Komkommertijd


Concommeren, Cruyde boeck (1554), Dodonaeus

Gisteren werd het woord komkommertijd gebruikt. Dacht toch even zoeken. Komkommer, comcommer, concommer, concommeren. Leonhard Fuchs noemt ‘m al in 1543 in z’n Den nieuwen Herbarins, dat is, d’breck van den cruyden…

En met deze zomerse dagen is een frisse salade met comcommer uit De verstandige kock of sorghvuldige huyshoudster misschien wel iets. Het geschrift werd in 1667 voor het eerst uitgegeven als bijlage bij De Verstandige Hovenier. Vervolgens werd het een aanhangsel van Het vermakelijk landleven en daarmee gekoppeld aan Den Nederlandtsen Hovenier van Jan van der Groen.

Van rauwe Saladen te bereyden
Neemt Kroppen, Latuwe, Krul-salaet, Vette of Koorn-salaet, oock de uytspruytsels van de Paerde-bloemen, oft wilde Cichoreye, oock uytspruytsels van Cichorey-wortels, Endivie, of roode en witte kool, of Comcommers, ’t geen men best heeft, ofte in de tijdt is, en een van alle wel schoon gemaeckt zijnde, wordt met goede Olie van Olijven, Azijn en Sout gheheten : over de sommighe worden ghebruyckt toe-kruyden, yeder tot believen, doch de gemeene zijn Kars, Nepte, Porceleyn, Pimpernel, Raket, Dragon, Boteris; oock doet men daer wel over de Bloemen van Buglos, Bernagie, Roosen en Goudts-bloemen : Men eet dese Sala oock wel met ghesmolten Boter en Azijn te samen gewelt, in plaats van Olie en Azijn, tot yeders believen.

Tot slot, het vroeg op tafel brengen van de komkommer was lijkt het haast net zo groots als het presenteren van een ananas, zoals blijkt uit het onderstaande krantenbericht uit de Leydse courant van 23-01-1736.


Leydse courant 23-01-1736.