Op internet las ik de zinsnede ‘Pompejaanse bank op Duinlust weer in zijn oorspronkelijke staat terugbrengen’; een restauratieproject van Stichting Ons Bloemendaal.
In 2008 hadden we in ons bulletin een artikel over het Pompejaanse stibadium (PDF), maar wat dan een Pompejaanse bank is? Ik heb telefonisch contact gehad met mevr. Van Olffen van Ons Bloemendaal en zij stuurde een scan waarop een kleine foto (links) staat en noemde namen als Twickel, Tadema en natuurlijke Pompeii.
Dus even wat beelden:
Halfcirkelvormige bank in Pompeii.
Halfcirkelvormige bank in Pompeii.
De tweede bank in Pompeii vond ik ook in Voyage pittoresque de Naples et de Sicile (1781-1786) van Jean-Claude Richard de Saint-Non.
An exedra (1869), Sir Lawrence Alma-Tadema. Bron: wikipaintings.org.
Een van de stenen banken van Twickel.
Bestaat er zoiets als een Pompejaanse bank? Wie geeft meer achtergrond? Wat zijn karakteristieken? Andere voorbeelden? JH
Ik denk dat de begrippen Pompejaanse bank en stibadium min of meer elkaar overlappen, alleen begrijp ik uit bijgevoegde foto’s van Jan dat de bank op Duinlust en de andere die Jan er heeft bij gezocht open banken zijn en dat het stibadium op het Laar Ommen een meer ‘aangeklede’ bank met dak of hemel is, echter wel alle ‘halfcirkelvormig’. Ik heb nog twee voorbeelden van dergelijke open bank in ‘halve’ cirkelvorm, teruggaand op Pompeï, namelijk de bank op Staverden en de bank in de Culemborgse Plantage, maar er zijn er vast wel meer. Tot nu toe heb ik dergelijke banken eigenlijk nooit als Pompejaanse bank opgevat, maar het is een feit dat deze banken toch in dezelfde vorm zijn gemaakt als te zien op op dat schilderij van Tadema of de bank in Pompeï. Misschien kan Jan de foto’s die ik zal meesturen ook aan deze reeks toevoegen? Plus bedenk ik me nu wat te denken van een nog meer afgeleide van deze Pompejaanse vorm, de bank in de tuin van Missiehuis ‘Sociëteit voor Afrikaanse Missiën’ in Cadier en Keer, alleen heeft deze bank de zitgelegenheid niet aan de binnenkant van de cirkel maar aan de buitenkant. CO
Staverden:
Culemborg:
Cadier en Keer:
Ik zie nu overal Pompejaanse banken. Zo gaat dat, als je ergens opmerkzaam op wordt gemaakt en je kent dan een nieuw verschijnsel, dan zie je het plotseling overal. Na het opstellen van de vorige reactie, begon ik te lezen in het Rapport Tentoonstellingsgebouw buitenplaats Voorlinden (Caldic Collectie), opgesteld door de bureaus Kraaijvanger, Niek Roozen en Beek & Kooiman. En wat zie ik op p. 24? Een foto van een bank in het groen, onderschrift: “Stenen bank, geschenk ter ere van het jubileum van het echtpaar Loudon (1919)”. Deze bank heeft ook weer van die gebogen leuningen aan beide uiteinden. Wat moeten dat voorstellen, lijken een soort klauwenpoten. Ik probeer hier een foto van te organiseren. CO
Wat rondgaand met google en vooral ook foto’s van die banken in Pompeii bekijkend kom ik tot een paar punten
– Scholae tomb of Schola tomb lijkt de Engelse aanduiding voor die Pompejaanse of Pompeiaanse banken
– ze zijn van steen
– halfrond
– al dan niet met een hoge rug
– in die rug staat een scriptie, gedenkschrift
– en de uiteinden van de bank hebben een leeuwenpoot of een beëindiging met griffioen vleugel en poot
(veel foto’s in google, zoeken met schola tomb)
Road of tombs in Pompeii (1793) van Jacob Philipp Hackert:
Ja Jan, die leeuwenpoot of griffioenvleugel met poot is onontbeerlijk lijkt mij om te spreken over een pompejaanse bank. Ik geloof dat Wim met vakantie is, want hij weet er vast meer van. Zijn reactie zal nog wel komen.
