Gezigt van het Agtkantig Weener renbaan-paviljoen bevatte een amusant wedrennen of ridderspel, staande en gelegen in den Tweeden of Achter-Tuin van Moskou, buiten de Muiderpoort te Amsterdam (1825), N. de Vries (Bron: Stadsarchief Amsterdam)
Bladerend kwam ik het boven staande Agtkantig weener renbaan-paviljoen tegen. Staande in de Tweeden of Achter-Tuin van Moskou, buiten de Muiderpoort te Amsterdam.
Twee toenmalige krantenberichtjes (1826) maken reclame:
Het kunstmatig Weener renbaan-paviljoen met ridderspel
Nu ook met nieuwe exercitie-voorwerpen én Tursch-Muzijk
En het Algemeen Handelsblad van 19 augustus 1904 geeft terugblikkend een beschrijving: ‘Het was op alle feestdagen, Zon- en Woensdagen geopend; de intreê was voor de zitplaatsen een kwartje per persoon, kinderen beneden de 12 jaar betaalden slechts een dubbeltje. Het was er tamelijk duur, want voor elken toer op een der verschillende vehikels of beesten betaalde men nog extra een dubbeltje tot een schelling, al naar gelang van de pracht van het gekozene. Trouwens de keuze was ruim, men trof er eene Russische slede, een triomfwagen, een kameel, een adelaar, een wolf, een tijger en nog tal van andere in hout nagebootste en berijdbaar gemaakte exemplaren van het dierenrijk.
Mits een dag te voren bij den boekhandelaar F. H. Hoorn op den N.Z. Voorburgwal bij de Kolk besproken, werden ook door den eigenaar private voorstellingen georganiseerd. De prijzen daarvoor waren niet bepaald matig, want voor 25 personen waren die gesteld op 25 gulden, ƒ 40 voor 50 en ƒ 70 voor honderd personen.
De voorstelling duurde dan 5 uren en met tusschenpoozen van 6 minuten werden – het geheel 25 toeren, die elk 6 minuten duurden gedaan. Die rustpoozen waren noodig om de werklieden niet te zeer af te beulen, want de stoom werd nog niet aangewend als beweegkracht en alles kwam aan op de spieren der duwers. Voor het orkest werd twintig gulden extra in rekening gebracht.
Ik geloof niet dat men tegenwoordig heel veel liefhebbers zou vinden voor het zeer twijfelachtige genot om gedurende 150 minuten gezeten op een houten rijdier rond gedraaid te worden.’
‘Caroussel im Chinesischen Styl’ (1798), uit: Ideenmagazin für Liebhaber von Gärten,
Englischen Anlagen und für Besitzer von Landgütern van J.G. Grohmann.
Afbeelding en beschrijving klinken als een overdekte carrousel. Een toestel dat verbeeld werd door Grohmann en op meerdere buitenplaatsen voorkwam. Meerdere reisverslagen noemen namelijk een carrousel op de buitenplaats Rhederoord (De Steeg) en een van de verslagen noemt de (tuin)architect Johan Philip Posth (1763-1831) als de vervaardiger. Ook Het Loo kende een carrousel, ingebracht door de (tuin)architect Johann David Zocher (1763-1817). In een door hem ondertekende brief gedateerd met 16 maart 1809 valt namelijk te lezen: ‘... ’t carroussel aftezenden … ’t zelve naar ’t Loo, behoorlijk geembaleerd, geexpedieerd heb, ten overvloede heb ik een timmermansknegt mede gegeeven, ten einde ’t zelve in goede orde weder te kunnen zetten …‘
Jan Holwerda