Koepel van Stoop (Woudenberg)


De Koepel van Stoop (Woudenberg, 2017)

Op twitter zag ik een foto van de Koepel van Stoop bij Woudenberg voorbij komen, naar ontwerp van J.D. Zocher jr en met zuilen afkomstig van de Amsterdamse Beurs stond er bij. Over dat laatste had ik eens iets anders gelezen, maar wat en waar? Na wat zoeken gevonden, in het blad Oud Woudenberg van de Stichting Oud Woudbergen dat citeerde uit de Nieuwsbrief van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, mei 2004.

De koepel bestaat uit een ingangspartij met portiekgevel, waardoor je een ronde ruimte betreedt. Daarin zitten zes dubbele deuren. Rondom bevindt zich een overdekte galerij, waarvan de brede rand van het overstekende dak rust op zes kolommen. De ingangpartij wordt bekroond door een opengewerkte houten aedicula, een renaissancistische tempelachtige versiering. Van de hardstenen zuilen werd inderdaad altijd beweerd dat ze afkomstig waren van de oude Amsterdamse Beurs (1608-1611) van Hendrick de Keyser. Deze Beurs was afgebroken om plaats te maken voor een nieuwe gebouwd in de jaren 1841-1845 naar ontwerp van J.D. Zocher. De architect kon toen ongetwijfeld over de zuilen beschikken en zou ze hebben toegepast bij onder andere deze koepel.

Historisch bouwkundig onderzoek uit ca. 2003 toonde echter aan dat de zuilen waarschijnlijk niét van de Amsterdamse Beurs afkomstig zijn. De natuursteendeskundige van de toenmalige Rijksdienst voor de Monumentenzorg had de steensoort en de afwerking van de zes Toscaanse zuilen onderzocht en stelde vast dat deze afwerking in de zeventiende eeuw niet voorkwam. Daarentegen wel in het tweede kwart van de negentiende eeuw. Ook de verouderingsverschijnselen waren niet sterk genoeg om een datering in de vroege zeventiende eeuw enigszins aannemelijk te maken. Bovendien zouden zuilen in die periode eerder van zandsteen dan van hardsteen vervaardigd zijn, zoals de koepelkolommen. Als de kolommen van de destijds gesloopte beurs van hardsteen waren, is aannemelijk dat ze, in verband met de toen ook al aanwezige verwering, bij demontage onbruikbaar zouden zijn geweest.

Een laatste argument dat naar voren werd gebracht betrof de plaatsing in de tijd. De koepel werd gebouwd in 1840. De nieuwe beurs enkele jaren later en pas daarna werd de oude beurs gesloopt. De zuilen zouden dan later toegevoegd moeten zijn. Gezien de constructie is dat een mogelijkheid, maar de stucafwerking maakt dit een onmogelijkheid. Het gaat hier dus vrijwel zeker om kopieën van de Amsterdamse kolommen.

Het voorgaande argument zou echter betekenen dat die afbraak van de oude Amsterdamse Beurs later was dan de gangbare periode 1836-1838 die je overal tegenkomt. Dus mogelijk moet dit laatste argument worden geschrapt en moeten we het met de andere argumenten doen.

Tja en dan kijk ik in Delpher en dan valt in het Het nieuws van den dag van 9 september 1895 te lezen: ‘Uit de handen des sloopers is van de oude Beurs een zestal kolommen gered, dat, aangekocht door den Heer J. B. Stoop, gebruikt werd om het koepeldak te schragen zijner hofstede, niet verre van Woudenberg, waardoor tot op den huidigen dag tot zelfs in het Sticht de herinnering wordt levendig gehouden aan den verdwenen Mercuriustempol der hoofdstad.’ Dus de bewering gaat al heel lang rond. Heeft dit krantenbericht de bewering in het leven geroepen? Of is het toch meer dan een bewering? Ligt er ergens een ver- of aankoopbewijs?
Jan Holwerda


De oude Amsterdamse Beurs van Hendrick de Keyser in 1836, net voor de sloop, door Kasparus Karsen (Bron: Amsterdam Museum)