Ik ben ook in Parijs geweest.


Ici repose l’homme de la nature et de la vérité,
op  Tombeau de Jean Jacques Rousseau aux Tuileries   Bron: RMN Agence photographique.

Je zou misschien denken een vakantieberichtje, een verslagje. Ja en nee. Nee, niet van mijn of andermans zomervakantie in 2013. En ja, wel eentje uit 1801. Het komt uit een recensie betreffende het oorspronkelijk in het Duits geschreven boek Ik ben ook in Parijs geweest. Een recensie uit Hedendaagsche vaderlandsche bibliotheek van wetenschap, kunst en smaak, 1805. De schrijver haalt de anonieme auteur aan en ik op mijn beurt haal hem weer aan, omdat het zo’n aardig stukkie is, met een mening over engelsche tuinen. Uit 1801 dus, Van Laar moet de pen nog ter hand nemen.

Hier (in dien tuin) ontdekt men niet meer de stijfheid en vervelende regelmatigheid der oude fransche, noch het even zo ondragelijk wilde kinderspel der engelsche tuinen, niets onnatuurlijks en ook niets bovennatuurlijks, gene muurhoge gladgeschoren hagen, gene lastige waterkunsten, die slechts bij plegtigheden lopen en den overigen tijd stinkende poelen zijn; daarentegen ook gene kinderlijke verrassingen van vervallen tempels, ontzachlijke bruggen over ondiepe beekjens, schrale watervallen, arkadische grafnaalden en andere dergelijke dingen, die niemand bedriegen dan den geen die zich zelven gaarne bedriegt – maar het is een edele lusthof van, een ligtbevatlijk regelmatig plan, in het welk met den meesten smaak alles verenigd is, wat de natuur slechts behaaglijks aan het oog voorstellen kan, van het bonte verwenspel der bloemen af tot de verhevenste gewelven der groene linden toe. Alles is zeer geregeld en zindelijk onderhouden, geheel en onverminkt. Rijen van de schoonste oranjebomen versieren de ruime lanen, en standbeelden van marmer en metaal voeren onze verbeeldingskracht de grote tijden der oudheid in.   JH