’s Lands zanderijen te Naarden (1675-1834)

In het rijtje Naarden, geschiedenis, landschap, buitenplaatsen hoort nog een vijfde woord. Of beter gezegd een naam: Henk Schaftenaar. Veel schreef hij al en enkele weken geleden promoveerde hij: ’s Lands zanderijen te Naarden (1675-1834). Een historisch-geografisch onderzoek naar een episode waarin een hooggelegen, heuvelachtig voorterrein van een vesting moest worden omgevormd in een inundeerbare vlakte. Een handelsversie komt er niet. Het proefschrift is wel te downloaden, zie hier voor  de PDF.

(OVERGENOMEN)
Hij onderzocht de afzanding van het hooggelegen, reliëfrijke landschap rond de vesting Naarden tussen 1675 en 1834. Het werd afgegraven op initiatief van de Staten van Holland om het bij oorlogsdreiging onder water te zetten, om zo Holland te kunnen verdedigen. Omdat men toen weinig van hydrografie wist, kon men het peil niet nauwkeurig bepalen. Daarom moest proefondervindelijk worden bekeken of het gebied kon worden geïnundeerd.

Het onderzoek van Schaftenaar bevat een reconstructie van een oud, deels verdwenen landschap. Voor het eerst wordt inzichtelijk hoe de afzanding verliep onder invloed van verschillende, soms tegenstrijdige belangen en onder steeds veranderende omstandigheden. Rond Naarden ontstond een moeilijk te doorkruisen, overzichtelijk schootsveld dat ook nog agrarisch werd gebruikt. Een inundeerbare vlakte werd het niet. Schaftenaars onderzoek gaat ook over verschillende soorten zand: waarvoor werden die gebruikt, hoe en waar werden ze verhandeld en hoe vond zo’n afzanding in de praktijk plaats?

Schaftenaar: “Tientallen miljoenen kruiwagens Naardens zand gingen als ballast naar de scheepvaart. Want dat zand was destijds te duur voor het ophogen van bouwpercelen in Amsterdam. Veel zand werd illegaal afgegraven, zelfs door overheidsfunctionarissen.”

Een artikel op ukrant.nl: De duinen van Naarden. Historische blunder van de overheid; link.

Bronbeek

(OVERGENOMEN)
In 1863 opende het Koloniaal Militair Invalidenhuis zijn deuren op landgoed ‘Bronbeek’. Eerder had koning Willem III de buitenplaats voor dit doel aan de staat geschonken. Gepensioneerde en invalide oud-militairen van het Koninklijk Nederlandsch- Indisch Leger (KNIL) konden er een onbezorgde oude dag doorbrengen. Tegenwoordig vervult het Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen en Museum Bronbeek dezelfde rol, al staat het nu open voor militairen uit de gehele krijgsmacht.

Er is veel veranderd sinds koning Willems gulle schenking. De zorg verbeterde, het museum professionaliseerde en het tehuis kreeg herhaaldelijk een opknapbeurt. Het park, waar ooit koeien graasden en akkers de bewoners van voedsel voorzagen, werd als herinneringsgebied gevuld met monumenten en gedenkplaatsen. Ondanks al die metamorfoses verloor Bronbeek nooit de betrokkenheid bij het verleden. Niet langer als een koloniaal uithangbord, maar als een lieu de mémoire van de Nederlandse koloniale geschiedenis in Indonesië.

In 1998 schetste Willem Bevaart de boeiende geschiedenis van dit unieke tehuis. Zijn opgedoken verhalen en treffende anekdotes zijn nu in een nieuw jasje gestoken in Bronbeek. Ontstaan en ontwikkeling van een militair rusthuis en museum.

Willem Bevaart, Bronbeek. Ontstaan en ontwikkeling van een militair rusthuis en museum, € 24,95, 176 pp. In zien kan hier.