Aken ligt voor wat Duitsland betreft nogal excentrisch en wordt ondanks haar lange geschiedenis (Karel de Grote) nogal eens vergeten als cultuurcentrum. Dat geldt in overtreffende trap ook voor de tuingeschiedenis. In overzichtswerken ontbreekt bij mijn weten enige referentie naar de stad (op het recente vernieuwende boek van Gundula Lang na: Bürgerliche Privatgärten in deutschen Landen um 1800: Fallstudien zu Gestalt, Nutzung und Bedeutung im Kontext des gesellschaftlichen Umbruchs, Düsseldorf/Worms 2007). Toch blijkt de stad een buitengewoon interessante tuingeschiedenis te hebben die alweer een aantal jaren geleden te boek werd gesteld in een enigszins populariserend overzichtswerk: Bodo von Koppen, Alt-Aachener Gärten, Aken 1987. Goddank voor lokale geschiedschrijving. Waaruit in dit geval blijkt dat de stad een fascinerende tuingeschiedenis heeft gehad, maar dat helaas door de Tweede Wereldoorlog en de navolgende xe2x80x98saneringenxe2x80x99 zeer weinig karakteristieks heeft overleefd.
Er staan enkele juweeltjes in, met name het Drimborner Labyrinth uit circa 1775, een van de relatief vroege landschapstuinen in Duitsland. Nodeloos te zeggen dat deze publicatie tot nu toe door de boven genoemde algemene tuingeschiedenis van Duitsland onopgemerkt is gebleven. Jammer, want het zou onder meer laten zien dat de periferie van het land wel degelijk interessants te bieden heeft. En voor ons is dit boek weer van belang omdat in de achttiende en negentiende eeuw de grenzen vloeiend waren (men zou anders verwachten) xe2x80x93 culturele ontwikkelingen hielden niet, zoals nu, halt bij de landsgrens. Wilde je in bijvoorbeeld Zuid-Limburg een fatsoenlijke tuinarchitect hebben, dan haalde je er een uit Düsseldorf of uit Luik, en niet uit Amsterdam. Over enkele aspecten van deze Duits-Nederlandse wisselwerking nu ben ik bezig aan een korte studie waarbij, als zo vaak, enkele interessante brokken niet direct bruikbaar materiaal beschikbaar worden:
De advertentie staat in de Aachen Zeitung (volledige titel: Deß Königlichen Stuhls Kais. freyen Reichs Stadt Aachen Zeitung, kom daar nu maar eens omxe2x80xa6) van 25 februari 1792:
xe2x80x98Johann Michael, Gärtner, welcher alle Indianische, Amerikanische und Afrikanische Gewächse, wie auch alle rare Blumen, Gemüsesamen und Bäume zu treiben versteht, Obstbäume zieht, und französische Blumenfelder und englische Gärten einzurichten versteht, sucht Kondition als Gärtner. Sein Aufenthalt bey Sr. [=Monsieur] Plusch nahe an St. Adelbertsthor.xe2x80x99 (Koppen, 50).
Het gaat hier naar alle waarschijnlijkheid om Johann Georg Michael (1738-1800), niet om zijn gelijknamige vader (1709-1791) die een jaar voor het plaatsen van deze advertentie, in 1791, overleed (en op 81jarige leeftijd toch wel op pensioen zal zijn geweest, ook al moest men toentertijd wel werken tot men er haast bij omviel). Voor zover bekend woonde Michael jr. vanaf 1791 op Rozenstein (xe2x80x98Roosesteynxe2x80x99) bij Beeckestein (na eerst in het tuinmanshuisje op Beeckestein zelf gewoond te hebben) en had daar een kwekerij. Wellicht kon hij deze verhuizing bekostigen door een erfenis van zijn vader. Dat Michael zijn opdrachten elders zocht mag niet verwonderlijk heten in een tijd waarin vaklieden buitengewoon mobiel waren. Ook had hij al in 1779 in een brief laten weten in Nederland een beetje uitgekeken te zijn en nu maar in Brussel en Brabant (het huidige Belgisch Brabant) begonnen was. Over verdere bemoeienissen in Duitse landen is behalve werkzaamheden in Bad Pyrmont in de jaren 1770 en 1780, niets bekend. In die jaren moet hij ook een uitgebreide plantenhandel bedreven hebben met de tuinderij op Schloss Arolsen (waar hij in de jaren 1750 onder zijn vader, de hoftuinman, zijn opleiding kreeg).
Wellicht is bovenstaande advertentie een passend klein puzzelstukje in het tableau dat leven en werk van J.G. Michael mag heten. Wim Meulenkamp
Voor Michael, zie onder meer C.S. Oldenburger-Ebbers, xe2x80x98De tuinarchitectuur van Johann Georg Michael (1738-1800)xe2x80x99, Bulletin KNOB, XC, nr. 3, 1991, 73-79, en ook Cord Panning en Ralf Krüger, xe2x80x98Johann Georg Michael xe2x80x93 Ein Plan für Pyrmontxe2x80x99, Die Gartenkunst, II, nr. 2, 1990, 310-313.