Groen erfgoed rond Doorwerth op topografie rond 1900 (bonnebladen)
Afgelopen vrijdag werd tijdens een themamiddag van het Netwerk Historisch Cultuurlandschap en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed de Kaart groen erfgoed gepresenteerd. Bij landschappelijk groen erfgoed wordt vaak gedacht aan buitenplaatsen, parken, tuinen en stedelijk groen. De definitie is echter breder. Het gaat ook om historische groenelementen in het landelijke gebied; relicten waaraan het historisch gebruik van een locatie kan worden afgelezen, zoals bosstroken rondom akkercomplexen, heggen in uiterwaarden of houtwallen in een dekzandgebied.
De Kaart groen erfgoed is opgebouwd uit verschillende thematische kaartlagen, zoals rijksbeschermde buitenplaatsen met beschermde groenaanleg, nationale parken en eendenkooien. Bijzonder is de kaartlaag over landschappelijk groen erfgoed. Het gaat hierbij om oude bossen, houtwallen en heggen. Dit soort erfgoed is kwetsbaar en historische landschapselementen worden steeds zeldzamer. Naar schatting is er van het areaal aan historische landschapselementen (van voor 1850) minder dan 3% over. Door veranderingen in het landschap is de helft van de ongeveer 100 autochtone struik- en boomsoorten een zeldzaamheid geworden. Deze kaart brengt gebieden in beeld waar deze soorten nog wel te vinden zijn en helpt zo om verantwoorde keuzes te maken. De kaart is tot stand gekomen in samenwerking met Bert Maes, die een omvangrijke inventarisatie uitvoerde waarvan het veldonderzoek 25 jaar in beslag nam.
De bijbehorende publicatie Atlas van het landschappelijk groen erfgoed van Nederland (PDF) bevat een toelichting op de kaart, uitleg over wat de cultuurhistorische waarde van landschappelijk groen erfgoed is, een stappenplan voor beheer, behoud en restauratie en een toelichting per provincie.