De Koekamp en de toekomst (2)


Vogelvluchtgezicht van ‘s-Gravenhage, met de Koekamp met bergje (1730), G. van Giessen
Bron: haagsebeeldbank.nl

Eerder, 19 november 2016, scheef Joost S.H. Gieskes ‘De Koekamp en de Toekomst’. Nu er een raadsbesluit is genomen (14 feb 2019) levert hij een update van zijn eerdere bijdrage, klik hier.

Van vaasontwerp tot ‘vaas’

In de meest recente nieuwsbrief van Kasteel de Haar, zie hier, staat een tweetal foto’s met ontwerptekeningen voor vazen van de hand van de beroemde architect Pierre Cuypers. Deze zijn door Veld & Vaas van o.a. Mariette Kamphuis (Copijn boek, tuin- en parkhoofdstuk in het De Haar boek) nagemaakt door de originele schetsen te printen op doek. Deze ‘vazen’ waren onlangs te bewonderen op de beurs showUP en waren zelfs beplant met o.a. varen, klimop en geverfde bladeren. Wilde deze mij aansprekende foto’s graag even delen via een Cascade bericht, Kasteel de Haar was akkoord.

Boek en expositie Groote Tuinbouwtentoonstelling Zeist 1909

Het boek De groote tuinbouwtentoonstelling 1909 op het landgoed “Schoonoord” te Zeist is geschreven door JanHein Heimel en uitgegeven door het Zeister Historisch Genootschap.
De auteur kreeg meer dan twintig jaar geleden interesse in het onderwerp en is jarenlang bezig geweest materiaal te verzamelen (foto’s, krantenberichten, voorwerpen en catalogi). In de collectes van het gemeentearchief Zeist en de collecte van het Zeister Historisch Genootschap was veel te vinden, maar ook op vele andere plaatsen is gezocht en gevonden.
Het boek is hardgebonden, in full-color gedrukt en omvat 148 pagina’s op A4 formaat. Meer dan 200 foto’s, knipsels en tabellen maken de ondertitel ‘een geïllustreerde beschrijving’ meer dan waar. Bij het boek is een DVD gevoegd met een twintigtal documenten in PDF vorm. Het betref notulenboeken en catalogi van de Tentoonstelling, maar ook bv. de Kraalgids van 1907 en het Zeister adresboek van 1909 zijn opgenomen.

Naar aanleiding van de verschijning van het boek is een tentoonstelling over dit onderwerp samengesteld in het Historisch Informatie Centrum (HIP) in de Publiekshal van het Zeister gemeentehuis. De tentoonstelling is tijdens de openingsuren te zien: maandag t/m donderdag van 8.00 tot 20.00 uur en vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur. De toegang gratis. De tentoonstelling loopt t/m 12 april 2019. Download de tentoonstellingsfolder hier.

JanHein Heimel, De groote tuinbouwtentoonstelling 1909 op het landgoed “Schoonoord” te Zeist, Zeister Historisch Genootschap, Zeist, 2019, € 25 (+ € 5 verzendkosten), 148 pp. Bestellen kan hier. Download de boek handout hier.

Groen Erfgoedzorg

(OVERGENOMEN)
Hoe onderhoud ik de stinzenplanten in het stadspark? Welke keuzes maak ik bij vervanging van een historische beschoeiing? Hoe ga ik om met herstel van oude paden en lanen? Waar vind ik informatie over subsidies over onderhoud en restauratie van groen erfgoed?

De stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM) ondersteunt niet alleen onderhoud en restauratie van gebouwd erfgoed, maar ook van groene monumenten. Voor eigenaren, hoveniers en overheidsvertegenwoordigers betrokken bij historische tuinen, parken, landgoederen en buitenplaatsen is in dat kader een website in de lucht gebracht: www.groenerfgoedzorg.nl.

Richtlijn
Eerder presenteerde de ERM, in samenwerking met branches van opdrachtgevers en opdrachtnemers (o.a. de Vereniging van Erfgoedhoveniers) en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) al de Uitvoeringsrichtlijn Hovenierswerk historische tuinen en parken (URL 6010). Dat document omvat de meest voorkomende onderhoudswerkzaamheden in een historische aanleg. Met de richtlijn wordt inmiddels op veel plaatsen gewerkt, zowel in de voorbereiding als op de werkvloer.

De nu gelanceerde website www.groenerfgoedzorg.nl ondersteunt het werken met de richtlijn, en geeft daarnaast ervaringen, tips en andere relevante informatie voor behoud van historisch groen. De ERM heeft daarvoor een eigen groenerfgoed-adviseur in huis, Ruurd van Donkelaar, te bereiken via ruurd.vandonkelaar@stichtingerm.nl

Bachelorleergang Groen erfgoed – Hogeschool Utrecht

Groen Erfgoed is een nieuwe cursus die Hogeschool Utrecht aanbiedt van april tot november 2019. Landgoederen en buitenplaatsen, maar ook stadsparken, tuinen en andere groengebieden kunnen belangrijke cultuurhistorische waarden hebben. Groen erfgoed vraagt om een eigen invalshoek: het groeit en vergt regelmatig beheer. En vaak moet het groen nu ruimte bieden aan nieuwe ontwikkelingen.

