* Enkhuizen 13 juni 1909 – † Oosterbeek 25 april 2002
De Eerste Wereldoorlog (1914-1918) en de daarop volgende periode van het Interbellum staan sinds dit jaar 2014 erg in de belangstelling. Steeds meer onderzoeken zijn aan de achtergrond van die periode 1914 (18)-1940 gerelateerd. Als een periode heel duidelijk is afgebakend, bijvoorbeeld door oorlog of economische recessie, dan is ook een onderzoeksthema beter te begrijpen. De periode 1914(18)-1940 is een complexe periode. Goede tijden en slechte tijden, de laatste vooral sinds 1933. De Rijksdagbrand is het begin van veel ellende.
Tegen hier boven beschreven achtergrond is nu gekozen voor een eerste kennismaking met tuinarchitect Johan Cornelis Koning, van wie zijn eerst bekende opdracht precies valt in 1933. J. C. Koning wordt vaak verwisseld met J. R. Koning en Tjeerd Koning. Dat is een tweede reden om voor hem te kiezen. Over J. R. Koning is best veel bekend omdat hij voor de Tweede Wereldoorlog directeur Plantsoenen was van de gemeente Amsterdam (o.a. onder zijn verantwoordelijkheid aanleg Flevopark en Amsterdamse Bos) en aan de persoon Tjeerd H. Koning is in de Gids voor de Nederlandse Tuin- en Landschapsarchitectuur (deel 1, 1995. p. 205- 206) enige aandacht geschonken.
Johan Cornelis Koning werd geboren op 13 juni 1909 te Enkhuizen en overleed 25 april 2002 te Oosterbeek.
In 1999 heb ik een gesprek met hem gevoerd n.a.v. een map met foto’s van zijn projecten, die ik van zijn dochter opgestuurd had gekregen. Deze foto’s waren in 1940 door Koning zelf gezonden aan tuinarchitect C.M. van Koolwijk (sr), met het doel om er enige uit te selecteren voor de Foto-tentoonstelling BNT (1940-1941). Dat geschiedde, er werden in de tentoonstelling 3 foto’s van werken van J. C. Koning opgenomen. De map foto’s van de hele tentoonstelling BNT wordt nog steeds bewaard in Speciale Collecties van Bibliotheek WUR. Zo ook de map foto’s die ik toegezonden kreeg.
In vermeld gesprek vertelde de heer Koning mij het volgende over zijn opleiding:
Op aanraden van de tuinarchitect en later beheerder van de gemeente-plantsoenen Den Haag, de heer S. G. A. Doorenbos (sinds 1926 directeur Dienst Gemeenteplantsoenen Den Haag), ging Koning 2 jaar werken en ervaring opdoen in Frankrijk (Paris en Orléans) en een half jaar in Engeland (Surrey).
In Nederland volgde hij cursus-onderwijs bij de latere prof. Jan Thijs Bijhouwer en op de tuinbouwschool in Aalsmeer.
Uit de toegestuurde foto’s heb ik kunnen concluderen dat Koning vóór de Tweede Wereldoorlog (in ieder geval in 1938) woonde in het Kloosterpark te De Bilt op adres Wilhelminalaan 6. Van zijn tuin aldaar maakte hij in 1938 2 foto’s.
Het bewuste pak foto’s was gewikkeld in een bruin pakpapier. Het was eerst gericht aan de Weledele heer C.M. van Koolwijk, landschapsarchitect gemeente Breda, adres Valkenberg 7 (het huis van het hoofd van de Plantsoenendienst) en vermeldde als afzender J.C.Koning, Dillenburgstraat 31, Utrecht. Vanaf november 1939 woonde Koning met vrouw en dochter daar bij grootvader Koning. Ze waren daar tijdelijk ingetrokken.
In september 1940 verhuisden zij weer terug naar hetzelfde adres in De Bilt.
Binnen een jaar (1 jan. 1941) weer opstappen, nu naar Rembrandtlaan 9 Huis ter Heide. Daar werd een zoon geboren. In de bewaarde lijst van BNT-leden 1941 staat dit adres ook vermeld.
In februari 1943 werd er alweer verhuisd, ditmaal naar het huis op bolwerk Sterrenburg (tegenwoordig een monument, toen waarschijnlijk een vochtig en tochtig onderkomen), destijds in beheer van de Plantsoenendienst Utrecht en later geruime tijd het woonhuis van de bekende Utrechtse schilder Hans van Dokkum. Misschien dat Koning een tijdelijke baan had gekregen bij de plantsoenendienst?
Uiteindelijk kwam het gezin in 1946 in rustiger vaarwater, wonende in de Schröder van der Kolkstraat 11, te Utrecht. Het tuinarchitectenbureau werd na de oorlog vanwege te weinig opdrachten opgeheven.