Wat dat laatste schilderij van Hackert laat zien is natuurlijk ook erg belangrijk, namelijk de achtergrond. Hier zie je een prachtige oplopende achtergrond met bovenop beplanting om nog eens goed die vorm van die bank te accentueren lijkt het wel. Hopelijk is zo’n achtergrond ook in Bloemendaal te verwezenlijken en gaat het daar niet alleen om de restauratie van de bank zelf. Ik ga beslist een keer kijken. CO
Als ik het artikel van Meulenkamp/Oldenburger in Cascade er nog eens op nalees, wordt de kern van een stibadium gevormd door een klein bassin. De ligbanken werden daar rond geplaatst, in een cirkel of vierkant/rechthoek, afhankelijk van de vorm van het bassin. Het water deed oorspronkelijk dienst als alternatieve ’tafel’, waar schalen met lichte voedingswaren ronddreven.
Wellicht is het enige verschil tussen het oorspronkelijke stibadium en de Pompeiaanse bank het ontbreken van het water bij de laatste. De bank is daarmee functioneel noch stilistisch anders dan de banken die bij het stibadium horen, maar losgezongen van de gecombineerde functie werd het een element op zich (of: misschien was het al een element op zich, en werd later het bassin toegevoegd om er een aangename picknickplaats van te maken).
De halfronde vorm lijkt er in de tuinkunst wel redelijk ingebeiteld te zijn, de griffioenen (?) op de uiteinden die Jan en Carla noemen lijken er ook echt bij te horen. Maar als we daar te categorisch aan vasthouden, is de bank op Duinlust zo te zien juist geen Pompeiaanse bank. En hij heeft al zo’n eigen vorm, met die extreem hoog opgetrokken rugleuning.
Duinlust is natuurlijk Petzold, en bij voorbeelden gaan de gedachten dan toch uit naar voorbeelden uit streken ten oosten van hier. In de tuin van Sanssouci zijn minstens twee Pompeiaanse banken (een ervan wordt in Meulenkamp/Oldenburger als stibadium genoemd, want een bassin in de buurt) en ook in bijvoorbeeld Park an der Ilm (Weimar) is een voorbeeld te vinden.
Maar die lijken heel erg op de klassieke Pompeiaanse banken zoals hierboven weergegeven. De bank op Duinlust is stilistisch volkomen anders, dat is wel interessant.
Intussen heb ik die zogenaamde pompejaanse bank op Duinlust maar eens bezocht. Het is tenslotte vakantie en een uitje is altijd leuk. Ik heb foto’s gemaakt van wat er nog over is van deze bank, maar de bank voldoet niet aan het begrip Pompejaans als we besluiten dat een bank pas echt Pompejaans is als hij beschikt over zijleuningen met leeuwenpoten en griffioenvleugels. Ik zal 2 foto’s opsturen naar Jan en vragen of hij ze hier in de weblog bij het commentaar wil plaatsen. Eerste foto is de hele bank zoals je er tegenaan kijkt; tweede foto is de linker hoek van de bank, als je er tegen aan kijkt. Geen poten en vleugels dus. Overigens ook geen plaats te zien waar de zitting op zou moeten rusten. De derde foto geeft wel een randje te zien, maar daar kan nauwelijks een houten zitting op rusten. Ook geen poten om de zitting te dragen. Het lijkt me kortom niet een echt stevige bank, maar het geheel komt wel overeen met het eerste foto’tje uit dat Jan plaatste uit het begin van de 20ste eeuw. CO
Even zwart-wit, dit is niet eens een bank.