De cursus is een mix van hoor- en werkcolleges, excursies en opdrachten. De cursist doet praktijkgerichte en actuele kennis op over de waarde van groen erfgoed, maar ook over bescherming en ontwikkeling. De docenten zijn experts uit het vakgebied van het groene erfgoed.

Per 10 april 2019 wil de Hogeschool Utrecht starten met de bachelorleergang Groen erfgoed, op woensdagen van 14.30 tot 21.30 uur. De bachelorleergang is opgebouwd uit twee modules van 10 weken:
– Analyse en waardering van groen erfgoed (april – juni)
. tuinhistorie
. richtlijnen tuinhistorisch onderzoek
. waardestelling en dilemma’s
. tuinhistorische elementen (rood en groen)
. historisch assortiment en toepassing
. gebruik en beleving
. opdracht: een tuinhistorisch onderzoek inclusief waardestelling

– Instandhouding en ontwikkeling van groen erfgoed (september – november)
. beheervisies en beheerplannen
. beheer van diverse historische elementen
. ontwerpen in historisch erfgoed
. nieuw gebruik in historische setting
. beleid en wetgeving
. subsidies en andere geldstromen
. omgeving: vrijwilligers en belangengroepen
. dilemma’s en kansen van natuurwaarden
. opdracht: een beheervisie en beheerplan (inclusief ontwikkeling)

Alle details, klik op
Bachelorleergang Groen erfgoed
Analyse en waardering van groen erfgoed
Instandhouding en ontwikkeling van groen erfgoed

Op dinsdagavond 19 maart is er een open avond in Utrecht. Je bent welkom tussen 18.00 en 21.00 uur. Zie hier.

Oproep inzending herontwerp groen erfgoed

(OVERGENOMEN van NVTL)

Herontwerp en -gebruik groen erfgoed
Oproep voor ontwerpen met herontwikkeling van overgeleverde elementen

Een oude boom met als boomspiegel een nieuwe border. Het laantje dat de renovatie van een wederopbouwbuurt glansrijk heeft doorstaan. Een bestaande plas als infiltratiebekken voor het hemelwater van de nieuwbouw. De historische tuin bij een rijksmonument. Een stadspark op voormalige bolwerken, voorzien van jonge struiken rond oude zichtlijnen. Bij herbestemming van tuinen en terreinen verdienen bestaande elementen een nieuwe context en een tweede leven. Maatwerk in plaats van kaalslag.

Ontwerpbureaus die lid zijn van de Nederlandse Vereniging voor Tuin- en Landschapsarchitectuur (of zich als lid aanmelden) worden vriendelijk verzocht om recente ruimtelijke ontwerpen voor herontwikkeling, herbestemming of hergebruik van groen erfgoed openbaar te maken. Het doel is publicatie in een themanummer van het tijdschrift Tuin en Landschap (TenL), dat in het najaar van 2019 verschijnt. Uiteraard worden ontwerpen in combinatie met architecten, kunstenaars, planners of beheerders, op prijs gesteld, mits er een bureaulid NVTL bij betrokken is. Wanneer de oogst groot is, wordt overwogen om er tevens een reizende tentoonstelling aan te wijden.

Hoe maakt ruimtelijk ontwerp een veranderend tijdgewricht tastbaar? Groen erfgoed verdient een impuls door telkens een eigentijdse laag aan de bestaande inrichting toe te voegen, terwijl de afdruk van het verleden blijft doorschemeren. Het maakt niet uit of het gaat om erkend groen erfgoed, de historische omgeving van een rijksmonument of om een nieuwe inpassing in een oude omgeving.

Een deskundige commissie draagt zorg voor de selectie. Doel is het tonen van een breed scala aan integraal ontworpen, gerealiseerde en recent (her)aangelegde terreinen met een historische betekenis. Sinds de (her-)aanleg dienen de eerste kinderziektes van de hergebruikte inrichting achter de rug te zijn.

De deadline voor inzenden is vrijdag 29 maart 2019. Ontwerpen kunnen op A3 worden verstuurd naar NVTL-secretariaat, Jollemanhof 14, 1019 GW Amsterdam.
Download hier de inzendvoorwaarden en inzendformulier.

Alkmaars groene verleden

2012 was het Jaar van de Historische Buitenplaats. Veel is toen gepubliceerd. Veel gezien, maar deze was ik niet tegengekomen: Alkmaars groene verleden. Een uitgave van de gemeente Alkmaar, ter gelegenheid van de Open Monumentendag op 8 september 2012. Tot stand gekomen door samenwerking met het Regionaal Archief Alkmaar en het Stedelijk Museum Alkmaar.

Nu toch nog even noemen, want nu digitaal beschikbaar, download hier. Vlug even gebladerd, zitten leuke dingen in. Ook even een zoekactie via Ctrl-F, naar Gijsbert van Laar natuurlijk. Hmmm, die staat er niet in.