Uit deze gegevens moge duidelijk zijn dat een jonge tuinarchitect in deze periode het geld niet op de rug groeide en dat er ook niet veel geld door opdrachtgevers werd uitgegeven aan aanleggen van tuinen. Het was een moeilijke tijd om aan opdrachten te komen. Armoede en onzekerheid beheersten vele gezinnen.
De foto-tentoonstelling BNT startte in maart 1940 in Den Haag. Ieder BNT-lid mocht 3 foto’s (met bijbehorende ontwerpen) inleveren. Waarschijnlijk is Koning pas in juli 1940 toegelaten als lid van de BNT, zodat hij de eerste tentoonstellingen miste. Op de BNT-ledenlijst van 1940 is hij nog aspirant-lid; op die van 1941 volwaardig lid. Alleen volwaardige leden mochten foto’s voor de tentoonstelling inleveren. De tentoonstellingen in Den Haag (Haagsche Kunstkring, maart); Utrecht (maart/april); Amsterdam (Stedelijk Museum, april); Rotterdam (Academie voor Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen, april); Maastricht (Limburgschen Kunstkring, mei); en Vught (Raadhuis, juli) heeft hij dus gemist.
De volgende tentoonstelling was in Breda, georganiseerd door Van Koolwijk, als hoofd van de Plantsoenendienst Breda. Na Breda zouden er nog vier of vijf tentoonstellingen elders in Nederland volgen, o.a. in Eindhoven; Amersfoort (Gildenhuis van het Amersfoortsch Kunstenaarsgilde); en Wageningen (Hoofdgebouw van de Landbouwhoogeschool). Koning deed daar nog graag aan mee.
Of Koning via de deelname aan de tentoonstelling nog nieuwe opdrachten heeft ontvangen is tot heden niet bekend.
Door Koning’s ingezonden foto’s en bijgeleverde teksten krijgen we enig inzicht in zijn stijl en plantenkeuze. Mijn conclusie is dat hij een tuinarchitect van zijn tijd was. Grote plantenkennis, tuinen die ingedeeld zijn in gazons en borders. Zijn opdrachtgevers waren eigenaren van villa’s en landhuizen. Hij werkte in een stijl die paste in de stijl van Mien Ruys, Renske Boon, Catharina Polak Daniels, Wim Sluiter etc. Koning was geen vernieuwer, maar een bescheiden man met gevoel voor kleur en sfeer en historie. Juist deze karakters hebben het moeilijk gehad in de onzekere tijden van het Interbellum en de oorlog.
Zijn foto’s vermelden de volgende details:
1. Huizen, 1933 (1 foto) Stapelmuurtje in villatuin te Huizen N.H. De beplanting heeft door de strenge winter erg geleden.
2. De Bilt, 1935 (4 foto’s) in Villaparkpark Arenberg, De Bilt. a) Een intiem hoekje. b) straat gemaskeerd door Thuyahaag, waartegen heesters en borderplanten. Uitzicht vrij gelaten. c) een bloemenhoekje in de voortuin. d) Polyantharozen en beplanting voor het terras.
Deze foto werd gebruikt op de BNT-foto-tentoonstelling. e) Ongenummerde grote foto die bij deze serie hoort.
3. Zeist, 1937 (4 foto’s) a) Het glooiende gazon terzijde van de villa. b) Groep beplanting tegen de gevel. c) Vijvertje met omringende beplanting. Door aanhoudende droogte staat het water laag. d) Het verhoogde terras met begroeide muur voor de villa. Van dit project is ook een ontwerp aanwezig in de BNT-fototentoonstelling.
4. Utrecht, stadstuin 1938 (2 foto’s). De foto werd ook gebruikt op de BNT-foto-tentoonstelling. b) Van dit project is een ook ontwerp en een kleinere foto aanwezig in de BNT-fototentoonstelling.
5. De Bilt, 1938. (2 foto’s) in eigen tuin in Kloosterpark De Bilt. a) de ingang van mijn eigen tuin. Uitgevoerd in 1938 door mijzelf. b) zelfde tuin met toegepaste plastiek.
6. Loosdrechtse Plassen, 1940 (3 foto’s). Tuin bij landhuis Paeninsula. a) Jonge border terzijde van gespaarde oude Appelboom. b) Laagblijvende heestergroepen in het jonge gazon. c) Zelfde tuin. Border, Gazon en Vergezicht over de plassen. Deze foto werd ook gebruikt op de BNT-foto-tentoonstelling. Van dit project is een ontwerp aanwezig in de BNT-fototentoonstelling.
Tenslotte enkele foto’s van onbekende projecten: Foto tuin bij huis met hoog schuin dak; Foto van tuin met flagstones en twee ronde buxus bollen; ’s Graveland. Foto met tuintje aan het water, bij huis in rij, met hoog schuin dak.
Aan grotere projecten is Johan Koning niet toegekomen. De tijd (politiek en economie) zat hem niet mee. Hij werd gedwongen een andere weg te kiezen.