Hoe te noemen?

Hoe zou je dit ding op de foto noemen? Er schijnt geen gangbaar kunsthistorisch woord voor te zijn, maar wie weet. Deze staat bij kasteel Biljoen (Velp, net gerestaureerd), maar ze zijn er ook op Lichtenbeek (Arnhem) en Oranje Nassau’s Oord (Wageningen). Wie kent er nog meer?

Het zijn geen vazen of sokkels, maar hoe dan wel te noemen: inrijzuilen, entreeornamenten, toegangselementen?
Niek Ravensbergen

Aan de oprijlaan van kasteel Biljoen (Velp).
Foto: Niek Ravensbergen.


Aan de oprit naar Huize Lichtenbeek (huis bestaat niet meer, ornamenten nog wel).

Uitnodiging van het Gilde van Tuinbazen, 10-jarig jubileum op Rosendael.


Kasteel Rosendael (Rozendaal).  Bron: www.glk.nl

Nog een bericht vandaag, aangezien het kort dag is voor het navolgende:

T.g.v. het 10-jarig jubileum van de Vereniging Het Gilde van Tuinbazen nodigt het bestuur van het gilde ook Cascade donateurs uit voor een symposium op landgoed (kasteel) Rosendael. Deze bijeenkomst vindt plaats op donderdag 5 september 2013 vanaf 14.00 uur. Het programma vangt aan om 14.30 uur. Op het symposium besteed men aandacht aan het creëren van een breed maatschappelijk draagvlak voor behoud van het cultuurhistorisch erfgoed en de buitenplaats als product.

Inmiddels heeft het Gilde van Tuinbazen ruim 100 leden die overwegend werkzaam zijn op historische buitenplaatsen, landgoederen en horti of die een specialisme uitoefenen binnen het vakgebied. Haar doelstelling is tuinbazen met elkaar in contact brengen om ervaringen uit te wisselen en kennis te delen voor de instandhouding van het groen cultuurhistorisch erfgoed.

Programma
14.30-14.45 uur welkomstwoord door Hans Otten, voorzitter Het Gilde van Tuinbazen
14.45-15.45 uur lezing door Martin van Bleek, bestuurslid St Themajaar Historische Buitenplaatsen 2012 en lezing door Ronald van Immerseel, groen erfgoed adviseur/historicus Stichting in Arcadië
15.45-16.15 uur pauze
16.15-17.15 uur wandeling over Rosendael.
17.15-18.15 uur borrel en gelegenheid om elkaar te ontmoeten
Bij ruime belangstelling zal een wisselprogramma worden gehanteerd.

Uw aanmelding kan tot uiterlijk 30 augustus 2013 (haast u!) worden gericht aan henk.boers@hetnet.nl o.v.v. naam en adresgegevens.
Het symposium vindt plaats in en vanuit de Oranjerie van landgoed Rosendael, Rosendael 1, 6891 DA Rozendaal


Oranjerie Kasteel Rosendael (Rozendaal).  Bron: www.glk.nl

Collegereeks: Natuur en kunst. Samenhang of tegenstelling?

Speciale collegereeks met excursies naar Artis en de Artis Bibliotheek door prof. dr. Erik de Jong (Cultuur, landschap en natuur).

Een collegereeks die aansluit bij het 175-jarig bestaan van Naturis Artis Magistra. Wat verstond men in de 19e eeuw onder de samenhang tussen de begrippen natuur, kunst en wetenschap? En hoe verhoudt deze visie zich tot de ideeën in de 20e en 21e eeuw.
Dit jaar bestaat Artis 175 jaar. De oprichters kozen in 1838 als naam voor hun nieuwe genootschap Natura Artis Magistra, de natuur is de leermeesteres van kunst en wetenschap. Deze collegereeks wil verkennen wat men in de 19e eeuw onder de samenhang tussen de begrippen natuur, kunst en wetenschap verstond. Wat was de traditie waarin men zich plaatste? En: hoe hebben deze begrippen de 20e eeuw overleefd? Onze samenleving anno 2013 is hoogst gespecialiseerd, geprofessionaliseerd èn verstedelijkt. Daarom wordt ook nagegaan wat het huidige debat over natuur en cultuur te zeggen heeft over dit onderwerp. De voorbeelden worden breed gekozen: tuin, stad en landschap, botanie en zoölogie, klimaat, schilderkunst, sculptuur, wetenschappelijke illustraties, diorama’s, fotografie en land art, installatie en performance, literatuur, reclame en technologie leveren ons een rijkdom aan materiaal.

