Studie van de vereenvoudigde vormen van de drie buitenplaatsen, naar voorbeeld van de kaart uit 1832 en een tekening van Stoutenburg eind 18e eeuw. Voor het overzicht heb ik de figuren met de top naar boven geplaatst. In werkelijkheid liggen de figuren met hun top in oostelijke richting en met de basis naar het westen. Het ronde grachteiland van Stoutenburg is in 1832 een schiereiland, maar mogelijk in eerder jaren een eiland. Het eiland van Emelaar lijkt niet helemaal zo rond te zijn geweest op de bovengenoemde kaart.
Bij mijn onderzoek naar buitenplaatsen in Leusden kom ik een aantal zaken tegen die vragen oproepen.
1. De buitenplaatsen Stoutenburg, Emelaar en Zandbrink hebben allen een rond grachteiland binnen een groter terrein, dat een geometrische vorm heeft. Bijzonder hierbij is ook de variatie aan geometrische vormen: een ovaal, een rechthoek en een driehoek. Bestaan er meer buitenplaatsen in Nederland met dergelijke vormen van een rond huiseiland in een geometrische vorm?
2. De hiernaast geplaatste kaart is een uitsnede uit de Carte von Utrecht von F.L. Güssefeld uit 1787. Er is geen legenda bij de kaart. Weet iemand wat de symbooltjes van Stoutenburg, Emeren (Emelaar) en Santbrinck precies betekenen? Met andere woorden, kent iemand de legenda wel?
Van Emelaar en Stoutenburg is het heel zeker dat er een buitenplaats rond die tijd was, dus dat zal de betekenis van dat symbooltje zijn. Zandbrink is wat onduidelijker, wat zou dat kruis bijvoorbeeld betekenen? Dat de buitenplaats is verdwenen?
3. De buitenplaatsen die ik onderzocht, hebben allen een gracht om het huiseiland en een gracht rondom de buitenzijde van het buitenplaatsterrein. (of langs een deel daarvan, Zandbrink en Zwanenburg). Deze worden ‘Singels’ genoemd, in de volksmond (Zandbrink) of in de administratie van de rentmeester (Emelaar), of in een akte (Stoutenburg). Ook Zwanenburg had een singel, in de volksmond de Kuperssingel en later werd deze naam overgenomen bij de inrichting van de nieuwe woonwijk. Ik ga er vanuit dat de naam ‘De Singel’ komt van ‘omsingelen’, oftewel lopende langs de buitenrand? Want hebben de singels van de steden ook niet ooit die betekenis gehad, de afbakening van de buitenrand van de stad?
Lia van Burgsteden, tuinontwerpster, bestuurslid en lid werkgroep ‘Buitenlui’ van de Historische Kring Leusden
De Kuperssingel lag eveneens langs één van de buitenranden van de buitenplaats Zwanenburg. Deze singel liep door tot aan de Grift, om via deze watergang het waterpeil van de grachten van de buitenplaats te regelen.
De erven van de boerderijen en de voormalige huize of slot Emelaar op de kadastrale kaart van 1832. In 1819 was er nog sprake van dat er een huize Emelaar was, maar die is kennelijk in de tussentijd verdwenen. Het lijkt erop dat de huize of slot steeds op het omgrachte vierkante terreintje heeft gelegen. Vermoedelijk heeft er op het ronde terreintje een koepel gestaan. In de inventaris van huize Emelaar, na het overlijden van de eigenaresse in 1819 en bewoonster van huize Stoutenburg, staan ook wat meubeltjes die in tuinhuizen stonden: zes stoelen een hangoortafel, een hoekbuffet met fontein en bak en nog wat spulletjes die je nodig hebt bij het theedrinken, zoals een theestoof en een tabakscomfoor. Er woonde toen een huurder in het slot of huize zelf, maar kennelijk had Lucia van Lilaar nog een kamer of theekoepel op het erf Emelaar staan, al staat er niet bij vermeld dat zij iets dergelijks zelf gebruikte. Zij had op Stoutenburg haar herenhuis met landgoed.