Met deze foto’s is de monumentenbeschrijving direct passend:
Nummer 514786 : Als deel van de parkaanleg van de historische buitenplaats gebouwde holronde TUINMUUR (circa 1882) waarvoor in oorsprong een holronde houten bank was geplaatst. De tuinmuur staat min of meer haaks op de westelijke duinhelling tussen het hoofdgebouw en de orangerie met de holronde kant in noordoostelijke richting. De halfronde houten bank werd na 1960 verplaatst naar het park van het landgoed Elswout.
In het genoemde telefoongesprek vermeldde ik ook deze beschrijving. Met grote stelligheid werd het anders gezien.
Ik ben op zoek naar een foto van een bepaalde bank op De Haar, kom ik deze tegen. Niet wat ik zoek, wel passend bij deze weblog. Uit 1921.
Dit is een reactie op de een na laatste reactie van Jan, waarin hij de r.o. geeft van de monumentenbeschrijving nr. 514786. Daar spreekt men over een holronde tuinmuur waarvóór een holronde bank was geplaatst. Als je terugscrollt naar het eerste plaatje van de bank op oude foto (ca. 1900??) is dit dus het donkere deel op de foto tegen de lichtere muur. Die muur bestaat uit vier segmenten met tussenliggende ‘pilasters’. Volgens de overgenomen tekst van de r.o. staat de holronde kant van de ’tuinmuur’ in noordoostelijke richting. Je snapt natuurlijk meteen dat dat onzin is. De mensen zaten lekker in de zon en niet met hun gezicht naar het noordoosten. De holronde muur is dan ook naar het zuid-oosten gekeerd. Dan volgt: de halfronde houten bank werd na 1960 verplaatst naar het park van het landgoed Elswout. Die bank ben ik ook gaan bekijken. Die staat direct links als je het poortgebouw onder door bent. MAAR die bank is beslist niet de bank die gemaakt is om voor de muur te staan. Ten eerste is dat een bank uit ca. 1920; 1930 (schat ik), maar veel belangrijker die bank bestaat uit drie segmenten en past nooit in de vier segmenten van de muur. Zie mijn foto hierbij. Zo zie je maar weer, monumenten-beschrijvingen moet je altijd controleren en vooral niet geloven! CO.
Ik zat wat rond te speuren op de beeldbank van de gemeente Wassenaar, en vond twee tekeningen van voorbeeld-stibadia die architect Wentzel maakte voor De Paauw. De tekeningen tonen een door Schinkel leerling Stüler gemaakt stibadium in Potsdam.
Het gaat om een plattegrond en een vooraanzicht.
Als ik het goed zie, gaat het om een rechthoekig stibadium in het midden, met rechts daarvan een Vogelhaus en links een Pompejaanse bank. Deze wordt op de plattegrond niet nader aangeduid, maar het vooraanzicht toont duidelijk een bank die ook hierboven gefotografeerd is. In dit voorbeeld zijn beide elementen dus gescheiden, terwijl ze op de uiteindelijke versie die op De Paauw werd geplaatst, zijn gecombineerd: stibadium van De Paauw op Het Laar in Ommen.
Voor wat betreft de stibadia op de Paauw, zie niet zozeer het artikel in Cascade, maar Wim Meulenkamp en Carla Oldenburger-Ebbers, ‘Klein-Glienicke im Kleinen – Niederländische Stibadien nach preussischem Vorbild’, in Preussische Gärten in Europa: 300 Jahre Gartengeschichte, Leipzig 2007, 98-103. Daar wordt de merkwaardige veelheid aan stibadia op De Paauw aangegeven, alsmede Wentzel’s zullen we zeggen ‘leenwerk’ van onder meer Stüler maar ook andere Schinkel-leerlingen. Lezenswaardig, geloof ik.
