Gezicht op Amsterdam, gezien vanaf de oostelijke Amsteloever. Anno 1662 (1668), anoniem (Bron: Rijksmuseum Amsterdam) groot
Profiel van Amsterdam met de nieuwe bolwerken aan de landzijde van de Amstel (1669), Pieter Rodingh (Bron: Rijksmuseum Amsterdam) groot
Het ging de kunstenaars om de bolwerken van Amsterdam, ik zie het buitengebied. Met lakenramen waarop lakens na het wassen ter droging en uitreken werden uitgespannen. Het perceel met die ramen werd ook wel een lakenraam genoemd. Of een lakenveld. En op deze prenten kennen die percelen allemaal een eigen toegang bestaande uit een brug over een watergang en een poort. En wat voor poorten. Mogelijk waarheidsgetrouw weergegeven, mogelijk met artistieke vrijheid. Hoe dan ook, het zijn poorten/latwerkconstructies als die naar een siertuin, naar een hortus conclusus, als van Jan van der Groen en tijdgenoten. Als in Den Nederlandsen hovenier. In 1668 werd de uitgever een 15-jarig privilege verleend en de eerste uitgave verscheen in 1669 (zie hier). Toevallige overeenkomst van jaren denk ik maar.
Jan Holwerda
Uitsnede uit prent uit 1668
Jan, wat leuk dat je ons hierop wijst. Weer een eyeopener dankzij de weblog van Cascade!
Leuk Jan. Denk ook aan de verschillende handelsproducten van een desbetreffende stad. Zo staan er latwerken op de kaart van Amersfoort van Braun en Hogenberg (1588). Amersfoort had toen veel bierbrouwerijen en de brouwers brouwden hier al vroeg het zogenaamde hopbier. De hop (Humulus Lupulus) werd als smaakmaker toegevoegd (zowel geïmporteerd uit Duitsland als uit eigen teelt). De archiefstukken laten zien dat het hier om hopstaken in de zogenaamde hophoven of hoptuinen gaat. Groet, Sandra