Programma:
‘Samenhang of tegenstelling’, over het begrippenpaar natuur en kunst, een inleiding.
1838: Natura Artis Magistra: natuur, kunst, wetenschap.
‘Kunstvormen van de Natuur’: visies van Justus Lipsius (1584) tot Karl Blossfeld (1928).
‘De natuur is het volmaaktste schilderij’: het oog en de hand van kunstenaars en schrijvers.
Van ‘Denatured Visions’ tot ‘Next nature’: over natuur en kunst in de 20e eeuw.
‘De Tienduizend dingen’: een niet-westerse visie.
‘Kan kunst de natuur redden?’ Nieuwe en actuele visies.
Twee excursies; naar park Artis en naar de Artis Bibliotheek (data nog niet bekend).

Data: donderdagen 12, 19, 26 september, 3, 10, 17, 31 oktober
Tijd: 14.00 – 16.00 uur
Locatie: Artis, Plantage Kerklaan 38-40, Collegezaal
Prijs: € 155 / AUV-leden en Artis-leden € 110
Inschrijven doet u hier.

Willink® en Copijn, Beelden van een Verloren Verleden.


Het omgevallen beeld (1942), Carel Willink  Bron: Kasteel Heeswijk.

Kasteel Heeswijk toont van 16 augustus tot 25 november schilderijen van Carel Willink en ontwerpen van Lodewijk Copijn voor de tuin van Kasteel Heeswijk. Willink en Copijn waren tijdgenoten die ieder op hun eigen wijze invulling gaven aan een verloren verleden. Naast de Willink schilderijen wordt foto- en studiemateriaal getoond dat de bezoeker een kijkje geeft in het brein en de wereld van de kunstenaar. Ook de onlangs gerestaureerde Copijntuin maakt deel uit van de tentoonstelling.

Willink schilderde vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw parkgezichten met duidelijk door de tijd getekende beelden die verwijzen naar een wereld die voorgoed was verdwenen. Sommige van deze schilderijen ademen een sfeer van verlatenheid en dreiging. Willink creëerde hiermee een heel eigen beeldtaal, die tegelijk aansloot bij een artistieke stroming in binnen- en buitenland, die breder was dan alleen de schilderkunst. Schrijvers en componisten schiepen verwante werelden en, zoals Kasteel Heeswijk nu laat zien, ook tuinontwerpers bewogen zich in dezelfde artistieke context.


Ontwerp Oud Hollandse Tuin (1939), L.W. Copijn  Bron: TUiN WUR Speciale Collecties

Eveneens in de jaren dertig van de vorige eeuw liet de laatste baron van den Bogaerde van Terbrugge door Lodewijk Copijn een tuin aanleggen bij zijn kasteel. Het ontwerp combineert kenmerken van oude formele tuinkunst met de toen uiterst moderne cottagetuin. De verwijzing naar formele paleis- en kasteeltuinen werd nog eens onderstreept door de opname van classicistische beelden uit de legendarische verzameling van Van den Bogaerde. Ook deze beelden zijn door de tijd getekend. De verzameling was aan het begin van de twintigste eeuw grotendeels verkocht. Wat restte werd opgenomen in de tuin. Het kasteel zelf mocht krachtens het testament van de oudoom van de baron niet worden bewoond. Ook hier was dus sprake van een voorgoed voorbije wereld.

Zie ook www.kasteelheeswijk.nl.
Zie ook Mariëtte Kamphuis, Er was eens… (Kasteel Heeswijk), Cascade bulletin voor tuinhistorie 14 (2005), 1, p. 13-28 (klik hier voor PDF).  JH

Vluchtoord Nunspeet, Een der tuintjes voor de slaapbarakken.