Overigens blijkt Nederland, wanneer men de typische Pruisische stijl als Pompejaans vertaalt, het enige ‘buitenland’ dat iets dergelijks heeft geadopteerd. Prins Frederik der Nederlanden, die zijn leven lang liefst Duits sprak, is hier natuurlijk debet aan. Wanneer men ‘buitenland’ voor die tijd heel strikt neemt, dan moet ook nog Beieren hiertoe worden gerekend, waar Ludwig I zijn pas gerestaureerde (en discutabele) Pompejanum bij Aschaffenburg liet bouwen.
Van het Nationaal Park Zuid-Kennemerland bestaat de volgende publikatie:
– Een inventarisatie van de bekende cultuurhistorische en aardkundige waarden aangevuld met kennis van diverse experts uit het gebied – In bijlage 7, itemcode 13, wordt verteld, dat E.C.A. Petzold in 1882 een tuinaanleg heeft gerealiseerd. De volgende woorden in het item zijn: Opmerkelijk is dat een waterpartij hierbij ontbreekt. Een opvallend detail in de parkaanleg vormt de holronde tuinmuur waarvoor in oorsprong een holronde witte tuinbank was geplaatst. Verder in het item wordt nog gemeld: De holronde tuinmuur staat ten zuiden van het hoofdgebouw, tussen het hoofdgebouw en de orangerie.
Het lijkt mij duidelijk, dat hier echt niet sprake is van een Pompejaanse bank, zeker als je naar de constructie kijkt: puur metselwerk. Zelf heb ik een aantal jaren op Koningshof gewerkt (ten tijde van het Filmmuseum, en daar werd door lokale collega’ s eerbiedig gesproken over Duinlust). Zij vertelden o.m., dat er een groot bassin boven in de duinen was en dat er ook een pompeuze bank is geweest en een koepel op het terrein. Is pompeus misschien Pompejaans geworden bij de plaatselijke bevolking? Bij het doorvertellen van gebeurtenissen etc. treedt altijd een vervorming op ten opzichte van de oorspronkelijke situatie.
De nieuwe bank
en de voorgaande situatie
Oempf, wat ’n gemiste kans. Tja, wat zullen we er verder van zeggen – niks maar, dit keer.
Is het echt Wim? De zwart-wit foto helemaal bovenaan is slecht, maar volgens mij goed gevolgd. De duiding Pompejaans zal niet van toepassing zijn / had nooit geopperd moeten worden. De reactie van John Bösensell waarin sprake is een pompeuze bank is een mooie. Is pompeus Pompejaans geworden?
De bovenaan genoemde mevrouw Van Olffen zei in het Haarlems Dagblad: ‘Die bank op Duinlust is maar steeds Pompejaans genoemd, vermoedelijk omdat Royal Haskoning dat ding in een restauratierapport ooit zo heeft genoemd.’
Nee, het gaat absoluut niet over de kwestie Pompejaans of niet (dit soort modellen komt allemaal van het pompejaanse) maar over zullen we het noemen ‘het element van zitten’: waarom niet wit, verkeerde detaillering, proporties, etc. De bakstenen bank zelf is zo te zien fatsoenlijk hersteld – maar dus dat houten geval, dat is het probleem. Nu ja, vergaat vanzelf, zeggen we dan maar.
Op die oude foto van mevrouw van Olfen is de bank beslist niet wit!
Wit lijkt mij een te gemakkelijke kleurkeuze.
Waar het rammelt in de huidige situatie is de entourage rondom van de bank.
De beplanting met bomen achter de bank is te zwaar.
Van herstel van beplanting rondom de bank is nog geen sprake en ook het pad voor de bank is vies en oogt rommelig door twee soorten verharding.
Het bekende vlag op een modderschuit verhaal.
Door het herstel van de omgeving, beplanting en verhardingen krijgt de bank pas smoel.
Op die vroege foto van bank zie ik duidelijk stamrozen boven de muur uitsteken.
Alma Tadema omringde zijn Romeinse banken met luchtig geklede dames ook met rozen.