andere drie werd een zwartwit foto verkregen. Anita heeft de entry in de TUiN database iets gemakkelijker vindbaar gemaakt en het bovenstaande exemplaar van Cooper Hewitt ingelinkt.
Zocher 1856 Bron: TUiN database Wageningen UR
Ondertussen vond ik de derde in kleur op een website met veilingregistraties. Geveild (opnieuw?) in 2003. (groot)
Zocher 1856 Bron: arctnet.de
foto van, Zocher 1856 Bron: TUiN database Wageningen UR
Maar waarom hebben de Zochers deze set gemaakt? De roem was al groot, niets duidt op deelname aan een tentoonstelling of prijsvraag. Geeft het jaartal misschien een idee? Is het een voorbeeldset voor het een en ander? De laatste gedachte en het jaartal 1856 leiden tot Zochers ontwerp voor het Willemspark te Den Haag. Zou er een relatie tussen de twee zijn?
Overigens, niet Zochers ontwerp voor het Willemspark, maar dat van de Haagse stadsarchitect W.C. van der Waeyen Pieterszen werd uitgevoerd.
Jan Holwerda
Plan van den aanleg van het Willemspark te ’s Gravenhage, J.D. Zocher architect 1856 Bron: Haagse Beeldbank
Allemaal waar wat hier staat en mooi dat we nu een digitaal bestand hebben van weer een villatuin (goed gevonden Jan), maar de redenatie die Jan volgt moet nog worden uitgebreid. Het Willemspark in Den Haag is niet het enige (niet uitgevoerde) ontwerp dat de Zochers maakten in 1856. Zo ook een ontwerp voor het villapark Oude Plantage in Rotterdam. Overigens ook niet uitgevoerd, maar wel van 1856, en dus ook voor een van die villatuinen kunnen deze ontwerpen bestemd geweest zijn. CO.
Op 3 van de 4 modeltuinontwerpen staat overigens een nummer vermeld. Op het ontwerp dat bij de Speciale Collecties is staat in de hoek rechtsonder no. 6, op het ontwerp op de veilingwebsite no. 7 en op het ontwerp van het Cooper Hewitt, Smithsonian Design Museum lijkt no. 8 te staan. Zouden er nog meer Zocher modeltuinontwerpen zijn (geweest)?
Ik was benieuwd naar Zochers ontwerp voor Oude Plantage in Rotterdam. Henk vd E wees me op een artikel van Hanneke Helmink-Habes, over Zochers zakelijk talent, in Tuinkunst 3. Op p. 101 staan een ontwerp uit 1853 (met 6 villa’s) en een uit 1856 (met 12 villa’s). De laatste heeft een serie villa’s waarvan de tuin grenst aan een rechte sloot. Laat de 4 ontwerpjes ook aan een sloot grenzen… Inderdaad het zegt niets, maar toch.
In 1856 en 1857 deden de Zochers pogingen om het terrein te kopen en het project in eigen beheer uit te voeren. Om het financieel haalbaar te maken waren meer villa’s nodig, dus nu 12 villa’s ipv de eerdere 6. En het ontwerpen en bouwen wilde hij zelf uitvoeren… Waren de genummerde ontwerpjes een voorschot op de daadwerkelijke invulling?
Over de prijs en voorwaarden werden gemeente en Zochers het blijkbaar niet eens, de grond werd niet verkocht en het ontwerp kwam niet tot uitvoer.
Op het plan uit c1853 lijken meer dan 6 villa’s voor te komen. Op de klein weergegeven tekening in het genoemde artikel zijn er in ieder geval meer dan 6 te onderscheiden. In de bijbehorende tekst is in eerste instantie sprake van 13 villa’s, ietsje later wordt gesproken over 6 exemplaren (beide keren op p.102).
Plan uit 1853 betrof de Oude Plantage én weiland ten oosten ervan. Plan 1856 betrof alleen de Oude Plantage. Bij telling en vergelijking voor alleen de Oude Plantage zul je denk ik op de aantallen komen Helmink-Habes noemt.
Klopt als een bus, Jan!
De opmerking van Anita Dijkstra hierboven, over de nummers (6, 7 en 8 ) waarmee drie van de vier hierboven weergeven tekeningen van villatuinen zijn voorzien, intrigeerde me. Ik was nieuwsgierig genoeg geworden om zelf maar eens naar Zocher’s ontwerpen voor een villapark in de Oude Plantage te kijken (ze liggen toch bij mij ‘om de hoek’). Ik vroeg me af of de villa’s op die grotere overzichten eventueel ook genummerd waren, en zo ja, of die nummering overeen zou komen met de nummers op de tekeningen van de individuele villa’s en hun tuinen.
Het goede nieuws: de 12 villa’s op Zocher’s ontwerp van een villapark uit 1856 blijken inderdaad genummerd. Bovendien staat in elke villa een indicatieve ruimteverdeling (begane grond, vermoed ik), alsmede een getal (variërend van 5300 tot 9700).
Het slechte nieuws: geen van de villa’s op de ontwerptekening van het villapark uit 1856 komen overeen met de in hetzelfde jaar getekende individuele villa’s. De villa’s met de nummers 6 en 7 (resp. Wageningen en de Duitse veilingsite) vertonen wel enige overeenkomst met exemplaren op het ontwerp van Zocher uit 1853. Maar dan wijken zowel vorm als ontwerp van de tuin weer af.
Dus: als de individuele villatuinen uit 1856 al uitwerkingen zijn van het in hetzelfde jaar door Zocher gepresenteerde plan voor een villapark in de Oude Plantage in Rotterdam, dan wijken ze daar stuk voor stuk vanaf. Dat is natuurlijk best mogelijk, maar het is net zo goed mogelijk dat zij voor een ander project zijn vervaardigd.