Vluchtoord Nunspeet, Een der tuintjes voor de slaapbarakken.
Bron: Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe

Oude ansichtkaarten, een mooie historische bron. Soms grandeur uitstralend, soms pure armoede, vaak stereotiep, dan weer verrassend. Digitaal bladerend bij een ansichtkaartenverkoper stootte ik op een ansicht met bovenstaande afbeelding. M’n oog werd direct getrokken door de mozaïekperken, toen het doordrong de vreemde achtergrond en vervolgens het opschrift Vluchtoord Nunspeet, Een der tuintjes voor de slaapbarakken. Dat vraagt natuurlijk om even verder zoeken. Lang leve Google:
– in de Eerste Wereldoorlog is er in Nunspeet een opvangkamp geweest voor Belgische vluchtelingen: ‘4 dorpen’ op 15 hectare met 70 barakken en op het hoogtepunt 6.529 bewoners (wikipedia);
– de Belgen onderhielden contact met het thuisfront via brieven en vooral prentbriefkaarten of ansichten. Hiervoor gebruikten ze kaarten met foto’s van het leven in de interneringsdepots en vluchtoorden (Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe).

De tweede bron, dat Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe, heeft in zijn beeldbank ook bovenstaande ansicht en nog een tweede van het Vluchtoord met de mozaïekperken (zie onder).  JH


Vluchtoord Nunspeet, Een der tuintjes voor de slaapbarakken.
Bron: Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe

Openbaar Groen in het Steenwijkerland.


Tuinen van Marxveld. Foto: Martijn Kivit ©

De Cascade donateurs hebben een mail ontvangen (of brief indien geen mailadres bekend) met de details betreffende de Cascade Najaarsexcursie 2013. In het kader van het lustrumthema OPENBAAR GROEN brengt het program achtereenvolgens:
. huis (architect A.L. van Gendt) en park Rams Woerthe (Hendrik Copijn) (Steenwijk);
. het dorp Nagele (architectencollectieven ‘De 8’ en ‘Opbouw’) en de begraafplaats (Mien Ruys);
. Schokland;
. de tuinen van Marxveld (Vollenhove) en
. park Oldruitenborgh (Vollenhove).

Zie ook het aanmeldingsformulier (met programma en andere details) en het document bij uw mail. Heeft u de uitnodiging (als donateur) niet ontvangen of vragen? Mail dan secretariaat@cascade1987.nl.

Bonsai op Twickel.

Op Twickel heeft men de zorg over een tweetal tuinbonsai “niwaki”, deze pijnbomen zijn tussen de 200 en 250 jaar oud. Ze zijn onlangs i.s.m. de internationaal vermaarde Bonsai specialist John van der Laan door hoveniers van Twickel gerenoveerd. Op zondag 18 augustus worden deze bomen samen met een zeer fraaie privé-collectie tentoongesteld in de Oranjerie van Kasteel Twickel bij Delden. Van der Laan zal daar uitleg geven over zijn werk. Naast waardevolle en oude bonsai zullen ook jongere projecten te zien zijn.

Baronesse van Heeckeren van Wassenaar kreeg de boompjes in 1954 voor haar 75e verjaardag van Prinses Armgard, beide dames waren verwoed tuiniersters. Armgard, die destijds op Warmelo in Diepenheim woonde, was met regelmaat op Twickel waar de dames hun tuinkennis deelden.
Wat de herkomst betreft tast men in het duister, het archief van Warmelo is nl. verbrand. Een artikel uit het Bonsai blad vermeldt dat de boompjes al voor Prinses Armgard in de tuinen van Warmelo stonden. Voordien was S.A.F. baronesse Creutz de eigenaar. Zij liet in de jaren 20 van de vorige eeuw een tuinrestauratie doorvoeren. Is zij het die de boompjes verwierf? Langs welke weg dan? Rechtstreeks uit Japan of maakte ze een reis naar Japan of kwam het als geschenk van een derde over? Of via de wereldtentoonstelling van 1878 in Parijs, waar Japan ook aan deelnam?
En denk je aan Japan, dan denk je aan Freule Daisy van Clingendael. Kende zij baronesse Creutz? Waren zij familie of vriendinnen? Misschien heeft Daisy die twee potten met boompjes aan baronesse Creutz cadeau gegeven, na haar reis naar Japan? JH

PDF van artikel uit het Bonsai blad
Fotoserie op de site van John van der Laan
Over bonsai, op wikipedia

Ik ben ook in Parijs geweest.