Gonna de Reus, Harry de Raad, Nancy de Jong (red.), Alkmaars groene verleden, Alkmaar 2012, ISBN 978-90-819652-0-0, 185 pp.

Wie is de architect van Oud-Rosenburg te Loosduinen/Den Haag?


Oud-Rosenburg te Loosduinen/Den Haag  Bron: www.monumentenzorgdenhaag.nl

Carla Oldenburger zou graag achterhalen wie de architect van Oud-Rosenburg te Loosduinen/Den Haag is. Het huis aan Dadelplein te Den Haag werd in 1775 gebouwd in opdracht van Mr. Johan François van Byemont (schepen van Den Haag) op de plaats van een boerderij die zich tot kleine herenboerderij ontwikkelde.


Oud-Rosenburg in 1804, voor de verbouwing en met het nog rechte grand canal  Bron: Haagse Beeldbank

Vanuit het midden van het huis had men zicht over een ‘grand canal of zichtkanaal’. Mr. Hendrik Hooft (1676-1752) kocht het goed in 1721 van Byemont. Leden van het regentengeslacht Hooft bleven de buitenplaats precies honderd bewonen totdat jonkheer Louis Quarles van Ufford huis en landgoed kocht in 1821. In zijn tijd vond een verbouwing plaats in neo-classicistische stijl, waarbij het huis aan de voorzijde werd verrijkt met de aanbouw van twee zij-veranda’s.


Oud-Rosenburg circa 1908. Bron: Haagse Beeldbank

Wie kan Carla helpen aan de naam van de architect uit 1775 of  die van de restauratie/verbouw uit ca. 1825? Buitenplaats-architecten die in Nederland werkten in het laatste kwart van de 18de eeuw en/of in het eerste kwart van de 19de eeuw zijn onder meer Leendert Viervant jr., Abraham van der Hart,  Jacob Otten Husly, Jan de Greef, Zeger Reijers en Jan David Zocher jr.  De laatste drie zijn tijdgenoten van elkaar. Zij volgden alle drie tegelijkertijd hun opleiding in Parijs en Reijers en Zocher vervolgden hun opleiding in Rome. Natuurlijk moeten we ook denken aan deskundige timmerlieden die samen met de opdrachtgever de klus zonder architect geklaard kunnen hebben.

Over Zeger Reijers (een leerling van zijn oom, de architect L. Viervant) is verder bekend dat hij na zijn opleiding in Parijs en Rome, in juli 1813 terug was in Nederland en in augustus 1819 werd benoemd tot stads-bouwmeester te ’s Gravenhage. Zeger Reijers ligt begraven op de historische Begraafplaats Oud Eik en Duinen, even ten oosten van Oud-Rosenburg. Is Reijers wellicht de architect van de restauratie en verbouw van Oud-Rosenburg rond 1825?

Boerhaave Botanicus. Zijn tuinen, zaaiboeken en botanische vrienden

(OVERGENOMEN)

Dit boek gaat over een onbekende kant van de beroemde Leidse arts Herman Boerhaave: zijn leven als plantkundige.

In 1709 werd Boerhaave hoogleraar geneeskunde en kruidkunde, en prefect van de Leidse Hortus Botanicus. Binnen een jaar had h­ij een catalogus van alle planten in de Hortus samengesteld. Gedurende v­ijftien jaar noteerde h­ij – in zogenoemde zaaiboeken – alles wat h­ij zaaide of plantte in de Hortus en later op Oud-Poelgeest, het landgoed dat h­ij kocht omdat de Hortus te klein was voor zijn verzameldrift.

Bioloog Margreet Wesseling ontdekte in deze zaaiboeken een schat aan nieuwe informatie die zij combineerde met gegevens uit de vele brieven die Boerhaave schreef. In Boerhaave Botanicus presenteert de auteur een aanvulling op het beeld dat wij van de arts Boerhaave hebben. U leest over Boerhaave’s botanische vrienden, zoals de Brit William Sherard en Jean Baptiste Bassand, hofarts te Wenen; over Fransen, Italianen, een Spanjaard en een jonge Zweed. Overal vandaan stuurde dit internationale gezelschap­ zaden naar Boerhaave.

Bomen hadden Boerhaave’s bijzondere belangstelling. Op Oud-Poelgeest stichtte hij­ een arboretum met exotische soorten uit Noord-Amerika en Oost-Indië, maar ook alle soorten essen en wilgen die hij maar kon bemachtigen. Carolus Linnaeus, de later beroemd geworden grondlegger van o.a. botanische nomenclatuur, kwam er op bezoek en noemde het een waar paradijs.

Boerhaave Botanicus is een eerbetoon aan een man met een onverwoestbare werklust, een arts die zich in korte t­ijd een nieuw vakgebied eigen maakte en zoveel botanische kennis vergaarde dat h­ij van zijn vakgenoten internationaal veel waardering kreeg.

Margreet Wesseling, Boerhaave Botanicus. Zijn tuinen, zaaiboeken en botanische vrienden, Leiden 2018, ISBN 978-90-5997-274-2, €29,90, 220 pp.


Een bladzijde uit zijn zaaiboek, klik hier hier voor grotere weergave.