Serie gastenboeken Beekhuizen (Velp)


Uit het ‘Arnhemse’ deel was al bekend dat Gijsbert Van Laar van Utrecht den 17 Aug: 1792 Beekhuizen bezocht. Uit het ‘Zeeuwse’ deel blijkt dat Gbt van Laar van Alkmaar Aanlegger van Hoven en Buiteplaatsen & bloemist er 16 aug 1799 opnieuw was. Met Anthonie van Wetering bloemist etc te Oegstgeest bij Leiden [broer van Arie van Wetering, compagnon van Gijsbert van Laar]. Tussen de twee staat nog ene Jansen.

In de tuingeschiedenis is het gastenboek van Beekhuizen (Velp) mogelijk het meest bekende. In het Gelders Archief ligt een kopie dat loopt van 29 augustus 1790 tot en met 30 augustus 1795. Enige jaren geleden werd nog een deel bij het Zeeuws Archief gevonden. Dit loopt van 20 mei 1797 tot en met 23 juli 1800. De periodes laten vermoeden dat er ook een tussenliggend deel bestond en misschien nog bestaat. Verder is er het vermoeden dat er ook navolgende delen hebben en mogelijk nog bestaan want verschillende reisverslagen van na 1800 maken melding van het tekenen van het gastenboek op Beekhuizen. Zo kwam ik er laatst een tegen in een reisverslag uit 1807.
Het gezelschap ging van kasteel Rosendael naar Beekhuizen en:
‘Hier [op Beekhuizen] wierden wij eerst door den tuinman in een klein koepeltje geleid, daar wij onze naamen in een hiertoe expresselijk ingerigt boekje moesten schrijven. Verscheidene vroegere bezichters deezer heerlijkheid, hadden dit met toepasselijke spreuken of dichtstukjes gedaan, dan, daar onze geest juist op dit ogenblik zoo vlug niet was, en wij dit niet van te vooren geweeten hadden, schreeven wij slechts eenvoudig onze naamen, behalven mijn broeder, die achter de zijne nog een half onlees, althans onvertolkbaare Hoogduitsche spreuk, met een Latijnsche uitgang, voegde. Onder de groote meenigte naamen van vregere bezichtigers zagen wij verscheidene van onze kennissen! Dan, terwijl wij dit boekje studeerden, hoorden wij eenklaps ’t gedruis van een verbaazende waterval, welke aan ’t einde van een beekje, op eenigen afstand van ons, viel over eene ruwe kolonnade, ’t welk een betooverend schoon gezicht was!…’
Jan Holwerda


Cascade van Beekhuizen (1798-1803), Warnaar Horstink (Bron: Noord-Hollands Archief)