Ici repose l’homme de la nature et de la vérité,
op  Tombeau de Jean Jacques Rousseau aux Tuileries   Bron: RMN Agence photographique.

Je zou misschien denken een vakantieberichtje, een verslagje. Ja en nee. Nee, niet van mijn of andermans zomervakantie in 2013. En ja, wel eentje uit 1801. Het komt uit een recensie betreffende het oorspronkelijk in het Duits geschreven boek Ik ben ook in Parijs geweest. Een recensie uit Hedendaagsche vaderlandsche bibliotheek van wetenschap, kunst en smaak, 1805. De schrijver haalt de anonieme auteur aan en ik op mijn beurt haal hem weer aan, omdat het zo’n aardig stukkie is, met een mening over engelsche tuinen. Uit 1801 dus, Van Laar moet de pen nog ter hand nemen.

Hier (in dien tuin) ontdekt men niet meer de stijfheid en vervelende regelmatigheid der oude fransche, noch het even zo ondragelijk wilde kinderspel der engelsche tuinen, niets onnatuurlijks en ook niets bovennatuurlijks, gene muurhoge gladgeschoren hagen, gene lastige waterkunsten, die slechts bij plegtigheden lopen en den overigen tijd stinkende poelen zijn; daarentegen ook gene kinderlijke verrassingen van vervallen tempels, ontzachlijke bruggen over ondiepe beekjens, schrale watervallen, arkadische grafnaalden en andere dergelijke dingen, die niemand bedriegen dan den geen die zich zelven gaarne bedriegt – maar het is een edele lusthof van, een ligtbevatlijk regelmatig plan, in het welk met den meesten smaak alles verenigd is, wat de natuur slechts behaaglijks aan het oog voorstellen kan, van het bonte verwenspel der bloemen af tot de verhevenste gewelven der groene linden toe. Alles is zeer geregeld en zindelijk onderhouden, geheel en onverminkt. Rijen van de schoonste oranjebomen versieren de ruime lanen, en standbeelden van marmer en metaal voeren onze verbeeldingskracht de grote tijden der oudheid in.   JH

Behangsels in Ypecolsgakamer, Fries Scheepvaart Museum.


Behangsels (uitsnede) in Ypecolsgakamer, Fries Scheepvaart Museum (Sneek).

Vorig jaar had ik mailcontact met Sytse ten Hoeve, oud-directeur van het Fries Scheepvaart Museum te Sneek. Onderwerp waren twee behangsels in dit museum en de inspiratiebronnen dan wel voorbeelden voor de behangsels. De behangsels van de hand van Aede Lútzens maken onderdeel uit van een van de stijlkamers in het museum, de Ypecolsgakamer. Gisteravond stuurde Sytse zijn artikel over deze Ypecolsgakamer, verschenen in het Jaarboek 2012 Fries Scheepvaart Museum en Oudheidkamer. Mooie gelegenheid om nu de publicatie verschenen is, de behangsels en hun voorbeelden in de weblog naar voren te brengen. De behangsels zijn natuurlijk te zien in het museum, maar ook in de online collectie, met inzoommogelijkheden. Klik hier, de eerste afbeelding is een ander behangsel, die van dit onderwerp krijgt u na het aanklikken van het pijltje naar rechts onder de afbeelding.  JH


Op het afdoen van rijpen, of ruspen in de boomen, uit
Ouderdom en Buyten-leven; Hof-gedachten (op Sorghvliet) (1655), Jacob Cats.


De Hovenier, uit Spiegel van’t Menschelyk Bedryf (1694),
Johannes (Jan) en Casparus Luyken.