Mozaïekvakken (3)

Inlezen in het fenomeen mozaïekbedden lukt heel goed via Nederlandse Tuinarchitectuur tussen 1850 en 1940 van Bonica Zijlstra. Als je het rapport niet in kast hebt, dan is een digitale versie op een webpage van WUR te vinden ; klik hier en zie onderaan de page.

Hoofdstuk I.2 ‘Bloemen in tuin en park’ geeft een algemeen beeld en paragraaf I.2.4 ‘Bloem- en mozaiekbedden’ is specifieker. Een aantal voorbeeldboeken – met wisselende samenstelling van onderdelen als planten, ontwerpen, beplantingslijsten en afbeeldingen – wordt genoemd.

Het werk Les corbeilles parterres ou traité de mosaïculture van Nestor Seghers heeft Richard nu te leen. De Nederlands-talige versie De korfvormige bloemperken (corbeilles – parterres) is in Wageningen in te zien.

Enne, Duitse Teppichgärtnerei boeken zijn thuis door te bladeren:
Der Teppich-Gärtner, Handbuch fuer Gärtner und Gartenbesitzer, W.A.C.Niemann (1870)
Muster-Album Modernen Teppichgärtnerei, E.Levy (1900)
Die moderne Teppichgärtnerei, W.Hampel (1891) ; versie 1907.

Tot slot zoek ik eigenlijk nog wat meer Franse en Engelse (zo die al bestaan) titels. Mosaïculture, corbeilles parterres en carpet bedding niet als onderdeel van een boek, maar als op zichzelf staande (als bovengenoemde) boeken.
Jan Holwerda


Cover en spread uit Album für Teppichgärtnerei und Gruppenbepflanzung, Karl Götze.

9 gedachten over “Mozaïekvakken (3)

  1. Niks digitaal gewoon een heerlijk boekje, oud papier en het hangt met een draadje aan elkaar. Les corbeilles parterres ou traité de mozaïculture, uitggeven in 1911 in mijn favoriete taal; Frans…en bedankt Jan. Toch was het boekje zondagochtend, een paar uurtjes na de RTC reeds gedigitaliseerd. Het boekje is namelijk geweldig, plantjes in het latijn, tekeningen met nummertjes en ook de nummering blijft veelal beneden de tien! Een echt hebbedingetje voor een tuinbaas, hier kan ik dus iets mee. We gaan de mozaïekperken terug brengen op De Viersprong,dat is zeker, waarbij ik eigenlijk wel weet dat de eigenaar H.J.M. Van Asch van Wijck hier lekker zelf mee aan het vogelen en uitproberen is geweest. Maar deze prenten met plantensoorten, profilering en motieven zijn dermate aardig dat ik van de prenten al vrolijk wordt. Helaas staan er maar 232 afbeeldingen in het boekje zodat we dus na 2055 met een serieus probleem komen voor de invulling. Daarom Jan , heel veel dank voor wat extra aanvulling en daarbij nu in het Duits…wederom veel dank. Misschien vragen we ons wel eens af; waarom al die oude boeken toch te bewaren? We hebben nu andere plantensoorten en het oude sortiment is zeer slecht verkrijgbaar en daarbij vaak minder geschikt dan de nieuw ontwikkelde soorten. Dan is het toch goed in het achterhoofd te houden dat dit boekje na 98 jaar wederom gebruikt gaat worden. De tuinbazen kunnen hier heel veel mee….nu nog een goede vertaler!

  2. Voor het Franse exemplaar heb je geen vertaler nodig, als gezegd de Nederlandstalige versie ‘De korfvormige bloemperken (corbeilles – parterres)’ is in Wageningen in te zien. Enkel het meenemen/lenen zit er niet in.

  3. Nee, het frans is net wat de extra charme eraan geeft. En ik kan me altijd nog beroepen op een vertaalfout, ha,ha,ha. Maar ja Jan, je zal ook weer niet weten waar de nederlandse versie te vinden is!

  4. Hierbij nog een aanvulling op een voorbeeldboek dat ook bijzonder goed gedocumenteerd is om voor de ‘doe het zelver’ een mozaikperk te reconstrueren. Compleet met beplantingslijsten en vele voorbeelden om uit te kiezen als je zelf niet creatief genoeg bent…
    Het boek geeft ook een zeer uitgebreid overzicht van beplantingssoorten die gebruikt werden. Vooral oude rozensoorten worden uitgebreid genoemd, maar ook parterre voorbeelden, heesters, eenjarigen enz. Verder legio technische voorbeelden en oplossingen over alle voorkomende tuinonderdelen die gebruikelijk waren zoals plaatsing rotsblokken langs oevers, cascades, trappen, prieelen, hekwerken enz enz. Een prachtig voorbeeldboek dus!
    Gartenkunst in Wort und Bild, door Franz Sales Meyer und Friedrich Ries, Leipzig 1904 isbn 3-8262-0701-7

  5. Pas wel op dat de verschillende boeken die nu worden aangedragen niet met jullie aan de haal gaan. Als je een plan voor een dergelijk bloemenbed wilt maken, zoek je natuurlijk eerst naar beplantingsplannen of plantenlijsten in het archief van de tuin of buitenplaats zelf. Zijn die niet voorradig, dan kan je zoeken naar bredere informatiebronnen zoals boeken, maar wel graag boeken die als het enigszins kan planten behandelen die werden toegepast in het land van het project. Ik zou nooit voor een mozaïekperk in Leusden, gaan werken met een Frans of Oost-Duits plantenboek. Probeer dan eerst maar eens het boek ‘Decoratieve Tuinbeplanting’ van A. J. van Laren (Amsterdam,1922). Die tijd (1922) is ook precies de tijd dat dergelijke bedden in Nederland werden gemaakt. CO

