Vormsnoei in hoge bomentunnels


De weg Driebergen-Zeist, ter hoogte van Sparrendaal, kijkend richting Zeist (1790), J. Andriessen (Bron: Het Utrechts Archief)

Het van oorsprong 17-eeuwse Sparrendaal in Driebergen-Rijsenburg ontwikkelde zich in de 18e-eeuw tot een buitenplaats in de stijl van de Franse barok. Op een vogelvluchttekening met randprenten uit 1758 (zie ook de Cascade blogs hier en hier) vinden we allerlei bekende stijlelementen, zoals kaarsrecht geschoren hoge hagen, rechte waterlopen, een cascade, een menagerie, een groot sterrenbos, ganzenvoeten, en een aan de einder verdwijnende centrale zichtlaan. Drie wat latere tekeningen laten echter iets zien wat ik zelf nog niet eerder ben tegengekomen: vormsnoei in zeer hoge bomentunnels langs de openbare weg.

De wat groenige tekening is van Jurriaan Andriessen uit 1790, we kijken ter hoogte van Sparrendaal richting Zeist (HUA 200521-857), door een bomentunnel die nog niet helemaal gesloten is. Hetzelfde stuk weg zien we terug in het linkerdeel van een tweeluik van Hermanus Numan uit 1792 (collectie Driebergen-Rijsenburg Vroeger & Nu), met nu een volledig gesloten tunnel. Door de bomen heen zijn nog net de bouwhuizen van Sparrendaal zichtbaar. Numan laat ons in zijn tweeluik ook naar de andere kant kijken, richting Driebergen, met ook daar weer een stuk bomentunnel. De indrukwekkend hoge tunnel markeert vermoedelijk precies de breedte van de buitenplaats op de plek waar de oude doorgaande weg tussen Utrecht en Arnhem er dwars doorheen loopt.


De weg Driebergen-Zeist, ter hoogte van Sparrendaal, kijkend richting Zeist en richting Driebergen (1792), H. Numan (Bron: collectie Driebergen-Rijsenburg Vroeger & Nu)

Zijn deze hoge, opvallend gestileerde bomentunnels realistisch? In alle tekeningen zijn de bomen behoorlijk in vorm gesnoeid, ook bij het tunnelgewelf. Hoe waarschijnlijk is dat? Het zijn vermoedelijk eiken, die laten zich natuurlijk niet heel gewillig snoeien. En om ze zo in vorm te krijgen moet men op grote hoogte gewerkt hebben. Op zich kán dat natuurlijk. We kennen voorbeelden van zeer hoge ladderwagens of ‘scheerbanken’ (zie hier), en klimmen was natuurlijk ook altijd nog een optie. Verder was Numan, die we ook kennen van de prachtige buitenplaatsenreeks Vierentwintig printtekeningen met couleuren (zie hier), een bovengemiddeld precieze topografische tekenaar. Zijn er andere voorbeelden van zulke gestileerde hoge bomentunnels bekend? Of hebben beide tekenaars hier wellicht wat toegegeven aan de ‘geometrische aspiraties’ van de bewoners van Sparrendaal?
Jos van Berkum