Blad met tien gezichten op de Zoölogische Sociëteit te Utrecht (1844), Adrianus Wilhelmus Nieuwenhuysen (Bron: Centraal Museum Utrecht).
Het Blad met tien gezichten op de Zoölogische Sociëteit te Utrecht dateert uit 1844. Twintig jaar eerder, in 1823, opende op betreffende locatie (aan de Kruisstraat te Utrecht) een openbare tuin met koffiehuis. “Tivoli” geheten, naar de stad ten oosten van Rome, die in de Romeinse tijd bekend stond als ontspanningsoord met villa’s, parken en waterpartijen. Het Utrechtse Tivoli werd een geliefd vermaakscentrum, waar ’s zomers openluchtconcerten, feesten en kermissen werden gehouden.
De tuin werd op 2 mei 1842 aangekocht door Theodoor Gerard van Lidth de Jeude (1788-1863), die er andere plannen mee had. De nieuwe eigenaar was hoogleraar in de zoölogie en had naast zijn woning op de hoek van de Wittevrouwensingel en de Nachtegaalstraat reeds een Zoölogisch Kabinet en een Zoölogische Sociëteit – Naturae et Artibus – opgericht (1839). Bij deze gebouwen hoorde een fraaie tuin, grenzend aan Tivoli. Door de nieuwe aankoop kon hij de terreinen samenvoegen en werd hij de trotse eigenaar van een uitgestrekt park, omgeven door Kruisstraat, Wittevrouwensingel, Nachtegaalstraat en Mulderstraat. Het was zijn bedoeling om het park – in navolging van Artis te Amsterdam – in te richten als “Jardin Zoologique”. De gemeenteraad vond zijn plan echter te veelomvattend en weigerde subsidie te verlenen. Van Lidth de Jeude richtte vervolgens een kleine “menagerie” op, maar toen bleek dat de dierentuin bij het publiek niet in trek was en het aantal sociëteitsleden te klein bleef, moest hij zijn ideaal wegens te hoge kosten opgeven.
Plattegrond bij verkoop Zoölogische Sociëteit – Naturae et Artibus (1854) (Bron: Het Utrechts Archief).
Op 22 juli 1854 werd het gehele complex -inclusief de gebouwen- geveild. Er werd voor die gelegenheid een uitgebreide beschrijving van het bezit opgemaakt, waaruit blijkt dat het park smaakvol was aangelegd; er waren vijvers, koepels, een “goudviskom” met fontein, heesters, vruchtbomen en hoog geboomte.
Meerdere van de koepels en andere onderdelen staan op het Blad met tien gezichten. Enkele uitgesneden hieronder, inzoomen op het Blad zelf kan hier.
(tekst grotendeels naar Het Utrechts Archief, 774 N.V. Tivoli te Utrecht; meer valt te lezen in Tivoli als zoölogische sociëteit van JG van Cittert-Eymers in Maandblad Oud-Utrecht, jg. 52 (1979), nr. 10, download en Naturae et Artibus, een Zoölogische Sociëteit in Utrecht : de relatie met Natura Artis Magistra te Amsterdam van P. Smit en L. Terken in Jaarboek Oud-Utrecht 1998, download.)
Jan Holwerda