  6. Ten eerste heel veel dank voor je toevoeging Carla, en natuurlijk ga ik op De Viersprong geen boekje kopiëren in het veld. Het aardige van mozaïekperken is, in mijn ogen, dat er ieder jaar weer iets anders in kan. Daarbij dan de keuze dit historisch geheel juist te doen, waarbij jouw aanvulling bijzonder waardevol is. De kans dat we het goed gaan doen is vrijwel nihil want de eigenaar mocht graag zelf een beetje uitproberen, en zal dat, gezien de foto’s ook gedaan hebben. daar en tegen zien we ook veel zwitserse invloeden en was de eigenaar een frevent Zwitserlandganger, hierbij is het boekje van jan weer heel aardig en daarbij, en dit is niet onbelangrijk, “verkopen”dergelijke plaatjes zichzelf wel heel erg goed. Nu is dit niet de enige motivatie maar bij het herstel van een vergeten buitenplaats moet ik in de omgeving een sfeertje gaan creëren bij de plaatselijke bevolking dat dit iets is dat zeer de moeite waard is om te behouden. Dit soort bedden spreken aan, zeker wanneer er dagelijks vanaf een kruispunt zo’n 15000 mensen naar kijken.
    De opzet op De Viersprong wordt in de toekomst toch dat de creatieve ontwerpers binnen het communicatieburo Hemels van der hart, zelf bedden gaan ontwikkelen. Dan krijg ik weer dynamiek op de buitenplaats. Het aanbrengen van een paar mozaïekbedden aan de hand van een oud franstalig boekje is dam misschien historisch niet zo juist, maar het gaat zijn werk wel doen. Toch ga ik het boek ‘decoratieve Tuinbeplanting”van J. van laren even proberen op te sporen en weeg het mee in de beslissing voor de eerste vakken.

  7. Carla, goeie waarschuwing denk ik zo, maar ook nog wat opmerkingen:
    – Nesto Seghers was een Belg (denk ik) en ‘Les corbeilles parterres…’ is natuurlijk ook als ‘De korfvormige bloemperken…’ uitgekomen ; beide te Brussel. Dus toch al richting ons (taal- en plant)gebied;
    – in ‘Nederlandse Tuinarchitectuur’ zegt Bonica dat Witte ‘Moderne Teppichgärtnerei’ van Hampel aanraadde omdat ‘…uitsluitend die soorten worden aanbevolen, welke algemeen bekend zijn en welke dus binnen elks bereik liggen…’;
    – Van Laren geeft natuurlijk een beeld van het toenmalig sortiment, maar heeft niet een (klein) deel specifiek over en voor mozaïekbedden. Je zal het mn in het hoofdstuk over een- en tweejarigen moeten zoeken denk ik.

  8. Op het eerste gezicht te vroeg voor de Viersprong, dat in 1896 is gebouwd, maar misschien toch een bruikbare variant: mozaïekbedden bestaand uit bladplanten. In genoemd rapport schrijft Bonica Zijlstra op pagina 90 dat deze invulling van mozaïekvakken vooral populair was tussen 1870 en 1880.
    Het gebruik van diverse bladplanten zou Richards probleem van na 2055 oplossen, maar ‘mag’ het historisch gezien ook?

    We kunnen vaststellen dat het fenomeen in ieder geval bestond ten tijde van de aanleg van de Viersprong. Of het op dat moment nog een gangbare praktijk was (en of je het moet willen) is dan een andere vraag. Ik vond een Engelstalige publicatie uit 1912, gericht op de amateurtuinier, waarin botweg wordt vastgesteld dat je voor ‘carpet bedding’ bij uitstek niet moet vertrouwen op bloemen:

    “Some persons are under the impression that flowering plants can be used to good effect in carpet-bedding. This is not the case, however. In order to bring out a pattern or design fully and clearly, it is absolutely necessary that we make use of plants which are capable of giving a solid color-effect. This we obtain from foliage, but very few flowering plants are prolific enough of bloom to give the desired result.”
    (Uit: Amateur Gardencraft. A book for the home-maker and garden lover. Door Eben E. Rexford (Philidelphia & London, 1912)).

    Hij noemt carpet-bedding als geheel overigens ook een ouderwetse manier van tuinieren, maar ontkomt er niet aan omdat het nog steeds populair is (en hij een populair boekwerk aan het schrijven is). Uit de planten die hij aanraadt blijkt al dat dit specifieke werk niet echt bruikbaar is (geweest) voor de Nederlandse markt. Maar als we eens gek willen doen:
    hoofdstuk over carpet-bedding (even naar beneden scrollen om de advertenties over te slaan).

  9. Henk, dank voor het meedenken voor 2056, misschien kom ik er t.z.t wel op terug.
    Inmiddels ben ik op De Viersprong weer een stap verder maar daar zal ik in het voorjaar nog wel een weblogje aan wagen.
    Eigenlijk ben ik inmiddels al heel erg veel verder. Na het bijwonen van een seminair aan de Muskauer Schule afgelopen zomer kan ik de zaken steeds beter in het (hopelijk) juiste perspectief plaatsen. Ik kan er inmiddels veel over vertellen maar ga dat zeker nog niet doen, het moet allemaal nog een stapje verder onderzocht worden. Heeft er nog iemand tijd in de aanbieding? Ik kom momenteel 4 dagen per week te kort om alles wat ik wil doen uit te kunnen voeren. Maar ehhhh… eigenwijs als ik ben onderschrijf ik de visie op de wisselperken zoals Rexford ze omschrijft niet, maar daar kom ik nog wel eens op terug.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *